weekpuzzel door dr. Pluizer
medische rubriek
oplossing vorige puzzel
i m mm r
m i
1Ü Hi
m
mm 1Ë s;a,
PAGINA 18
LEIDSE COURANT
De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn:
Twaalf gulden vijftig: J. den Haan
Geerweg 9. Ter-Aar.
Zeven gulden vijftig: Mevrouw L. Schlatmann
Reigerslaan 5. Voorhout.
Vijf gulden: Erdwin Hoogenboom
Vrouwevenneweg 13, Oud-Ade.
De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd.
Oplossingen voor woensdagmiddag twaalf uur onder vermelding van
"Puzzel 7" opsturen naar:
Leidse Courant.
Postbus 11.
Leiden.
Nr. 7
CRYPTOGRAM
Horizontaal:
1 Luid geschreeuw is iets wat gemist
kan worden (7); S Uit dat onderdeel van
de grammofoon blijkt weinig geluid te
komen (7); 9 Hijswerktuig dat in Duits
land als meubelstuk dienst doet (7); 10
Daar ligt een persoon in moeilijke om
standigheden (7): 11 Nuttigde oom
maar een klein beetje? (5); 12 Elk
kwartaal moet er in Trier mest gebracht
worden (9); 13 Hetzelfde lot gold ook
hem als toerist toen hij geen motel kon
vinden (9); 15 Wij gaan maar verder
zonder 'r Irene in te kennen (5); 16 Vals
licht (5); 18 Ondergrondse Europeaan
in een wereldstad (9); 21 Oude dans-
lekkernij (9); 24 Als uw zoon erachter
komt, wordt u groot, vader! (5); 25
Smaakte 't eten je, dat je onlangs kreeg
aangeboden? (7); 26 Als voorbijganger
veroorzaakt hij de spreekwoordelijke
stilte (7); 27 Met al die tandjes kan het
snel dor worden (7); 28 Twee dierenver
blijven voor paarden (7).
Verticaal;
1 Veel mensen zien de meester al (7);
2 wie schoot 'r op die brokstukken?
(7); 3 Maar Nel is niet bang voor dit
noodsignaal (9); 4 In dit voorwerp voelt
dit dier zich beslist niet thuis (5): 5 Had
u in de tweede set niet 'n tweemaal
zo grote voorsprong als in de eerste?
(9); 6 Kleine cirkelletter van het alfabet
(5); 7 Liet Ab u iets merken van het
beëindigen van de reeds begonnen
strafvervolging? (7); 8 Moeder en Geert
vormen tezamen de tegenstelling van
vetheid (7); 14 In Lemmer zie ik vaak
dat zeil op schepen (9); 15 Uiterlijk kan
het gebeuren (9); 16 Vader, speur die
vroegere infanteriesoldaat op! (7); 17
Die halfedelsteen stelde niet veel voor
op dat tijdstip (7); 19 Bijzonder keurig
toveren (7); 20 Als afbakening op voet
balvelden is dit produkt geenszins ge
schikt! (7); 22 Dit knaagdier is in de
Amsterdamse dierentuin aanwezig (5);
23 Elk ander Nel niet! zag het
liefst dit soort van biljartspel (5).
In parenwedstrijden, die meestal
volgens het Howellsysteem worden
gespeeld, is het van het grootste
belang te proberen op een spel
meer punten te scoren dan de
tegenstanders, die hetzelfde spel
te spelen krijgen. Dit lijkt een wei
nig verrassende uitspraak, maar
brengt wel consequenties mee ten
aanzien van het beste eindcon-
tract.
De grootte van het verschil in
scorepunten is in parenwedstrijden
van ondergeschikt belang en men
ziet in dit soort wedstrijden dan
ook vaak een voorkeur voor iets
minder kansrijke SA of hoge kleur-
contracten dan voor „potdichte"
lage kleurspellen. Onderstaand
spel laat zien welke gevaren aan
deze voorliefde kunnen kleven.
Het veiligste contract met deze
noord-zuid spellen is zonder twijfel
6 ruiten, dat (behalve bij een 4-0
verdeling in troef) op geen enkele
manier kan worden down ge
speeld. Schoppenaas in de zuid-
<710 8 7
OH V 9 8 6 4 2
♦AB
♦V 10 5 M ♦B 8 4 3 2
^653 w n ^A4
OB5 W7° O10 3
♦V 9 8 5 3 Z +H764
A 9 7 6
OH V B92
o A 7
102
hand is een degelijke parkeer
plaats voor noords tweede klave
ren en alleen hartenaas gaat verlo
ren. In de parenwedstrijd waarin
dit spel voorkwam joegen enkele
noord-zuidparen echter op de
topscore en verkozen zes harten
als eindbod. Dit contract stelt hoge
eisen aan het tegenspel: komt
west niet met klaveren uit dan
wordt het zonder meer gewonnen,
doet hij dat wél, dan nog moeten
oost-west bijzonder op hun qui-vi-
ve zijn om het down te spelen.
