Frans Prins om acht uur 's morgens van straat geplukt Nog steeds onbegrip en vooroordeel tegenover stotteraars „De anderen dachten dat ik beroemde acteur was" DOOR PUUR TOEVAL FIGURANT IN „ENTEBBE" NIEUWE VERENIGING ZOEKT NAAR TOLERANTIE IN DE MAATSCHAPPIJ EN NAAR MEER ONDERLING CONTACT Tussen Parijs en Tel Aviv werd op 27 juni vorig jaar het toestel van Air France, vlucht 139 door tien Palestijnse en Duitse terroristen gekaapt. Aan boord van het vliegtuig bevonden zich 256 passa giers. onder wie ruim honderd Israëli's. Meer dan een week heeft het toestel op de hete luchthaven van Entebbe gestaan, waarbij de terroristen „zeer vriendelijk" werden behandeld door de Oegandese president Amin en zijn militairen. In de nacht van 3 juli kwam voor de Israëli's (de overige passagiers waren vrijgelaten) de bevrij ding. Vier Herculesmachines van de Israëlische luchtmacht voerden een doeltreffende actie uit op het vliegveld en wisten binnen het uur bijna alle gegijzelden weg te halen met speciaal daarvoor meegevlogen Boeings. Vier Israëlische passagiers en een van de commandanten tijdens de actie verloren op Entebbe het leven, alsmede twintig Oegandese militairen. Deze actie, die als een van de meest sensationele acties ter beëindiging van gijzelingen de geschiede nis zal ingaan, heeft veel filmmakers aangespro ken. Een aantal van hen heeft inderdaad een film over deze gebeurtenis gemaakt Twee films (Ameri kaanse) hebben inmiddels in de Nederlandse bios copen gedraaid. Een Israëlische ligt in een la te wachten tot de herinnering aan de Amerikaanse versies is vervaagd. Aan de Israëlische film deed de Haagse binnenhuisarchitect Frans Prins mee, zomaar, toevallig. Hij speelde een van de passa giers van het gekaapte toestel. Frans Prins over de films: „De eerste, met Burt Lancaster en Lyz Taylor in de hoofdrollen was niet best Een avonturenfilm, met spelers aan wie dui delijk, overduidelijk te zien was of ze jood waren of niet. Je zou haast zeggen: de joden waren dubbel-jood. De andere Amerikaanse film (met Charles Bronson) was ook niet best, maar hierin kwam toch wel duidelijk naar voren hoe groot de spanning was in het Israëlisch parlement, de Knes- seth, en hoe groot de vindingrijkheid van de gene raals was in het opzetten van plannen om de gegijzelden te bevrijden. En ten slotte de Israëli sche: deze is bedoeld als historisch document waarin men zich heeft gehouden aan alle details." DEN HAAG „Een man als u is net wat we zoeken", zei een enthousiaste, baardige jongeman die plotseling op me af kwam. „Kan ik me voorstel len", zei ik nog als een geintje. „Een man als ik zoeken jullie al jaren". Maar voor ik het wist zat ik in een taxi en stond ik onder de hete filmlampen als een van de passagiers van het gekaapte Air- Francetoestel." Frans Prins, een Haagse binnenhuisarchitect was eensklaps acteur in de Israëlische filmversie van de gebeurtenissen rond het vorig jaar door Duitse en Palestijnse terroristen gekaapte vliegtuig, dat met zijn bemanning en passagiers zulke dramatische dagen doormaakte op het vliegveld van het Oegan dese Entebbe. .Het zal zo'n uur of acht in de ochtend zijn geweest dat ik in mijn nette pak met een zakenkoffertje door de straten van Tel Aviv liep. Een toevalstreffer, want dat nette pak had ik alleen aan omdat ik die avond met een vriend in een chique restaurant zou gaan eten en dat koffertje had ik bij me omdat ik een zakenafspraak had. En juist zo'n keurig gekleed heer hadden ze nodig als een van de passagiers. In het begin kneep ik hem wel een beetje. Je weet ten slotte nooit. Met drie grijnzende kerels ip een taxi op weg naarja, waarheen? Hoewel het baardig jongmens wel had verteld over het opnemen van de film en ook iets had gezegd als „assistent van Menachem Golan". Maar dat zei me helemaal