oooooooo
weekpuzzel door dr. Pluizer
postzegels
dierenportret
y oplossing vorige puzzel
@0900000
oooooooo
Pw ©oeoooo©
oooooooo
PAGINA
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 5 MAART )R'
OOOOOOOO
Oe prijswinnaars van
de puzzel van vori
ge week zijn:
Twaalf gulden vijftig:
mevr. v. Veen-
Heemskerk,
Lage Rijndijk 10c, Lei
den.
Zeven gulden vijftig:
mevr. M. van Kam
penhout-Bakker.
Dijkstraat 17. Roelofa-
rendsveen.
Vijf gulden: M. J.
Droog.
Dr. v. Noortstraat 12
N. Stompwijk.
De prijzen worden bin
nen drie weken per
cheque toegezon-
Oplossingen voor
woensdagmiddag
twaalf uur onder
vermelding van
.Puzzel 9' opsturen
naar:
Leidse Courant.
Postbus 11.
Leiden.
Het beroep luidt dus: TELEVISIEMONTEUR.
NR. 9
KRUISWOORDPUZZEL
HORIZONTAAL:
1. sport, 6. rund: 7. totaal; 9.
danspartij; 10 stevige vogel
veer; 12 ondergevel. 14 fami
lielid; 15 appelsoort; 17
dwaas; 19 zangstem; 20 ver
zoekschrift; 22 in grove trek
ken; 24 vruchtengelei; 25
rund uit Tibet; 26 ziekte bij
kippen; 28 garnituur; 30 voor
zetsel; 31 zangstem; 32 tel
woord; 33 beroep; 35 muzie
knoot; 36 insekt; 39 zwaard
walvis; 41 namaak; 42 be
roep; 43 zelfkant van linnen;
45 blad; 46 klaar. 48 Eurovi
siepartner (afk.); 50 .uitroep
51 loterijbriefje; 52 dierenge
luid; 53 gewricht; 55 deel van
de hals; 57 roofdier; 58 brei-
benodigdheid; 59 klooster
zuster; 61 bijdehand; 64 ver
mogend; 65 dandy; 67 lengte
maat; 68 duinvallei; 69 dier;
71 vogel; 72 vleesnat; 73 sup
porter; 75 deel v.e. zeis; 76
stuk hard hout voor het
scherpen van zeisen.
VERTICAAL:
1 halsboord; 2 muzieknoot; 3
fluweelkoord; 4 boom; 5
hoogste punt; 6 toiletbeno
digdheid; 8 insekt; 9 vis; 10
hoofddeksel; 11 proper; 13
Europeaan; 14 boom; 15 elas
ticiteit; 16 raadgeving; 18 ui
ting van genegenheid; 19
zoogdier; 20 identiteitsbewijs;
21 boom; 23 waadbare plaats;
24 gulhartig; 25 wapen in
oosterse landen; 27 dier; 29
apparaat; 31 zuivelprodukt;
34 uitschot van fruit; 36 ver
achtelijk; 37 roofvogel; 38
tuinhaag; 40 vistuig; 44 straf
baar feit; 47 Europeaan; 49
boom; 51 oude lap; 52 dier;
54 glansloos; 56 horizon; 57
afgelegen; 58 drank; 60 drink-
kom; 62 vroeger; 63 tijds
duur; 64 mensengroep; 66
lichte stof; 68 bierkan; 70
halsdoek; 72 zeilvaartuig; 74
bijbeldeel (afk.); 75 lidwoord.
De techniek heeft de laatste jaren
een enorme vlucht genomen en
niet voor niets doet de kreet „tech
nisch is alles mogelijk" opgeld.
Ook in de bridgewereld is de tech
nische vooruitgang merkbaar. Wa
ren er vroeger slechts enkelen die
met kop en schouders boven de
andere spelers uitstaken, thans is
het zo ver dat zich een vrij brede
laag van goede tot zeer goede
spelers heeft gevormd, die het de
grootmeesters bij de verschillende
wedstrijden beslist niet gemakke
lijk maakt. Voorbeelden daarvan
vindt men bij het zomertoernooi in
Scheveningen. bij de Waddington-
beker wedstrijden, het Interpolis-
toernooi en bij de open viertallen-
wedstrijden.
