Politieke adviseurs in discussie
Uitstekende
presentatie
operaatjes
van Puccini
KATHOLIEKE OPVATTING OVER
HUWELIJKSSLUITING ONJUIST
Vertrouwelingen ongrijpbaar voor het parlement
kunst en kunstenaars
Ds. Brink in proefschrift:
Richtlijnen priesteropleiding
besproken door bisschoppen
BISSCHOPPEN BELGIË OVER ABORTUS
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 17 JUNI 1977 PAGINA
onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Moet een mi
nister een politieke „vertrou-
weling" in zijn nabijheid heb
ben? een man (of vrouw) met
wie de minister ai zijn sores
kan bespreken, iemand die de
politieke verhoudingen aftast,
luistervink speelt en de minis
ter influistert hoe buiten bet
departement de politieke
wind waait?
De vraag is weer actueel ge
worden, nu in CDA-kring het
standpunt wordt ingenomen
dat bij de kabinetsformatie
over de positie van de politie
ke adviseur, -secretaris, -com
missaris of hoe zo'n persoon
ook mag heten moet wor
den gepraat Het dagelijks be
stuur van de KVP heeft zelfs
negen uitgangspunten voor de
aanstelling van een politieke
adviseur op papier gezet. Maar
ook op dit punt is het CDA
nog niet helemaal eensgezind
de ARP heeft het niet „op
dit soort figuren" begrepen.
Begrijpelijk dat men met „dit
soort figuren" nog geen raad
weet Want politieke adviseurs
zijn in ons land nog steeds
vreemde eenden in de ambte
lijke bijt. Zes nemen een uit
zonderlijke positie in, zijn bin
nen de ambtelijke hiërarchie
van een ministerie moeilijk te
plaatsen, zijn ongrijpbaar.
Dergelijke figuren kunnen dan
ook veel minder onderhevig
zijn aan de parlementaire con
trole. Ze zijn in feite wat
spookachtig. Ze zijn er wel,
maar je ziet ze niet.
Vanouds gaat Nederland er
prat op een in het algemeen
onkreukbaar en zeer loyaal
ambtenarenkorps te hebben.
Een onpolitiek korps. Minis
ters mogen komen en gaan, de
ambtenaren blijven zitten. Wat
de politieke kleur van de ko
mende en gaande ministers
ook mag zijn; van de ambte
naar wordt verwacht dat hij
vlijtig, ijverig en loyaal zijn
werk doet met alle inzet van
zijn krachten.
Kleur speelt mee
Een topambtenaar mag dan
onkreukbaar zijn, hij heeft na
tuurlijk macht Topambtena
ren leveren een werkzaam
aandeel in de voorbereiding
van het beleid, oefenen in
vloed uit op de besluitvorming
en zijn ten nauwste betrokken
bij de uitvoering van dat be
leid. De invloed van topambte
naren op de besluitvorming is
echter een ijsberg, waarvan
het grootste deel onder water
verkeert.
Een minister moet zich zo met
het beleid bezighouden, dat hij
het goed functioneren van het
ambtelijk apparaat geheel
moet overlaten aan de daar
voor verantwoordelijke secre
taris-generaal, de hoogste
ambtenaar van een ministerie.
Het komt wel voor dat sommi
ge ambtenaren aan de top van
een ministerie moeite hebben
met een komende minister van
een andere politieke kleur. De
communicatie vlot dan niet
erg. De ambtenaren zijn cor
rect, maar wat gereserveerd.
