oooooooo weekpuzzel door dr. Pluizer postzegels dierenportret y oplossing vorige puzzel @0900000 oooooooo Pw ©oeoooo© oooooooo PAGINA LEIDSE COURANT ZATERDAG 5 MAART )R' OOOOOOOO Oe prijswinnaars van de puzzel van vori ge week zijn: Twaalf gulden vijftig: mevr. v. Veen- Heemskerk, Lage Rijndijk 10c, Lei den. Zeven gulden vijftig: mevr. M. van Kam penhout-Bakker. Dijkstraat 17. Roelofa- rendsveen. Vijf gulden: M. J. Droog. Dr. v. Noortstraat 12 N. Stompwijk. De prijzen worden bin nen drie weken per cheque toegezon- Oplossingen voor woensdagmiddag twaalf uur onder vermelding van .Puzzel 9' opsturen naar: Leidse Courant. Postbus 11. Leiden. Het beroep luidt dus: TELEVISIEMONTEUR. NR. 9 KRUISWOORDPUZZEL HORIZONTAAL: 1. sport, 6. rund: 7. totaal; 9. danspartij; 10 stevige vogel veer; 12 ondergevel. 14 fami lielid; 15 appelsoort; 17 dwaas; 19 zangstem; 20 ver zoekschrift; 22 in grove trek ken; 24 vruchtengelei; 25 rund uit Tibet; 26 ziekte bij kippen; 28 garnituur; 30 voor zetsel; 31 zangstem; 32 tel woord; 33 beroep; 35 muzie knoot; 36 insekt; 39 zwaard walvis; 41 namaak; 42 be roep; 43 zelfkant van linnen; 45 blad; 46 klaar. 48 Eurovi siepartner (afk.); 50 .uitroep 51 loterijbriefje; 52 dierenge luid; 53 gewricht; 55 deel van de hals; 57 roofdier; 58 brei- benodigdheid; 59 klooster zuster; 61 bijdehand; 64 ver mogend; 65 dandy; 67 lengte maat; 68 duinvallei; 69 dier; 71 vogel; 72 vleesnat; 73 sup porter; 75 deel v.e. zeis; 76 stuk hard hout voor het scherpen van zeisen. VERTICAAL: 1 halsboord; 2 muzieknoot; 3 fluweelkoord; 4 boom; 5 hoogste punt; 6 toiletbeno digdheid; 8 insekt; 9 vis; 10 hoofddeksel; 11 proper; 13 Europeaan; 14 boom; 15 elas ticiteit; 16 raadgeving; 18 ui ting van genegenheid; 19 zoogdier; 20 identiteitsbewijs; 21 boom; 23 waadbare plaats; 24 gulhartig; 25 wapen in oosterse landen; 27 dier; 29 apparaat; 31 zuivelprodukt; 34 uitschot van fruit; 36 ver achtelijk; 37 roofvogel; 38 tuinhaag; 40 vistuig; 44 straf baar feit; 47 Europeaan; 49 boom; 51 oude lap; 52 dier; 54 glansloos; 56 horizon; 57 afgelegen; 58 drank; 60 drink- kom; 62 vroeger; 63 tijds duur; 64 mensengroep; 66 lichte stof; 68 bierkan; 70 halsdoek; 72 zeilvaartuig; 74 bijbeldeel (afk.); 75 lidwoord. De techniek heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen en niet voor niets doet de kreet „tech nisch is alles mogelijk" opgeld. Ook in de bridgewereld is de tech nische vooruitgang merkbaar. Wa ren er vroeger slechts enkelen die met kop en schouders boven de andere spelers uitstaken, thans is het zo ver dat zich een vrij brede laag van goede tot zeer goede spelers heeft gevormd, die het de grootmeesters bij de verschillende wedstrijden beslist niet gemakke lijk maakt. Voorbeelden daarvan vindt men bij het zomertoernooi in Scheveningen. bij de Waddington- beker wedstrijden, het Interpolis- toernooi en bij de open viertallen- wedstrijden. Reeds menig gerenommeerd vier tal werd hierbij voortijdig uit het zadel gelicht. Nu zijn deze vrij korte wedstrijden weliswaar geen graadmeter voor de werkelijke krachtsverhoudingen, maar het feit blijft bestaan dat velen de facetten van het bridgespel blijken te heb- A 5 A983 O 10 5 AHV72 H B 10 9 4 3 VB 107 OV7 94 ben bestudeerd en dat bijvoor beeld de gammele volgbodjes, die als regel voor de betere speler een welkome bron van punten beteke nen, achterwege worden gelaten. Op het gebied van de speeltech- niek blijft er echter nog wel iets te wensen over. Weliswaar is ook hier vooruitgang te bespeuren, maar er zijn toch nog te veel spelers die