Reeds menig gerenommeerd vier
tal werd hierbij voortijdig uit het
zadel gelicht. Nu zijn deze vrij
korte wedstrijden weliswaar geen
graadmeter voor de werkelijke
krachtsverhoudingen, maar het feit
blijft bestaan dat velen de facetten
van het bridgespel blijken te heb-
A 5
A983
O 10 5
AHV72
H B 10 9 4 3
VB 107
OV7
94
ben bestudeerd en dat bijvoor
beeld de gammele volgbodjes, die
als regel voor de betere speler een
welkome bron van punten beteke
nen, achterwege worden gelaten.
Op het gebied van de speeltech-
niek blijft er echter nog wel iets
te wensen over. Weliswaar is ook
hier vooruitgang te bespeuren,
maar er zijn toch nog te veel
spelers die de algemene regels
laten prevaleren boven het gezond
verstand. Met andere woorden: de
theoretische kennis is aanwezig,
maar het inzicht ontbreekt (nog?)
Een goed voorbeeld volgt hier:
(Zie'diagram)
In een viertallenwedstrijd moesten
beide zuidspelers een goed vier
schoppencontract spelen. Aan de
eerste tafel werd uitgekomen met
hartenheer. die in noord met het
aas werd genomen. Zuid ziet, dat
hij hierna blijft zitten met twee
verliesslagen in ruiten en een in
harten. Hij kan op de derde hoge
klaveren van noord wel een ruiten
afgooien, maar is dan afhankelijk
van een 3—3 verdeling in klaveren.
De kans hierop is 36%. Hij kan ook
eerst troef spelen en op de vrouw
snijden (hetgeen volgens de theo
rie met 8 troeven samen juist is).
Lukt de snit, dan haalt hij de
troeven er uit en speelt daarna
klaveren. Zitten die 3—3, dan
maakt hij zelfs 12 slagen. Zuid
besloot deze laatste speelwijze te
kiezen en speelde schoppenaas en
een kleine schoppen naar de boer.
West nam met de vrouw en het
contract ging een down. Hoewel
zuid een 50% kans nam. is zijn
methode toch niet de beste. Zuid
moet de theorie over het snijden
overboord zetten en onmiddellijk
schoppenaas, en -heer spelen. Valt
de vrouw niet, dan vervolgt hij met
de hoge klaveren en gooit in eigen
hand een ruiten af. Hij wint het
spel dan als de klaveren 33 of
42 verdeeld zijn (36 48 84%
kans), omdat OW niet meer maken
dan een slag in ruiten, harten en
schoppen. In dit geval maakt zuid
zelfs 11 slagen, omdat ook op de
vierde klaveren een ruiten kan
worden geparkeerd. Aan de andere
tafel begonnen OW twee ruitensla
gen te maken, waarna met harten
werd vervolgd. Zuid moest nu kie
zen tussen de boven aanbevolen
speelwijze en de schoppensnit.
Daar de kans op het vallen van
schoppenvrouw moeilijk te bereke
nen is, nam zuid de schoppensnit,
waardoor het resultaat op het spel
gelijk was.
Op 18 februari is een begin ge
maakt met de finale van het Neder
lands kampioenschap voor dames.
Dit toernooi wordt afgewerkt in
Nijmegen, Oranje Hotel. Molen
straat 99 en wel elke vrijdagavond
om zeven uur en zaterdagmorgen
half elf. De laatste ronde wordt
gespeeld op zaterdag 26 maart.
Vier speelsters plaatsten zich door
hun prestaties van vorig jaar, nl.
de dames Graas (kampioene).
Poepjes-Koopman. Geurts en Nieu-
wenhuizen, de andere acht kwa
men uit de halve finales, die in
januari werden verspeeld.
Over het algemeen ligt het spelpeil
bij de dames niet erg hoog. Er
wordt voorzichtig gespeeld, of veel
te ruig, dat wil zeggen onverant
woord agressief en meestal wordt
het spel in klassieke banen geleid.