In zo'n situatie heeft de be
trokken minister het ook niet
gemakkelijk, want hij is nu
eenmaal geheel op de mede-
Van Agt: Alles zelf doen
werking van de ambtenaren
aangewezen. Natuurlijk ko
men wel benoemingen van to
pambtenaren tot stand, waar
bij de politieke kleur van de
betrokkene meespeelt. Wan
neer een ministerie in het ver
leden lange tijd een minister
van KVP-huize had gehad,
was dat te merken aan de
bezetting van de belangrijke
posten op het ministerie. Toen
Suurhoff minister van Sociale
Zaken was en 's maandags op
het ministerie de stafvergade
ring werd gehouden, was het
grapje: „lüjk, daar zit de
Wiardi Beekman-stichting",
wat de naam is van het weten
schappelijk bureau van de Pv
dA. Later werd de KVP-er
Veldkamp minister van Socia
le Zaken en die heeft het top
kader weer wat anders bijge
kleurd. Het ligt wel voor de
hand dat wanneer een zware
vacature op een ministerie
moet worden vervuld, een mi
nister in de kring van zijn
politieke of andere vrienden
rondkijkt, waarbij zeker niet
de kwaliteit en de geschiktheid
van de betrokken man behoe
ven te worden veronacht
zaamd.
De ambtelijke aanstellingen in
ons land wijken duidelijk af
van die in landen met een
twee partijenstelsel. Wanneer
in de V.S. bij presidentsverkie
zingen aflossing van de wacht
plaatsheeft, dan verdwijnen
met de scheidende president
vele topambtenaren. De nieu
we president benoemt een
groot aantal ambtenaren van
zijn eigen politieke kleur.
Daarom doen tijdens de ver
kiezingscampagne vele figuren
verwoed hun best, in de hoop
te zijner tijd in de gratie voor
een baantje te komen.
„Eter"
De eerste premier na de Twee
de Wereldoorlog, Schermer-
horn, vond dat een volkomen
onpolitieke ambtelijke staf
wat manco's had. Hij wilde
liever een politieke staf, die
met de scheidende minister
verdwijnt, zoals dat bij voor
beeld in de V.S. en Engeland
het geval is. Ook hechtte
Schermerhorn veel belang aan
een goede informatie ten be
hoeve van de regering. Daar
toe kwam er bij de Rijksvoor
lichtingsdienst het voorlich
tingsapparaat van de regering
een afdeling „oog en oor".
Bij deze dienst werkten „ver
spieders" die oog en oor open
moesten houden om de pre
mier te informeren wat er in
het politieke en maatschappe
lijke leven gaande was. De
premier zelf hield vanuit de
regering de mensen op de
hoogte met radiopraatjes „Van
de brug" (van het schip van
staat). De politieke weerstan
den tegen de „verspieders"
van de regering bleken echter
te groot.
Affaire-Korsten
In de jaren zestig werd het
wereldje aan het Binnenhof
opgeschrikt doordat de, inmid
dels overleden, public-rela-
tions-adviseur Ben Korsten al
lerlei confidenties aan een
weekbladjournalist had ver
teld. Korsten deelde volkomen
on-officieel en dus parle-
Ook in ons buurland België is
het ambtenarenbestand veel
meer verpolitiekt. Wanneer
een nieuwe minister komt, tre
den mèt hem nieuwe ambtena
ren aan, zijn „vriendjes" wel
te verstaan. Ze verdwijnen te
zijner tijd ook, als de minister
het veld moet ruimen. Sommi
ge ministers scheppen aardige
banen voor een „vriendje".
Zo kon men bij enkele plesan-
te etentjes in België steeds de
zelfde vertegenwoordiger van
een minister ontmoeten. Dat
was een topambtenaar met
een welhaast leeg bureau op
het ministerie, aangesteld als
.etend plaatsvervanger van de
minister. Meer dan behoorlijk
kunnen eten en wat drinken
hoefde de man niet te kunnen
Paul Beugels, advieeur CRM
mentair oncontroleerbaar
tegen een mooie vergoeding
adviezen uit aan diverse be
windslieden, voornamelijk van
de KVP, o.a. aan Veldkamp.
