MOW t^fpKFu
Theoretische schade
luchtverontreiniging
in tuinbouw 85 miljoen
Nederlandse
bloemen nog
steeds erg
gewild in
W.-Duitsland
DR. A. C. POSTHUMUS
GROTER KOMKOMMERAANBOD DAN VORIG JAAR
PIÜJZEN VAN SNIJGROEN UITZONDERLIJK GOED
LELIEAREAAL BIJNA DERTIG PROCENT GROTER
ONDANKS CONCURRENTIE DERDE LANDEN
LAND EN TUINBOUW
LEIDSE COURANT
PAGINA 10
En dat weten we dan óók weer! De gegevens
over de oppervlakte die de bollenkwekers
dit jaar met leliebollen hebben beplant, zijn
aan de openbaarheid prijs gegeven en heb
ben hier en daar ongetwijfeld voor schri
kreacties gezorgd. Vooral bij hen die zich
bezighouden met de cultuur van en de han
del in de cultivar Enchantment. Deze oranje
lelie laat al enige jaren achtereen een grieze-
lig-onstuimige groei zien. In 1975 stond er
b.v. 276 ha van, vorig jaar sprong het areaal
van deze lelie in één ruk naar 498 ha
een groei van niet minder dan 220 bunder
dus! maar terwijl de experts toen al een
dreun-van-jewelste voorspelde, zakte de
markt van deze lelie toch niet als een mis
lukte pudding in elkaar. Dat heeft de burger
kennelijk moed gegeven, want dit jaar zien
we bij Enchantment een groei van 498 naar
661 bunder. Een toename van 163 ha. Niet
zo sterk als vorig jaar, maar toch nog altijd
heel pittig. Vooral nu op de bloemenveilin
gen is gebleken dat het leliebeeld veel te veel
wordt beheerst door Enchantment, terwijl
men juist met grote belangstelling uitkijkt
naar andere kleuren.
Het gehele lelie-areaal is in vergelijking met
vorig jaar toegenomen met bijna 30%. In ha
uitgedrukt: een groei van 214 bunder. Zoals
we reeds zeiden neemt alleen Enchantment
daarvan al 163 ha. voor zijn rekening. Ergo:
de rest van het leliesortiment is nauwelijks
toegenomen.
Nieuwe cultivars
Opmerkelijk is wel dat enkele nieuwe culti
vars, die tot nu toe niet in de statistiek
voorkwamen, nu plotseling al een flinke
oppervlakte blijken te hebben. In ieder geval
kan men een areaal van zes ha. van de
fraaie, sterke, gele Connecticut King geen
peuleschilletje noemen. Van de middelgrote,
op het water zeer goed houdbare bruinrode
Pirate (die tussen twee haakjes nogal gevoe
lig is voor fusarium) blijkt nu plotseling al
zeventien ha. te zijn uitgeplant. Nu is die
wervelend-snelle opkomst van nieuwe lelies
wel verklaarbaar. In veelbelovende, nieuwe
cultivars, wordt uiteraard een levendige
plantgoedhandel gedreven tegen vaak zeer
optimistische prijzen. Zo lang niet bekend
is hoeveel van de nieuwelingen beschikbaar
is, kan die prijs ook hoog blijven. Veel
behoefte aan het openbaar maken van die
gegevens bestaat uiteraard niet Vandaar
dat ze nu plotseling als het ware uit het niets
naar voren komen. We zien dit verschijnsel
niet alleen bij Connecticut King en Pirate,
maar ook bij de tijgerlelie Yellow Star die
hangende gele bloemen heeft Vorig jaar
zocht men deze aanwinst nog tevergeefs in
de statistiek, maar nu blijkt er bijna tien
ha. van te zijn.
Exportwaarde
Nog even voortbordurend op de lelies: de
exportwaarde van de leliebollen neemt toe.
Bedroeg deze in het seizoen 1971-1972 slechts
een bedrag van 10.000.000, in het seizoen
1975-1976 was dat al bijna 17.000.000 ge
worden. Uit deze cijfers blijkt echter wel dat
de uitvoer van leliebollen in het totale
bloembollenexportpakket dat ruim
400.000.000 bedraagt nog niet van grote
betekenis is.
Bloemen
Van veel grotere importantie is de binnen
landse markt en met name de sector van
de bloemkwekers die leliebollen in kassen
in bloei trekken. In het Westland en produk-
tiecentra als Aalsmeer, Rijnsburg en de
Veenstreek, worden miljoenen leliebollen ge
bruikt. Zo zien we de aanvoer van taklelies
waarvan de al eerder genoemde Enchant
ment veruit de belangrijkste vertegenwoor
diger is stijgen van 24.000.000 stuks in
1972 naar bijna 100.000.000 stuks in 1976.