Slechts één paar slaagde daarin en
het is wel aardig eerst eens te
kijken of u dat tegenspel (met
open kaarten!) weet te vinden.
West komt uit met klaver 5 en de
eerste vier slagen zijn praktisch
gedwongen: klaveraas, schoppen
heer, ruitenaas en schoppenaas,
waarop noords klaverboer wordt
afgegooid. Vervolgens speelde
zuid hartenheer en dit was het
kritieke moment. Oost moet har
tenaas namelijk niet nemen. Doet
hij dit wel en speelt hij een zwarte
kleur na, dan troeft noord, de
laatste troeven worden gehaald en
ruitenheer is de entree voor de
vrije ruitens. Speelt oost ruiten na,
dan neemt noord, haalt de troeven
(eindigend in noord) en klaar is
Kees. Als oost hartenaas echter
weigert is zuid kansloos. Speelt hij
troef na, dan neemt oost en ver
volgt met klaveren. Noord moet
troeven en zuid kan niet in zijn
hand komen om de laatse troef te
halen zonder de ruitenkleur van
noord waardeloos te maken.
Het is gemakkelijk in te zien dat
ook ander naspel dan troef zuid
geen baat brengt. De entree-moei
lijkheden zijn niet te overwinnen.
Opmerkelijk is nog. dat het con
tract wel gewonnen wordt als men
de harten 6 en 2 verwisselt, zij het
op geheel andere wijze. Zuid moet
het dan in de cross-ruff zoeken en
in slag 5 een klaveren aftroeven.
Dan ruitenheer incasseren en een
ruiten troeven, schoppen troeven
in noord, weer ruiten troeven en
de laatste schoppen in noord troe
ven. De tegenpartij maakt slechts
hartenaas. Het baat oost niet de
derde of de vierde ruiten met het
.aas voor te troeven en troef na te
spelen. Als hij met het aas troeft
gooit zuid een zwarte kaart af en
noord kan de andere verliezer nog
troeven.
I B°J.r Nuys
Ex-wereldkampioen bij de jeugd,
de Huissenaar Gert van Aalten en
Frank Drost, de onderwijzer uit
Franeker, hebben zich ook ge
plaatst voor de finale van het Ne
derlandse damkampioenschap dat
van 30 maart tot en met 9 april
in Zevenaar wordt gehouden.
KNDB-bestuurslid Wim Los uit
Smilde zal in dit door een meubel-
handel gesponsorde evenement
optreden als toemooi-directeur.
Van Aalten en Drost konden aan
de halve finale meedoen als keuze
speler van het hoofdbestuur. Zij
hebben die keuze waargemaakt.
Vooral Drost, die een paar jaar
wegens studie een teruggetrokken
dam leven leidde, deed meer dan
verwacht
In een belangrijke fase van het.
toernooi klom hij door overwinnin
gen op Hooyberg en Smeenk naar
de top. In het eerste diagram de
partij tegen Hooyberg. met de
stand na de 20ste zet van Hooy
berg 48-437 Door deze zet dreigt
i m
m m m m m
Ji JB
Ovv. Jlsfi jO
S I
m m
1 M
jüNv v§Inn
ajajcLö ji
UQ. H O
HOOYBERG
38-32. Hij is gebaseerd op het
falen van 27—31 36x27 22x42
33x13 42x24 wegens 50-45 9x18
34-30 25x34 en 39x10.
Maar met 20.... 25-30! gooit Drost
roet in het eten. Op 34x25 wint
27-31 36x27 22x42 33x13 en 42x24.
waardoor Hooyberg besloot tot
35x24. En nu 27-31 36x27 22x42
DROST
13x22 28x17 en na 29-24 42-48
33-29 17—21 3430 48-31 47-42
31x48 39-34 48x39 44x33 brak
spoedig Drost door op wits lange
vleugel.
