Londen gaat gekleed
in tweedehands
Ruilkledingwinkels
een teken des tijds
MOEIZAME WEG NAAR RECHT
EN DEMOCRATIE ZET
INDONESIË AAN HET DENKEN
N<
w,,kor|g van het Indonesische parlement; politiek „driestromenland"
j *n Igrat
laai i
jp laakt
PfWtTA In mei van dit jaar, bijna
■■■pertijd met de Nederlanders, mogen
32 ^wassen ingezetenen van de repu-
n ""'Indonesië naar de stembus. En net
Nederland gaat het om de verkie-
an de volksvertegenwoordiging, het
nent De gelijkenis berust op louter
I en houdt ook onmiddellijk op.
terwijl de Nederlandse kiezer zich
'leien met de hoop dat zijn stem,
in massaal verband gezien, van
betekenis zal zijn, moet de
JHrpniër zich op voorhand met een ui*
Uitgescheiden invloed tevreden stellen.
•27 os
Indonesische bestel immers neemt
IMuiement slechts een derderangsposi-
Het zit op het schellinkje en mag
rit als klankbord dienst doen. „Advi-
1 lichaam" heet dat De werkelijke
vans.1 berust bij de elite van militairen en
igraten, die onder supervisie van het
opperhoofd Soeharto de dienst
Deze machthebbers hebben bij
«klagelijks doen en laten niet zoveel
26 Ichap aan het parlement En de vraag
001 volksvertegenwoordiging straks wel
°P volgens het meest bruikbare recept
ïffl'jn samengesteld, baart hun bepaald
^'Slapeloze nachten.
èr niet nu zij er in de afgelopen
(speriode in geslaagd zijn het eens zo
eschakeerde politieke patroon van de
3 pfliek in een handomdraai te hervor-
een overzichtelijk en gemakkelijk
iteren „driestromenland". De talrijke
en en partijtjes zijn geheel conform
c en inzicht van de zittende macht
mmme hopen geveegd, waarvan er één een
itisch stempel draagt een ander deels
hristelijk, deels een socialistisch, en
■™^rde een coöperatief karakter heeft
iatste, de zogenaamde GOLKAR, is
sn vpatie van ^et reS*em ze^ en heeft
zomr'ordeel dat zij „alle maatschappelijk
2Pringen, alle rangen en standen
g'(Vplk in zich verenigt." De GOLK
eukeTewe8 de grootste partij en zal d
jrosps het boekje van de geleide demo-
wel blijven ook. Desnoods met
en vliegwerk.
^roor deze verkiezingen brede lagen
^™let volk warm te doen lopen moet
xlijk heel wat gebeuren. Reden waar-
—4e regering Soeharto kosten noch
e gespaard heeft. Het meest in het
topt daarbij een fel gekleurde kara-
fiasej,van safari-auto's en een dito vloot
Ows.iotorboten, die in alle windstreken en
e drieduizend bewoonde eilanden van
■chipel de blijde boodschap van de
komende verkiezingen aan de man gaan
brengen. De kosten van deze gigantische
campagne: 360 miljoen hollandse guldens.
Een hap geld voor een arm land. Maar er
is in Jakarta wel voor minder honorabele
doeleinden met geld gesmeten.
Volgens kenners zit er aan de campagne
zowel een ideële als een praktische kant.
Ideëel in zoverre zij gericht is op een zo
groot mogelijke participatie aan een demo
cratische happening. Een goede opkomst
mag gezien worden als een belangrijke
stap op de lange moeilijke weg naar echte
democratie. Daarnaast garandeert de cam
pagne een bevredigende uitslag voor de
GOLKAR en daarmee voor liet establish
ment. De karavaan is daartoe bemand met
ambtenaren, figuren van wie vast staat,
dat zij de regering met hart en ziel zijn
toegedaan, hetgeen zijn effect op de uitslag
niet zal missen.
Wat dat betreft kan de regering de komen
de verkiezingen met een gerust hart tege
moet zien. Als er dan toch in de hoogste
kringen de laatste maanden nogal wat
tekenen van groeiende nervositeit zijn
waar te nemen, dan is dat omdat ook bij
voorbaat gewonnen verkiezingen voor de
goede verstaander heel wat kunnen onthul
len Met name omtrent de mate waarin het
werk. van de zittende regering door de
massa gewaardeerd wordt Als GOLKAR
niet met vliegend vaandel en slaande trom
uit de strijd tevoorschijn komt, doch
slechts met de hakken over de sloot zijn
meerderheid behoudt, dan zal dat in bin
nen- en buitenland een teken aan de wand
zijn.