de algemene regels laten prevaleren boven het gezond verstand. Met andere woorden: de theoretische kennis is aanwezig, maar het inzicht ontbreekt (nog?) Een goed voorbeeld volgt hier: (Zie'diagram) In een viertallenwedstrijd moesten beide zuidspelers een goed vier schoppencontract spelen. Aan de eerste tafel werd uitgekomen met hartenheer. die in noord met het aas werd genomen. Zuid ziet, dat hij hierna blijft zitten met twee verliesslagen in ruiten en een in harten. Hij kan op de derde hoge klaveren van noord wel een ruiten afgooien, maar is dan afhankelijk van een 3—3 verdeling in klaveren. De kans hierop is 36%. Hij kan ook eerst troef spelen en op de vrouw snijden (hetgeen volgens de theo rie met 8 troeven samen juist is). Lukt de snit, dan haalt hij de troeven er uit en speelt daarna klaveren. Zitten die 3—3, dan maakt hij zelfs 12 slagen. Zuid besloot deze laatste speelwijze te kiezen en speelde schoppenaas en een kleine schoppen naar de boer. West nam met de vrouw en het contract ging een down. Hoewel zuid een 50% kans nam. is zijn methode toch niet de beste. Zuid moet de theorie over het snijden overboord zetten en onmiddellijk schoppenaas, en -heer spelen. Valt de vrouw niet, dan vervolgt hij met de hoge klaveren en gooit in eigen hand een ruiten af. Hij wint het spel dan als de klaveren 33 of 42 verdeeld zijn (36 48 84% kans), omdat OW niet meer maken dan een slag in ruiten, harten en schoppen. In dit geval maakt zuid zelfs 11 slagen, omdat ook op de vierde klaveren een ruiten kan worden geparkeerd. Aan de andere tafel begonnen OW twee ruitensla gen te maken, waarna met harten werd vervolgd. Zuid moest nu kie zen tussen de boven aanbevolen speelwijze en de schoppensnit. Daar de kans op het vallen van schoppenvrouw moeilijk te bereke nen is, nam zuid de schoppensnit, waardoor het resultaat op het spel gelijk was. Op 18 februari is een begin ge maakt met de finale van het Neder lands kampioenschap voor dames. Dit toernooi wordt afgewerkt in Nijmegen, Oranje Hotel. Molen straat 99 en wel elke vrijdagavond om zeven uur en zaterdagmorgen half elf. De laatste ronde wordt gespeeld op zaterdag 26 maart. Vier speelsters plaatsten zich door hun prestaties van vorig jaar, nl. de dames Graas (kampioene). Poepjes-Koopman. Geurts en Nieu- wenhuizen, de andere acht kwa men uit de halve finales, die in januari werden verspeeld. Over het algemeen ligt het spelpeil bij de dames niet erg hoog. Er wordt voorzichtig gespeeld, of veel te ruig, dat wil zeggen onverant woord agressief en meestal wordt het spel in klassieke banen geleid. De meeste partijen in de halve finales voldeden aan deze regel. In veel partijen ook wisselende kan sen. Zo kwam het voor dat een mevr. Veenboer mej, Huynk speelster met een schijf achter stand toch nog won. Twee aardige fragmenten willen we u niet onthouden. In het eerste diagram de slotfase van de partij mej. Huynk (finaliste) tegen mej. J. van Berkel, met de stand na de 52ste zet van zwart 40-44. Na 53. 21-16 44-50 volgt een leuke winst: mej. v.d. Kraats 54 16-11 7x16 55 17-12 50x22 (op 8x17 10-4 en op 50x17 geen 12x3 en 17-26 maar 12x21 16x38 37-32 38x27 10-5) 56. 12x3 22-4. 57. 10-5 16-21 58 3x26 4-31 59. 32-28 31x48 60. 26-42 48x23 61. 5x28 en de buit is binnen. Ook 59. 5-14 31x48 60. 14-25 wint. Maar: als zwart na 54. 16-11 gewoon 50x22 slaat wordt het remise! Zie maar: 55. 