Weinig poëtische
naam voor
sfeervol eethuis
prehistorie
Duik in de
De Trog
En Verder....
Dweepzieke dochter Victor Hugo
dankzij Truffaut toch boeiend
„Dorp in opstand"
Poëtisch realisme in
Leidse Lakenhal
„Leiden buiten de Veste"
Nostalgisch beeld
Hollywood-pioniers
DE MENS IN AL ZIJN VORMEN
IN WERK FER HAKKAART
REX: Poel der wellust (18) 0 LIDO III: Next stop Green-
Het gebruikelijke sexwerk wich village (18). De artistie-
van een minder dan middel- ke hippywijk van New York
matig niveau. in de jaren vijftig met een
aoa.icoa L uitblinkende rol van Shelly
i j? battle of the Winters als bemoeizuchtige
bulge (14). moeder.
LIDO I: Dr. No (14) James
Bond in een van zijn specta
culairste films. Een reprise
voor Leiden.
LIDO II: Bertrand in on(t)-
roerend goed. (a.l.) Een film
met de Franse komiek Louis
de Funès.
LEIDEN De Gemeentelijke Archief
dienst Leiden houdt in haar tentoonstel-
lingzaal in het Archief aan de Boisotkade
2a in Leiden van 18 april tot en met 18
mei 1977 een expositie met als titel „Lei
den buiten de Veste".
Deze tentoonstelling wil een beeld geven
van de groei en de ontwikkeling van Lei
den buiten de singels en de verschillen in'
opzet en karakter tussen de diverse woon
wijken. Drie perioden worden vergelijken
derwijs tegenover elkaar geplaatst: de pe
riode rond 1900 met speciale aandacht
voor Vreewijk, de periode 1920-1940 met
de verschillen tussen de wijken voor beter
gesitueerden in het zuiden en de arbeiders
wijken in het noorden van de stad en de
periode na 1945 met een vergelijking tus
sen Zuid-West en de Merenwijk
Bij aanwezigheid van voldoende bezoekers
zal een film worden vertoond, die onder
de titel Leiden „Hof'-stad deze tentoonstel
ling begeleidt.
De openingstijden zijn: maandag \Jm vrij
dag 9-12 en 14-17 uur, donderdagavond
19.30-21.30 uur en zaterdag 9-12 uur. O.P
30 april gesloten. Een catalogus is voor de
prijs van 0,50 verkrijgbaar. De toegang
is gratis.
LEIDEN Toneelgroep Theater geeft
vanavond, 1 april een voorstelling van het
spel „Dorp in opstand" van Lope de Vega.
De voorstelling begint om kwart over
acht.
Het dorp waar het spel zich afspeelt heet
Fuente Ovejun, een klein dorp ten noorden
van Cordova. In 1476 was het onder beheer
van de commandeur van de orde van
Calatrava, een bloeddorstig en wreed man.
Zijn schrikbewind nam zulke vormen aan
dat het dorpje, van de burgemeester tot
de armste wasvrouw in opstand kwam en
de commandeur vermoordde. Zo'n hon
derd vijftig jaar na deze mini-opstand ver
werkte de grote Spaanse komedieschrijver
Lope de Vega het verhaal in een toneel
stuk. René Lobo regisseerde het stuk. De
vertaling is van Dolf Verspoor.
0 TRIANON - Nickelodeon (18). Met Ryan O'Neal en Burt Reynolds.
Regie: Peter Bogdanovich.
Toen Peter Bogdanovich nog over film schreef en niet als regisseur
achter de camera stond heeft hij uit de mond van veteranen als
Raoul Walsh, Allan Dwan en John Ford alle moeilijkheden vernomen
waarmede de beginners van het filmmaken te kampen hadden.
Al deze anecdotes zijn terug te vinden in Bogdanovlch's jongste
film „Nickelodeon" die de pioniersdagen van de cinematografie
in Amerika tussen de jaren 1910 en 1915 bestrijkt
Beginnend in de slapsticksfeer van „What's up, Doc", met Ryan
O'Neal als een onhandige Harol Lloyd-achtige figuur met duidelijke
trekjes van Buster Keaton, zwaait de film naar de nostalgische kant
over als O'Neal tegen wil en dank tot filmregisseur wordt gebombar
deerd. Hij groeit in één jaar tijd - door 'n enkele tussentitels
overbrugd - uit tot een van de gewetensvolle filmmakers, waar
Hollywood zijn traditie aan te danken heeft.