Vandaar dat in de (besloten) kring van de
intelligentia in Jakarta, Bandoeng en Yog-
yakarta de siscussies over de verdiensten
van de ploeg-Soeharto hoog oplaaien. Dis
cussies, die meestal uitmonden in de con
clusie dat Soeharto en de zijnen hooguit
een mager zesje verdienen. Juist voldoende
dus.
Vrij algemeen zijn de critici het erover
eens dat de regering bereid en in staat is
gebleken ten bate van het volk op een
verdienstelijke manier de handen uit de
mouwen te steken. De resultaten zijn niet
overweldigend, maar de omstandigheden
waren dan ook verre van eenvoudig. De
neiging tot enthousiaste steun echter wordt
in de kiem gesmoord door de constatering
dat Soeharto het op drie fronten lelijk
heeft laten afweten.
In de eerste plaats is hij er in genen dele
in geslaagd de enorme corruptie, met name
in de kring van de overheid, een halt toe
te roepen. Integendeel, de meest schandali
ge affaire uit de toch al zo rijke historie,
de zogenaamde Pertamina-zaak, ligt nog
kersvers in het geheugen. Nog maar een
klein jaar geleden is het dat de plundering
en de volledige onttakeling van het vlagge-
schip van de Indonesische economie, de
nationale oliemaatschappij, aan de open
baarheid werd prijsgegeven. En nog vrij
wel dagelijks doen nieuwe onthullingen de
ronde over de wijze waarop de Pertamina-
managers hun koninkrijk hebben uitge
mergeld.
Corruptie, het regiem van Soeharto is er
van vergeven, van de basis tot de top.
Pijnlijk voor Soeharto zelf is vooral dat
zijn eigen vrienden en magen, bloed- en
aanverwanten daarbij zonder enige gêne
als blikvangers fungeren. Lieden van soms
eenvoudige komaf, baden zich in een weel
de die niet gewoon meer is. „Wij zijn wel
eerlijk", verklaarde onlangs een broer van
Soeharto met ontwapenende naïviteit,
„maar wij krijgen nu eenmaal, omdat men
denkt dat wij veel invloed hebben, heel wat
toegeschoven". Een ontboezeming, die naar
men zegt binnenskamers heel wat stof
heeft doen opwaaien.
Een ander probleem dat het Soeharto-be-
wind niet tot een oplossing heeft kunnen
of willen brengen is dat van de politieke
gevangenen. Ondanks telkens herhaalde
beloften en goede voornemens zijn er op
Java en in de buitengebieden nog steeds
propvolle concentratiekampen. Zij vormen
evenzovele vlekken op Soeharto's politiek
blazoen; vlekken die zich allang niet meer
met goedkope excuses laten verdonkere
manen. Ingewijden schatten dat het aantal
gevangenen nog steeds tegen de 100.000
loopt. De laatste jaren zijn er volgens
officiële berichten vijf zesduizend vrijge
laten. Onlangs beloofde de regering op
nieuw en voor de zoveelste maal, dat de
betrokkenen, die nu al tien jaar zonder
vorm van proces onder kommervolle om
standigheden worden vastgehouden, bin
nen drie of vier jaar op vrije voeten wor
den gesteld. Een belofte waaraan de con
stante druk van landen als Australië, West-
Duitsland, de Verenigde Staten en Neder
land bepaald niet vreemd zal zijn.
Het derde probleem, dat zwaar drukt op
het politiek geweten van het Soeharto-re-
giem, is het gebrek aan rechtszekerheid,
waaronder burgers van elke rang en stand
gebukt gaan. Indonesië lijkt minder op een
democratische rechtsstaat dan op de be
faamde een-partij-staten, die men zegt zo
te verfoeien. Wie braaf de sporen van de
regering drukt en bij tijd en wijle gelegen-
President Soeharto.
heid vindt de loftrompet te steken heeft,
vooral als hij tot het leger der overheids
dienaren behoort, een fraaie kans op een
geslaagde carrière Doch wie van zijn hart
geen moordkuil wenst te maken en de
vrijheid neemt om een kritische toon aan
te slaan, die mag de borst wel nat maken.
Hij zal zijn pad met stekeligheden bezaaid
vinden.
Vriendjespolitiek, intimidatie en ambtelij
ke zowel als gerechtelijke willekeur zijn in
Indonesië al te vaak sterker gebleken dan
de regels van het publieke fatsoen.