De meeste partijen in de halve
finales voldeden aan deze regel. In
veel partijen ook wisselende kan
sen. Zo kwam het voor dat een
mevr. Veenboer
mej, Huynk
speelster met een schijf achter
stand toch nog won.
Twee aardige fragmenten willen
we u niet onthouden. In het eerste
diagram de slotfase van de partij
mej. Huynk (finaliste) tegen mej. J.
van Berkel, met de stand na de
52ste zet van zwart 40-44. Na 53.
21-16 44-50 volgt een leuke winst:
mej. v.d. Kraats
54 16-11 7x16 55 17-12 50x22 (op
8x17 10-4 en op 50x17 geen 12x3
en 17-26 maar 12x21 16x38 37-32
38x27 10-5) 56. 12x3 22-4. 57. 10-5
16-21 58 3x26 4-31 59. 32-28
31x48 60. 26-42 48x23 61. 5x28 en
de buit is binnen. Ook 59. 5-14
31x48 60. 14-25 wint. Maar: als
zwart na 54. 16-11 gewoon 50x22
slaat wordt het remise! Zie maar:
55. 11x13 22x15... Brr,
In het tweede diagram de stand bij
mej. v.d. Kraats—mevrouw P.
Veenboer-Haaisma. De witspeelster
tippelt in een bekende typezet,'
hoeft zich niet te schamen.
Ook in de halve finales bij de
heren werd op deze manier een
partij beslist. Het diagram geeft de
stand aan na de 29ste zet van wit
42-38?
Mevrouw Veenboer won als volgt:
29. 24-29 30. 33x24 19x30 31.
28x10 30-34 32. 39x30 9-14 33.
10x19 13x44 34. 45-40 44x35 35.
25-20 18-22 36. 27x18 8-13 37.
18x9 3x25 en daarna was het snel
uit.
De eerlijkheid gebiedt echter te
zeggen: de vooruitgang is van de
dames onmiskenbaar," de kennis
neemt toe. De prestaties zullen
ongetwijfeld een stijgende lijn blij
ven ondergaan. Deze finalestrijd
misschien al. We komen daar op
terug.
500 jaar Delftse Bijbel
Op 8 maart a.s. zal de Nederland
se P.T.T. een bijzondere postze->
gel in de waarde van 55 cent
(zonder toeslag) uitgeven. Dit ter
gelegenheid van het vijfhonderd
jarig bestaan van het oudste met
losse loden letters gedrukte boek
In de Nederlandse taal, de z.g.
Delftse Bijbel
Deze bijbel werd in 1477 gedrukt
bij Jacob Jacobszoon van der
Meer en Mauricius Vemantszoon
van Middelborch te Delft. De Delft
se bijbel was geen complete bijbel:
de psalmen en het Nieuwe Testam
ent ontbraken. Met deze uitgave
begon de typografische massapro-
duktie van het Nederlandse boek
De verspreiding in de volkstaal van
de bijbel drukte onmiskenbaar zijn
stempel op het religieuze- en cul
turele leven van de Middeleeuwen
en latere tijden. Hoewel de prijs
van de Delftse Bijbel destijds zeer
hoog geweest moet zijn, wordt
aangenomen dat de eerste oplage
toch vrij groot is geweest. Door
deze hoge prijs konden overigens
slechts zeer welgestelden zich de
aanschaf van een exemplaar per
mitteren. Op dit moment bestaan
er nog ongeveer 45 a 50 exempla
ren van de oorspronkelijke druk.
De uitgifte van de postzegel - ont
werp Gerrit Noordzij - staat niet
alleen in het teken van de bijbel,
maar mede in dat van het boek.