Meer dan een verviervoudiging van het aan
bod dus in vijf jaar. De gemiddelde prijs
van de taklelies daalde in deze periode van
0,58 naar 0,46.
De cijfers van kelklelies zijn veel minder
spectaculair. Allereerst moet dan worden
gedacht aan de teelt van de witte Lilium
longiflorum, waarvan de bollen uit Japan
moeten komen. Vooral in het Westland wor
den miljoenen van deze lelies geteeld. In
1972 bedroeg het landelijk aanbod 23.000.000
kelken en vorig jaar registreerde men een
aanvoer van ruim 31.000.000 kelken. Naar
ruwe schatting wordt 75% van deze produk-
tie in het Westland gerealiseerd. De gemid
delde prijs per kelk is de afgelopen jaren
gestegen: van 0,32 in 1972 naar 0,43 in
1976.
Die hogere prijs betekent geen grotere winst
voor de bloemkwekers, want die moesten
van jaar tot jaar meer betalen voor de
bollen. In Japan werkt men ook niet meer
voor een karig loontje. Dat blijkt niet alleen
uit de prijzen van fotocamera's, de radio's
en de tv-toestellen, maar dat komt ook in
de prijzen van leliebollen tot uiting. Het is
niet uitgesloten dat de bollen van Japanse
lelies op den duur te hoog in prijs zullen
komen te liggen. Want er komt op de bollen-
prijs uiteraard ook nog een bedrag aan
vrachtkosten dat er niet om liegt
Hollandse witte lelie
Daarom wordt er door Hollandse verede
laars al nijver geknutseld aan een witte lelie
die ook hier geteeld kan worden en dan kan
men de Japanse bollen missen. Het ziet er
naar uit dat men in de jaren tachtig een
waardige plaatsvervanger van Lilium longi
florum zal kunnen introduceren. Tot die tijd
zal men het nog met Japanse bollen moeten
doen. Want de witte (kelk) lelie kan men in
de bloemenhandel niet missen. Denk maar
eens aan de kerkversieringen en de graf
kransen.
tulpen is de laatste tijd, even
als de teelt zelf, toegenomen.
De bolbloemproduktie wordt
benadeeld. Ook in de kas is
het dus niet veilig.
De verontreiniging door zwa-
velstofdioxyde nam sterk af,
dankzij de overschakeling van
olie en kolen op aardgas. Wan
neer het aardgas begint op te
raken, dreigt bij terugschake
ling op kolen de geschiedenis
zich te herhalen. Fruitbomen
leden er onder meer onder.
Andijvie, sla en spinazie zijn
gevoelig voor ozon, het geeft
beschadiging. De effecten van
ammoniak en etheen zijn tot
nu toe slechts op kleine schaal
aanwezig geweest. Te weten
op korte afstand van chemi
sche fabrieken of intensieve
veehouderijbedrijven.
Wat betreft chronische en indi
recte effecten is veel minder
zekerheid aan te tonen. Zeer
waarschijnlijk lijkt echter dat
de mogelijke combinaties van
de verschillende, gasvormige,
luchtverontreinigers na ver
loop van tijd de groei en ont
wikkeling van diverse tuin-
bouwgewassen ongemerkt
toch hebben beinvloed. Groei
en produktievermindering
kunnen in de praktijk alleen
worden vermoed, omdat geen
goede controle aanwezig is. Op
grond van vergelijkende proe
ven met bepaalde gewassen in
kleine kasjes met wel of niet
door aktieve kool gefilterde
lucht werden aanwijzingen
verkregen dat in ongefilterde
lucht 10-15% minder werd ge
produceerd dan in gefilterde
lucht. Bij de veredeling op
produktievermogen kan de
luchtverontreiniging een rol
hebben gespeeld. Rassen die
beter aangepast zijn aan de
heersende luchtverontreini
ging, selecteerde men er onbe
wust uit
Het totale omzetcijfer van de CCWS over
de afgelopen week is gunstiger dan in de
zelfde week van het vorig jaar. Niet dat de
prijzen zo geweldig waren, er zitten ook
factoren in de aanvoeren, maar toch valt
niet te klagen over de gemiddelde prijzen,
die wat betreft bijvoorbeeld het snijgroen,
wel uitzonderlijk goed waren.