De wat tragische Korsten po
seerde als de man die het aan
de top wel even zou regelen,
sprak van „Pietje" (oud-pre
mier De Jong) en van „Mam-
malou", waarmee de toenmali
ge minister Marga Klompé
werd bedoeld. Aan Korsten
was te veel vertrouwen ge
schonken. En dat vertrouwen
was geschonden. De affaire
maakte het gewenst dat voor
het aantrekken van adviseurs
duidelijker regels werden ge
maakt.
Dat is nooit een gemakkelijke
opgave gebleken. Want het
ambtenarenkorps staat wat
huiverig tegenover het ver
schijnsel van de politieke advi
seurs, omdat ze eigenlijk niet
passen in het ambtelijk appa
raat. Daarbij komt dat sommi
gen de noodzaak van dergelij
ke figuren niet inzien. Want,
zegt men, ten eerste beschikt
de minister over een uitge
breid ambtelijk apparaat met
deskundige krachten. Een ap
paraat waarvan toewijding
wordt verwacht En daarbij
zijn er vele officiële en semi-
officiële advies-instanties
werkzaam. Bedenkt men
voorts dat een minister altijd
nog vertrouwelingen in zijn
partij, bij voorbeeld de fractie
voorzitter in de Tweede Ka
mer en zijn partijbestuur
raadpleegt, waarom moet er
dan nog zo nodig een „politiek
adviseur" worden aangesteld?
In het parlement is de kwestie
meermalen aan de orde ge
weest. In het najaar van 1973
sneed oud-premier De Jong
als fractievoorzitter van de
KVP in de Eerste Kamer het
onderwerp aan. In oktober
1975 werd de kwestie weer in
het parlement aan de orde ge
steld. Den Uyl zei toen dat het
kabinet over de aanstelling
van politieke functionarissen
van gelijke politieke kleur als
de minister nog geen beslissin
gen had genomen. De premier
wilde wel bezien of iets kon
worden geregeld „dat aan
vaardbaar is voor het kabinet
en de Kamer". Lukt dat, dan
hoort de Kamer het echt bin
nen enkele maanden. Zo niet,
dan hoort de Kamer het ook.
Ik zeg namelijk niet dat we
eruit zullen komen". De „enke
le maanden" van Den Uyl zijn
intussen allang verstreken,
maar de Kamerleden hebben
niets te horen gekregen
Biesheuvel begon
Toen Biesheuvel premier
werd, trok hij een persoonlijk
adviseur aan. Zijn vertrouwe
ling werd de oud-parlementair
redacteur Robbert Ammer-
laan, die onderhands KVP-po-
litici van advies had gediend
en een propagandaboekje over
de toenmalige KVP-lijsttrek-
ker Veringa had geschreven.
Later had Ammerlaan veel
succes met zijn boek: Het ver
schijnsel Schmelzer, ontstaan
op basis van gesprekken met
de oud-fractievoorzitter en
oud-minister van Buitenlandse
Zaken. Ammerlaan moest
Biesheuvel op de hoogte hou
den van wat er in het politieke
wereldje zoal werd besproken.
Een „verspieder" dus, of „min
der vriendelijk": „spion"
met als indeling in de ambte
lijke hiërarchie een goedbe
taalde functie bij de rijksvoor
lichtingsdienst. Toen Biesheu
vel van het politieke podium
verdween, had Ammerlaan
niks meer te doen en ver
dween dan even later ook.
Bedenkingen
Toen Den Uyl het fractievoor
zitterschap had verwisseld
voor het premierschap, trok
hij Henk Berreboom aan. Een
vertrouweling, want Beere-
boom was eerste medewerker
van fractievoorzitter Den Uyl.
Aanvankelijk was het de be
doeling geweest om Beere-
boom een functie te geven op
het ministerie van Algemene
Zaken, maar daar had de
ambtelijke top bedenkingen
tegen. Beereboom werd refe
rendaris voor de „interne in
formatie" bij de Rijksvoorlich
tingsdienst. Later kreeg hij
Robbert Ammerlaan
versterking in de persoon van
Willem Breedveld, sociaal-eco
nomisch redacteur van Dag
blad Trouw. Beereboom steekt
zijn voelsprieten uit naar alle
hobbels en kuilen op het poli
tieke terrein, Breedveld speurt
het sociaal-economische leven
af om daarover „Ome Joop"
verslag uit te brengen.
