Ouders Monique Bolleboom willen eerst opheldering „HET WAS GEEN MISHANDELING' Mens keek eeuwenlang met ontzag en verwondering naar sterren Feike Asma, omstreden figuur, wist luisteraars halve eeuw te boeien BOEK VAN DE MAAND PAGINA 8 1-EIDSE COURANT VRIJDAG 27 MEI iBU DEN HAAG Voor Monique Bolleboom is de hele affaire met het KNGV (Koninklijk Ne derlands Gymnastiek Verbond) een nare geschiedenis. Het liefst zon zij weer willen beginnen met de nationale training, om zodoende in topvorm te zijn voor de komende landenwed- strijd. Het KNGV, haar ouders en haar vereniging Pro Patria willen echter eerst opheldering, onder andere over het turninternaat, de gemaakte afspraken en de training van de nationale selec tie. Op 15 juni gaan zij rond de tafel zitten, maar reeds nu heb ben Monique's ouders hun twij fels over de afloop. „Dat komt, omdat het KNGV de rollen heeft omgedraaid", vertelt vader Cor Bolleboom. „Pro Patria wilde samen met .ons een gesprek met het hoofdbestuur en het werkcomité keurturnen dames. Nu heeft het KNGV het initiatief overge nomen en gaat tijdens het gesprek de voorzittershamer hanteren. Ik zie nu al aankomen, dat wij daar als eenvoudige mensen onder de tafel worden gepraat". Gespierde taal van de kant van de ou ders van deze 13-jarige turnster. Niet ten onrechte, want de ervaringen met de gymnastiekbond zijn niet altijd even prettig geweest. Als stille getuigen wor den twee telegrammen op tafel gelegd. De opschriften: „Wanneer Monique on danks het verbod toch aan de wedstrijd tegen Wattenscheid deelneemt zullen sancties volgen" en „Het bondsbestuur KNGV besluit Monique Bolleboom uit te sluiten van deelname te Praag" spreken voor zich. Nadat Monique Bolleboom een volle week had deelgenomen aan een trainigsstage voor de Europese kam pioenschappen te Praag, en rekende op een plaats in de selectie, werd de stage uitgebreid met twee dagen. Op zaterdag kwam Monique echter voor haar vereni ging Pro Patria uit, en moest een dag verstek laten gaan op de nationale trai ning. Mevrouw Bolleboom: „Deze wed strijd was al maanden van te voren aangevraagd en het KNGV wist, dat Monique en mijn jongste dochter Ingrid zouden meedoen. Vrijdags kreeg Moni que te horen, dat zij ook zaterdags en zondag zou moeten trainen, maar zij had een afspraak met haar vereniging. Dat is nu typisch het KNGV. Zij maken afspraken met een meisje van 13 jaar, en niet met de ouders of haar vereni ging. Op zaterdag heeft zij gewoon mee gedaan met haar vereniging en zondags hebben we haar teruggebracht naar Pa pendal, waar ze toen nog één uurtje heeft getraind. Toen heeft Ledoux, de voorzitter van het werkcommité dames- turnen nog gezegd dat ze er zeker bij zou zijn, maar toen we terug kwamen hoorden we via de telefoon van meneer Wolf, dat ze uitgesloten was. Wij hebben toen gelijk gezegd, dat ze niet meer naar het internaat terug zou keren en ook Pro Patria heeft alle turnsters teruggehaald. Het is toch te gek, dat ze een week traint voor de Europese kampioenschappen en daardoor achter raakt op school en dan, omdat ze voor haar vereniging uitkomt wordt uitgesloten. Op deze manier heeft ze helemaal niets meer voor zichzelf, „aldus de moeder van Monique. Geen begeleiding Ook op de training hebben de ouders veel kritiek. Vooral na het vertrek van Eva Bartha is er veel veranderd. „Er wordt niet zo hard meer getraind", meent Monique zelf, terwijl haar moe der vertelt: „Er is op het ogenblik in het geheel geen begeleiding. Na het vertrek van Eva Bartha hebben de da mes Wickel en Van Sommeren de zaak draaiende gehouden en is er een nieuwe trainer, de Rus Asarjan aangetrokken. Deze doet echter erg weinig en de turn sters leren niets". „Vandaar ook, dat Pro Patria alle turn sters heeft terugetrokken, omdat zij op Papendal niets leerden. De vereniging heeft niets tegen Papendal, mits de trai ning