Opvallend is ook, dat van potplanten en
perkplanten, het dubbele van vorig jaar
werd omgezet. In het algemeen kan wel van
een bevredigend prijsbeeld worden gespro
ken. Zoals de laatste weken al vaker is
gesteld, werkten de weersomstandigheden
mee en konden daardoor de aanvoeren en
dus ook de prijzen in de hand worden
gehouden. In het algemeen bewogen de aan
voeren zich op een wat lager peil dan afgelo
pen weken. Kennelijk zijn de aanvoeren van
anjers en troschrysanten over het hoogte
punt heen. Dat geldt eveneens voor de rozen.
Het totale aanvoerbedrag aan de CCWS
bedroeg afgelopen week 11.166.726,90 tegen
8.610.074,46 in dezelfde week van het vorig
jaar.
Aan snijbloemen werd omgezet
10.346.914,57, vorig jaar ƒ8.130.952,11. Aan
buitenlandse bloemen werd omgezet
ƒ38.861,92, vorig jaar 17.962,83, potplanten
ƒ646.651,03, vorig jaar ƒ391.665,65, perk
planten 134.299,38. Overigens is het alle
maal wel meegevallen, want na de enkele
warme dagen rond de Pinksteren bereidde
men zich voor op grote bloemenaanvoeren,
en „dus" dalende prijzen. Maar het weer
wijzigde zich opnieuw, helaas voor de va
kantiegangers, maar gelukkig voor de kwe
kers. Er was goede vraag naar bloemen.
Vorig jaar waren de aanvoeren veelal wat
lager dan nu. Het totale omzetcijfer van de
afgelopen week lag ongeveer een miljoen
gulden hoger dan voorgaande week.
Nu volgen wat gemiddelde prijzen. Anjers,
met ruim een miljoen stuks minder aanvoer
bij een totaal van rond de 2 1/2 miljoen, 38
cent (vj. 26). Troschrysanten, ruim 3 miljoen
bos 75 (59). Freesia 5 1/2 miljoen bos, vorig
jaar bijna 3 miljoen, 24 (19). Irissen 23 (19).
Snijgroen met vrijwel gelijke aanvoer als
vorig jaar met ruim 200.000 bos, 2,05
Trosanjers totaal ruim 5 miljoen, een
joen minder dan vorig jaar, 35 (26).
43 (33). Lelietak 40 (44). Grote rozen 37
Kleine rozen 24 (13). Het snijgroen
dus wel uit wat de prijs betreft, mede
in de aanvoer weinig verschil valt op
merken. De geregelde snijgroenjager in
bloementeelt, heeft het dus wel aardig
schoten. Hetgeen allemaal niet betekent,
als gevolg van de redelijk goede veilingprij-
zen de kwekers „mild" zijn gestemd. Immers
stijgen de kosten bijna even hard als voor
sommige produkten de prijzen. Het is ook
om die reden, dat een verdere verhoging van
de aardgasprijzen, zoals die in bepaalde^
krijgen wordt besproken, onaanvaardbaar,
is. Over het bijna verstreken eerste halfjaar
kan wel worden gesteld, dat een redelijk
resultaat door de meeste bloemenkwekers
kon worden bereikt en voor sommigen
hen zelfs een goed resultaat. Althans volgens
de cijfers van de veilingklok!
WAGENINGEN - Dr. A. C.
Posthumus van het Instituut
voor Plantenkundig Onder
zoek (IPO) in Wageningen gaf
op de onlangs gehouden tuin-
bouwdagen een uiteenzetting
over luchtverontreiniging in
de tuinbouw. Hij maakte hier
bij melding van de schatting
die wetenschappers eens ge
maakt hebben over de schade
aan land- en tuinbouwgewas-
sen door luchtverontreiniging.
In 1970 zou die in Nederland
zo'n 85 miljoen gulden heb
ben belopen.
Allereerst moet er een onder
scheid worden gemaakt tussen
stofvormige en gasvormige
luchtverontreiniging. Vaste
deeltjes zetten zich af op de
bladeren en vruchten. Dat
gaat ten koste van de kwali
teit. Bovendien worden de kas
sen minder lichtdoorlatend.
Het benadeelt de levensproces
sen. Soms zijn extra arbeids
kosten noodzakelijk om het
produkt schoon te krijgen.
Vervelende en schadelijke gas
sen in de lucht werken over
het algemeen veel ingrijpen
der. Soms is de schade meteen
zichtbaar, maar lang niet al
tijd. Een en ander is afhanke
lijk van de giftigheid, de con
centratie en de plant. Ook het
ontwikkelingsstadium van de
plant en de omstandigheden
zoals temperatuur, vochtigheid
en licht zijn van invloed.