Wie nog eens in de tijd terug wil gaan naar de periode, dat filmmaken
in de meest letterlijke zin een kwestie van vallen en opstaan was,
zal „Nickelodeon" zeker kunnen waarderen.
Burt Reynolds te paard op het toneel is Raoul Walsh (die aan dit
avontuur een gebroken been overhield), de practical joke van de
tamme ratelslang is er een van Allan Dwan en de grap van de
regisseur, die enkele pagina's uit het scenario scheurt omdat hij
achter komt op zijn draaischema is historisch voor John Ford tijdens
de opnamen van de Shirley Temple-film „Wee Willie Winkie".
Dank zij de voortreffelijke decors van Darrell Silvera, een man die
aan werkelijk alle grote films uit die pioniersdagen heeft meegewerkt,
ziet het er allemaal erg overtuigend uit. Jammer alleen dat het verhaal
niet wat hechter in elkaar zit.
MILO
Het sfeervolle interieur van „De Trog"
„De Trog" is de weinig
poëtische naam van het
eethuis, dat sinds ander
half jaar aan de Leidse
Kaiserstraat is geves
tigd Het restaurant
heeft nauwelijks iets ge
meen met de voederbak
waarnaar het is ge
noemd. De enige over
eenkomst die er is te
ontdekken is dat beide
van binnen van hout
zijn, maar daar is dan
ook alles mee gezegd.
Eigenaar Wil Roden
burg zet zijn gasten heel
wat smakelijker eten
voor dan de boer zijn
varkens doet.
Via een piepklein halletje,
komt men in het restaurant,
dat plaats biedt aan ongeveer
vijftig personen. De wanden
zijn met donkerbruin geverfd
hout betimmerd. Twee verho
gingen en een paar onver
wachte uithoekjes maken „De
Trog" tot een gezellige ruimte.
De houten tafeltjes zijnvoor
zien van boerenbontjes met
kaarsen erop. Schuin tegen
over de ingang bevindt zich
een bar, waarachter nauwe
lijks voldoende ruimte is voor
een van de vier bedienende
medewerkers van Wil Roden
burg.
Anderhalf, jaar geleden kocht
Wil Rodenburg het eethuisje.
Daarvoor was er enige tijd een
broodjeszaak in gevestigd. In
het verleden werd in het pand
een timmerbedrijf uitgeoe
fend. „We hebben in feite wei
nig aan de broodjeszaak hoe
ven te veranderen. Het was
toen ik het overnam net opge
knapt", vertelt Wil Rodenburg.
Hij leerde het horecavak bij
zijn oom en tante in zijn ge
boorteplaats Noordwijk. Daar
na werkte hij enige jaren bij
„De Gapende Eter" aan het
Rapenburg.
De gerechten worden eenmaal
per week, op dinsdag, door
„De Trog"-eigenaar bereid. De
overige dagen is Qui Trottier,
afkomstig uit Perpignan
(Frankrijk) in de keuken te
vinden. De keuken bevindt
zich overigens op een voor een
restaurant ongebruikelijke
plaats, namelijk op de eerste
etage. „Het was voor ons even
wennen", moet Wil Rodenburg
toegeven. „Maar nu levert het
trappen lopen totaal geen pro
blemen meer op".
„De'Trog" is elke dag geopend
van half zes tot tien uur. De
prijzen zijn zeer schappelijk.
Voor ongeveer twintig gulden
kun je in het restaurant een
volledig menu met wijn en
koffie toe krijgen. Het goed
koopste voorafje is een lon-
donderry soep (een gebonden
kippesoep met kerrie) voor
drie gulden. De garnalencock-
tail, die in „De Trog" wordt
geserveerd is het duurste voor
gerecht (vijf gulden).
Voor negen gulden kan men in
„De Trog" al een hoofdgerecht
krijgen. Dat is een gevulde
paprika met garnituur. Het
duurste vleesgerecht is de
tournedos au poivre voor zes
tien gulden. De tafel wijn die
wordt geschonken kost zeven
gulden per karaf.
