Sportgeneeskunde in ontwikkeling Dick Helling hoopt op tweede kans bij Ajax Jaarlijks 45.000 sportblessures A DR. WIM MOSTERD: „WE WAREN NET VAN PLAN ERMEE OP TE HOUDEN" BLESSURE DWARSBOOMT TOEKOMSTPLANNEN Universiteit vormt sportarts en de Hartstichting waardoor ik nu niet meer zo somber be hoef te spreken. Er groeit iets. In onze beleidsnota, waarvan we overigens van de overheid te horen kregen dat het niet paste in de plannen, wat dus betekent dat hij in de ministe riële la werd opgeborgen, stel den we dat goede gezondheids zorg er voor eenieder moet zijn. Wat ervoor nodig is, hebben we ook gezegd: voldoende kennis van de sportgeneeskunde o.a. de verschillende vormen van belasting, kennis van de pre ventie, van het behandelen, van de wijze waarop minder vali den moeten worden tegemoet- getreden. Zo'n onderzoek moet niet uniform zijn maar aange past aan de mate van intensi teit waarop de sport wordt beoefend en de leeftijd van de sporter. Er moet geadviseerd kunnen worden welke sport het meest geschikt is. Het onder werp vrouw in de sport komt nog altijd onvoldoende uit de verf'. Onvoldoende „We moeten er eens aan den ken dat van de drie miljoen sportbeoefenaars er jaarlijks vijfenveertigduizend blessures oplopen. Dat is een gigantisch aantal, dat mede onderstreept dat de preventie onvoldoende is". „Men wist er trouwens ook geen raad mee want de studie daaromtrent bestond niet. Dat moet dus allemaal veranderd worden. Ons beleidsplan voor ziet dan ook in een instituut voor sportgeneeskunde, dat de top moet zijn van een logische opbouw met o.a. de sportmedi- sche adviesbureaus waarvan nu een netwerk bestaat van Kinderen gaan op steeds jeugdiger leeftijd sporten. De leeftijdsgrens is niet alleen verlaagd maar ook ver. hoogd met bijvoorbeeld veteranensport. Dat zijn gebieden waarop nog veel gestudeerd moet worden en waarvoor sportartsen, dus mensen met een gerichte opleiding, nodig zijn. twaalf, terwijl er twaalf in op- kundige opleiding van de basi- die doende zijn met de sport- richting zijn en we zes aanvra- sarts, waarvan er thans vijf keuringen, waarbij ik aanteken gen hebben. Dan is het genoeg, volledig als zodanig werkzaam dat die keüring intensiever zou 4 Met dertig veertig sportmedi- zijn en drie in opleiding zijn. kunnen fungeren indien de arts sche adviescentra is het verza- Die opleiding is dus van de niet alles zelf zou willen doen digingspunt bereikt Er is nu grond gekomen. Kon ook want maar, zoals in Den Haag ge- één (Maastricht) sportgenees- vier jaar geleden werkten we beurt, en bij mijn weten als met een budget van vier ton, enige stad, hulpkrachten wor- nu van anderhalf miljoen". den ingeschakeld die natuurlijk wel ter zake kundig moeten Er is dus al het een en ander zijn maar dat kan hen geleerd gerealiseerd van hetgeen de worden. Zij zouden de „neven- Vereniging voor Sportgenees- functies" kunnen uitoefenen", kunde voor ogen staat Mos terd: „Het optimisme is echter In zijn enthousiasme verliest nog bij lange na niet bereikt, dr. Wim Mosterd de realiteit Ik doel op een centraal leiding- nooit uit het oog. Zulk een am- gevend orgaan, op research, op bitieus plan moet nogal wat optimaal gebruik maken van kosten eer het maximaal kan honderd tot de medewerkers in vergt geen enorme mvesterin- vijftig fysiotherapeuten die alleen om topsport gaat maar meer dan doorsnee-belangstel- zoals het ons voor ogen staat ling voor de sport hebben, een- en zoals het trouwens moet: zelfde aantal artsen dat zich bereikbaar voor iedereen. En met meer dan gemiddelde inte- dat zijn er nogal wat in ons resse met de sport bezighoudt, landje .veertienhonderdenvijftig artsen HERMAN VAN BERGEM. sin^QRT net op tijd injectie Met trots kan dr. Wim Mosterd dit lijstje laten zien. Momenteel zijn zo'n vijfduizend personen werkzaam in de sportgezondheidszorg. „Dat kunnen er veel meer worden en dat moet ook. Voor sportgeneeskunde blijkt bij de jonge arts enorme belangstelling te bestaan", aldus dr. Mosterd. „Dit is nog maar een begin". universiteit in Maastricht heeft nu in de opleiding tot arts een fors aantal uren ingelast voor sportgeneeskunde. We hadden nooit verwacht dat dit uit ons beleidsplan te voorschijn zou komen. Helaas is Maastricht de enige terwijl het als een paal boven water staat dat jonge artsen enorme belangstelling hebben voor de sportgenees kunde. Wij hebben, als Vereni ging voor