11x13 22x15... Brr, In het tweede diagram de stand bij mej. v.d. Kraats—mevrouw P. Veenboer-Haaisma. De witspeelster tippelt in een bekende typezet,' hoeft zich niet te schamen. Ook in de halve finales bij de heren werd op deze manier een partij beslist. Het diagram geeft de stand aan na de 29ste zet van wit 42-38? Mevrouw Veenboer won als volgt: 29. 24-29 30. 33x24 19x30 31. 28x10 30-34 32. 39x30 9-14 33. 10x19 13x44 34. 45-40 44x35 35. 25-20 18-22 36. 27x18 8-13 37. 18x9 3x25 en daarna was het snel uit. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen: de vooruitgang is van de dames onmiskenbaar," de kennis neemt toe. De prestaties zullen ongetwijfeld een stijgende lijn blij ven ondergaan. Deze finalestrijd misschien al. We komen daar op terug. 500 jaar Delftse Bijbel Op 8 maart a.s. zal de Nederland se P.T.T. een bijzondere postze-> gel in de waarde van 55 cent (zonder toeslag) uitgeven. Dit ter gelegenheid van het vijfhonderd jarig bestaan van het oudste met losse loden letters gedrukte boek In de Nederlandse taal, de z.g. Delftse Bijbel Deze bijbel werd in 1477 gedrukt bij Jacob Jacobszoon van der Meer en Mauricius Vemantszoon van Middelborch te Delft. De Delft se bijbel was geen complete bijbel: de psalmen en het Nieuwe Testam ent ontbraken. Met deze uitgave begon de typografische massapro- duktie van het Nederlandse boek De verspreiding in de volkstaal van de bijbel drukte onmiskenbaar zijn stempel op het religieuze- en cul turele leven van de Middeleeuwen en latere tijden. Hoewel de prijs van de Delftse Bijbel destijds zeer hoog geweest moet zijn, wordt aangenomen dat de eerste oplage toch vrij groot is geweest. Door deze hoge prijs konden overigens slechts zeer welgestelden zich de aanschaf van een exemplaar per mitteren. Op dit moment bestaan er nog ongeveer 45 a 50 exempla ren van de oorspronkelijke druk. De uitgifte van de postzegel - ont werp Gerrit Noordzij - staat niet alleen in het teken van de bijbel, maar mede in dat van het boek. Als voorstelling op de zegel ziet men een reconstructie van de lo den letters a en b (in spiegelbeeld) uit de middeleeuwen. Verder een schéma van een langs elektroni sche weg zichtbaar gemaakte let ter a. Het geheel tegen de achter grond van een fragment uit de Delftse Bijbel. t.w. Job 19, vérs 23 Nederland 55c '4 'btucnDitnMgöüxui I i griffdBFVfÏBa pli^fcnSfct incfeouajjnt cnjBfcP»rtciu5l&ri«:tt 1477Delftse Bijbel 1977 Fragment uit de Delttte Bijbel (Job 19 23. 24) Loden letten (b en e) en een electronach gevormde Ontwerp 1 GeJrn Noordzij Oruk Joh Enecbedé en Zn Uitgifte 8-3-1977 Opleeg 200 000 vet (5.10) Oe Oelftte Bijbel, het Oude Teetement Nederlandstalige boek dat mi tenen gatet a (1284 pag Fragment uit de Delftse Bijbel (Job 19 23. 24) Loden letters (b en a) en een electromsch gevormde a Ontwerp Gerrit Noordzij Druk Joh Enschedé en Zn Uitgifte 8 3-1977 Oplaag 200 000 vel (5 x 10) De Delftse Bijbel, het Oude Testament zonder de Psalmen, is het eerste Nederlandstalige boek dat met losse letters gezet is (1284 pag en 24. Deze verzen luiden als volgt: „Och, of mijn woorden wer den opgeschreven, och. of zij kwa men in een boek, met een ijzeren stift in lood werden gegrift, voor eeuwig gehouwen uit een rots." (Vertaling n.b.g., 1951). Als bijzon dere tekst op de zegel: „1477 Delftse Bijbel 1977". Het drukken in rasterdiepdruk werd verzorgd door Joh. Enschede in de kleuren oker en zwart. Met al deze informatie zijn we er nog niet, want deze zegel heeft een novum in de vorm van eéfr infor matie-tab zoals o.a. ook Israël dit doet. Ook hier bevat de tab een toelichting op de emissie. De zegels mogen slechts worden verkocht met de bijbehorende tab, die steeds aan de rechterkant