Politieke adviseurs in discussie Uitstekende presentatie operaatjes van Puccini KATHOLIEKE OPVATTING OVER HUWELIJKSSLUITING ONJUIST Vertrouwelingen ongrijpbaar voor het parlement kunst en kunstenaars Ds. Brink in proefschrift: Richtlijnen priesteropleiding besproken door bisschoppen BISSCHOPPEN BELGIË OVER ABORTUS BINNENLAND LEIDSE COURANT VRIJDAG 17 JUNI 1977 PAGINA onze parlementaire redactie) DEN HAAG Moet een mi nister een politieke „vertrou- weling" in zijn nabijheid heb ben? een man (of vrouw) met wie de minister ai zijn sores kan bespreken, iemand die de politieke verhoudingen aftast, luistervink speelt en de minis ter influistert hoe buiten bet departement de politieke wind waait? De vraag is weer actueel ge worden, nu in CDA-kring het standpunt wordt ingenomen dat bij de kabinetsformatie over de positie van de politie ke adviseur, -secretaris, -com missaris of hoe zo'n persoon ook mag heten moet wor den gepraat Het dagelijks be stuur van de KVP heeft zelfs negen uitgangspunten voor de aanstelling van een politieke adviseur op papier gezet. Maar ook op dit punt is het CDA nog niet helemaal eensgezind de ARP heeft het niet „op dit soort figuren" begrepen. Begrijpelijk dat men met „dit soort figuren" nog geen raad weet Want politieke adviseurs zijn in ons land nog steeds vreemde eenden in de ambte lijke bijt. Zes nemen een uit zonderlijke positie in, zijn bin nen de ambtelijke hiërarchie van een ministerie moeilijk te plaatsen, zijn ongrijpbaar. Dergelijke figuren kunnen dan ook veel minder onderhevig zijn aan de parlementaire con trole. Ze zijn in feite wat spookachtig. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. Vanouds gaat Nederland er prat op een in het algemeen onkreukbaar en zeer loyaal ambtenarenkorps te hebben. Een onpolitiek korps. Minis ters mogen komen en gaan, de ambtenaren blijven zitten. Wat de politieke kleur van de ko mende en gaande ministers ook mag zijn; van de ambte naar wordt verwacht dat hij vlijtig, ijverig en loyaal zijn werk doet met alle inzet van zijn krachten. Kleur speelt mee Een topambtenaar mag dan onkreukbaar zijn, hij heeft na tuurlijk macht Topambtena ren leveren een werkzaam aandeel in de voorbereiding van het beleid, oefenen in vloed uit op de besluitvorming en zijn ten nauwste betrokken bij de uitvoering van dat be leid. De invloed van topambte naren op de besluitvorming is echter een ijsberg, waarvan het grootste deel onder water verkeert. Een minister moet zich zo met het beleid bezighouden, dat hij het goed functioneren van het ambtelijk apparaat geheel moet overlaten aan de daar voor verantwoordelijke secre taris-generaal, de hoogste ambtenaar van een ministerie. Het komt wel voor dat sommi ge ambtenaren aan de top van een ministerie moeite hebben met een komende minister van een andere politieke kleur. De communicatie vlot dan niet erg. De ambtenaren zijn cor rect, maar wat gereserveerd. In zo'n situatie heeft de be trokken minister het ook niet gemakkelijk, want hij is nu eenmaal geheel op de mede- Van Agt: Alles zelf doen werking van de ambtenaren aangewezen. Natuurlijk ko men wel benoemingen van to pambtenaren tot stand, waar bij de politieke kleur van de betrokkene meespeelt. Wan neer een ministerie in het ver leden lange tijd een minister van KVP-huize had gehad, was dat te merken aan de bezetting van de belangrijke posten op het ministerie. Toen Suurhoff minister van Sociale Zaken was en 's maandags op het ministerie de stafvergade ring werd gehouden, was het grapje: „lüjk, daar zit de Wiardi Beekman-stichting", wat de naam is van het weten schappelijk bureau van de Pv dA. Later werd de KVP-er Veldkamp minister van Socia le Zaken en die heeft het top kader weer wat anders bijge