Als voorbeelden van in de
praktijk voorkomende, acute
beschadigingen door gasvor
mige luchtverontreiniging
noemde de heer Posthumus de
volgende gevallen.
In de omgeving van Hoogo
vens, aluminium- en fosfaatfa-
brieken dreigt verontreiniging
door waterstoffluoride. De
eenzaadlobbige gewassen
zoals freesia, gladiool en tulp
hebben daarvan te lijden. Tot
op 5 km. van de bron kan
schade optreden. Het aantal
schadegevallen bij koude kas-
Schoon glas levert vijf tot tien procent meer licht op.
Het aanbod van komkommers is over de
afgelopen maanden groter geweest dan vo
rig jaar, ondanks het minder fraaie voor
jaarsweer. Deze grotere aanvoer moet voor
al worden gezien in het beeld van de hele
West- en Oost-Europese markt. Het veilin
gaanbod in Nederland tot en met de maand
mei bleef nagenoeg gelijk aan dat van 1976.
Vooral het aanbod uit Engeland, Oost-Euro
pa en Griekenland is toegenomen.
Ondanks de ongunstige weersomstandighe
den heeft de vraag goed stand weten te
houden. De prijzen lagen iets hoger dan
vorig jaar, maar ze konden het niveau van
1975 niet bereiken. De oppervlakte komkom
mers waarvan in Nederland tot en met mei
geoogst werd, was met 598 ha. 2,5 3
procent groter dan in de jaren 1976 en 1975.
De veilingaanvoer tot en met mei beliep zo'n
238 miljoen stuks. Deze aanvoer was gelijk
aan die van vorig jaar en 11% groter dan
in 1975. Zoals reeds eerder dit seizoen ge
meld, trad er wel een verlating in de teelt
op ten koste van de zeer vroege stookteelt.
De totale geldelijke opbrengst van de geveil
de stukskomkommers (dus exclusief krom
en stek) bedroeg 119,6 miljoen gulden. Inclu
sief krom en stek komt men op ongeveer
130 miljoen gulden (tegen 123 miljoen in
1976 en 121 miljoen in 1975). Dit komt neer
op ƒ21,70 per m2, hetgeen een meerop
brengst betekent van 2,7% en 4,4% in verge
lijking met verleden eh eerverleden jaar. Als
deze stijging gezien wordt in het licht van
de stijging der produktiekosten, dan is het
behaalde resultaat niet van dien aard om
daar hard hoera over te roepen. De afgelo
pen week zijn de prijzen weer iets opgelopen
en varieerden ze voor de sorteringen van 41
tot en met 76 van 35 tot 50 cent per stuk.
Er wordt de komende tijd op een kleinere
aanvoer gerekend, waardoor de prijzen ge
lijk kunnen blijven of verder op zullen
lopen.
Paprika's
De groene paprika's behaalden eind vorige
week weer hogere noteringen dan de week
ervoor. Op donderdag 16 juni varieerde de
veilingprijs op Veiling Westland-Zuid van
2,13 tot 2,22 per kg. Voor de rode sorte
ringen liggen de prijzen, zeker in vergelij
king met vorig seizoen aanzienlijk lager. Dit
wordt in belangrijke mate veroorzaakt door
het grotere aanbod. Voor „rood" schommè
de de prijs tussen de 2,70 en 2,75 per k
Naar verwacht zal het aanbod van „groei
gelijk blijven en dat van „rood" verde
toenemen. Hieruit valt te verwachten dat d
groene sorteringen zich redelijk in prij
zullen handhaven en dat de prijsdruk bij d
rode sorteringen aanwezig blijft
Tomaten
Eind afgelopen week lag de gemiddeld
prijs voor de A-I-tomaten op 2 gulden pe
kilo. In vergelijking met vorig jaar steek
de prijs gunstig af. Dit wil niet zeggen di
de totaal behaalde financiële resultaten oo
gunstig afsteken bij die van vorig jaar. D(
totale aanvoer is tot op heden kleiner dai
vorig seizoen. Ook uit de veilingomzettei
blijkt duidelijk dat de totale aanvoer en d<
totale geldopbrengst aanzienlijk achterblij
ven bij die van vorig jaar. In de tweedi
week van juni daalde de landelijke aanvoe
met bijna 6 miljoen kilo. Op het ogenblil
wordt de aanvoer nog steeds sterk bëinvloe<
door het steeds wisselende weertype. Tocl
wordt er weer een groter aanbod verwacht
waardoor lagere prijzen niet uitgesloten zijn
DEN HAAG Het Neder
landse aandeel op de bloe
menmarkt in West-Duitsland
is in 1976 nog gestegen en
blijft aan de top van de Duit
se import. De eerste maand
van dit jaar gaf ook nog een
stijging te zien met ruim vijf
procent, zodat de positie vrij
stevig is, ondanks de zware
concurrentie die wordt onder
vonden van de derde landpn.