Als voorstelling op de zegel ziet
men een reconstructie van de lo
den letters a en b (in spiegelbeeld)
uit de middeleeuwen. Verder een
schéma van een langs elektroni
sche weg zichtbaar gemaakte let
ter a. Het geheel tegen de achter
grond van een fragment uit de
Delftse Bijbel. t.w. Job 19, vérs 23
Nederland 55c
'4 'btucnDitnMgöüxui
I i
griffdBFVfÏBa
pli^fcnSfct incfeouajjnt
cnjBfcP»rtciu5l&ri«:tt
1477Delftse Bijbel 1977
Fragment uit de Delttte Bijbel
(Job 19 23. 24) Loden letten (b en e)
en een electronach gevormde Ontwerp 1
GeJrn Noordzij Oruk Joh Enecbedé en Zn
Uitgifte 8-3-1977 Opleeg 200 000 vet
(5.10)
Oe Oelftte Bijbel, het Oude Teetement
Nederlandstalige boek dat mi
tenen gatet a (1284 pag
Fragment uit de Delftse Bijbel
(Job 19 23. 24) Loden letters (b en a)
en een electromsch gevormde a Ontwerp
Gerrit Noordzij Druk Joh Enschedé en Zn
Uitgifte 8 3-1977 Oplaag 200 000 vel
(5 x 10)
De Delftse Bijbel, het Oude Testament
zonder de Psalmen, is het eerste
Nederlandstalige boek dat met losse
letters gezet is (1284 pag
en 24. Deze verzen luiden als
volgt: „Och, of mijn woorden wer
den opgeschreven, och. of zij kwa
men in een boek, met een ijzeren
stift in lood werden gegrift, voor
eeuwig gehouwen uit een rots."
(Vertaling n.b.g., 1951). Als bijzon
dere tekst op de zegel: „1477
Delftse Bijbel 1977".
Het drukken in rasterdiepdruk
werd verzorgd door Joh. Enschede
in de kleuren oker en zwart. Met
al deze informatie zijn we er nog
niet, want deze zegel heeft een
novum in de vorm van eéfr infor
matie-tab zoals o.a. ook Israël dit
doet. Ook hier bevat de tab een
toelichting op de emissie.
De zegels mogen slechts worden
verkocht met de bijbehorende tab,
die steeds aan de rechterkant van
de zegel moet zitten. Wanneer
men dus een zegel tussen twee
tabs wil hebben, moet men twee
zegels met twee tabs rechts kopen.
Dit is dus ook het geval wanneer
men een zegel met de tab aan de
linkerkant wil hebben, ook dan
moeten twee zegels met twee tabs
rechts worden gekocht. Deza tabs
hebben uiteraard geen frankeer-
waarde. De geldigheidstermijn
voor frankering is onbepaald en de
zegel zal verkrijgbaar zijn zolang
de voorraad strekt.
De buitenlandse bijdrage komt de
ze week van België, waar het uit
gifteprogramma 1977 op 14 fe
bruari geopend werd. Op die da
tum verscheen een bijzondere ze
gel in de waarde van 6,50 fr
zonder toeslag als eerste fase in
het Rubens- herdenkingsjaar. P
Rubens werd geboren op 28 juni
1577 te Siegen in Westfalen. Het
grootste deel van zijn leven woon
de en werkte Peter Paul Rubens
in Antwerpen. De door H. Binne-
weg ontworpen zegel toont het
vignet van het internationaal Ru
bensjaar.
Op 21 februari kwamen in België
twee bijzondere zegels met toeslag
in omloop, met als onderwerp „het
Belgische Rode Kruis". Als eerste
is daar een zegel van 6.50 fr.
2.50 fr. met daarop het portret van
dr. Albert Hustin. Op 17 maart
1914 werd in het St. Janshospitaal
te Brussel de eerste succesvolle
bloedtransfusie door dr. Hustin uit
gevoerd.
Hiermee werd de grondslag gelegd
voor een van de belangrijkste ta
ken van het Belgische Rode Kruis.
De tweede zegel staat in het teken
van het „Wereldjaar van het reu
ma" en heeft een waarde van 14
fr. 7 fr. Afgebeeld is een gesti
leerd beeld van een reumabehan
deling, een rood kruis en het em
bleem van het „wereldjaar". De
zegels werden ontworpen door W.