kleurd. Het ligt wel voor de hand dat wanneer een zware vacature op een ministerie moet worden vervuld, een mi nister in de kring van zijn politieke of andere vrienden rondkijkt, waarbij zeker niet de kwaliteit en de geschiktheid van de betrokken man behoe ven te worden veronacht zaamd. De ambtelijke aanstellingen in ons land wijken duidelijk af van die in landen met een twee partijenstelsel. Wanneer in de V.S. bij presidentsverkie zingen aflossing van de wacht plaatsheeft, dan verdwijnen met de scheidende president vele topambtenaren. De nieu we president benoemt een groot aantal ambtenaren van zijn eigen politieke kleur. Daarom doen tijdens de ver kiezingscampagne vele figuren verwoed hun best, in de hoop te zijner tijd in de gratie voor een baantje te komen. „Eter" De eerste premier na de Twee de Wereldoorlog, Schermer- horn, vond dat een volkomen onpolitieke ambtelijke staf wat manco's had. Hij wilde liever een politieke staf, die met de scheidende minister verdwijnt, zoals dat bij voor beeld in de V.S. en Engeland het geval is. Ook hechtte Schermerhorn veel belang aan een goede informatie ten be hoeve van de regering. Daar toe kwam er bij de Rijksvoor lichtingsdienst het voorlich tingsapparaat van de regering een afdeling „oog en oor". Bij deze dienst werkten „ver spieders" die oog en oor open moesten houden om de pre mier te informeren wat er in het politieke en maatschappe lijke leven gaande was. De premier zelf hield vanuit de regering de mensen op de hoogte met radiopraatjes „Van de brug" (van het schip van staat). De politieke weerstan den tegen de „verspieders" van de regering bleken echter te groot. Affaire-Korsten In de jaren zestig werd het wereldje aan het Binnenhof opgeschrikt doordat de, inmid dels overleden, public-rela- tions-adviseur Ben Korsten al lerlei confidenties aan een weekbladjournalist had ver teld. Korsten deelde volkomen on-officieel en dus parle- Ook in ons buurland België is het ambtenarenbestand veel meer verpolitiekt. Wanneer een nieuwe minister komt, tre den mèt hem nieuwe ambtena ren aan, zijn „vriendjes" wel te verstaan. Ze verdwijnen te zijner tijd ook, als de minister het veld moet ruimen. Sommi ge ministers scheppen aardige banen voor een „vriendje". Zo kon men bij enkele plesan- te etentjes in België steeds de zelfde vertegenwoordiger van een minister ontmoeten. Dat was een topambtenaar met een welhaast leeg bureau op het ministerie, aangesteld als .etend plaatsvervanger van de minister. Meer dan behoorlijk kunnen eten en wat drinken hoefde de man niet te kunnen Paul Beugels, advieeur CRM mentair oncontroleerbaar tegen een mooie vergoeding adviezen uit aan diverse be windslieden, voornamelijk van de KVP, o.a. aan Veldkamp. De wat tragische Korsten po seerde als de man die het aan de top wel even zou regelen, sprak van „Pietje" (oud-pre mier De Jong) en van „Mam- malou", waarmee de toenmali ge minister Marga Klompé werd bedoeld. Aan Korsten was te veel vertrouwen ge schonken. En dat vertrouwen was geschonden. De affaire maakte het gewenst dat voor het aantrekken van adviseurs duidelijker regels werden ge maakt. Dat is nooit een gemakkelijke opgave gebleken. Want het ambtenarenkorps staat wat huiverig tegenover het ver schijnsel van de politieke advi seurs, omdat ze eigenlijk niet passen in het ambtelijk appa raat. Daarbij komt dat sommi gen de noodzaak van dergelij ke figuren niet inzien. Want, zegt men, ten eerste beschikt de minister over een uitge breid ambtelijk apparaat met deskundige krachten. Een ap paraat waarvan toewijding wordt verwacht En daarbij zijn er vele officiële en semi- officiële advies-instanties werkzaam. Bedenkt men voorts dat een minister altijd nog vertrouwelingen in zijn partij, bij