niets, al keek hij me verwachtingsvol aan." .Maar goed, niet veel later stonden we in een Rotterdam - Een stotteraar komt de trein binnen, neemt plaats in een coupé en verzoekt aan de reis genoot tegenover hem: „Ku ku kunt u me waa waa waarschuwen als we in L L Leiden zijn?". De reisgenoot knikt zwijgend. Hij blijft zwijgen, ook als de trein Leiden is binnengelopen. In Am sterdam merkt de stotteraar dat zijn mede-passagier hem in de steek heeft gelaten. Woedend vaart hij uit: Waa waa waarom h h hebt u niks tegen me ge gez gez ge zegd?" De reisgenoot doet nog steeds geen mond open. Een derde passagier die inmiddels ook in de coupé is neergestreken bemoeit zich ermee en dringt eveneens aan: „Waarom hebt u meneer niet ge waarschuwd toen de trein in Lei den stopte?". Dan komt uiteinde lijk het hoge woord er bij de zwij ger uit: „K k k k kom nou. Z z z zeker een kl kl kl kl klap voor me bek krijgen wegens n n n na na na-aperij". Het aardige van de drie bestuursle den George Ganzeboom, Henk van .Kolwijk en Ary Bollaart van de onlangs in Rotterdam opgerichte vereniging van stotteraars „Charles van Riper" is dat ze om een derge lijke grap uitbundig kunnen la chen. Ze bewijzen ermee dat zij hun handicap hebben aanvaard. Dat ze niet langer onder schuld- en schaamtegevoelens gebukt gaan en de spraakstoornis ervaren als een onvervreemdbaar onderdeel van hun eigen identiteit. De overwin ning van het euvel is daardoor een stuk dichterbij gekomen. Om tot die aanvaarding te komen heeft het drietal nogal wat doorzettingsver mogen aan de dag moeten leggen. Nodeloos veel, menen de jurist George (29), de systeemanalist Henk (30) en do verzekeringsem ployee Ary (36). Vandaar hun ini tiatief om een speciale vereniging voor stotteraars op te richten. „In zijn algemeenheid genomen", legt George Ganzeboom uit, „laat de samenleving zich in haar houding tegenover stotteraars leiden door onbegrip en vooroordeel. Stotteren wordt geacht iets minderwaardigs, iets slechts te rijn en elke keer dat een stotteraar aan het woord pro beert te komen laat men hem dat merken. Gevolg daarvan is dat de man of vrouw die aan de spraak stoornis lijdt het zelf ook als min derwaardig gaat beschouwen, niet tot aanvaarding van het euvel komt en nog erger gaat hakkelen. Wat onze vereniging beoogt is op de eerste plaats zo veel mogelijk voor lichting te geven over de achter gronden van het stotteren en daar door de tolerantie in de maatschap pij tegenover dit spraakgebrek te vergroten". Over het isolement waarin hakke laars worden gedrongen kan het drietal een aardig woordje meepra ten. Henk van Kolwijk: „Wanneer de stoornis bij mij precies is begon nen kan ik me niet herinneren. Ik ben me ervan bewust sinds mijn pak weg achtste levensjaar en ik weet wel dat ik vanaf dat tijdstip heel wat ongelukkige uren heb doorgemaakt. Op school heb ik me nooit echt happy kunnen voelen. Tenzij iemand zich heel direct tot mij richtte durfde ik nooit het woord te voeren. Nieuwe situaties, situaties waarin ik nieuwe mensen zou ontmoeten maakten me doods bang. Ik voelde me niet aanvaard en daardoor vaak erg eenzaam. Bij mij is de schaamte overgegaan na dat ik op een gegeven moment heel diep in de put was komen te ritten toen ik in een voor mij erg belang rijke situatie weer eens volkomen was vastgelopen in mijn gestotter. Een hele avond lang heb ik huilend op mijn bed doorgebracht. Uiteind elijk heb ik me vermand en mezelf voorgehouden: nou moet het uit zijn. Ik laat me door niets en nie mand meer van de wijs brengen. Ik doe precies waar ik zin in heb en als ik een aandrang voel om te stotteren dan stotter ik gewoon. Vanaf dat moment ben ik mezelf gaan accepteren. Daarmee is het gehakkel niet onmiddellijk overge gaan, maar wel minder geworden in ieder geval is de eenzaamheid