„Omdat onze prijzen redelijk
zijn, hebben we in het begin
veel aanloop van studenten ge
had. Nu zijn we niet meer bij
uitstek een studentenrestau
rant. Vooral in het weekeinde
komen ook veel oudere perso
nen en werkende jongeren
hier eten. Het is dan vaak
behoorlijk druk", aldus Wil
Rodenburg. Het verdient aan
beveling vooral in het week
einde een tafel te reserveren,
wanneer men in „De Trog" wil
eten, maar ervaring heeft ge
leerd dat dit ook doordeweeks
geen overbodige luxe is.
Behlave „De Trog" beheert
Wil Rodenburg ook het cafe-
chantant ,,'t Keizertje" dat
naast het restaurant staat Ie
dere dinsdagavond is er in het
Keizertje een of andere muzi
kant te zien en te horen.
Met „De Trog" en ,,'t Keizer
tje" aan de ene kant en de
mensa „De Bak", een café en
een broodjeszaak aan de ande
re, begint de Kaiserstraat al
aardig op een uitgaansstraat
te lijken. In dit verband kan
Wil Rodenburg zich al verheu
gen op de zomer: „Dan gaan
de stoelen weer naar buiten en
op mooie dagen is het hier dan
ontzaggelijk druk. Niemand is
verplicht op het terras iets te
nemen. Er hangt dan een ge
zellig ongedwongen sfeer. Ie
dereen die daar zin in heeft
pakt zijn gitaar en zingt wat".
Wat dat betreft verwacht Wil
Rodenburg wel het een en an
der van de zomertijd: ,JIet zal
in mijn omzet weinig uitma
ken, maar buiten zal het lan
ger druk blijven".
Entrecóte Provencqal
Provencal
Voor de lezers van de Leidse
Courant heeft de kok van ,JDe
Trog", Qui Trottier, een En
trecóte Provencfal.
Voor zes personen snijdt men
drie uien heel fijn. In een pan
wordt een soeplepel olijfolie
en een theelepel margarine ge
daan. De uien worden hierin
goudbruin gebakken. Vervol
gens dienen twee paprika's te
worden gesneden en drie of
vier tomaten. Dit en twee of
drie teentjes knoflook gemalen
gaan eveneens in de pan. Over
dit geheel komt een beetje wit
te wijn, tomatenpuree, een
theelepeltje oregano en een
theelepeltje tijm, tabasco, zout,
gebroken korreltjes peper en
suiker. Gedurende twintig mi
nuten laten koken. In de tus
sentijd worden de Entrecótes
gegrild. De uien etcetera gaan
over de Entrecóte als een saus.
Het vleesgerecht wordt afge
maakt met verse peterselie.
LUXOR Het vergeten continent (14) met Doug McClure en John
McEnery. Regie: Kevin Connor.
Zoals Sir Arthur Conan Doyle zijn grote speurder Sherlock
Holmes eens ontrouw werd om zich met „The lost world" in
de pre-historie te begeven, zo heeft Edgar Rice Burroughs ook
'ns zijn oerwoudheid Tarzan verraden door 'n roman te schrij
ven over een expeditie naar een deel van de wereld, waar de
tijd had stilgestaan.
„Het vergeten continent" begint als een oorlogsfilm, waarin een
Duitse U-boot een Engels vrachtschip torpedeert, waarna de
weinige overlevenden op hun beurt op uiterst simpele wijze bezit
nemen van de onderzeeër. Daarmee varen ze de Poolzee in,
waar achter 'n ijzige facade een vulkanisch eiland verborgen
ligt Een paaradijselijk gebied, waar dino-, bronto- en andere
saurussen heerlijk stoeien en de evolutie alleen in Noordelijke
richting mogelijk is.
Regisseur Kevin Connor en de Engelse Shepperton studio's
hebben voor dit kijkspel de hele trucdoos wijd opengetrokken
met als climax 'n vulkanische uitbarsting waar rook en vuur
niet van de lucht is.
MILO
ter niet geduurd, waar we alleen
maar blij om kunnen zijn. Maar
wat hem bewogen heeft nu juist
vanwege „L'histoire d'Adèle H."
naar de studio's terug te keren
is niet duidelijk. Of misschien
juist wel, want wat moet er niet
voor draak tevoorschijn zijn ge
komen als een minder begaafde
(collega zich over het dagboek
van Victor Hugo's „.verdwaalde"
dochter zou hebben gebogen.