van de zegel moet zitten. Wanneer men dus een zegel tussen twee tabs wil hebben, moet men twee zegels met twee tabs rechts kopen. Dit is dus ook het geval wanneer men een zegel met de tab aan de linkerkant wil hebben, ook dan moeten twee zegels met twee tabs rechts worden gekocht. Deza tabs hebben uiteraard geen frankeer- waarde. De geldigheidstermijn voor frankering is onbepaald en de zegel zal verkrijgbaar zijn zolang de voorraad strekt. De buitenlandse bijdrage komt de ze week van België, waar het uit gifteprogramma 1977 op 14 fe bruari geopend werd. Op die da tum verscheen een bijzondere ze gel in de waarde van 6,50 fr zonder toeslag als eerste fase in het Rubens- herdenkingsjaar. P Rubens werd geboren op 28 juni 1577 te Siegen in Westfalen. Het grootste deel van zijn leven woon de en werkte Peter Paul Rubens in Antwerpen. De door H. Binne- weg ontworpen zegel toont het vignet van het internationaal Ru bensjaar. Op 21 februari kwamen in België twee bijzondere zegels met toeslag in omloop, met als onderwerp „het Belgische Rode Kruis". Als eerste is daar een zegel van 6.50 fr. 2.50 fr. met daarop het portret van dr. Albert Hustin. Op 17 maart 1914 werd in het St. Janshospitaal te Brussel de eerste succesvolle bloedtransfusie door dr. Hustin uit gevoerd. Hiermee werd de grondslag gelegd voor een van de belangrijkste ta ken van het Belgische Rode Kruis. De tweede zegel staat in het teken van het „Wereldjaar van het reu ma" en heeft een waarde van 14 fr. 7 fr. Afgebeeld is een gesti leerd beeld van een reumabehan deling, een rood kruis en het em bleem van het „wereldjaar". De zegels werden ontworpen door W. Bosschem waarbij voor het portret van dr. Hustin gebruik werd ge maakt van een werk van M. Bonne- tain. Oud-wereldkampioen Smyslov heeft in het toernooi in Hastings dan wel niet de eerste plaats be reikt, maar een gedeelde vierde en vijfde plaats met 8 uit 14 punten is toch een uitnemend resultaat. Bij hem begint ook de leeftijd te tellen en het aantal remises in een toernooi neemt toe. Toch heeft hij slechts één partij verloren (tegen toernooiwinnaar Romanischin) 3 gewonnen en 11 remise gemaakt. Hier volgt één van zijn winstpartij en en daaruit zien we dat zijn tegenpartij maar een enkele zwak ke zet behoeft te doen om dan van het bord te worden gecombineerd: Wit: V. Smyslov Zwart: I. Farago Engelse opening. 1. c4, Pf6 2. Pc3, e6 3. e4, d5 (Een goede variant is hier ook: 3. c5 4. d4, cd4: 5. Dd4:, Pc6 6. De4, 4.e5, Pd7 5. cd5: ed5: 6. d4, c5 7. Pf3, Pc6 8. Lb5l,(De oude toernooirot duikt hier uit zijn prak tijkervaring een kansrijke zet op). 8a6 (Zwart kan niet twee maal op d4 slaan, omdat dan de pion op d5 verloren gaat, en op: 8. cd4: 9. Pd4:, Pde5:? volgt 10. De2!) 8. a6 9. Lc6:, bc6: 10. 0-0, Le7 11. dc5:, Pc5:12. Pd4, (zie diagram 1). Hier had Farago de aanval op c6 moeten pareren met de eenvoudi ge zet Ld7. Hij speelde echter: 12. Db6? Smyslov was er als de kippen bij om pion b2 te offeren, berekende dat: 13. Le3l, het paard indirekt pent en ruimte maakt voor de toren op c1. Dit leidt, indien zwart zich laat verlei den om pion b2 te slaan, tot: 13. Db2: 14. Pc6:, Dc3: 15. Pe7.