Ouders Monique
Bolleboom willen
eerst opheldering
„HET WAS GEEN
MISHANDELING'
Mens keek eeuwenlang
met ontzag en
verwondering naar sterren
Feike Asma, omstreden figuur, wist
luisteraars halve eeuw te boeien
BOEK VAN DE MAAND
PAGINA 8
1-EIDSE COURANT
VRIJDAG 27 MEI
iBU
DEN HAAG Voor Monique
Bolleboom is de hele affaire
met het KNGV (Koninklijk Ne
derlands Gymnastiek Verbond)
een nare geschiedenis. Het liefst
zon zij weer willen beginnen
met de nationale training, om
zodoende in topvorm te zijn
voor de komende landenwed-
strijd.
Het KNGV, haar ouders en haar
vereniging Pro Patria willen
echter eerst opheldering, onder
andere over het turninternaat,
de gemaakte afspraken en de
training van de nationale selec
tie. Op 15 juni gaan zij rond de
tafel zitten, maar reeds nu heb
ben Monique's ouders hun twij
fels over de afloop.
„Dat komt, omdat het KNGV de rollen
heeft omgedraaid", vertelt vader Cor
Bolleboom. „Pro Patria wilde samen met
.ons een gesprek met het hoofdbestuur
en het werkcomité keurturnen dames.
Nu heeft het KNGV het initiatief overge
nomen en gaat tijdens het gesprek de
voorzittershamer hanteren. Ik zie nu al
aankomen, dat wij daar als eenvoudige
mensen onder de tafel worden gepraat".
Gespierde taal van de kant van de ou
ders van deze 13-jarige turnster. Niet ten
onrechte, want de ervaringen met de
gymnastiekbond zijn niet altijd even
prettig geweest. Als stille getuigen wor
den twee telegrammen op tafel gelegd.
De opschriften: „Wanneer Monique on
danks het verbod toch aan de wedstrijd
tegen Wattenscheid deelneemt zullen
sancties volgen" en „Het bondsbestuur
KNGV besluit Monique Bolleboom uit te
sluiten van deelname te Praag" spreken
voor zich. Nadat Monique Bolleboom
een volle week had deelgenomen aan
een trainigsstage voor de Europese kam
pioenschappen te Praag, en rekende op
een plaats in de selectie, werd de stage
uitgebreid met twee dagen. Op zaterdag
kwam Monique echter voor haar vereni
ging Pro Patria uit, en moest een dag
verstek laten gaan op de nationale trai
ning. Mevrouw Bolleboom: „Deze wed
strijd was al maanden van te voren
aangevraagd en het KNGV wist, dat
Monique en mijn jongste dochter Ingrid
zouden meedoen. Vrijdags kreeg Moni
que te horen, dat zij ook zaterdags en
zondag zou moeten trainen, maar zij had
een afspraak met haar vereniging. Dat
is nu typisch het KNGV. Zij maken
afspraken met een meisje van 13 jaar,
en niet met de ouders of haar vereni
ging. Op zaterdag heeft zij gewoon mee
gedaan met haar vereniging en zondags
hebben we haar teruggebracht naar Pa
pendal, waar ze toen nog één uurtje
heeft getraind. Toen heeft Ledoux, de
voorzitter van het werkcommité dames-
turnen nog gezegd dat ze er zeker bij
zou zijn, maar toen we terug kwamen
hoorden we via de telefoon van meneer
Wolf, dat ze uitgesloten was. Wij hebben
toen gelijk gezegd, dat ze niet meer naar
het internaat terug zou keren en ook Pro
Patria heeft alle turnsters teruggehaald.
Het is toch te gek, dat ze een week traint
voor de Europese kampioenschappen en
daardoor achter raakt op school en dan,
omdat ze voor haar vereniging uitkomt
wordt uitgesloten. Op deze manier heeft
ze helemaal niets meer voor zichzelf,
„aldus de moeder van Monique.