voorbeeld de fractie voorzitter in de Tweede Ka mer en zijn partijbestuur raadpleegt, waarom moet er dan nog zo nodig een „politiek adviseur" worden aangesteld? In het parlement is de kwestie meermalen aan de orde ge weest. In het najaar van 1973 sneed oud-premier De Jong als fractievoorzitter van de KVP in de Eerste Kamer het onderwerp aan. In oktober 1975 werd de kwestie weer in het parlement aan de orde ge steld. Den Uyl zei toen dat het kabinet over de aanstelling van politieke functionarissen van gelijke politieke kleur als de minister nog geen beslissin gen had genomen. De premier wilde wel bezien of iets kon worden geregeld „dat aan vaardbaar is voor het kabinet en de Kamer". Lukt dat, dan hoort de Kamer het echt bin nen enkele maanden. Zo niet, dan hoort de Kamer het ook. Ik zeg namelijk niet dat we eruit zullen komen". De „enke le maanden" van Den Uyl zijn intussen allang verstreken, maar de Kamerleden hebben niets te horen gekregen Biesheuvel begon Toen Biesheuvel premier werd, trok hij een persoonlijk adviseur aan. Zijn vertrouwe ling werd de oud-parlementair redacteur Robbert Ammer- laan, die onderhands KVP-po- litici van advies had gediend en een propagandaboekje over de toenmalige KVP-lijsttrek- ker Veringa had geschreven. Later had Ammerlaan veel succes met zijn boek: Het ver schijnsel Schmelzer, ontstaan op basis van gesprekken met de oud-fractievoorzitter en oud-minister van Buitenlandse Zaken. Ammerlaan moest Biesheuvel op de hoogte hou den van wat er in het politieke wereldje zoal werd besproken. Een „verspieder" dus, of „min der vriendelijk": „spion" met als indeling in de ambte lijke hiërarchie een goedbe taalde functie bij de rijksvoor lichtingsdienst. Toen Biesheu vel van het politieke podium verdween, had Ammerlaan niks meer te doen en ver dween dan even later ook. Bedenkingen Toen Den Uyl het fractievoor zitterschap had verwisseld voor het premierschap, trok hij Henk Berreboom aan. Een vertrouweling, want Beere- boom was eerste medewerker van fractievoorzitter Den Uyl. Aanvankelijk was het de be doeling geweest om Beere- boom een functie te geven op het ministerie van Algemene Zaken, maar daar had de ambtelijke top bedenkingen tegen. Beereboom werd refe rendaris voor de „interne in formatie" bij de Rijksvoorlich tingsdienst. Later kreeg hij Robbert Ammerlaan versterking in de persoon van Willem Breedveld, sociaal-eco nomisch redacteur van Dag blad Trouw. Beereboom steekt zijn voelsprieten uit naar alle hobbels en kuilen op het poli tieke terrein, Breedveld speurt het sociaal-economische leven af om daarover „Ome Joop" verslag uit te brengen. Toen oud-premier De Jong in het najaar van '73 in de Eerste Kamer sprak over „de taak van de politieke secretaris van de minister-president" doelde hij op de aanstelling van Beer eboom. De Jong wilde weten wat „de taak van deze secreta ris is en hoe hij in de organisa tie past". Premier Den Uyl deed of zijn neus bloedde. „Het is heel simpel. Er is geen politiek secretaris. Ik werk met dezelfde staf die de heer De Jong uit hoofde van een andere functie kent." Daarna vroeg de oud-premier of er dan een vacature bij de rijks voorlichtingsdienst was ge weest, voor de vervulling waarvan de normale procedu re medische keuring, test rijks psychologische dienst enz. was gevolgd zodat ui teindelijk de meest aangewe zen kandidaat te voorschijn was gekomen. Actieve „verkenner" Antwoord Den Uyl: „De heer De Jong heeft in perfectie de gang van zaken geformuleerd. Zeer bedankt". Heel handig, maar de aanstelling van Beer eboom was natuurlijk een puur-politieke benoeming. Maar het is best in te denken dat Den Uyl, die de kwaliteit van Beereboom kende, deze man als vertrouweling naast zich wil hebben