goed is. Dat is op het ogenblik echter niet het geval. Wij hebben nu besloten om Monique eerst een jaar thuis te houden, om te zien of er iets op Papendal verandert Het liefst zouden we zien, dat zij in de vakanties en de weekeinden naar Papendal gaat en door de week bij haar vereniging traint, om dat daar de training net zo goed, zo niet beter is. De andere meisjes die Papendal bezoeken, hebben echter niet zo'n keus want ze hebben geen goede club achter zich staan en leggen zich bij deze situatie neer. In feite heeft niemand een keus, want je ziet, dat wanneer je je niet schikt naar de grillen van het bondsbe stuur je wordt uitgesloten van de inter nationale ontmoetingen. Het KNGV praat dan over afspraken, maar met ons zijn nooit afspraken gemaakt. Er schijnt bijvoorbeeld een lijst met huisregels te zijn, maar die heeft zowel Monique als wij nog nooit gezien. Daar willen we nu wel eens opheldering over hebben, want zo als het nu gaat is het een grote chaos", aldus mevrouw Bolleboom. BAS GROOT WESSELDIJK Pikeur Van Dalen geschorst PLAN TWEE HOOFD KLASSEN POSITIEF ONTVANGEN WASSENAAR Wim van Dalen, de 27-jarige pikeur en trainer van zes dravers op de Wassenaarse renbaan Duin- digt, is door de strafcommissie van de Stichting Neder landse Draf en Rensport geschorst voor de tijd van drie maanden, waarvan twee voorwaardelijk. Hij is tegen deze straf in beroep gegaan. Wim van Dalen: „Het is gewoon te gek. Ze stellen dat ik een paard mishandeld heb. Daar is echter niets van waar. Ik heb de paarden niet voor mijn plezier, maar om mijn brood te verdie nen. Enkele weken gelden kwam ik met Norway du Bois uit de koers. Als een kind zijn best niet doet op school Qf onge hoorzaam is dan volgt er mees tal straf of een oorvijg. Ik was die middag erg kwaad op Nor way, die mij in de koers voor de gek had gehouden. Geslagen heb ik het paard echter niet. Ik trok hem wat met het bit in de mond en toen ging hij even op zijn knieën, maar er was echt niets aan de hand. „Terwijl Wim van Dalen de box open doet van Norway du Bois en het paard over zijn hoofd strijkt gaat de Hagenaar verder:„Ik voer de paarden erg goed. Dat staat bij mij, hoe goed of slecht het ook gaat altijd voorop. Nu is er een eigenaar, van wie ik vroeger een paard op stal had naar het drij- verijcomite gelopen en daar ging hij vertellen dat ik het paard Norway du Bois had mis handeld. Dat was de heer Kooman. Op die man zijn ze af gegaan, het is bijna niet te gelo ven. Hij heeft bij de NDR ver teld, dat ik het paard gestompt en geslagen heb. Op een afstand van 200 meter stond hij te kij ken". Wim van Dalen staat op de Was senaarse renbaan Duindigt be kend als een man die met moei lijke en meestal niet zulke beste paarden zijn brood moet verdie nen en daar door geduld en vakmanschap meestal nog in slaagt ook. „Ik hoop op de commissie van beroep. John Smith en Hugo Langeweg zijn straks getuigen. Die jongens hebben in mijn buurt gestaan toen ik met Nor way du Bois in de weer was. Vraag het aan ze en ze zullen het bevestigen". Gedachte De Wassenaarse trainer-pikeur is de gedachte toegedaan dat ze hem bij de NDR niet erg mo gen. Dat komt hoofdzakelijk omdat Van Dalen nogal di kwijls zijn mond open wil doen tegenover de heren. „Het is jaren geleden, bij de opleidingscursus van trainers, toen ik na een grapje door de heer Go Govers van de NDR de klas werd uitgezonden. Alleen omdat ik Van Dalen was en nu niet bekend stond als een „lie verdje". De heer Go Govers ver telde dat er door de totalisator twintig procent werd ingehou den en vertelde hoe de verdeling was van die procenten. Er bleef tenslotte volgens Govers zes procent over en toen vroeg de man aan mij: Wim wat moet er nu met die zes procent gebeu ren. Ik stelde, gooi dat maar in mijn voortuin neer. Iedereen be gon te lachen en ik werd er uit gestuurd, als een klein kind". Wim