Geen begeleiding
Ook op de training hebben de ouders
veel kritiek. Vooral na het vertrek van
Eva Bartha is er veel veranderd. „Er
wordt niet zo hard meer getraind",
meent Monique zelf, terwijl haar moe
der vertelt: „Er is op het ogenblik in
het geheel geen begeleiding. Na het
vertrek van Eva Bartha hebben de da
mes Wickel en Van Sommeren de zaak
draaiende gehouden en is er een nieuwe
trainer, de Rus Asarjan aangetrokken.
Deze doet echter erg weinig en de turn
sters leren niets".
„Vandaar ook, dat Pro Patria alle turn
sters heeft terugetrokken, omdat zij op
Papendal niets leerden. De vereniging
heeft niets tegen Papendal, mits de trai
ning goed is. Dat is op het ogenblik
echter niet het geval. Wij hebben nu
besloten om Monique eerst een jaar
thuis te houden, om te zien of er iets
op Papendal verandert Het liefst zouden
we zien, dat zij in de vakanties en de
weekeinden naar Papendal gaat en door
de week bij haar vereniging traint, om
dat daar de training net zo goed, zo niet
beter is. De andere meisjes die Papendal
bezoeken, hebben echter niet zo'n keus
want ze hebben geen goede club achter
zich staan en leggen zich bij deze situatie
neer. In feite heeft niemand een keus,
want je ziet, dat wanneer je je niet
schikt naar de grillen van het bondsbe
stuur je wordt uitgesloten van de inter
nationale ontmoetingen. Het KNGV
praat dan over afspraken, maar met ons
zijn nooit afspraken gemaakt. Er schijnt
bijvoorbeeld een lijst met huisregels te
zijn, maar die heeft zowel Monique als
wij nog nooit gezien. Daar willen we nu
wel eens opheldering over hebben, want
zo als het nu gaat is het een grote
chaos", aldus mevrouw Bolleboom.
BAS GROOT WESSELDIJK
Pikeur Van Dalen geschorst
PLAN TWEE
HOOFD
KLASSEN
POSITIEF
ONTVANGEN
WASSENAAR Wim van Dalen, de 27-jarige pikeur en
trainer van zes dravers op de Wassenaarse renbaan Duin-
digt, is door de strafcommissie van de Stichting Neder
landse Draf en Rensport geschorst voor de tijd van drie
maanden, waarvan twee voorwaardelijk. Hij is tegen deze
straf in beroep gegaan.
Wim van Dalen: „Het is gewoon
te gek. Ze stellen dat ik een
paard mishandeld heb. Daar is
echter niets van waar. Ik heb de
paarden niet voor mijn plezier,
maar om mijn brood te verdie
nen. Enkele weken gelden
kwam ik met Norway du Bois
uit de koers. Als een kind zijn
best niet doet op school Qf onge
hoorzaam is dan volgt er mees
tal straf of een oorvijg. Ik was
die middag erg kwaad op Nor
way, die mij in de koers voor
de gek had gehouden. Geslagen
heb ik het paard echter niet. Ik
trok hem wat met het bit in de
mond en toen ging hij even op
zijn knieën, maar er was echt
niets aan de hand. „Terwijl Wim
van Dalen de box open doet van
Norway du Bois en het paard
over zijn hoofd strijkt gaat de
Hagenaar verder:„Ik voer de
paarden erg goed. Dat staat bij
mij, hoe goed of slecht het ook
gaat altijd voorop. Nu is er een
eigenaar, van wie ik vroeger een
paard op stal had naar het drij-
verijcomite gelopen en daar
ging hij vertellen dat ik het
paard Norway du Bois had mis
handeld. Dat was de heer
Kooman. Op die man zijn ze af
gegaan, het is bijna niet te gelo
ven. Hij heeft bij de NDR ver
teld, dat ik het paard gestompt
en geslagen heb. Op een afstand
van 200 meter stond hij te kij
ken".
Wim van Dalen staat op de Was
senaarse renbaan Duindigt be
kend als een man die met moei
lijke en meestal niet zulke beste
paarden zijn brood moet verdie
nen en daar door geduld en
vakmanschap meestal nog in
slaagt ook.