sterk afgenomen". „Dat stadium van zelf-aanvaarding zou door heel wat hakkelaars eer der bereikt worden", zo vult Ganze boom aan, „als hun omgeving beter op de hoogte zou rijn van het hoe en wat van deze handicap. En tot die omgeving reken ik dan ook heel uitdrukkelijk de huisartsen. Want je zou de dokters de kost moeten geven die een stotter-patiënt va lium voorschrijven"! Centraal in de voorlichting die de vereniging Charles van Riper wil geven staat de gedachte dat angst gevoelens en nervositeit de drijven de kracht achter het stotteren rijn. enorme hal, zoiets als de Jaarbeurs, die helemaal was ingericht om alle binnen- en buitenopnamen te maken. Een beer van een kerel schoot op me af, rukte mijn das los, maakte mijn overhemd open en begon me helemaal schmutzig te maken. Dat bleek dan Menachem Golan te rijn. De regisseur, die er wel even voor zou zorgen dat ik er uit zag als iemand die een week lang in een vliegtuig had gebivakkeerd: vuil en ongeschoren. Want zoals ik daar stond leek het of ik net van de drie witmakers vandaan kwam. Bovendien moest ik zweten, wat werd opgelost met behulp van een plantenspuit Nadat me was verteld wat ik moest zeggen, kreeg ik zonder proefopnamen een hengel met een micro foon voor mijn mond en werd me „mijn vrouw" toegewezen: een Pools jodinnetje." .Alles was tot in de details nagemaakt. Zelfs de gebroken wijzer in de klok op de luchthaven van Entebbe ontbrak niet. De commando's, die de sensa tionele bevrijdingsactie van precies 53 minuten heb ben uitgevoerd, hebben alles gefotografeerd. Nou ja, commando'sCommando's rijn bij deze kna pen vergeleken, padvinders. Het was een geselec teerde groep, die onder alle omstandigheden het stilzwijgen over de operatie zal bewaren". „Onder de acteurs waren veel buitenlanders. Zo werd de bemanning gespeeld door Franse acteurs. Voor de Palestijnse terroristen hadden ze Israëli's genomen, want dat verschil zie je toch niet Maar de Duitse terroristen waren weer Duitse acteurs. Hele aardige mensen, maar tijdens de opnamen hadden we werkelijk de pest aan ze. De mannelijke terrorist werd gespeeld door een man met zo'n echte smiechtenkop, die in Duitsland ook altijd SS-rollen krijgt toebedeeld." „Wat heel gek overkwam, waren de „soldaten van Amin": vloeiend Ivriet (modern Hebreeuws) spre kende negers. Ik heb me suf gepiekerd waar ze die nou vandaan gehaald hadden. Het bleken uiteinde lijk Black Hebrews te rijn: Amerikaanse negers, die hebben ontdekt dat ze de enige ware joden rijn en die zich in Israël hebben gevestigd. De soldaten van Amin waren indertijd gewapend met Russisch schiettuig en deze Black Hebrews ook: de wapens hadden de Israëli's nog overgehouden aan de oorlo gen met de Arabieren." „De sfeer tijdens de opnamen was macaber. Op een gegeven moment speelden we niet meer. We waren echt op Entebbe. Bijvoorbeeld toen de niet-rsraeli- sche passagiers gescheiden werden van de Israëli's. We werden vrijgelaten. Aan de ene kant waren we echt blij dat we naar huis mochten, maar aan de andere kant geneerden we ons: we liepen als vrije mensen langs het gebouw waar die joodse passa giers ons door de ramen stonden na te staren. Voor de oudere passagiers moet het verschrikkelijk rijn geweest, dat het juist weer een moffin moest rijn die ze op een hondse manier behandelde en die de grootste bek had." „Tussen de opnames door maak je ook gekke dingen mee. Zoals die figuranten: twintig procent denkt dat ze, als ze eenmaal binnen rijn, de eerste stap hebben gezet naar een grootse carrière. Toen ze nog dachten, dat ik een beroemde Nederlandse filmspeler was, kwamen er tallozen op me a. zich in de kijker te spelen. D'r waren er zei' die gekke smoelen gingen staan trekken. Er voor mij een hele vreemde gewaarwording was die chassid, zo'n orthodoxe jood, met