van Dalen is al een keer eerder geschorst voor drie maanden, omdat hij met het paard Buurman B zijn kansen in de koers niet goed verdedigd (Van onze sportredactie) DEN HAAG De vergadering van de Haagse Voetbal Bond over het instellen van twee hoofdklassen het volgende sei zoen is positief te verlopen, zou hebben. Insiders zeggen dan Woordvoerder Hans Rijkhoek: „getrokken" zou hebben. „Die „Een groot deel van de betrok- straf verdiende ik niet. Ik heb ken verenigingen was aanwe- mijn kansen wel goed verde- zig, waar dus uit bleek dat er digd. Maar Van Dalen heeft nu voldoende interesse getoond eenmaal geen beste naam. Maar werd. Nadat de plannen uitge- daar behoef ik nu toch niet de legd waren lieten veel clubs dupe van te worden. Ik hoop zich enthousiast uit over het dat de commissie van beroep plan. Een beslissing is er na- waarde hecht aan die twee ge- tuurlijk nog niet genomen, de tuigen. Het gaat op het ogenblik bestuurders van de verenigin- niet zo goed met de stal en dan gen gaan zich nu in clubver- een maand buiten spel staan band bezighouden met dit kan weieens betekenen dat de vraagstuk", stal over de kop gaat. Immers Het voorstel van de twee hoofd door deze geschiedenis is er al klassen is afkomstig van het een eigenaar met een paard bij district Leiden. Deze laatste mij weggelopen". Wim van Da- ging al sinds enkele jaren sa- VDRP naar de commissie van verenigingen verdwijnen uit de beroep. De ijverige trainer: „Ik hoofdklasse besloot Leiden naar kan zelf mijn woordje best een andere oplossing te zoeken. Dat hoopt men nu in Den Haag ARTHUR VAN RIJSWIJK te hebben gevonden. mens-zijn bewust werd en zich tarchos van Samos (300 v. C.) kon verwonderen over de din gen om hem heen. En of dit nu gebeurd is in de steppen van Oost-Afrika of, volgens de nieuwste theorie, in de vlakten van het Indiase subcontinent, doet niet zo heel veel ter zake. Hij moet toen al, aanvankelijk met een angstig ontzag, later met verwondering en nieuws gierigheid en veel later, met een sterke wetensdrang, heb ben opgezien naar het uitspan sel boven hem, naar de wisse ling van de levenbrengende zon enerzijds en de maan en sterren anderzijds. Hij moet al vroeg begonnen zijn met verklaringen te zoe ken voor dit alles; verklarin gen die goeddeels van religieu ze en in ieder geval van mythi sche aard waren. Met de toe neming van de wetensdrang is de wetenschap van de sterren kunde geboren, dat wil zeg gen: de wetenschap die zich bezig houdt met alles, dat zich buiten de aarde bevindt. In de eerste tijd, dat de ster renkunde of astronomie (niet te verwarren met astrologie of sterrenwichelarij) echt weten schap begon te worden, ston den de mens maar weinig hulpmiddelen ter beschikking. Eigenlijk was er maar een: systematische waarneming. Dat kon uiteraard alleen in gebieden, waar de nachten doorgaans wolkloos en helder waren. Bakermatten voor de Westerse sterrenkunde waren Egypte, het land van de Chal deeën, Griekenland en Meso- potamië. Maar ook de Chine zen verrichtten systematische waarnemingen. Zij ontdekten en registreerden de supernova (ontploffende reuzester) die nu als een zwak object midden in de Krabnevel staat En er is alle reden om aan te nemen, dat in de hoog ontwikkelde Indianenculturen van Midden- en Zuid-Amerika de sterren eveneens systematisch waar genomen werden. De Grieken profiteerden van de waarnemingen van de Egyptenaren en van de Chal deeën en voegden daar het hunne aan toe. Zij vonden een sluitende meetkundige verkla ring van de bewegingen van zon, maan en planeten. Dit evenwel gebaseerd op de ver onderstelling dat de aarde het stilstaande middelpunt van het meende al dat de zon het mid delpunt was eh hij liet de aar de in een jaar tijds om de zon draaien. Deze opvatting werd als absurd verworpen en toen .nicus eeuwen later tot l .zelfde slotsom kwam, zweeg hij