en allerlei za ken wil doorpraten. Beere boom is een actieve „verken ner" en een trouwe metgezel, want op vele foto's van Den Uyl ziet men hem direct achter de minister-president staan. De behoefte van een minister aan zo'n vertrouweling is wel te begrijpen. Vice-premier Van Agt, die te veel de neiging heeft zich in zijn juridische studeerkamer terug te trek ken, zou ook graag zo'n advi seur in zijn nabijheid hebben. Van Agt zou dan minder af hankelijk zijn van het ambte lijk apparaat voor zijn infor matie. De „verspieder" zou de kluizenaarachtige minister van Justitie kunnen informeren over wat er buiten het juridi sche wereldje in de politiek te koop is en zou de minister ook tijdig kunnen waarschuwen, als er voetangels en klemmen op diens pad zullen liggen. Van Agt niet Van Agt mist echter nog steeds zijn „politiek adviseur". De ministeries van Defensie, CRM en Volkshuisvesting heb ben wel dergelijke figuren. Gruyters (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) pro beerde eerst de eerder ge noemde Robbert Ammerlaan te krijgen. Later plaatste het ministerie een advertentie waarin een „journalistieke me dewerker" werd gevraagd." De medewerker werd een poli tieke vriend van de minister. Minister Van Doorn en staats secretaris Meyer (CRM) win nen adviezen in van o.a. de socioloog en nu hoogleraar Bram Peper (PvdA) en de ex- KVP-radicaal Paul Beugels. Op contractbasis stellen zij een gedeelte van hun tijd voor de advisering beschikbaar. Toen Vredeling (PvdA) minis ter van Defensie werd, liet hij de toenmalige defensievoor lichter Sjouk de Jong gauw verdwijnen. Vredeling trok Ab Sligting aan, oud-redacteur van het Parool en voorlichting van de PvdA-fractie. Sligting werd directeur voorlichting van het ministerie. Een norma le ambtelijke functie dus, waarin Sligting echter wel vanwege zijn politieke kleur werd benoemd. Bij andere ministeries is de aanwezigheid van politieke ad viseurs niet merkbaar, tenmin ste niet als Zodanig aangestel de. Bij het ministerie van On derwijs is er nog wel een merkwaardige figuur. Minister Van Kemenade roept nu en dan de hulp in van Jos Ahlers, hoofdredacteur van het tijd schrift School. Ahlers schrijft teksten voor de minister en heeft de twee contourennota's bewerkt tot de zeer leesbare boekjes: „Meer mensen mon dig maken. Spoken Het is te verwachten dat in de toekomst meer ministers tot aanstelling van een „politiek" adviseur, secretaris, commis saris of hoe-zo'n-man-mag-he- ten zal overgaan. Dat „com missaris" riekt overigens wel erg naar Oosteuropese toe standen, „politiek medewer ker" zou zonder meer duide lijk zijn. Voorlopig zal het ambtenarenkorps wel wat arg wanend naar zulke politieke medewerkers blijven kijken en hen als vreemde eend blijven beschouwen. Voor een minis ter kan zo'n politieke mede werker waardevol werk doen. De positie van dergelijke me dewerkers zal echter duidelijk moeten worden geregeld, zo dat het parlement weet waar het in deze aan toe is en zo nodig de politiek verantwoor delijke bewindsman ter ver antwoording kan roepen. Nu is de aanstelling van politieke adviseurs nog een wat spook achtige aangelegenheid, waar door politici soms spoken zien waar ze niet hoeven te zijn. Het is altijd Puccini's bedoe ling geweest dat de drfé ee- n—acters die hij onder de ver zamelnaam „II Trittico" (Het drieluik) aandiende, samen zou den worden opgevoerd: eerst het melodrama „II Tabarro" (De Mantel), dan het wat senti mentele maar ook innige „Suor Angelica" (Zuster Angelica, met alleen vrouwenstemmen) en tenslotte „Gianni Schicchi", een levendige klucht uit het Florence van 1300. Na de pre mière in 1918 in New York is het zo goed bij elkaar passende drietal echter maar zelden bij j elkaar