Toen oud-premier De Jong in
het najaar van '73 in de Eerste
Kamer sprak over „de taak
van de politieke secretaris van
de minister-president" doelde
hij op de aanstelling van Beer
eboom. De Jong wilde weten
wat „de taak van deze secreta
ris is en hoe hij in de organisa
tie past". Premier Den Uyl
deed of zijn neus bloedde.
„Het is heel simpel. Er is geen
politiek secretaris. Ik werk
met dezelfde staf die de heer
De Jong uit hoofde van een
andere functie kent." Daarna
vroeg de oud-premier of er
dan een vacature bij de rijks
voorlichtingsdienst was ge
weest, voor de vervulling
waarvan de normale procedu
re medische keuring, test
rijks psychologische dienst
enz. was gevolgd zodat ui
teindelijk de meest aangewe
zen kandidaat te voorschijn
was gekomen.
Actieve „verkenner"
Antwoord Den Uyl: „De heer
De Jong heeft in perfectie de
gang van zaken geformuleerd.
Zeer bedankt". Heel handig,
maar de aanstelling van Beer
eboom was natuurlijk een
puur-politieke benoeming.
Maar het is best in te denken
dat Den Uyl, die de kwaliteit
van Beereboom kende, deze
man als vertrouweling naast
zich wil hebben en allerlei za
ken wil doorpraten. Beere
boom is een actieve „verken
ner" en een trouwe metgezel,
want op vele foto's van Den
Uyl ziet men hem direct achter
de minister-president staan.
De behoefte van een minister
aan zo'n vertrouweling is wel
te begrijpen. Vice-premier Van
Agt, die te veel de neiging
heeft zich in zijn juridische
studeerkamer terug te trek
ken, zou ook graag zo'n advi
seur in zijn nabijheid hebben.
Van Agt zou dan minder af
hankelijk zijn van het ambte
lijk apparaat voor zijn infor
matie. De „verspieder" zou de
kluizenaarachtige minister van
Justitie kunnen informeren
over wat er buiten het juridi
sche wereldje in de politiek te
koop is en zou de minister ook
tijdig kunnen waarschuwen,
als er voetangels en klemmen
op diens pad zullen liggen.
Van Agt niet
Van Agt mist echter nog
steeds zijn „politiek adviseur".
De ministeries van Defensie,
CRM en Volkshuisvesting heb
ben wel dergelijke figuren.
Gruyters (Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening) pro
beerde eerst de eerder ge
noemde Robbert Ammerlaan
te krijgen. Later plaatste het
ministerie een advertentie
waarin een „journalistieke me
dewerker" werd gevraagd."
De medewerker werd een poli
tieke vriend van de minister.
Minister Van Doorn en staats
secretaris Meyer (CRM) win
nen adviezen in van o.a. de
socioloog en nu hoogleraar
Bram Peper (PvdA) en de ex-
KVP-radicaal Paul Beugels.
Op contractbasis stellen zij
een gedeelte van hun tijd voor
de advisering beschikbaar.
Toen Vredeling (PvdA) minis
ter van Defensie werd, liet hij
de toenmalige defensievoor
lichter Sjouk de Jong gauw
verdwijnen. Vredeling trok Ab
Sligting aan, oud-redacteur
van het Parool en voorlichting
van de PvdA-fractie. Sligting
werd directeur voorlichting
van het ministerie. Een norma
le ambtelijke functie dus,
waarin Sligting echter wel
vanwege zijn politieke kleur
werd benoemd.