wijselijk, uit vrees dat hij voor ketter zou worden uitge maakt. Dat deed de even ge melijke als extroverte Italiaan Galileo Galilei niet en hij kreeg dan ook prompt moei lijkheden met de kerkelijke autoriteiten Die oude primitieve astrono mie van de Chaldeeën, Grie ken, Egyptenaren en Mesopo- tamiërs had ook veel praktisch nut voor de tijdrekening en ook voor de toenmalige scheepvaart In de Odyssee bijvoorbeeld, vertelt de nimf Calypso aan Odysseus, hoe hij, met behulp van de sterren, het land van de Pheaken kan bereiken. Deze aanwijzingen van Calypso zijn gerecon strueerd en aan de hand daar van is een theorie ontwikkeld, dat hét land van de Pheaken best Helgoland kan zijn ge weest Uit die oude astronomische tij den dateert ook de Dieren riem. Groepen heldere sterren, die zich, schijnbaar, in dezelf de baan bewegen als de zon. Nu moet men oppassen met sterrenbeelden. Het schijnt, dat de onderscheidene sterren van een sterrenbeeld bij el kaar horen, maar dat is lang niet altijd het geval. De Griekse sterrenkunde werd tenslotte 'samengevat door Pto- lemaeus en, als Almagest, te boek gesteld door de Arabie ren, die zelf voortreffelijke waarnemers waren, tal van ontdekkingen deden en vele sterren van een naam voorza gen (Betelgeuze, Aldebaran, Altair, Fomalhaut, Algol, enz.). Maar ook in het Westen is de wetenschap van de sterren kunde al vroeg beoefend. Daarvan getuigen de ruïnes van Stonehenge in Engeland, die niet de resten zijn van een druïdentempel, Druïdentem- pel, van een reusachtig prehis torisch observatorium. Op de primitieve sterrenkunde volgt het tijdperk van de klas sieke sterrenkunde en wel met Copernicus, die, tegen zijn sterfbed aan, zijn opvattingen toch wereldkundig liet maken, Galilei, die de ideeën van Co pernicus driftig verkondigde en zodoende de mogelijke moeilijkheden kreeg, Tycho Brahe, die onvermoeid waar nam en zo Keppler in staat stelde de wetten te vinden, waaraan de bewegingen van de planeten onderhevig zijn en tenslotte Newton, die, geniaal, de vallende appel in verband bracht met die planetenbewe- ging en de inmiddels al verou derde zwaartekrachtwetten formuleerde. Nieuwe hulpmid delen deden hun intrede: de microscoop en de telescoop. Uitvindingen die beurtelings toegeschreven worden aan de Nederlanders Hans Lippers- hey en Zacharias Jansen, die er de handelswaarde van in zag, en de Italiaan Giambattis- ta della Porta. In ieder geval maakte Galilei zijn eigen tele scoop (plm. 30x vergroting) en zag de manen van Jupiter en iets dat later de ringen van Saturnus bleken te zijn. Op die manier werden nieuwe pla neten (Saturnus, Neptunus en Pluto) ontdekt en er werden steeds nauwkeuriger afstands berekeningen gedaan. De moderne sterrenkunde wordt gemarkeerd door nieu we ongekende hulpmiddelen zoals reusachtige spiegelteles- copen, de spectroscoop, de ra- diotelescopie, waarmee de Ne derlanders zo'n belangrijk werk deden en nog doen. Nieuwe stoutmoedige theo rieën werden ontworpen: de relativiteitstheorie van Ein stein, de „Big Bang"-theorie van Lemaitre en de daaruit voortvloeiende theorie van het uitdijende heelal. Maar er wer den ook fascinerende ontdek kingen gedaan, zoals de qua sars, geweldige, maar zwak schijnende radiobronnen, die zich met ongelooflijke snelhe den van ons verwijderen, de pulsars of in elkaar stortende sterren, de „zwarte gaten", kortom, men kreeg inzicht in de struktuur van het heelal, in dat van zijn eigen melkweg, in de geboorte en evolutie van de sterren en meer dan ooit be greep men, dat de mens niet de centrale figuur van het heelal is, maar dat er wellicht in die immense ruimte vele andere beschavingen zijn op gekomen en teloor zijn ge gaan. En zo bevinden wij ons in het tijdperk van de ruimtevaart De mens heeft zelf de moge- DEN diens OIUDI ontdi divei beta] scha aan In 1! teerc Merl 250.C kom voor per j lijkheid