„Ik hoop op de commissie van
beroep. John Smith en Hugo
Langeweg zijn straks getuigen.
Die jongens hebben in mijn
buurt gestaan toen ik met Nor
way du Bois in de weer was.
Vraag het aan ze en ze zullen
het bevestigen".
Gedachte
De Wassenaarse trainer-pikeur
is de gedachte toegedaan dat ze
hem bij de NDR niet erg mo
gen. Dat komt hoofdzakelijk
omdat Van Dalen nogal di
kwijls zijn mond open wil doen
tegenover de heren.
„Het is jaren geleden, bij de
opleidingscursus van trainers,
toen ik na een grapje door de
heer Go Govers van de NDR de
klas werd uitgezonden. Alleen
omdat ik Van Dalen was en nu
niet bekend stond als een „lie
verdje". De heer Go Govers ver
telde dat er door de totalisator
twintig procent werd ingehou
den en vertelde hoe de verdeling
was van die procenten. Er bleef
tenslotte volgens Govers zes
procent over en toen vroeg de
man aan mij: Wim wat moet er
nu met die zes procent gebeu
ren. Ik stelde, gooi dat maar in
mijn voortuin neer. Iedereen be
gon te lachen en ik werd er uit
gestuurd, als een klein kind".
Wim van Dalen is al een keer
eerder geschorst voor drie
maanden, omdat hij met het
paard Buurman B zijn kansen
in de koers niet goed verdedigd
(Van onze sportredactie)
DEN HAAG De vergadering
van de Haagse Voetbal Bond
over het instellen van twee
hoofdklassen het volgende sei
zoen is positief te verlopen,
zou hebben. Insiders zeggen dan Woordvoerder Hans Rijkhoek:
„getrokken" zou hebben. „Die „Een groot deel van de betrok-
straf verdiende ik niet. Ik heb ken verenigingen was aanwe-
mijn kansen wel goed verde- zig, waar dus uit bleek dat er
digd. Maar Van Dalen heeft nu voldoende interesse getoond
eenmaal geen beste naam. Maar werd. Nadat de plannen uitge-
daar behoef ik nu toch niet de legd waren lieten veel clubs
dupe van te worden. Ik hoop zich enthousiast uit over het
dat de commissie van beroep plan. Een beslissing is er na-
waarde hecht aan die twee ge- tuurlijk nog niet genomen, de
tuigen. Het gaat op het ogenblik bestuurders van de verenigin-
niet zo goed met de stal en dan gen gaan zich nu in clubver-
een maand buiten spel staan band bezighouden met dit
kan weieens betekenen dat de vraagstuk",
stal over de kop gaat. Immers Het voorstel van de twee hoofd
door deze geschiedenis is er al klassen is afkomstig van het
een eigenaar met een paard bij district Leiden. Deze laatste
mij weggelopen". Wim van Da- ging al sinds enkele jaren sa-
VDRP naar de commissie van verenigingen verdwijnen uit de
beroep. De ijverige trainer: „Ik hoofdklasse besloot Leiden naar
kan zelf mijn woordje best een andere oplossing te zoeken.
Dat hoopt men nu in Den Haag
ARTHUR VAN RIJSWIJK te hebben gevonden.
mens-zijn bewust werd en zich tarchos van Samos (300 v. C.)
kon verwonderen over de din
gen om hem heen. En of dit
nu gebeurd is in de steppen
van Oost-Afrika of, volgens de
nieuwste theorie, in de vlakten
van het Indiase subcontinent,
doet niet zo heel veel ter zake.
Hij moet toen al, aanvankelijk
met een angstig ontzag, later
met verwondering en nieuws
gierigheid en veel later, met
een sterke wetensdrang, heb
ben opgezien naar het uitspan
sel boven hem, naar de wisse
ling van de levenbrengende
zon enerzijds en de maan en
sterren anderzijds.