Bij andere ministeries is de
aanwezigheid van politieke ad
viseurs niet merkbaar, tenmin
ste niet als Zodanig aangestel
de. Bij het ministerie van On
derwijs is er nog wel een
merkwaardige figuur. Minister
Van Kemenade roept nu en
dan de hulp in van Jos Ahlers,
hoofdredacteur van het tijd
schrift School. Ahlers schrijft
teksten voor de minister en
heeft de twee contourennota's
bewerkt tot de zeer leesbare
boekjes: „Meer mensen mon
dig maken.
Spoken
Het is te verwachten dat in de
toekomst meer ministers tot
aanstelling van een „politiek"
adviseur, secretaris, commis
saris of hoe-zo'n-man-mag-he-
ten zal overgaan. Dat „com
missaris" riekt overigens wel
erg naar Oosteuropese toe
standen, „politiek medewer
ker" zou zonder meer duide
lijk zijn. Voorlopig zal het
ambtenarenkorps wel wat arg
wanend naar zulke politieke
medewerkers blijven kijken en
hen als vreemde eend blijven
beschouwen. Voor een minis
ter kan zo'n politieke mede
werker waardevol werk doen.
De positie van dergelijke me
dewerkers zal echter duidelijk
moeten worden geregeld, zo
dat het parlement weet waar
het in deze aan toe is en zo
nodig de politiek verantwoor
delijke bewindsman ter ver
antwoording kan roepen. Nu
is de aanstelling van politieke
adviseurs nog een wat spook
achtige aangelegenheid, waar
door politici soms spoken zien
waar ze niet hoeven te zijn.
Het is altijd Puccini's bedoe
ling geweest dat de drfé ee-
n—acters die hij onder de ver
zamelnaam „II Trittico" (Het
drieluik) aandiende, samen zou
den worden opgevoerd: eerst
het melodrama „II Tabarro"
(De Mantel), dan het wat senti
mentele maar ook innige „Suor
Angelica" (Zuster Angelica,
met alleen vrouwenstemmen)
en tenslotte „Gianni Schicchi",
een levendige klucht uit het
Florence van 1300. Na de pre
mière in 1918 in New York is
het zo goed bij elkaar passende
drietal echter maar zelden bij
j elkaar gebleven. Voor ons land
j moeten we tot 1958 teruggaan
voor een complete opvoering
van het drieluik.
Het meest populair werd het
humoristische „Gianni Schic
chi" dat vaak met êên—acters
van andere componisten wordt
gecombineerd. Heel dikwijls
ook brengt men dit werk alleen
samen met „II Tabarro", omdat
met „Suor Angelica" erbij de
avond te lang en de produktie
te duur zou worden. Voor de
laatstgenoemde combinatie koos
ook de Nederlandse Opera die
er gisteren in het Circustheater
voor respectabele opvoeringen
van gaf, waarbij Edo de Waart
en zijn perfect musicerende Rot
terdams Philharmonisch Orkest
een sterke instrumentale basis
leverde.
De Perzische regisseur Lotfi
Mansouri zorgde in „De Mantel"
voor stil spel in een van het
begin af geladen sfeer, en- in
„Gianni Schicchi" voor veel
schijnheilige actie rond een echt
en een vals testament. José Va-
rona die alle décors en cos-
tuums ontwierp, had in „II Ta
barro" de Parijse situatie aan
de Seine mogelijk nog iets meer
couleur locale voor de crime
passionel kunnen geven maar
het Florentijnse patriciershu
uit de late middeleeuwen leef<
hij zich uit in een speelse fant
sie van lijn en kleur.