Bosschem waarbij voor het portret
van dr. Hustin gebruik werd ge
maakt van een werk van M. Bonne-
tain.
Oud-wereldkampioen Smyslov
heeft in het toernooi in Hastings
dan wel niet de eerste plaats be
reikt, maar een gedeelde vierde en
vijfde plaats met 8 uit 14 punten
is toch een uitnemend resultaat.
Bij hem begint ook de leeftijd te
tellen en het aantal remises in een
toernooi neemt toe. Toch heeft hij
slechts één partij verloren (tegen
toernooiwinnaar Romanischin) 3
gewonnen en 11 remise gemaakt.
Hier volgt één van zijn winstpartij
en en daaruit zien we dat zijn
tegenpartij maar een enkele zwak
ke zet behoeft te doen om dan van
het bord te worden gecombineerd:
Wit: V. Smyslov
Zwart: I. Farago
Engelse opening.
1. c4, Pf6 2. Pc3, e6 3. e4, d5 (Een
goede variant is hier ook: 3.
c5 4. d4, cd4: 5. Dd4:, Pc6 6. De4,
4.e5, Pd7 5. cd5: ed5: 6. d4,
c5 7. Pf3, Pc6 8. Lb5l,(De oude
toernooirot duikt hier uit zijn prak
tijkervaring een kansrijke zet op).
8a6 (Zwart kan niet twee
maal op d4 slaan, omdat dan de
pion op d5 verloren gaat, en op:
8. cd4: 9. Pd4:, Pde5:? volgt
10. De2!) 8. a6 9. Lc6:, bc6:
10. 0-0, Le7 11. dc5:, Pc5:12. Pd4,
(zie diagram 1).
Hier had Farago de aanval op c6
moeten pareren met de eenvoudi
ge zet Ld7. Hij speelde echter: 12.
Db6? Smyslov was er als de
kippen bij om pion b2 te offeren,
berekende dat: 13. Le3l, het
paard indirekt pent en ruimte
maakt voor de toren op c1. Dit
leidt, indien zwart zich laat verlei
den om pion b2 te slaan, tot: 13.
Db2: 14. Pc6:, Dc3: 15. Pe7.\
Ke7: 16. Tc1, tot een dodelijke
aanval. Farago zag dit in en speel
de anders: 130-0 14. Tc1,
Wit dreigt nu met: 15. Pb3, Db4
16. Pc5: Lc5: 17. a3. Db6 18. Pa4,
een -stuk te veroveren. Zwart
vindt hiertegen: 14. Td8 om
na Pb3 zijn d-pion te laten opruk
ken.' Maar nu wordt de versmade
b-pion een machtig wapen: 15.
Smyslov
b4!, Pe4 16. Pa4, Db7 17. Pc6:.
Te8 en zwart gaf tevens op, omdat
hij zag dat hij na: 18. Pd6,een
kwaliteit achter raakt.
Adorjan, die in Hastings met Smys
lov de vierde en vijfde plaats deel
de, kan er ook wat van. Misschien
is zijn spel niet zo wetenschappe
lijk als dat van Smyslov, maar
aanvallen kan hij wel. Hier volgt
een fragment uit het Tsjichorin
Herdenkingstoernooi 1976:
Wit: Sacharov
Zwart: Adorjan
Na: 1. e4. d6 2. d4, Pf6 3. Pc3,
g6 4. Pf3, Lg7 5. Le2, 0-0 6. 0-0,
Pc6 7. Lg5, h6 8. Lf4, Pg4 9. h3,
e5 10. de5:, Pe5: 11. Pe5:, de5:
12. Le3, Pd4 13. Lc4, was de
volgende stelling ontstaan van dia
gram 2.
Als we deze stelling overzien blijkt
dat wit iets verder in zijn ontwikke
ling der stukken is dan zwart.
Daarom lijkt de aanvalszet: 13
Dh4l? van Adorjan ietwat voorba
rig. Er volgde: 14. Pd5, c6 15. Pc7,
en als nu de toren in veiligheid
zou worden gebracht: 15Tb8
dan zou 16. C3, wit in het
voordeel brengen. Maar Adorjan
had geheel andere plannen: 15.