Hij moet al vroeg begonnen
zijn met verklaringen te zoe
ken voor dit alles; verklarin
gen die goeddeels van religieu
ze en in ieder geval van mythi
sche aard waren. Met de toe
neming van de wetensdrang is
de wetenschap van de sterren
kunde geboren, dat wil zeg
gen: de wetenschap die zich
bezig houdt met alles, dat zich
buiten de aarde bevindt.
In de eerste tijd, dat de ster
renkunde of astronomie (niet
te verwarren met astrologie of
sterrenwichelarij) echt weten
schap begon te worden, ston
den de mens maar weinig
hulpmiddelen ter beschikking.
Eigenlijk was er maar een:
systematische waarneming.
Dat kon uiteraard alleen in
gebieden, waar de nachten
doorgaans wolkloos en helder
waren. Bakermatten voor de
Westerse sterrenkunde waren
Egypte, het land van de Chal
deeën, Griekenland en Meso-
potamië. Maar ook de Chine
zen verrichtten systematische
waarnemingen. Zij ontdekten
en registreerden de supernova
(ontploffende reuzester) die nu
als een zwak object midden in
de Krabnevel staat En er is
alle reden om aan te nemen,
dat in de hoog ontwikkelde
Indianenculturen van Midden-
en Zuid-Amerika de sterren
eveneens systematisch waar
genomen werden.
De Grieken profiteerden van
de waarnemingen van de
Egyptenaren en van de Chal
deeën en voegden daar het
hunne aan toe. Zij vonden een
sluitende meetkundige verkla
ring van de bewegingen van
zon, maan en planeten. Dit
evenwel gebaseerd op de ver
onderstelling dat de aarde het
stilstaande middelpunt van het
meende al dat de zon het mid
delpunt was eh hij liet de aar
de in een jaar tijds om de zon
draaien. Deze opvatting werd
als absurd verworpen en toen
.nicus eeuwen later tot
l .zelfde slotsom kwam, zweeg
hij wijselijk, uit vrees dat hij
voor ketter zou worden uitge
maakt. Dat deed de even ge
melijke als extroverte Italiaan
Galileo Galilei niet en hij
kreeg dan ook prompt moei
lijkheden met de kerkelijke
autoriteiten
Die oude primitieve astrono
mie van de Chaldeeën, Grie
ken, Egyptenaren en Mesopo-
tamiërs had ook veel praktisch
nut voor de tijdrekening en
ook voor de toenmalige
scheepvaart In de Odyssee
bijvoorbeeld, vertelt de nimf
Calypso aan Odysseus, hoe
hij, met behulp van de sterren,
het land van de Pheaken kan
bereiken. Deze aanwijzingen
van Calypso zijn gerecon
strueerd en aan de hand daar
van is een theorie ontwikkeld,
dat hét land van de Pheaken
best Helgoland kan zijn ge
weest
Uit die oude astronomische tij
den dateert ook de Dieren
riem. Groepen heldere sterren,
die zich, schijnbaar, in dezelf
de baan bewegen als de zon.
Nu moet men oppassen met
sterrenbeelden. Het schijnt,
dat de onderscheidene sterren
van een sterrenbeeld bij el
kaar horen, maar dat is lang
niet altijd het geval.
De Griekse sterrenkunde werd
tenslotte 'samengevat door Pto-
lemaeus en, als Almagest, te
boek gesteld door de Arabie
ren, die zelf voortreffelijke
waarnemers waren, tal van
ontdekkingen deden en vele
sterren van een naam voorza
gen (Betelgeuze, Aldebaran,
Altair, Fomalhaut, Algol, enz.).
Maar ook in het Westen is de
wetenschap van de sterren
kunde al vroeg beoefend.
Daarvan getuigen de ruïnes
van Stonehenge in Engeland,
die niet de resten zijn van een
druïdentempel, Druïdentem-
pel, van een reusachtig prehis
torisch observatorium.