gebleven. Voor ons land j moeten we tot 1958 teruggaan voor een complete opvoering van het drieluik. Het meest populair werd het humoristische „Gianni Schic chi" dat vaak met êên—acters van andere componisten wordt gecombineerd. Heel dikwijls ook brengt men dit werk alleen samen met „II Tabarro", omdat met „Suor Angelica" erbij de avond te lang en de produktie te duur zou worden. Voor de laatstgenoemde combinatie koos ook de Nederlandse Opera die er gisteren in het Circustheater voor respectabele opvoeringen van gaf, waarbij Edo de Waart en zijn perfect musicerende Rot terdams Philharmonisch Orkest een sterke instrumentale basis leverde. De Perzische regisseur Lotfi Mansouri zorgde in „De Mantel" voor stil spel in een van het begin af geladen sfeer, en- in „Gianni Schicchi" voor veel schijnheilige actie rond een echt en een vals testament. José Va- rona die alle décors en cos- tuums ontwierp, had in „II Ta barro" de Parijse situatie aan de Seine mogelijk nog iets meer couleur locale voor de crime passionel kunnen geven maar het Florentijnse patriciershu uit de late middeleeuwen leef< hij zich uit in een speelse fant sie van lijn en kleur. Ook vokaal stond de opvoerir die zondagavond op Schevenii gen wordt herhaald, op e stekend peil, al hadden de ei sembles die „Gianni Schicch beheerser, soms nog homogen* kunnen zijn. Met de hoofdrol deze klucht had men nogal w moeilijheden doordat eerst de bijna een legende geworden T to Gobbi afzegde, daarna Fran Petri het liet afweten en tenslo te Renato Capecchi slechts ee paar voostellingen kon insprii gen. Gisteren zong Sesto Bru cantini de titelrol met een kost lijk gevoel voor de vocale hi mor en met een plastische dr< matische zeggingskracht. Naa hem vielen vooral de lieftallij sopraan Ruth Welling en c eveneens Amerikaans ten< Douglas Ahlstedt op. In „II Ti barro" waren het ook Amerik^ nen die het overspelige liefde paar vormden: Nacy Shade e Harry Theyard, beiden he< goed, en tegenover dit tweet; onze eigen Jan Derksen in d sterke rol van Michele. Ee groot aantal Nederlandse solii ten verzorgden de vooral „Gianni Schicchi" talrijke kl< nere rollen. Een behoorlijk bezette zaal w( terecht opgetogen. J. Kasandi Bandleider Ted Easton en bas sist Jaques Kingma, die al ne gen jaar deel uitmaakt van zijn band, zullen op 20 en 21 juni in Londen deel uitmaken van de .International All Stars', een voor deze gelegenheid gefor meerd jazz-orkest dat de Ameri kaanse pianist Ralph Sutton, be geleidt in een programma van composities en arrangementen van de beroemde in 1941 overle den Amerikaanse pianist Fats Waller, De concerten worden op de band opgenomen. Van de beste nummers wordt een LP gemaakt, die ook op de Neder landse markt gaat verschijnen. Carolyn Watkinson, léerlinge van Meinard Kraak, doet op maandag 20 juni (14.00) open baar tentamen voor toelating tot de Prijs van Uitnemendheid I de zaal van het Koninklijk Coi servatorium voor Muziek, Kori Beestenmarkt, Den Haag. Z|p zingt werken van Schubeijei Haydn, Fauré, Dowland, Chaui son, Ives en Rossini. Medewerlj, ing verlenen pianiste Tan Cnj ne, een vrouwenkoor o.l.v. H chard Ham en een instrume® taal ensemble. Het HOT, Oranjebuitensingl 20, Den Haag, is deze zomer wjD langer gesloten dan gebruikelijm in verband met een verbouwinpe De eerste voorstelling is op Js september, begin van een weqA met mime en poppenspel. IF kassa gaat op 19 septemb^c weer open. d< P} Z Mgr. dr. J. Dyba bi£ P< „Justitia et Pax" J ü- p« Mgr. dr. J. Dyba, die van oktoP* ber 1968 tot juli 1972 als nuntiaA tuurraad is verbonden geweesÉ1 aan de pauselijke nuntiatuur iif Den Haag, is door de paus be-te noemd tot vice-secretaris vap- de pauselijke commissie „Justi tie et Pax" (Gerechtigheid