Lh3:!? Weer zo'n scherpe aan
valszet, waarvan moeilijk valt voor
uit te berekenen waar dat heen
leidt. Alle boekjeswijsheid is te niet
gedaan en beide spelers staan op
„eigen benen". Na: 16. gh3:,Dh3:
17. Ld4:. ed4: 18. Pa8:, Le5 19. f4.
Dg3| heeft zwart al direkt remise
door „eeuwig schaak" en: 16.
Ld4.\ Tad8! brengt de kwaliteit in
veiligheid. Loper h3 gaai er dan
wel aan, maar het paard op c7
staat op verlies en zwart heeft
goede aanval. Sacharov besloot
dan ook maar direkt de toren te
slaan 16. Pa8.\ en nu had zwart
zijn aanval kunnen afronden met:
16Lg2:Inplaats daarvan zet
te hij voort met: 16. De4: 17.
gh3:, Pf3f 18. Kh1, Ph4f 19. f3,
De3: 20. Pc7, Voorlopig staat
het paard hier veilig, want 20
Tc8 wordt beantwoord met. 21.
Pe6! Zwart zette voort met: 20.
Df4 21. Dd3, Dg3 22. De2, e4
23. Dh2, Dh2:t 24. Kh2:, en nu
zou zwart na: 24Le5f 25. f4,
Lc7: 26. Kh1, Pf3 twee gezonde
pionnen voor zijn kwaliteit hebben
overgehouden. Maar hij speelde:
24. Pf3f en nu had wit weer
kansen gekregen door dit paard te
slaan. Hij kon dan n.l. na: 25. Tf3:,
ef3: 26. Te1, zijn paard redden.
Maar ook wit greep mis, speelde:
25. Kh1?,en werd daarna lang
zaam maar sekuur doodgedrukt.
Men ziet. zo'n schijnbaar ongemo
tiveerde aanval brengt spannin
weeg!
Tot besluit:
Schaakfantasie van Ir. W. J.
Mees 2e prijs studietoemooi Ti
schrift KNSB 1958.
(Zie diagram nr. 3).
Wit: Kh4, Lf5; pionnen: b6, c5,
d4. e3.
Zwart: Ka8, Ta2, Lg1, .LM. Pt
pionnen: c2, e5, f4, g3, h2.
Wit begint en wint. L j
Bepaald geen partij-achtige stud.
Het is onvoorstelbaar dat wit rr;™
zo'n geweldige achterstand in rr?j
teriaal nog kan winnen. Nu
c7, dreigt wel mat, maa te *e
entegen is 1. Lb7 toe
afdoende? Er dreigt bovei.- "Jf
schaak op M. 2. Le4, h1Df 3. LhnJ
g2. De pionnen gaan nu stap vo'e
stap naar voren, en daarbij
witte loper én de zwarte loper, f"
koning komt daarbij regelmafc
schaak te staan, maar onttrekt zi(
daaraan door in de richting van
zwarte koning te gaan. Hieruit or
wikkelt zich het volgende spel:
Lg2:, Lf2f 5. Kg5,13 6. Lf3:, Le3l®
7. Kf6, e4 8. Le4:, Ld4f: 9. Ke?
Lc5:f 10. Kd7, Pc6 11. Lc6:, Lc6*r
12. Kc6.\ en wint. Zoekt u r
maar zelf eens uit, hoe wit wif
als zwart op de 7e zet schaak ge^s
OP 95
Schapendoes: trouw, waaks, vrolijk en slirf^
In de periode dat talloze schapen
kuddes nog door ons land zwier
ven, was de Nederlandse schapen
does een veel en graag geziene
hond. De schaapherders prezen
het dier om zijn werklust en
schranderheid en meestal was hij
voor de herders ook een trouwe
metgezel. De schapendoes was im
mers in zijn element als hij de
kudde bewaakte. Dat was tenslotte
zijn taak en hij vervulde die met
groot enthousiasme. De hond was
er„ qua lichaamsbouw en karakter
uitermate geschikt voor: hij leerde
snel, was ondanks zijn wat logge
uiterlijk watervlug en had veel ple
zier in zijn „werk". Door het veld
„galopperend", met af en toe een
vlugge wending naar links of
rechts wist hij de schapen met
groot gemak bij elkaar te houden.