Nederland voerde in het afge
lopen jaar voor een waarde
van bijna 765 miljoen DM aan
snijbloemen, bolbloemen en
snijgroen in, gevolgd door Ita
lië met ruim 118 miljoen DM.
De Nederlandse import in
West-Duitsland steeg met ruim
7 procent vrijwel gelijk aan
Italië. In hoeveelheid voerde
Nederland ruim 86 miljoen kg
snijbloemen, bolbloemen en
snijgroen in, hetgeen bijna
twee procent is van 1975, maar
de door Italië ingevoerde hoe
veelheid nam toe met ruim
tien procent en steeg tot 11 1/2
miljoen kg. In guldens steeg
de Nederlandse uitvoer naar
West-Duitsland van 722 mil
joen in 1975 naar 765 miljoen.
De uitvoer van anjers nam toe
met een waarde van 5 miljoen,
van rozen met bijna 9 miljoen,
bolbloemen 1 miljoen, maar
van snijbloemen met bijna 28
miljoen.
Overigens steeg in 1975 de ex
port naar West-Duitsland uit
ons land met 34 miljoen gul
den, wat betreft de anjers, ro
zen 30 miljoen en bolbloemen
met 15 miljoen gulden, zodat
het afgelopen jaar een ongun
stig verschil te zien geeft bij
het voorgaande jaar, toen er
een groei viel te constateren
van totaal 643 miljoen gulden
tot 722 miljoen. Niettemin
blijft ons land veruit de be
langrijkste importeur van
bloemen naar de Westduitse
markten.
Verondersteld wordt, dat de
vermindering n de toename
van de Nederlandse import
voor een deel is te wijten aan
een verzadiging van de con
junctuur. Vaststaat echter,
dat ernstige concurrentie
wordt ondervonden van de
derde landen, zoals Kenia, Is-
Chrysant
raël en Thailand. Het pakket
bloemen uit Columbia steeg
van 6 miljoen tot 15 miljoen,
hetgeen voornamelijk een ge
volg is van de anjerimport
door West-Duitsland, die van
5 naar 14 miljoen gulden op
liep.
De totale import uit Columbia
steeg in waarde met 147 pro
cent en in hoeveelheid met 139
miljoen kg. Ook Thailand was
stevig aan de Westduitse
markt, voornamelijk met or
chideeën. Volgens de gegevens
bedroeg de import van bloe
men uit Israël 22,7 miljoen gul
den tegen ruim 24 miljoen in
1975. De rozen namen hierbij
de voornaamste plaats in met
ruim 12 miljoen gulden.
In de eerste maand van dit
jaar werd voor een bedrag van
totaal 13.704.079 aan potplan
ten uitgevoerd en voor
104.504.505 aan bloemen, res
pectievelijk 17 en ruim 8 pro
cent meer dan in januari van
het vorig jaar.
Aan bloembollen werd door
Nederland het afgelopen jaar
voor een totale waarde van
bijna 485 miljoen gulden uitge
voerd, waarvan bijna 140 mil
joen gulden naar West-Duits
land, gevolgd door ruim 61
miljoen gulden naar Fran
krijk. De hoeveelheid naar
West-Duitsland verminderde
met 1,6 procent en steeg naar
Frankrijk met 5,5 procent.
Overigens worden momenteel
door de Westduitse organisatie
van bloemenhandelaren be
sprekingen gevoerd met Israël,
omdat men de bloemen uit
Israël via een Duitse afzetor
ganisatie wil verkopen. De
Duitsers willen pas aan de uit
werking van die plannen be
ginnen, indien Israël zich ver
bindt aan de Nederlandse vei
lingen dit jaar niet meer te
leveren dan in 1976. Gesteld
wordt, dat momenteel de beste
kwaliteit naar Aalsmeer gaat
Bovendien worden soms de Is
raëlische bloemen van de
Duitse markt weggehaald en
in commissie gegeven aan een
Nederlandse onderneming in
Rijnsburg, waartegen bezwa
ren worden gemaakt door de
Westduitse handelaren.