Op de primitieve sterrenkunde
volgt het tijdperk van de klas
sieke sterrenkunde en wel met
Copernicus, die, tegen zijn
sterfbed aan, zijn opvattingen
toch wereldkundig liet maken,
Galilei, die de ideeën van Co
pernicus driftig verkondigde
en zodoende de mogelijke
moeilijkheden kreeg, Tycho
Brahe, die onvermoeid waar
nam en zo Keppler in staat
stelde de wetten te vinden,
waaraan de bewegingen van
de planeten onderhevig zijn en
tenslotte Newton, die, geniaal,
de vallende appel in verband
bracht met die planetenbewe-
ging en de inmiddels al verou
derde zwaartekrachtwetten
formuleerde. Nieuwe hulpmid
delen deden hun intrede: de
microscoop en de telescoop.
Uitvindingen die beurtelings
toegeschreven worden aan de
Nederlanders Hans Lippers-
hey en Zacharias Jansen, die
er de handelswaarde van in
zag, en de Italiaan Giambattis-
ta della Porta. In ieder geval
maakte Galilei zijn eigen tele
scoop (plm. 30x vergroting) en
zag de manen van Jupiter en
iets dat later de ringen van
Saturnus bleken te zijn. Op
die manier werden nieuwe pla
neten (Saturnus, Neptunus en
Pluto) ontdekt en er werden
steeds nauwkeuriger afstands
berekeningen gedaan.
De moderne sterrenkunde
wordt gemarkeerd door nieu
we ongekende hulpmiddelen
zoals reusachtige spiegelteles-
copen, de spectroscoop, de ra-
diotelescopie, waarmee de Ne
derlanders zo'n belangrijk
werk deden en nog doen.
Nieuwe stoutmoedige theo
rieën werden ontworpen: de
relativiteitstheorie van Ein
stein, de „Big Bang"-theorie
van Lemaitre en de daaruit
voortvloeiende theorie van het
uitdijende heelal. Maar er wer
den ook fascinerende ontdek
kingen gedaan, zoals de qua
sars, geweldige, maar zwak
schijnende radiobronnen, die
zich met ongelooflijke snelhe
den van ons verwijderen, de
pulsars of in elkaar stortende
sterren, de „zwarte gaten",
kortom, men kreeg inzicht in
de struktuur van het heelal, in
dat van zijn eigen melkweg, in
de geboorte en evolutie van de
sterren en meer dan ooit be
greep men, dat de mens niet
de centrale figuur van het
heelal is, maar dat er wellicht
in die immense ruimte vele
andere beschavingen zijn op
gekomen en teloor zijn ge
gaan.
En zo bevinden wij ons in het
tijdperk van de ruimtevaart
De mens heeft zelf de moge-
DEN
diens
OIUDI
ontdi
divei
beta]
scha
aan
In 1!
teerc
Merl
250.C
kom
voor
per j
lijkheid geschapen om, buite- bot
naards, in de onmiddellijke
omgeving een kijkje te nemen, °e
hetgeen wellicht de stoot zal ove
geven tot nog fascinerende!] Kei
ontdekkingen. om
Maar men kan niet voorbij*
gaan aan het feit, dat alles wat 'm
men ten aanzien van de ster
renkunde nu weet, het resul-,
taat is van vele, vele eeuwen
systematisch onderzoek, dat |1
zich verliest in de schemer van Jj
de eeuwen.
Het is daarom een voortreffe
lijke gedachte geweest, om dit V,
resultaat, nu juni 1977 uitge-
roepen is als de maand van df er
sterrenkunde, in een voor ie-1 za
dereen begrijpelijke taal, vact D
te leggen. Dit is gebeurd in de
uitgave van BV Uitgever- n
smaatschappij Agon Elsevier v,
„De mens in het heelal", ge-
schreven door Chriet Titulaer,
die vanaf 2 juni in de boek-
handel verkrijgbaar zal zijn. t
Terecht is deze uitgave uitge- 1
roepen tot „boek van de i
maand". Zoals gezegd legt l
Chriet Titulaer in eenvoudige
bewoordingen aan de niet-des- t
kundige uit, hoe thans de
stand van zaken met de ster- p
renkunde is, maar ook de des- 0
kundige amateur zal machtig r
veel plezier aan dit boek bele- s
ven door de schat van fotogra- g
fisch materiaal, waarvan een v
deel tot dusverre nog niet ge- e
toond was. s
A. van Grinsven r
Chriet Titulaer: „De mens in v
het heelal". Uitgave: BV Agon
Elsevier. Prijs t/m 2 juli
18,50. Prijs na 2 juli: 31,50. j
Verschijningsdatum: 2 juni.