Ook vokaal stond de opvoerir
die zondagavond op Schevenii
gen wordt herhaald, op e
stekend peil, al hadden de ei
sembles die „Gianni Schicch
beheerser, soms nog homogen*
kunnen zijn. Met de hoofdrol
deze klucht had men nogal w
moeilijheden doordat eerst de
bijna een legende geworden T
to Gobbi afzegde, daarna Fran
Petri het liet afweten en tenslo
te Renato Capecchi slechts ee
paar voostellingen kon insprii
gen. Gisteren zong Sesto Bru
cantini de titelrol met een kost
lijk gevoel voor de vocale hi
mor en met een plastische dr<
matische zeggingskracht. Naa
hem vielen vooral de lieftallij
sopraan Ruth Welling en c
eveneens Amerikaans ten<
Douglas Ahlstedt op. In „II Ti
barro" waren het ook Amerik^
nen die het overspelige liefde
paar vormden: Nacy Shade e
Harry Theyard, beiden he<
goed, en tegenover dit tweet;
onze eigen Jan Derksen in d
sterke rol van Michele. Ee
groot aantal Nederlandse solii
ten verzorgden de vooral
„Gianni Schicchi" talrijke kl<
nere rollen.
Een behoorlijk bezette zaal w(
terecht opgetogen.
J. Kasandi
Bandleider Ted Easton en bas
sist Jaques Kingma, die al ne
gen jaar deel uitmaakt van zijn
band, zullen op 20 en 21 juni in
Londen deel uitmaken van de
.International All Stars', een
voor deze gelegenheid gefor
meerd jazz-orkest dat de Ameri
kaanse pianist Ralph Sutton, be
geleidt in een programma van
composities en arrangementen
van de beroemde in 1941 overle
den Amerikaanse pianist Fats
Waller, De concerten worden op
de band opgenomen. Van de
beste nummers wordt een LP
gemaakt, die ook op de Neder
landse markt gaat verschijnen.
Carolyn Watkinson, léerlinge
van Meinard Kraak, doet op
maandag 20 juni (14.00) open
baar tentamen voor toelating tot
de Prijs van Uitnemendheid I
de zaal van het Koninklijk Coi
servatorium voor Muziek, Kori
Beestenmarkt, Den Haag. Z|p
zingt werken van Schubeijei
Haydn, Fauré, Dowland, Chaui
son, Ives en Rossini. Medewerlj,
ing verlenen pianiste Tan Cnj
ne, een vrouwenkoor o.l.v. H
chard Ham en een instrume®
taal ensemble.
Het HOT, Oranjebuitensingl
20, Den Haag, is deze zomer wjD
langer gesloten dan gebruikelijm
in verband met een verbouwinpe
De eerste voorstelling is op Js
september, begin van een weqA
met mime en poppenspel. IF
kassa gaat op 19 septemb^c
weer open. d<
P}
Z
Mgr. dr. J. Dyba bi£
P<
„Justitia et Pax" J
ü-
p«
Mgr. dr. J. Dyba, die van oktoP*
ber 1968 tot juli 1972 als nuntiaA
tuurraad is verbonden geweesÉ1
aan de pauselijke nuntiatuur iif
Den Haag, is door de paus be-te
noemd tot vice-secretaris vap-
de pauselijke commissie „Justi
tie et Pax" (Gerechtigheid eij
Vrede).
Mgr. Dyba (47) is geboortig uitl
Berlijn, maar werd in Keulen
priester gewijd, waar hij twee
jaar kapelaan was. Hij studeer-1
de aan verschillende universitei-
ten en promoveerde in Heidel-
berg tot doctor in de rechten op
een proefschrift getiteld „In-
vloed van de oorlog op de vol-M
kenrechtelijke verdragen". In
1969 promoveerde hij aan de
universiteit van Lateranen ook
tot doctor in. het canonieke
recht. Hij volgde tevens de pau
selijke diplomatenopleiding. Be
halve in Den Haag werkte hij
in Buenos Aires, Kinshasa (Zaï
re) en Kaïro.
De hervormde predikant
Leendert Brink (61) uit Vel-
sen-zuid vindt het standpunt
van de rJk. kerk, dat huwelij
ken van haar leden uitslui
tend geldig zijn na kerkelijke
inzegening, onjuist In een
proefschrift, waarop hij van
daag aan de universiteit van
Amsterdam is gepromoveerd
tot doctor in de theologie,
zegt hij dat het sluiten van
een huwelijk een zaak is voor
de overheid.