Wie in dit klimaat op mogelijkheden zint
tot politieke actie moet van goeden huize
zijn. Dat ondervond enkele maanden gele
den de inmiddels bekend geworden heer
Sawito, landbouwkundige te Bogor en
vooral bekend als vooraanstaand en in
vloedrijk leider van een Javaanse mystieke
beweging. Sawito zocht, naar van de zijde
van de regering wordt beweerd, medestan
ders voor een actie tegen het Soeharto-be-
wind. In het kader daarvan trad hij in de
volle openbaarheid met een document, dat
de verwording van het openbaar leven in
Indonesië aan de kaak stelde en daarbij
een soort „ethisch reveil" bepleitte. De
brief sloeg in als een bom, niet in de laatste
plaats omdat hij gesierd was met de hand
tekeningen van de vroegere vice-president
Mohammed Hatta en een aantal religieuze
leiders, onder wie de kardinaal van Jakar
ta. Een „herderlijk schrijven" van niet
officiële leiders van het volk dus, dat door
de regering niet ten onrechte als een aan
slag op haar goede naam ervaren werd.
Sawito is intussen gearresteerd en als „ver
rader van land en volk" terzijde gescho
ven. Maar zijn „bom" is daarmee niet
uitgewerkt Kenners van de Indonesische
omgangsvormen merken op dat het docu
ment tussen de regels door veel stof bevat
die met name Soeharto zelf, bekend als hij
is met formules en vingerwijzingen uit de
wereld van de mystiek, heel wat te denken
moet geven. In wezen zou de brief niets
minder betekenen dan de boodschap dat
Soeharto zijn tijd heeft gehad en niet meer
de man kan worden geacht om de doe
leinden, die hij zichzelf gesteld heeft, ook
zelf te realiseren.
Doorgaans wel ingelichte bronnen beweren
dat Soeharto deze boodschap beter begre
pen heeft dan sommige ondertekenaars en
dat hij ook bereid is er de consequenties
uit te trekken. En dus wordt er nu al druk
gespeculeerd over zijn heengaan van het
politieke toneel. Speculaties die zich wen
den en keren rond de vraag of Soeharto
in 1978 nog wel bereid zal zijn zich voor
de volgende presidentiële termijn beschik
baar te stellen. Reeds wordt veelvuldig de
naam genoemd van zijn vermoedelijke op
volger, de chef-staf van het leger, generaal
Surono, een man van aanzien, die be
kwaam wordt geacht het door Soeharto
begonnen karwei voort te zetten. Het heen
gaan van Soeharto zou uiteraard de in
goeden doen verkerende „hofkliek" zeer
ongelegen komen. Vandaar dat uit die
kring zware druk op de president wordt
uitgeoefend zijn optreden nog minstens
een maal te prolongeren. Wat „Pak Harto"
of wel „vadertje Soeharto" uiteindelijk zal
besluiten, ligt nog in de schoot der goden.
Vast staat wel, dat de uitslag van de
komende verkiezingen toch wellicht van
meer belang zullen blijken dan met het
blote oog wordt waargenomen.
CAS VAN HOUTERT
:njt/
LONDEN De ruilwinkels, die
als paddestoelen uit de grond rij
zen in de beste wijken van Lon
den, zijn een teken des tijds. Bui
tenlandse bezoekers met harde va
luta mogen kledingstukken goed
koop vinden in Engeland, de En-
gelsep zelf denken er anders over.
Daarvan getuigen hun ruilwinkels.
In het Engels heten ze „Swop
shops". Wie er winkelt is een
„Swop shopper". Toch wordt er
niet noodzakelijk geruild. Men
komt er over de vloer om goedkope
tweedehands kleren op de kop te
kunnen tikken.
Het vreemde is, dat de klanten van
dergelijke ruilwinkels geen arme
mensen zijn, maar veelal welgestel
de lieden van de bourgeoisie, verte
genwoordigers van „two car fami
lies", dat zijn gezinnen met twee
auto's, waarvan een, de duurste,
toebehoort aan „de firma".
Het pond is niet veel meer waard.
De tijden zijn slecht Meer en meer
Engelsen, zelfs wanneer ze een
paar auto's hebben, dragen tweede
hands kleren. De bourgeoisie, die
haar zonen en dochters naar peper
dure privéscholenstuurt, vindt dat
de uniformen en de sportartikelen,
die daar voorgeschreven worden,
te veel kosten. Bovendien groeien
de kinderen er direct uit.
Op een privé-internaat voor jon
gens komt het schoolgeld momen
teel op minstens 250 pond per tri
mester. Het uniform dat vereist
wordt kost nog eens 300 pond.