Jongstleden zondag was het
een halve eeuw geleden dat
een jongeman van net vijftien
jaar werd benoemd tot orga
nist van de Gereformeerde
Kerk in Den Helder, waar hij
was geboren. Hij studeerde
bij de actieve en strijdbare
Amsterdammer Jan Zwart die
het hele volk van hoog tot
laag, en van welke gods
dienstige overtuiging ook,
poogde te winnen voor het
orgelspel met zijn romanti
sche koraalfantasieën en be
werkingen van geestelijke lie
deren, geschreven in een tra
ditioneel, voor elk een bevat
telijk idioom waarin de
hoofdmelodie zo mooi moge
lijk diende uit te komen. Fei
ke Asma, de jongeman boven
genoemd, wilde niets liever
dan treden in de voetstappen
van zijn leermeester en nu, na
vijftig jaar, mag wel worden
gezegd dat iedereen die ook
maar een heel klein beetje om
orgelmuziek geeft, weet wie
Asma is, hem kent en bewon
dert om zijn ongelooflijke in
zet, ook al diegenen die zijn
muzikale en artistieke idealen
niet kunnen delen.
Van Den Helder is Asma via
Leiden naar Den Haag geko
men en vóór de laatste werel
doorlog was de Lutherse Kerk
aan de Lutherse Burgwal
stampvol als hij de orgelbank
besteeg. Dan waren er bepaald
niet alleen leden van zijn ker
kelijke gemeente. Van heinde
en ver kwam. men naar hem
luisteren omdat hij met zo'n
groot gebaar in de toetsen
greep, omdat hij de muziek
met pathos en rhetoriek en
ook met spanning laadde en
de composities van zijn keus
beeldend reliëf gaf met sterke
contrastwerking in tempi, dy
namiek, sterktegraden en regi
stratie. Hij kwam er rond
vooruit dat hij geen effectmid
del schuwde maar het effect
dat hij nastreefde, was echt
gemeend en bezield, en miste
daardoor zijn uitwerking niet.
Toen Asma eenmaal bekend
heid had verkregen en toen
radio en grammofoonplaat
zijn roem verder en sneller
verbreidden, was er geen rem
men meer aan. Jaarlijks gaf
hij ten minste zo'n tweehon
derd concerten op praktisch
alle orgels die beschikbaar wa
ren. Voor kleine koororgeltjes
voelde hij weinig, voor beperk
te historische instrumenten ei
genlijk ook niet, het moest een
flink kerkorgel zijn waarop hij
zich kon uitleven, maar verder
was hij niet eenkennig. Ook
instrumenten die niet van de
hoogste kwaliteit waren of niet
meer in de beste staat verkeer
den, wilde hij graag te lijf
gaan: zij waren voor hem een
uitdaging te tonen wat hij ook
dén nog kon bereiken. Hij zelf
heeft dat zijn „ruige" periode
genoemd waarin hij zoveel en
zo uitbundig speelde dat hij
menig nachtelijk uurtje nodig
had om zijn repertoire uit te
kunnen breiden.
Natuurlijk kon dat zo niet
doorgaan en er brak dan ook
een tweede periode aan, die
alleen relatief wat rustiger
leek omdat hij zich voorbe
reidde op veel groter, zwaar
der en moeilijker stukken, bij
voorkeur uit de laat-19e eeuw-
se Franse school, maar ook
van een oer-Duitser als Reger.
Dat dit in wezen vaak kath
olieke kerkmuziek was, deerde
deze protestant helemaal niet.