Sportgeneeskunde, applicatiecursussen, waarmee we vroeger adverteerden. Doen we niet meer. Hoeft ook niet want de cursussen zijn ver overtekend". Waarom dan toch die aanvan kelijke somberheid bij de be stuurders van de WS? Mos terd: „Sportgeneeskunde wordt veelal gekoppeld aan topsport. Niets is minder juist Het moet voor goederen zijn en dan be doel ik op zo breed mogelijk vlak. Wat is er de laatste tijd gebeurd in de sport? Kinderen zijn op steeds jeugdiger leeftijd gaan sporten en dat heeft soms niets meer met recreatie te ma ken maar alles met topsport, al zijn ze dan nog niet gevorderd tot wat gemeenlijk onder top sporter wordt verstaan. De leeftijdsgrens is niet alleen ver laagd maar zeer zeker ook ver hoogd. Er wordt getrimd, er wordt aan veteranensport ge daan. Voorts heeft de uitbrei ding van de vrije tijd de ont wikkeling van de sport gesti muleerd. De sport wordt ook intensiever beoefend, het stre ven naar prestaties is vergroot. Er is een groep die de volle aandacht dient te hebben: de gehandicapten, zowel lichame lijke als geestelijke en verder kan sport ook een belangrijke bijdrage leveren in de revalida tie". „Dan moet het me van het hart, dit gehele pakket bezien de, dat zowel de Nederlandse Sport Federatie als het Neder lands Olympisch Comité en de Koninklijke Nederlandse Voet bal Bond onvoldoende hun taak zien in de sportgezond- heidsorganisatie en dat de sportbeoefenaars onvoldoende het belang inzien van de pre ventie. Zij komen pas als ze geblesseerd zijn". Het onderwerp „vrouw in de sport" komt nog altijd onvoldoende uit de verf. Fledeujerkers sportoezondheidazorQ a0 sportmasseurs 2600 b. "sport"-fysiotherapeuten 250 c. "sporf'-artsen 250 sportartsen (3) volledig werkzaam 5 d. keuringsartsen (Federatie) 1450 Bo artsen voor jeugdgezondheidszorg oooo fo andere groepen artsen Zo'n tien jaar waren dr. Wim Mosterd, voorzitter de Vereniging voor Sportgeneeskunde, en zijn bestuur al om begrip te kweken voor hun doelstellingen. Tever- En zo kwam twee jaar geleden het tijdstip dat zij nog een beleidsnota opstelden maar tevens het besluit namen functies ter beschikking te stellen. Ze waren het vergeefs beu. Maar eensklaps werd die sombere stemming wegge- door de nieuwe opzet van de verdeling van de lotto- en waarbij (veel) geld beschikbaar werd gesteld voor de sportgeneeskunde. Wim Mosterd en de zijnen sprongen welis waar niet, vervuld van onmetelijke blijdschap, meteen een gat de lucht maar ervoeren spoedig dat „dat geld een enorme impuls was". Mosterd: „Twee jaar geleden constateerden we een gigantische stilstand. Er was geen enkele response meer op ons werk terwijl de ontwikkeling in de sportwereld juist een verba zingwekkende hausse doormaakte. In ons beleidsplan hadden we gesteld dat een goede sportgezondheidszorg voor iedereen bereik baar moest zijn. We hadden ook aangegeven wat daarvoor naar onze mening nodig en noodzakelijk was. Maar de doodse stilte rondom ons streven had ons nagenoeg uitgeblust. En wat gebeurde na de nieuwe opzet lotto-toto? De zaak kwam in ontwikkeling en nu kunnen we de optelsom maken dat zo'n vijfduizend mensen werkzaam zijn in de sportgezondheidszorg. Op allerlei punten groeien we trouwens". Politiek „Van landelijke politieke zijde is er ook onvoldoende belang stelling. Jawel, er worden vra gen gesteld in de Kamer als het woord doping is gevallen. Dan wordt er gevraagd: minister, hoe voorkomen we dat? Maar dat is slechts een randver schijnsel. Wat is in de verkie zingsprogramma's te lezen over sport? Ik heb het eens nage gaan in het programma van de WD. Zo'n vier regels of daar omtrent. Alsof ze willen zeg gen: o ja, dat is waar ook, sport, een paar regels daaraan wijden kan nooit kwaad". Pittige taal van dr. Wim Mos terd, voortkomend uit zijn ent housiasme dat weer is opge bloeid „dank zij lotto en toto Wim Mosterd, arts voor hart en vaatziekten en een van de eersten, wellicht de allereerste, die zich zo intensief in de sport verdiepte dat hij zich met recht sportarts mag noemen, trans formeerde van een bijna uitge bluste tot weer de enthousiaste voorvechter. Het begrip sportarts was in ons land onbekend. Er waren art sen die belangstelling hadden voor sport, zich ermee bezig hielden en op grond daarvan het 'etiket sportarts opgeplakt kregen. Maar een opleiding was er niet. „Was er inderdaad niet", aldus dr. Mosterd. „De Zaandam Dick Helling heeft weinig reden om vrolijk