Na een burgerlijke huwelijks
sluiting kan de kerk haar
werk voor de gehuwden weer
ter hand nemen. Ds. Brink
behandelt in zijn proefschrift
„de taak van de kerk bij de
hu weli j kssluiting".
De basisfout van de r.k. kerk
is volgens promovendus dat zij
de huwelijkssluiting „princi
pieel is gaan opvatten .als een
sacrament". Het huwelijk is
echter geen sacrament, aldus
ds. Brink, die erop wijst dat
in Israël destijds het huwelijk
een gewoon aards gebeuren
was. Maar de middeleeuwse
kerk heeft er een sacrament
van gemaakt.
Ds. Brink schrijft, dat de r.k.
kerk zich reeds in de tweede
eeuw na Christus mede-ver
antwoordelijk voelde voor de
totstandkoming van christen
huwelijken. Deze mede-verant
woordelijkheid vindt ds. Brink
een goede zaak, omdat de kerk
daar krachtens haar pastorale
taak toe geroepen is. Maar om
de juridische vorm tot voor
waarde te maken voor de gel
digheid van het huwelijk, be
schouwt ds. Brink als „een
woekering en eep misgroei".
Ds. Brink is de mening toege
daan, dat de r.k. kerk zich een
recht en een macht toeeigent,
die niet stroken met haar
wzen, wezen, zij de geldigheid
van het huwelijk van haar le
den uitsluitend bindt aan de
inzegening. „Zij doet daarmee
onrecht aan de overheid, die
als Gods dienaresse met dit
recht en deze macht van Gods
wege bekleed is".
Over de rol van de priester bij
het huwelijk schrijft ds. Brink:
„Vanwege het openbare ka
rakter van de totstandkoming
van een huwelijk is zeker ie
mand van buiten de kerk no
dig, een officiële derde, die het
huwelijk moet constateren en
vastleggen", Zo'n officiële der
de kan rustig een priester zijn,-
als hij het huwelijk maar niet
in priesterlijke functie beves
tigt. Hij protesteert ertegen,
dat noodzakelijk wordt geacht
dat de priester krachtens
diens geestelijke ambt de hu
welijksverbintenis tot stand
brengt. Ds. Brink heeft aan
zijn proefschrift een voorstel
voor een nieuwe huwelijksli
turgie toegevoegd.
Korte metten
Bij gelegenheid van de ver
jaardag van de pauskroning
zal er zondag 26 juni in de
kerk van de Heilige Jacobus
in de Parkstraat te Den Haag
een plechtige eucharistievie
ring zijn. Hoofdcelebrant is
kardinaal J. Willebrands,
aartsbisschop van Utrecht. De
plechtigheid begint om kwart
over tien.
De nieuwe aartsbisschop van
Florence, Giovanni Benelli, tot
voor kort substituut in het
pauselijk staatssecretariaat zal
zondag 3 juli officieel bezit
nemen van zijn bisdom. In de
dom zal hij door zijn voorgan
ger, kardinaal Florit, bij de
geestelijkheid en de gelovigen
worden ingeleid. Op 27 juni
zal de nieuwe aartsbisschop
tot kardinaal worden ge
er eeërd.
De president van de Namibi-
sche bevrijdingsbeweging
Swapo, Sam Nujoma, zal dins
dag worden ontvangen op
„Kerk en Wereld" te Drieber
gen. Hij zal daar spreken met
vertegenwoordigers van de ac
tie Namibië, mensen uit ver
schillende kerken en de drie
medefinancieringsorganisaties
voor ontwikkelingshulp ICCO
(prot.), Cebemo (r.k.) en Novib.
Nujoma zal ook worden ont
vangen door de minsters Den
Uyl, Van der Stoel en Pronk
en gesprekken voeren met
parlementariërs en leden van
de vakbeweging.