Het ging hem om muziek in de
getuigenis waarvan hij kon ge
loven en dat kon hij, die be
gonnen wat bij Jan Zwart, la
ter ook in het werk van Hen
drik Andriessen enMarius
Monnikendam zo goed als in
het werk van de Duitse evan-
gelistische vernieuwers als Mi-
cheelsen, om maar een enkele
naam te noemen. Hij zette zich
voor hun muziek met zoveel
kracht en overtuiging in dat
zijn publiek bij het gewijzigde
repertoire niet wegliep, inte
gendeel. Asma zorgde er trou
wens wel voor dat zijn pro
gramma's ten dele toch altijd
een „feest van herkenning"
bleven, en van nature vermeed
hij experimenten die naar zijn
mening de muziek of het orgel
geweld aan deden: hij bleef
„gematigd" modern.
Omstreeks 1960, toen de Haag
se Lutherse Kerk gerestau
reerd moest worden en ook
het monumentale Batz-orgel
aan een grondige beurt toe
was, heeft Asma zijn functie
opgegeven en is naar Maas
sluis gegaan waar hem een
beroemd orgel wachtte, waar
over zijn leermeester Jan
Zwart in zijn studie over „een
deftig orgel" al veel eerder een
aardig boekje had openge
daan. Dat orgel in Maassluis
dateert van 1732 maar is in de
loop van de 19e eeuw sterk
uitgebreid en veranderd. As
ma vond en vindt dit een na
tuurlijke gang van zaken. Hij
houdt niet van „dat gezeur
over stijlzuiverheid"; hij is de
apostel van het spontane, be
zielde, gevoelsmatige spel. Wat
hem betreft, mag elk oud orgel
naar de laatste stand van de
techniek worden verbeterd en
uitgebreid. Hij is via de ro
mantiek tot de barok geko
men, heeft die leren waarde
ren en evenwichtig leren weer
geven maar in zijn hart blijft
hij een romanticus en als hij
Bach speelt, zal hij de „alge
mene" romantiek, die er na
tuurlijk ook in Bach zit, er met
graagte en met nadruk uitha
len. Nog niet zo lang geleden
heeft hij velen tegen zich in
het harnas gejaagd door te
beweren dat de kerkgangers
sinds de invoering van het
Nieuwe Liedboek van de pro
testantse kerken (waaraan mu-
'sici en dichters vele jaren met
grote toewijding hebben ge
werkt) niet meer de kans krij
gen om zich in volkse zin „uit
te zingen".
In de afgelopen winter maakte
Asma een moeilijke tijd door.
Toen hij in november in de
Rotterdamse St. Laurenskerk
het grootste orgel van ons land
bespeelde omdat er voor zijn
gouden jubileum opnamen
moesten worden gemaakt, be
merkte hij tot zijn schrik dat
zijn gezichtsvermogen, dat al
niet meer zo best was, plotse
ling nog sterker afnam. Met
moeite speelde hij door en de
opname slaagde, maar daarna
heeft hij toch een maand of
twee, drie moeten rusten. Dat
lukte niet zo goed omdat deze
man, die altijd moest concerte
ren en zelfs geen tijd had om
les te geven, in angst zat dat
hij niet meer zou kunnen op
treden of zich geheel zou moe
ten aanpassen.
Gelukkig is het daarna weer
de goede kant opgegaan en
geleidelijk aan kon hij weer
beter zien: de noten die hij
wilde spelen en de toetsen en
registerknoppen die hij wilde
gebruiken. Het was een gewel
dige opluchting want Asma
heeft geen andere hobbv dar
zijn vak en bij wijze van zeg
gen zit hij elke minuut die hij
niet slaapt of niet in de auto
zit op weg naar een volgend
concert, op de orgelbank. Wie
van orgel en orgelmuziek hou
den, hopen dat het hem nog
lang vergund zal zijn dit te
mogen doen. In de loop van
de zomer zal er op vele plaat
sen gelegenheid zijn dat orgel
liefhebbers hem hun hulde
brengen en hun dankbaarheid
tonen.
J. KASANDER