\ Ke7: 16. Tc1, tot een dodelijke aanval. Farago zag dit in en speel de anders: 130-0 14. Tc1, Wit dreigt nu met: 15. Pb3, Db4 16. Pc5: Lc5: 17. a3. Db6 18. Pa4, een -stuk te veroveren. Zwart vindt hiertegen: 14. Td8 om na Pb3 zijn d-pion te laten opruk ken.' Maar nu wordt de versmade b-pion een machtig wapen: 15. Smyslov b4!, Pe4 16. Pa4, Db7 17. Pc6:. Te8 en zwart gaf tevens op, omdat hij zag dat hij na: 18. Pd6,een kwaliteit achter raakt. Adorjan, die in Hastings met Smys lov de vierde en vijfde plaats deel de, kan er ook wat van. Misschien is zijn spel niet zo wetenschappe lijk als dat van Smyslov, maar aanvallen kan hij wel. Hier volgt een fragment uit het Tsjichorin Herdenkingstoernooi 1976: Wit: Sacharov Zwart: Adorjan Na: 1. e4. d6 2. d4, Pf6 3. Pc3, g6 4. Pf3, Lg7 5. Le2, 0-0 6. 0-0, Pc6 7. Lg5, h6 8. Lf4, Pg4 9. h3, e5 10. de5:, Pe5: 11. Pe5:, de5: 12. Le3, Pd4 13. Lc4, was de volgende stelling ontstaan van dia gram 2. Als we deze stelling overzien blijkt dat wit iets verder in zijn ontwikke ling der stukken is dan zwart. Daarom lijkt de aanvalszet: 13 Dh4l? van Adorjan ietwat voorba rig. Er volgde: 14. Pd5, c6 15. Pc7, en als nu de toren in veiligheid zou worden gebracht: 15Tb8 dan zou 16. C3, wit in het voordeel brengen. Maar Adorjan had geheel andere plannen: 15. Lh3:!? Weer zo'n scherpe aan valszet, waarvan moeilijk valt voor uit te berekenen waar dat heen leidt. Alle boekjeswijsheid is te niet gedaan en beide spelers staan op „eigen benen". Na: 16. gh3:,Dh3: 17. Ld4:. ed4: 18. Pa8:, Le5 19. f4. Dg3| heeft zwart al direkt remise door „eeuwig schaak" en: 16. Ld4.\ Tad8! brengt de kwaliteit in veiligheid. Loper h3 gaai er dan wel aan, maar het paard op c7 staat op verlies en zwart heeft goede aanval. Sacharov besloot dan ook maar direkt de toren te slaan 16. Pa8.\ en nu had zwart zijn aanval kunnen afronden met: 16Lg2:Inplaats daarvan zet te hij voort met: 16. De4: 17. gh3:, Pf3f 18. Kh1, Ph4f 19. f3, De3: 20. Pc7, Voorlopig staat het paard hier veilig, want 20 Tc8 wordt beantwoord met. 21. Pe6! Zwart zette voort met: 20. Df4 21. Dd3, Dg3 22. De2, e4 23. Dh2, Dh2:t 24. Kh2:, en nu zou zwart na: 24Le5f 25. f4, Lc7: 26. Kh1, Pf3 twee gezonde pionnen voor zijn kwaliteit hebben overgehouden. Maar hij speelde: 24. Pf3f en nu had wit weer kansen gekregen door dit paard te slaan. Hij kon dan n.l. na: 25. Tf3:, ef3: 26. Te1, zijn paard redden. Maar ook wit greep mis, speelde: 25. Kh1?,en werd daarna lang zaam maar sekuur doodgedrukt. Men ziet. zo'n schijnbaar ongemo tiveerde aanval brengt spannin weeg! Tot besluit: Schaakfantasie van Ir. W. J. Mees 2e prijs studietoemooi Ti schrift KNSB 1958. (Zie diagram nr. 3). Wit: Kh4, Lf5; pionnen: b6, c5, d4. e3. Zwart: Ka8, Ta2, Lg1, .LM. Pt pionnen: c2, e5, f4, g3, h2. Wit begint en wint. L j Bepaald geen partij-achtige stud. Het is onvoorstelbaar dat wit rr;™ zo'n geweldige achterstand in rr?j teriaal nog kan winnen. Nu c7, dreigt wel mat, maa te *e entegen is 1. Lb7 toe afdoende? Er dreigt bovei.- "Jf schaak op M. 2. Le4, h1Df 3. LhnJ g2. De pionnen gaan nu stap vo'e stap naar voren, en daarbij witte loper én de zwarte loper, f" koning komt daarbij regelmafc schaak te staan, maar onttrekt zi( daaraan door in de richting van zwarte koning te gaan. Hieruit or wikkelt zich het volgende spel: Lg2:, Lf2f 5. Kg5,13 6. Lf3:, Le3l® 7. Kf6, e4 8. Le4:, Ld4f: 9. Ke? Lc5:f 10. Kd7, Pc6 11. Lc6:, Lc6*r 12. Kc6.