„L'histoire d'Adèle H." begint als
zij zojuist de op Guernsey in
ballingschap levende papa Victor
de rug heeft toegekeerd om de
sjem van haar hart te volgen:
naar Halifax in Canada waar de
door haar beminde Engelse luite
nant Pinson vertoeft. Truffaut
laat Adèle zien als een dweep
ziek meisje dat totaal van streek
raakt als zij langzaam tot het
besef komt dat haar geliefde
niets om haar geeft.
De terughoudende wijze waarop
Truffaut dit alles in beeld brengt
maakt dit mogelijk. Want „L'his
toire d'Adèle H." komt of op je
af als een dieptragisch relaas van
een verknoeid mensenleven, óf -
al naar je instelling - als een op
de rand van het ridicule doorge
draaide vereniging voor een niet
snut.
Onwillekeurig roept „L'histoire
d'Adèle H." herinneringen op
aan Truffaut's „L'enfant sauva-
ge", eveneens gebaseerd op wa
ren gebeurtenissen. Maar in het
geval van de verwilderde jongen
ging Truffaut uit van kronieken
uit die jaren, bij Adèle was haar
dagboek de basis, misschien wel
de reden dat de feiten hier veel
romatischer worden weergege
ven dan het waarschijnlijk in
werkelijkheid allemaal was.
MILO
Isabelle Adjani als de tweede dochter van de schrijver
Victor Hugo, middelpunt van Truffaut's „L'histoire d'A
dèle H."
Na „La nuit americiane" gaf de
0 STUDIO - L'histoire d'Adele H. (14) met Isabelle Adjani en Bruce Franse regisseur Francios Truf-
Robinson. Regie: Francois Truffaut. faut te kennen met filmen te
zullen stoppen. Lang heeft zijn
11afwezigheid van het scherm ech-
LEIDEN - „Mensen kunnen zich heel an
ders voordoen dan ze zijn; dat vind ik erg
fascinerend", zegt de Leidse schilder Fer
Hakkaart, die vanaf vandaag zijn schilde
rijen en tekeningen vervaardigd sinds
1963 in stedelijk museum „De Lakenhal"
aan de Oude Singel tentoonstelt. Deze
uitspraak van Hakkaart is zeer duidelijk
in zijn werk terug te vinden; de mens,
realistisch afgebeeld in al zijn vormen,
waarin Fer Hakkaart hem gezien heeft.
Fer Hakkaart, een geboren en getogen
Leidenaar (geboren in 1941) wordt bestem
peld als een vertegenwoordiger van het
poëtisch realisme, een stroming die enigs
zins verwant is met het magisch-realisme
maar ook zijn wortels lijkt te hebben in
de 15e eeuw, bij de Vlaamse en Italiaanse
realisten. (Het laatste vanwege de zorgvul
dige afbeeldingswijze van de realistische
onderwerpen.)
Bizar
De indringende wijze (scherpe lijnen, fel
kleurgebruik, contrastgebruik) waarop
Hakkaart zijn mensen in hun omgeving
afbeeldt doet soms een beetje bizar aan.
Hakkaart ontleent zijn inspiratie aan de
Leidse binnenstad, waar hij woont en het
zijn vaak geen erg mooie mensen, die hij
afbeeldt. „Ze zijn lelijk, daar kan ik niets
aan doen", zegt hij daarover. De situaties
waarin de schilder zijn mensen plaatst zijn
heel alledaags; kinderen op een trottoir,
een paar dames op een dakterras, twee
bejaarden in hun flat een hengelaar met
zijn vrouw, Hakkaart zelf met zijn vrouw.
Minder alledaags lijken de mensen soms
zelf; zo keren travestieten (als vrouw ver-
„Voetballende jongens"
klede mannen) regelmatig terug in zijn
werk, zoals in het schilderij „Travestieten
in een urinoir". Ook heeft de schilder zich
vaak laten inspireren door enigszins carna
valeske taferelen, zoals tot uiting komt in
schilderijen zoals „Maskerade aan tafel",
en de schilderijen waarin „Pierrot" op
treedt. Een zekere ironie is ook in Hak-
kaarts werk terug te vinden; de Leidenaars
achter hun raam die gewapend met vliege-
mepper, plakstrook en gif de vliegen zitten
af te wachten (in twee schilderijen met de
titel „Vliegen vangen" doen komisch aan.
Het poëtisch realisme van Fer Hakkaart
is tot en met 1 mei in „De Lakenhal" te
bezichtigen. Bij de tentoonstelling is een
catalogus verkrijgbaar.
FRANK BUURMAN