De herders waren zeer tevreden
over hun „personeel". De scha
pendoes was immers de enige
hond, die hij in een paar maanden
tijd kon leren een middelgrote
kudde van circa 60 schapen te
bewaken.
Reeds op de allereerste dierenten-
toonstellingen in 1872 en 1974
werd de hond vertegenwoordigd;
deze tentoonstellingen stonden
dan ook meestal in het teken van
veeteelt en veehouderij. Toen ech
ter de schapenkuddes in Neder
land zeldzamer werden en later
bijna geheel verdwenen (er zijn
nog enkele gesubsidieerde kuddes
in de buurt van Markelo, Ede en
Ommen), verdween de schapen
does met hen mee. Het ras werd
met uitsterven bedreigd en het
duurde een hele tijd, voordat men
inzag dat een honderas met zulke
prima kwaliteiten niet verdwijnen
mocht. Pas na 1943 verscheen de
schapendoes weer op tentoonstel
lingen en veroverde meteen alle
harten van kenners en bezoekers.
Door de voedselschaarste was
men genoodzaakt te wachten tot
na de bevrijding om met het fok
ken van dit ras te beginnen
De schapendoes; ook voor kinderen fijne, maar bewerkelijke speelkameraad.
Toch heeft het nog meer dan 30
jaar geduurd voordat het ras offi
cieel erkend werd. Deze erkenning
is voornamelijk te danken aan de
speciaal voor deze hond opgerich
te vereniging „De Nederlandse
Schapendoes" en dank zij de
moeite en inspanning van kynolo-
gen werden in 1976 de eerste
nesten geboren met een volledig
erkende stamboom.
De schapendoes behoort tot de
groep: „Verward met langharigen
met lang behaarde snuit", waartoe
ook de bobtail (Old English Sheep
dog) en de Briard of Chien de Brie
behoren. Het dier valt op door zijn
prachtige rijke beharing, die hem
er vaak zwaarder doet uitzien dan
hij eigenlijk is. Het geraamte is
licht en veerkrachtig door st^e
ontwikkeling van de borstspieren.
Ondanks zijn wat logge, sullige
uiterlijk is hij verbazend tempera
mentvol en springlustig.
De sterk behaarde kop is breed
met mooie, ronde, bruine ogen. De
kleuren van de vacht variëren van
grauwgrijs tot zwart met lichtere
voeten. Over zijn karakter kunnen
we kort zijn: de hond is trouw,
moedig, waaks met een blij hu
meur en zeer slim. Kortom, een
ideale gezinshond, denkt men dan.
En toch zeggen we: nou nee. De
schapendoes heeft namelijk door
zijn levendige vrolijke karakter
zeer veel lichaamsbeweging nodig.
Zijn werklust is hij nooit vergeten
en het liefst zou hij eigenlijk een
eigen schapenkudde willen heb
ben Een blokje om per dag is laho
niet voldoende. Het dier moet kun
nen springen in het bos of park,
zeker een uur per dag.
Verder is zijn vacht, die hem er
zo grappig uit doet zijn, nogal
bewerkelijk. De golvende haren
groeien dicht opeen uit de huid.j
Ze zijn dun en droog en klitten'
gemakkelijk in het onderhaar. Het'
is absoluut noodzakelijk hem da
gelijks te kammen en te borstelen.;'
Dit dienst echter wel voorzichtig te
gebeuren, zodat zijn ondervachU
niet weggekamd wordt. Bij de zeer.,
langharigen zal het haar ook nog
wel eens ontward moeten worden, j
De schapendoes is voor diegenen,'^
die een beetje extra verzorging welj
voor hem overhebben een zeer
trouwe metgezel, met een grote-
mensenliefde en een gouden ha