\ en wint. Zoekt u r maar zelf eens uit, hoe wit wif als zwart op de 7e zet schaak ge^s OP 95 Schapendoes: trouw, waaks, vrolijk en slirf^ In de periode dat talloze schapen kuddes nog door ons land zwier ven, was de Nederlandse schapen does een veel en graag geziene hond. De schaapherders prezen het dier om zijn werklust en schranderheid en meestal was hij voor de herders ook een trouwe metgezel. De schapendoes was im mers in zijn element als hij de kudde bewaakte. Dat was tenslotte zijn taak en hij vervulde die met groot enthousiasme. De hond was er„ qua lichaamsbouw en karakter uitermate geschikt voor: hij leerde snel, was ondanks zijn wat logge uiterlijk watervlug en had veel ple zier in zijn „werk". Door het veld „galopperend", met af en toe een vlugge wending naar links of rechts wist hij de schapen met groot gemak bij elkaar te houden. De herders waren zeer tevreden over hun „personeel". De scha pendoes was immers de enige hond, die hij in een paar maanden tijd kon leren een middelgrote kudde van circa 60 schapen te bewaken. Reeds op de allereerste dierenten- toonstellingen in 1872 en 1974 werd de hond vertegenwoordigd; deze tentoonstellingen stonden dan ook meestal in het teken van veeteelt en veehouderij. Toen ech ter de schapenkuddes in Neder land zeldzamer werden en later bijna geheel verdwenen (er zijn nog enkele gesubsidieerde kuddes in de buurt van Markelo, Ede en Ommen), verdween de schapen does met hen mee. Het ras werd met uitsterven bedreigd en het duurde een hele tijd, voordat men inzag dat een honderas met zulke prima kwaliteiten niet verdwijnen mocht. Pas na 1943 verscheen de schapendoes weer op tentoonstel lingen en veroverde meteen alle harten van kenners en bezoekers. Door de voedselschaarste was men genoodzaakt te wachten tot na de bevrijding om met het fok ken van dit ras te beginnen De schapendoes; ook voor kinderen fijne, maar bewerkelijke speelkameraad. Toch heeft het nog meer dan 30 jaar geduurd voordat het ras offi cieel erkend werd. Deze erkenning is voornamelijk te danken aan de speciaal voor deze hond opgerich te vereniging „De Nederlandse Schapendoes" en dank zij de moeite en inspanning van kynolo- gen werden in 1976 de eerste nesten geboren met een volledig erkende stamboom. De schapendoes behoort tot de groep: „Verward met langharigen met lang behaarde snuit", waartoe ook de bobtail (Old English Sheep dog) en de Briard of Chien de Brie behoren. Het dier valt op door zijn prachtige rijke beharing, die hem er vaak zwaarder doet uitzien dan hij eigenlijk is. Het geraamte is licht en veerkrachtig door st^e ontwikkeling van de borstspieren. Ondanks zijn wat logge, sullige uiterlijk is hij verbazend tempera mentvol en springlustig. De sterk behaarde kop is breed met mooie, ronde, bruine ogen. De kleuren van de vacht variëren van grauwgrijs tot zwart met lichtere voeten. Over zijn karakter kunnen we kort zijn: de hond is trouw, moedig, waaks met een blij hu meur en zeer slim. Kortom, een ideale gezinshond, denkt men dan. En toch zeggen we: nou nee. De schapendoes heeft namelijk door zijn levendige vrolijke karakter zeer veel lichaamsbeweging nodig. Zijn werklust is hij nooit vergeten en het liefst zou hij eigenlijk een eigen schapenkudde willen heb ben Een blokje om per dag is laho niet voldoende. Het dier moet kun nen springen in het bos of park, zeker een uur per dag. Verder is zijn vacht, die hem er zo grappig uit doet zijn, nogal bewerkelijk. De golvende haren groeien dicht opeen uit de huid.j Ze zijn dun en droog en klitten' gemakkelijk in het onderhaar. Het' is absoluut noodzakelijk hem da gelijks te kammen en te borstelen.;' Dit dienst echter wel voorzichtig te gebeuren, zodat zijn ondervachU niet weggekamd wordt. Bij de zeer., langharigen zal het haar ook nog wel eens ontward moeten worden, j De schapendoes is voor diegenen,'^ die een beetje extra verzorging welj voor hem overhebben een zeer trouwe metgezel, met een grote- mensenliefde en een gouden ha

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 8