een i baard en gekleed in het zwart, te zien zt keppeltje. Dat is gewoon ondenkbaar. Maar „chassid" (een acteur natuurlijk) zat daar, zo rijn keppeltje, te eten met een Duitser: vries vijand aan de lunch." „Hoewel ik maar vier scènes heb meegespeeld ik een enorme bewondering gekregen voor de i seur. Hij voerde een soort massaregie en tool hij iedere keer weer iets dat niet klopte en da over moest. Want je moet weten dat vijftien j ongeveer gelijk staan aan driehonderd Ned6 ders. Ze weten alles beter en leggen dat uil een enorm misbaar terwijl er mateloos wordl moesd. En ze hebben de tijd. Want hoevol oorspronkelijk de bedoeling was dat mijn a* maar een paar uurtjes zou duren, is het uiteiré twee en een halve dag geworden. Toen kon ik< niet langer blijven want ik moest naar huis." „Terug naar Nederland. Ook al zou ik het m moeten missen. Het spektakelstuk van de b dingsactie. Het helse kabaal van de vier Hert toestellen, de mitrailleurs en het gegil megafoons: „Deis je; wij rijn Israëli's." Die mende, sensationele actie waarbij meer passagiers konden worden bevrijd. Ik mooiste missen. Maar ik kon niet langer Ik moest terug." LONNEKE VAN George Ganzeboom: „pas als je om een stottergrap hartelijk kunt lachen, heb je je handicap rijl echt aanvaard". woi „De handicap ontstaat doorgaans op tamelijk jonge leeftijd", aldus Ganzeboom als gevolg van ener zijds een zwak taalvermogen en spanningen en anderzijds door een verkeerde reactie op het gehakkel door de ouders en de andere gezin sleden van het kind. Die verkeerde reactie kan bijvoorbeeld inhouden dat de ouders overmatig veel aan dacht aan de spraakstoornis beste den door het kind een zin net zolang te laten herhalen totdat hij vloeiend wordt uitgesproken. De angst keert dan elke keer sterker terug totdat het gestotter een blij vend karakter heeft aangenomen". Belangrijkste advies van Ganze boom aan iedereen die met stotte raars in contact komt luidt: „geef ze de gelegenheid om uit te pra ten". „Als je je ervan bewust bent dat spanning de drijfveer is achter de stoornis", zo legt hij uit, „be grijp je ook dat het essentieel is om als je met een hakkelaar praat, een sfeer van rust te creëren. Dat houdt in dat je hem niet in de rede moet vallen en het geduld moet opbrengen om hem rijn zinnen te laten afmaken. Om dezelfde reden is het van belang de blik niet af te wenden maar hem recht in de ogen te kijken". Tweede belangrijke doelstelling van de twee weken geleden opge richte vereniging is de stotteraars onderling met elkaar in contact te brengen en hen ook zelf informatie te geven over hun handicap. „Ne derland telt 200.000 volwassen stot teraars", aldus Ganzeboom „De meesten van hen doen niets om ervan af te komen en wachten lijdzaam af of het misschien van zelf overgaat. Dat is ijdele hoop. Je moet je er intensief mee bezig hou den, er zoveel mogelijk over aan de weet komen en proberen je onder behandeling te stellen van een des kundige. Anders verandert er niets". oIi Het aantal in deze spraakstoornis gespecialiseerde deskundigen in Nederland is overigens zeer gering. *ja Alle instituten die zich ermee bezig houden kennen lange wachtlijsten, j Door meer financiële steun van de overheid los te krijgen hoopt de vereniging ook daarin verandering te brengen. „Maar de belangrijkste doelstelling blijft" zo beklemtoont Ganzeboom „een grotere tolerantie rj tegenover hakkelaars te kweken. ^u, Want wij kunnen wel lachen om een stotter-grap, maar zover rijn de ng( meeste van onze lotgenoten nog re lang niet". je Als contact-persoon voor de vereni- ging Charles van Riper treedt op t voorzitter C. Otto tel. 010-374902. Het correspondentie-adres luidt: Hugo van Gijnweg 181 in Dor- drecht. WILLEM SCHEER Henk van Koolwijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 14