Het Israël Comité Nederland
heeft de generale synode van
de gereformeerde kerken ge
vraagd haar aanbeveling om
de „X-Y-actie" te zteunen, on
gedaan te maken. Deze actie
is een beweging voor ontwik
keling en bevrijding van arme
en rijke landen. Zij onder
steunt projecten in ontwikke
lingslanden en voorlichting in
Nederland. Het comité is ver
ontrust over de synodale aan
beveling, omdat de „X-Y-ac
tie" een subsidie heeft gega
randeerd aan het Palestinaco-
mité voor een voorlichtingsme
dewerker.
De bisschoppenconferentie heeft op haar
maandelijkse vergadering, die deze week
in Roermond is gehouden, een lange be
spreking gewijd aan een ontwerp voor
„Nederlandse richtlijnen betreffende de
priesteropleiding".
Het gaat hier om een uitwerking voor de
Nederlandse kerkprovincie van de algeme
ne richlijnen, die in 1970 door de Romeinse
congregatie voor de katholieke opvoeding
lie.
Het decreet van het concilie zegt dat in
„elke natie of rite een eigen statuut voor
de priesteropleiding moet worden ontwor
pen, vast te stellen door de bisschoppen
conferentie, op gezette tijden te herzien en
door de Heilige Stoel goed te keuren."
De bisschoppenconferentie besprak ook
een „panorama" van de Nederlandse kerk
provincie van 1974 tot heden. Het Vaticaan
heeft alle bisschoppenconferenties ver
zocht een dergelijk overzicht in te dienen
voor de bisschoppensynode, die in oktober
in Rome zal worden gehouden.
In het bestuur van de bisschoppelijke Vas
tenactie te Zeist heeft de bisschoppencon
ferentie benoemd als haar vertegenw
ordiger: mgr dr. R. Staverman ofm te
Varik., als voorzitter mr C. Schelfhout te
Den Haag, als secretaris drs A. Kramer
te Den Bosch, als penningmeester drs J.
Albers te Bilthoven en als deskundige van
de pastorale werkterreinen in de bisdom
men pater A. Verschure cicm, missiesecre-
tari§ van het bisdom Breda.
De Belgische bisschoppen
hebben een herderlijke brief
gepubliceerd ever d? abortus.
Aan deze brief, die dit week
einde in de Belgische paro
chiekerken wordt voorgele
zen, hebben zij als titel mee
gegeven: „Verdedig de zwak-
sten".
Met bijzondere klemtoon ver
klaren de bisschoppen, dat het
verbod rechtstreeks en doelbe
wust te doden tegenover het
ongeboren kind even absoluut
bindend is als tegenover elk
ander onschuldig leven.
De bisschoppen ontkennen
daarbij niet, dat men „billijk
en menselijk moet zijn en te
vens rekening moet houden
met de aard van de individue
le gevallen waar het gaat om
mannen en vrouwen, die er
zich toe lieten bewegen het
ongeboren kind van zijn le
vensrecht te beroven".
Maar het is een andere zaak
zo schrijven zij aan het
ongeboren .kind de bescher
ming van de wetten te onttrek
ken. Indien de maatschappij
dat doet, verzaakt zij aan haar
opdracht om zonder discrimi
natie datgene te waarborgen
wat volstrekt vereist is om het
leven in gemeenschap moge
lijk te maken.
De brief van de bisschoppen
komt op een ogenblik, dat een
beslissing van de Belgische re
gering inzake de abortus
wordt voorbereid. Op initiatief
van het parlement heeft
gemengde commissie een
wetsvoorstel voorbereid, dat li
beralisatie van de abortus
voorziet. Deze liberalisatie
gaat echter niet verder dan
een „nee, tenzij". Een tweede
wetsvoorstel van de socialisti
sche senator Van Callewaert
wil verdere liberalisatie. De
kwestie van de abortus wordt
als een der moeilijkste kwest
ies van de regering Tindemans
beschouwd.