geschapen om, buite- bot naards, in de onmiddellijke omgeving een kijkje te nemen, °e hetgeen wellicht de stoot zal ove geven tot nog fascinerende!] Kei ontdekkingen. om Maar men kan niet voorbij* gaan aan het feit, dat alles wat 'm men ten aanzien van de ster renkunde nu weet, het resul-, taat is van vele, vele eeuwen systematisch onderzoek, dat |1 zich verliest in de schemer van Jj de eeuwen. Het is daarom een voortreffe lijke gedachte geweest, om dit V, resultaat, nu juni 1977 uitge- roepen is als de maand van df er sterrenkunde, in een voor ie-1 za dereen begrijpelijke taal, vact D te leggen. Dit is gebeurd in de uitgave van BV Uitgever- n smaatschappij Agon Elsevier v, „De mens in het heelal", ge- schreven door Chriet Titulaer, die vanaf 2 juni in de boek- handel verkrijgbaar zal zijn. t Terecht is deze uitgave uitge- 1 roepen tot „boek van de i maand". Zoals gezegd legt l Chriet Titulaer in eenvoudige bewoordingen aan de niet-des- t kundige uit, hoe thans de stand van zaken met de ster- p renkunde is, maar ook de des- 0 kundige amateur zal machtig r veel plezier aan dit boek bele- s ven door de schat van fotogra- g fisch materiaal, waarvan een v deel tot dusverre nog niet ge- e toond was. s A. van Grinsven r Chriet Titulaer: „De mens in v het heelal". Uitgave: BV Agon Elsevier. Prijs t/m 2 juli 18,50. Prijs na 2 juli: 31,50. j Verschijningsdatum: 2 juni. Jongstleden zondag was het een halve eeuw geleden dat een jongeman van net vijftien jaar werd benoemd tot orga nist van de Gereformeerde Kerk in Den Helder, waar hij was geboren. Hij studeerde bij de actieve en strijdbare Amsterdammer Jan Zwart die het hele volk van hoog tot laag, en van welke gods dienstige overtuiging ook, poogde te winnen voor het orgelspel met zijn romanti sche koraalfantasieën en be werkingen van geestelijke lie deren, geschreven in een tra ditioneel, voor elk een bevat telijk idioom waarin de hoofdmelodie zo mooi moge lijk diende uit te komen. Fei ke Asma, de jongeman boven genoemd, wilde niets liever dan treden in de voetstappen van zijn leermeester en nu, na vijftig jaar, mag wel worden gezegd dat iedereen die ook maar een heel klein beetje om orgelmuziek geeft, weet wie Asma is, hem kent en bewon dert om zijn ongelooflijke in zet, ook al diegenen die zijn muzikale en artistieke idealen niet kunnen delen. Van Den Helder is Asma via Leiden naar Den Haag geko men en vóór de laatste werel doorlog was de Lutherse Kerk aan de Lutherse Burgwal stampvol als hij de orgelbank besteeg. Dan waren er bepaald niet alleen leden van zijn ker kelijke gemeente. Van heinde en ver kwam. men naar hem luisteren omdat hij met zo'n groot gebaar in de toetsen greep, omdat hij de muziek met pathos en rhetoriek en ook met spanning laadde en de composities van zijn keus beeldend reliëf gaf met sterke contrastwerking in tempi, dy namiek, sterktegraden en regi stratie. Hij kwam er rond vooruit dat hij geen effectmid del schuwde maar het effect dat hij nastreefde, was echt gemeend en bezield, en miste daardoor zijn uitwerking niet. Toen Asma eenmaal bekend heid had verkregen en toen radio en grammofoonplaat zijn roem verder en sneller verbreidden, was er geen rem men meer aan. Jaarlijks gaf hij ten minste zo'n tweehon derd concerten op praktisch alle orgels die beschikbaar wa ren. Voor kleine koororgeltjes voelde hij weinig, voor beperk te historische instrumenten ei genlijk ook niet, het moest een flink kerkorgel zijn waarop hij zich kon uitleven, maar verder was hij niet eenkennig. Ook instrumenten die niet van de hoogste kwaliteit waren of niet meer in de beste staat verkeer den, wilde hij graag te lijf gaan: zij waren voor hem een uitdaging te tonen wat hij ook dén nog kon bereiken. Hij zelf heeft dat zijn „ruige" periode genoemd waarin hij zoveel en zo uitbundig speelde dat hij menig nachtelijk uurtje nodig