Voor wat zoonlief in de zomer no
dig heeft om sport te beoefenen,
moet paps gemiddeld nog 75 pond
dokken.
Vijf jaar geleden besloot Patricia
Mitchell, nu 43, die hoge kosten
doeltreffend te bestrijden. Ze open
de een ruilwinkel in de stallen van
haar 500 jaar oude woning te Ald-
ham, in het Engelse graafschap
Essex. Patricia begon met cricket-
schoenen.
„Ik was gaan beseffen, dat iedere
zomer honderden ouders cricket
schoenen moesten vervangen, die
wel te klein waren geworden, maar
nauwelijks tekenen van slijtage
vertoonden. Dus dacht ik: ze zijn
zo duur, waarom zet ik geen ruil
handel op touw?"
Buitenlandse kopers in Marks and Spencer's in Oxford Street. Voor veel Londenaren zijn zelfs
de koopjes hier te duur.
Patricia Mitchell is een goede orga
nisatrice. Hoewel ze nooit adver
teerde en haar klanten vrijwel alle
maal vrienden van vrienden waren,
onderging haar „swop shop" voort
durend uitbreidingen. Het duurde
niet lang of je kon bij Patricia alles
vinden wat leerlingen van Engelse
privéscholen moeten dragen. Van
een ruilzaak werd het een. winkel
van behoorlijke tweedehandse din
gen. Niet alleen voorgeschreven
uniformen, maar ook gewone kin
derkleren, jurken voor zwangere
vrouwen en sinds een jaar
ook modieuze avondjaponnen.
Patricia's zaak heet „Pig-in-the-
Middle". Het grootste deel van de
klanten heeft schoolgaande kinde
ren. Zegt mevrouw Patricia Water
man, van Dunmow in Essex: „Wij
kunnen ons geen vakanties meer
veroorloven, omdat wij onze zonen
naar een privéschool sturen. Toen
ik vernam, dat Patricia Mitchell
tweedehands uniformen verkocht,
besloot ik die kans om geld te
sparen niet te laten gaan. Eerst
wou mijn man niet, dat zijn zonen
in gedragen kleren naar school
zouden gaan, maar nu hij beseft
hoe groot het financiële verschil is,
zeurt hij er niet meer over".
Patricia Mitchell heeft al een twee
de winkel in Londen, te midden
van buitenlandse ambassades en
luxueuze woningen van de adellij
ke stand. Ook daar is de vraag
naar tweedehands artikelen verras
send groot Patricia gooide het op
een akkoordje met een oude
schoolvriendin, Caroline Hardy, ge
trouwd met filmregisseur Robin
Hardy. De nieuwe „swop shop"
bevindt zich in de tuinkamer van
de Hardy's. Zij bewonen een mooi
huis bij Eaton Square, de buurt
van „Tussen salon en souterrain".
Andere ruilwinkels, die niet gespe
cialiseerd zijn in uniformen van de
privé-schooljeugd, doen eveneens
schitterende zaken. Gabrielle
Crawford, ex-echtgenote van de be
kende akteur Michael Crawford,
opende haar „frock exchange" (ja-
ponnenruil) in 1972. Sindsdien is
haar omzet verdubbeld. Ze heeft
nu heel andere klanten. „Vroeger
kregen we vrouwen, die kwamen
verkopen en nooit iets kochten".
vertelt ze. „In die tijd keek men
nog neer op tweedehands kleren.
Dat is nu voorbij".
Gabrielle heeft net een tweede zaak
geopend in Londen. Haar kleding
is afgestemd op mannen en kinde
ren en draagt de gepaste naam
„Teken des Tijds". Er sluipen gere
geld zakenlui uit de city naar bin
nen (van het soort dat nog een
bolhoed draagt) om kostuums en
overjassen met fluwelen kragen te
verkopen. Gabrielle Crawford ver
baast zich erover, dat het nooit
lang duurt eer die tweedehands
pakken en overjassen gekocht wor
den door andere nette heren.
In andere ruilwinkels gaat het net
eender met tweedehands avondja
ponnen, gemaakt door bekende
modehuizen. Zegt mevrouw Betty
Edwards, echtgenote van een Lon-
dense bankdirecteur: „Wij gaan
vaak 's avonds uit Ik kan me elke
winter maar een dure nieuwe
avondjapon veroorloven. Voor het
zelfde geld koop ik echter verschil
lende tweedehands japonnen, die
ik een keer draag en dan weer
versjacher. Het is een ideaal sys-
leem" ROGER SIMONS