te zijn. Hij bracht een bezoek aan het Lukasziekenhuis in Am sterdam, waar hij na een intensieve in spectie van zijn knie te horen kreeg dat hij voorlopig enige weken niet mag voet ballen. „Ik voelde zelf ook wel dat ik nog niet zou kunnen spelen, maar ik hoopte in elk geval weer met de training te mogen beginnen". Hellings blessure betekent opnieuw een forse streep door zijn toekomstplannen. „Nadat Ivic me te verstaan had gegeven dat ik voorlopig bij Ajax niet in aanmer king zou komen voor de A-selectie, zag ik Telstar als een uitstekend tussenstation om hem te bewijzen dat hij op het verkeerde spoor zat door me achteloos terzijde te schuiven. Door die ellendige blessure raak ik echter weer achterop". Niet alleen triest voor Helling, maar ook voor Telstar, dat sinds zijn terugkeer enige aardige resultaten boekte. Telstar worstel de zich enigszins uit de onderste regionen maar raakte daar inmiddels weer in ver zeild, omdat na de blessure van Helling prompt alles verloren werd. Helling: „Het zal wel toeval geweest zijn, maar het ging inderdaad beter met Telstar toen ik terugkwam. Ik geloof dat ik rust in de ploeg bracht. Verschillende spelers werden daardoor zelfbewuster en dat le verde punten op." Telstars hoogtepunt in die periode was de triomf op Feyenoord. Een overwinning met een voor Helling extra pikant tintje, want als loontrekker van Ajax bewees hij zijn werkgeler een enorme dienst door concur rent Feyenoord te verslaan. Helling: „Iede re dinsdagochtend train ik bij Ajax. Dat is met Telstar overeengekomen. Je kunt je voorstellen dat ik na die overwinning op Feyenoord heel wat complimentjes heb gehad. Dat kunnen wel eens belangrijke punten zijn aan het eind van de rit. Daar door heb ik zelf het gevoel toch nog enige waarde voor Ajax te hebben gehad". Ajax blijft moeilijk de toekomstdroom van Dick Hélling, die aan het eind van het seizoen naar Amsterdam terugkeert, om zijn contract, dat dan nog een jaar loopt, uit te dienen." Als voetballer streef je naar het hoogst mogelijke. Voor mij is dat Ajax. Goed, de eerste keer ben ik geflopt, moge lijk lukt het de tweede maal." Dick Helling heeft de afgelopen maanden wel aan den lijve ondervonden hoe puur zakelijk het betaald voetbal is. „Wanneer je uit een selectie gestoten wordt, valt het leven inderdaad niet mee. Dan is het zelfs verrekte hard. Ik heb het in die periode dan ook moeilijk gehad, vooral omdat niemand me behoor lijk heeft opgevangen". Een opmerking waarmee Helling een enorm hiaat in het betaalde voetbal ter sprake brengt. Je zou toch mogen ver wachten dat een club als Ajax, die veel geld in Helling heeft geïnvesteerd, wat zorgvuldiger met «en van zijn talenten omspringt Helling: „Redelijkerwijs gesproken mag je dat inderdaad verwachten. De keiharde waarheid is echter dat je in zo'n sitnatie helemaal alleen staat Je hebt afgedaan en daarmee uit". Dick Helling vraagt zich af of het niet de hoogste tijd wordt om de sociale begelei ding in het topvoetbal drastisch te verbete ren. Zonder lijn „Ik heb helemaal geen contact gehad met Feyenoorder Jan Verheijen, maar ik neem aan dat hij de afgelopen weken bij dat gedoe met Gerard van der Lem ook hele maal geen begeleiding heeft gekregen. Dat is toch te gek om los te lopen. Moet je eens optellen hoeveel talenten verloren gaan door gebrek aan opvang. Het is na tuurlijk allemaal moeilijk meetbaar, maar ik maak me sterk dat diverse voetballers aldus de door een blessure getroffen speler. ver onder hun mogelijkheden blijven, om dat ze onvoldoende begeleid worden". Dick Helling, een voetballer met een eigen visie. Ook op Telstar dat al jaren een kleurloos beleid voert. „Een beleid zonder lijn", meent Helling na enig nadenken. „Telstar speelt te veel op zeker. Als er drie je tenminste kans dat je doelbewust aan een toekomst kunt bouwen. Telstar doet dat niet Goede spelers vertrekken, en min der goede komen terug. Terwijl dat hele maal niet nodig is, omdat eventuele tekor ten toch gecompenseerd worden door de Hoogovens". Rob Hartog V dubbeltjes binnenkomen, worden er vijf stuivers uitgegeven en gaat een stuiver naar de bank. Niet zo slim vind ik, want de kwaliteit loopt daardoor steeds terug met als gevolg minder toeschouwers en dus minder inkomsten. Dan kan je beter maar meteen die dertig cent uitgeven om een goede kracht aan te trekken. Dan heb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 11