had om zijn repertoire uit te kunnen breiden. Natuurlijk kon dat zo niet doorgaan en er brak dan ook een tweede periode aan, die alleen relatief wat rustiger leek omdat hij zich voorbe reidde op veel groter, zwaar der en moeilijker stukken, bij voorkeur uit de laat-19e eeuw- se Franse school, maar ook van een oer-Duitser als Reger. Dat dit in wezen vaak kath olieke kerkmuziek was, deerde deze protestant helemaal niet. Het ging hem om muziek in de getuigenis waarvan hij kon ge loven en dat kon hij, die be gonnen wat bij Jan Zwart, la ter ook in het werk van Hen drik Andriessen enMarius Monnikendam zo goed als in het werk van de Duitse evan- gelistische vernieuwers als Mi- cheelsen, om maar een enkele naam te noemen. Hij zette zich voor hun muziek met zoveel kracht en overtuiging in dat zijn publiek bij het gewijzigde repertoire niet wegliep, inte gendeel. Asma zorgde er trou wens wel voor dat zijn pro gramma's ten dele toch altijd een „feest van herkenning" bleven, en van nature vermeed hij experimenten die naar zijn mening de muziek of het orgel geweld aan deden: hij bleef „gematigd" modern. Omstreeks 1960, toen de Haag se Lutherse Kerk gerestau reerd moest worden en ook het monumentale Batz-orgel aan een grondige beurt toe was, heeft Asma zijn functie opgegeven en is naar Maas sluis gegaan waar hem een beroemd orgel wachtte, waar over zijn leermeester Jan Zwart in zijn studie over „een deftig orgel" al veel eerder een aardig boekje had openge daan. Dat orgel in Maassluis dateert van 1732 maar is in de loop van de 19e eeuw sterk uitgebreid en veranderd. As ma vond en vindt dit een na tuurlijke gang van zaken. Hij houdt niet van „dat gezeur over stijlzuiverheid"; hij is de apostel van het spontane, be zielde, gevoelsmatige spel. Wat hem betreft, mag elk oud orgel naar de laatste stand van de techniek worden verbeterd en uitgebreid. Hij is via de ro mantiek tot de barok geko men, heeft die leren waarde ren en evenwichtig leren weer geven maar in zijn hart blijft hij een romanticus en als hij Bach speelt, zal hij de „alge mene" romantiek, die er na tuurlijk ook in Bach zit, er met graagte en met nadruk uitha len. Nog niet zo lang geleden heeft hij velen tegen zich in het harnas gejaagd door te beweren dat de kerkgangers sinds de invoering van het Nieuwe Liedboek van de pro testantse kerken (waaraan mu- 'sici en dichters vele jaren met grote toewijding hebben ge werkt) niet meer de kans krij gen om zich in volkse zin „uit te zingen". In de afgelopen winter maakte Asma een moeilijke tijd door. Toen hij in november in de Rotterdamse St. Laurenskerk het grootste orgel van ons land bespeelde omdat er voor zijn gouden jubileum opnamen moesten worden gemaakt, be merkte hij tot zijn schrik dat zijn gezichtsvermogen, dat al niet meer zo best was, plotse ling nog sterker afnam. Met moeite speelde hij door en de opname slaagde, maar daarna heeft hij toch een maand of twee, drie moeten rusten. Dat lukte niet zo goed omdat deze man, die altijd moest concerte ren en zelfs geen tijd had om les te geven, in angst zat dat hij niet meer zou kunnen op treden of zich geheel zou moe ten aanpassen. Gelukkig is het daarna weer de goede kant opgegaan en geleidelijk aan kon hij weer beter zien: de noten die hij wilde spelen en de toetsen en registerknoppen die hij wilde gebruiken. Het was een gewel dige opluchting want Asma heeft geen andere hobbv dar zijn vak en bij wijze van zeg gen zit hij elke minuut die hij niet slaapt of niet in de auto zit op weg naar een volgend concert, op de orgelbank. Wie van orgel en orgelmuziek hou den, hopen dat het hem nog lang vergund zal zijn dit te mogen doen. In de loop van de zomer zal er op vele plaat sen gelegenheid zijn dat orgel liefhebbers hem hun hulde brengen en hun dankbaarheid tonen. J. KASANDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 8