eij Vrede). Mgr. Dyba (47) is geboortig uitl Berlijn, maar werd in Keulen priester gewijd, waar hij twee jaar kapelaan was. Hij studeer-1 de aan verschillende universitei- ten en promoveerde in Heidel- berg tot doctor in de rechten op een proefschrift getiteld „In- vloed van de oorlog op de vol-M kenrechtelijke verdragen". In 1969 promoveerde hij aan de universiteit van Lateranen ook tot doctor in. het canonieke recht. Hij volgde tevens de pau selijke diplomatenopleiding. Be halve in Den Haag werkte hij in Buenos Aires, Kinshasa (Zaï re) en Kaïro. De hervormde predikant Leendert Brink (61) uit Vel- sen-zuid vindt het standpunt van de rJk. kerk, dat huwelij ken van haar leden uitslui tend geldig zijn na kerkelijke inzegening, onjuist In een proefschrift, waarop hij van daag aan de universiteit van Amsterdam is gepromoveerd tot doctor in de theologie, zegt hij dat het sluiten van een huwelijk een zaak is voor de overheid. Na een burgerlijke huwelijks sluiting kan de kerk haar werk voor de gehuwden weer ter hand nemen. Ds. Brink behandelt in zijn proefschrift „de taak van de kerk bij de hu weli j kssluiting". De basisfout van de r.k. kerk is volgens promovendus dat zij de huwelijkssluiting „princi pieel is gaan opvatten .als een sacrament". Het huwelijk is echter geen sacrament, aldus ds. Brink, die erop wijst dat in Israël destijds het huwelijk een gewoon aards gebeuren was. Maar de middeleeuwse kerk heeft er een sacrament van gemaakt. Ds. Brink schrijft, dat de r.k. kerk zich reeds in de tweede eeuw na Christus mede-ver antwoordelijk voelde voor de totstandkoming van christen huwelijken. Deze mede-verant woordelijkheid vindt ds. Brink een goede zaak, omdat de kerk daar krachtens haar pastorale taak toe geroepen is. Maar om de juridische vorm tot voor waarde te maken voor de gel digheid van het huwelijk, be schouwt ds. Brink als „een woekering en eep misgroei". Ds. Brink is de mening toege daan, dat de r.k. kerk zich een recht en een macht toeeigent, die niet stroken met haar wzen, wezen, zij de geldigheid van het huwelijk van haar le den uitsluitend bindt aan de inzegening. „Zij doet daarmee onrecht aan de overheid, die als Gods dienaresse met dit recht en deze macht van Gods wege bekleed is". Over de rol van de priester bij het huwelijk schrijft ds. Brink: „Vanwege het openbare ka rakter van de totstandkoming van een huwelijk is zeker ie mand van buiten de kerk no dig, een officiële derde, die het huwelijk moet constateren en vastleggen", Zo'n officiële der de kan rustig een priester zijn,- als hij het huwelijk maar niet in priesterlijke functie beves tigt. Hij protesteert ertegen, dat noodzakelijk wordt geacht dat de priester krachtens diens geestelijke ambt de hu welijksverbintenis tot stand brengt. Ds. Brink heeft aan zijn proefschrift een voorstel voor een nieuwe huwelijksli turgie toegevoegd. Korte metten Bij gelegenheid van de ver jaardag van de pauskroning zal er zondag 26 juni in de kerk van de Heilige Jacobus in de Parkstraat te Den Haag een plechtige eucharistievie ring zijn. Hoofdcelebrant is kardinaal J. Willebrands, aartsbisschop van Utrecht. De plechtigheid begint om kwart over tien. De nieuwe aartsbisschop van Florence, Giovanni Benelli, tot voor kort substituut in het pauselijk staatssecretariaat zal zondag 3 juli officieel bezit nemen van zijn bisdom. In de dom zal hij door zijn voorgan ger, kardinaal Florit, bij de geestelijkheid en de gelovigen worden ingeleid. Op 27 juni zal de nieuwe aartsbisschop tot kardinaal worden ge er eeërd. De president van de Namibi- sche bevrijdingsbeweging Swapo, Sam Nujoma, zal dins dag worden ontvangen op „Kerk en Wereld" te Drieber gen. Hij zal daar spreken met vertegenwoordigers van de ac tie Namibië, mensen uit ver schillende kerken en de drie medefinancieringsorganisaties voor ontwikkelingshulp ICCO (prot.), Cebemo (r.k.) en Novib. Nujoma zal ook worden ont vangen door de minsters Den Uyl, Van der Stoel en Pronk en gesprekken voeren met parlementariërs en leden van de vakbeweging. Het Israël Comité Nederland heeft de generale synode van de gereformeerde kerken ge vraagd haar aanbeveling om de „X-Y-actie" te zteunen, on gedaan te maken. Deze actie is een beweging voor ontwik keling en bevrijding van arme en rijke landen. Zij onder steunt projecten in ontwikke lingslanden en voorlichting in Nederland. Het comité is ver ontrust over de synodale aan beveling, omdat de „X-Y-ac tie" een subsidie heeft gega randeerd aan het Palestinaco- mité voor een voorlichtingsme dewerker. De bisschoppenconferentie heeft op haar maandelijkse vergadering, die deze week in Roermond is gehouden, een lange be spreking gewijd aan een ontwerp voor „Nederlandse richtlijnen betreffende de priesteropleiding". Het gaat hier om een uitwerking voor de Nederlandse kerkprovincie van de algeme ne richlijnen, die in 1970 door de Romeinse congregatie voor de katholieke opvoeding lie. Het decreet van het concilie zegt dat in „elke natie of rite een eigen statuut voor de priesteropleiding moet worden ontwor pen, vast te stellen door de bisschoppen conferentie, op gezette tijden te herzien en door de Heilige Stoel goed te keuren." De bisschoppenconferentie besprak ook een „panorama" van de Nederlandse kerk provincie van 1974 tot heden. Het Vaticaan heeft alle bisschoppenconferenties ver zocht een dergelijk overzicht in te dienen voor de bisschoppensynode, die in oktober in Rome zal worden gehouden. In het bestuur van de bisschoppelijke Vas tenactie te Zeist heeft de bisschoppencon ferentie benoemd als haar vertegenw ordiger: mgr dr. R. Staverman ofm te Varik., als voorzitter mr C. Schelfhout te Den Haag, als secretaris drs A. Kramer te Den Bosch, als penningmeester drs J. Albers te Bilthoven en als deskundige van de pastorale werkterreinen in de bisdom men pater A. Verschure cicm, missiesecre- tari§ van het bisdom Breda. De Belgische bisschoppen hebben een herderlijke brief gepubliceerd ever d? abortus. Aan deze brief, die dit week einde in de Belgische paro chiekerken wordt voorgele zen, hebben zij als titel mee gegeven: „Verdedig de zwak- sten". Met bijzondere klemtoon ver klaren de bisschoppen, dat het verbod rechtstreeks en doelbe wust te doden tegenover het ongeboren kind even absoluut bindend is als tegenover elk ander onschuldig leven. De bisschoppen ontkennen daarbij niet, dat men „billijk en menselijk moet zijn en te vens rekening moet houden met de aard van de individue le gevallen waar het gaat om mannen en vrouwen, die er zich toe lieten bewegen het ongeboren kind van zijn le vensrecht te beroven". Maar het is een andere zaak zo schrijven zij aan het ongeboren .kind de bescher ming van de wetten te onttrek ken. Indien de maatschappij dat doet, verzaakt zij aan haar opdracht om zonder discrimi natie datgene te waarborgen wat volstrekt vereist is om het leven in gemeenschap moge lijk te maken. De brief van de bisschoppen komt op een ogenblik, dat een beslissing van de Belgische re gering inzake de abortus wordt voorbereid. Op initiatief van het parlement heeft gemengde commissie een wetsvoorstel voorbereid, dat li beralisatie van de abortus voorziet. Deze liberalisatie gaat echter niet verder dan een „nee, tenzij". Een tweede wetsvoorstel van de socialisti sche senator Van Callewaert wil verdere liberalisatie. De kwestie van de abortus wordt als een der moeilijkste kwest ies van de regering Tindemans beschouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 10