De partij tegen Smeenk volgde
moderne wegen na de 33-29 17-22
opening, op hoger niveau een ge
liefd wapen. Het tweede diagram
toont de stand na de 27ste zet
11—17 van zwart. Nu gaat de be
slissende fase in. 34-30 25x34,
39x30 28x39, 43x34 23-28, 24-20
13-19, 30-25 9—14 (vermoedelijk te
vroeg weliswaar is 19-24 28-32 ver
hinderd door 25-20 24-29x29 en
20-14, maar hier 27-32x32 ziet er
beter uit) 37-31 27-32, 38x27 21x32
34-30 18-23, 31-26 12-18, 45-40
16-21, 40-34 28-33; zwart lijkt ge
weldig te staan, maar 41-37 32x41,
36x47 verstoort de illusie. Schijf
33 komt In gevaar:
22-27, 48-43 27-31, 26x37 18-22,
37-31 22-28, 42-38 33x42, 47x38
6-11, 43-39 21-26, 31-27 28-32, 27-
21 32x43, 39x48 17-22, 21-17 11-16,
17x28 23x32, en nu de fraaie slot
fase: 34-29 32-37, 29-24 19-23, 24-
19 26-31, 19x10 31-36, 10-5 23-29,
5x41 36x47, 30-24 29x20, 25x14
16-21, 14-10 47-36, 10-5 21-26, 46-
41! en Smeenk geeft zich gewon
nen: er volgt immers 36x47 35-30
47-36 (gedwongen) 5-41 36x47 30-
24 47x20 15x24 en winst door
oppositie. Schitterend!
Nu er wat rust is aan het Neder
landse schaakfront is er even tijd
u te confronteren met iets over de
strijd van toren tegen loper. Het
komt weliswaar niet zo vaak voor
dat deze situatie in de praktijk op
het bord verschijnt, maar toch nog
wel eens. Denk maar eens aan een
partij van Hans Böhm waarin hij
met toren en loper tegen een toren
de strijd niet kon winnen. Nu is
dat niet zo verwonderlijk, want de
F.I.D.E. heeft voor deze eindspelen
een uitzondering gemaakt van de
50-zetten regel. Er zijn een drietal
verschillende soorten bekend die
niet zijn te winnen binnen deze
voorgeschreven vijftig zetten. En
daarvoor heeft de F.I.D.E. dan uit-
Niet zó moeilijk is de strijd van
toren tegen loper. Wanneer er
niets bijzonders aan de hand is.
dan is dat regelmatig remise. Als
u tenminste weet dat u als zwakste
partij met uw koning zoveel moge
lijk het vrije veld moet opzoeken.
De torenpartij is in staat u naar
de rand te drijven, maar let u dan
wel op dat u met uw koning naar
een hoek moet gaan die niet de
kleur van de loper heeft. Als voor
beeld diene dat de stand:
Wit: Kh8, Lg8 - Zwart: Kg6, Tb7
remise is, en dat:
Wit: Kg8, Lf8 - Zwart: Kg6, Ta7
voor de loperpartyj verloren is.
Het meeste van deze theorie is al
vastgelegd in de boeken, maar er
zijn van die randgevallen die veel
hoofdbrekens kosten. Wat denkt u
van de volgende studie, is dit nu
gewonnen voor wit of wordt dat
remise? Het is een studie van een
van de drie Vlaamse Reuzen. Hier
mede zijn bedoeld de studiekom-
ponisten Vandiest en Vandecas-
teele uit Antwerpen en Missiaen uit
Harelbeke. Dit drietal heeft in de
jaren na de oorlog een grote naam
verworven en allen vele suksessen
in toernooien behaald. Onze studie
is van:
R. Missiaen
1e prijs toernooi K.N.S.B. 1969
(zie diagram nr. 1)
Wit: Kf4, Tb3. Zwart: Kh2, Lh7;
pion: a5. Wit begint en wint.
De zwarte koning staal weliswaar
in de verkeerde hoek, maar er is
ook nog een zwarte pion op het
bord. Als zwart het zover kan bren
gen dat hij voor zijn loper een
steunpunt kan maken van deze
diagram 1
pion is remise zeker. Men zie:
1. Tb2 -It Kh3 2. Tb6, Lc2 3.
Td6, a4 en het wordt remise. Wit
moet het dus van dreigingen en
aanvallen op de loper hebben zon
der dat de pion een stapje voor
waarts kan doen. Met heel fijn en
subtiel spel komt de winst er als
volgt uit:
1. Kf3, Lg8 2. Td3, Lc4! 3. Tc3,
Td5+ 4. Kf2Nu heeft wit een
kenmerkende winststelling bereikt
indien de loperpartij geen pion
extra heeft. Dit moet u onthouden
voor de partij! Het gaat verder:
4..., La2 5. Tc2, Lbl Zwart kan
geen gebruik maken van: 5 .Lb3
6. Tb2, a4 want wit speelt niet zijn
toren naar b2, maar naar b.v. 6
Tc5, Ld6 De koning mag niet naar
h3 daar de loper ongedekt staat!
6. Tb2, Le4 7. Te2, Lbl Weer niet:
7 Ld3 8. Td5!En nu maakt
wit gebruik van zijn koning-toren
batterij door een aftrekschaak te
geven: 8. Kf3+, Kh3 9. Tel.en
de loper gaat verloren.
Nauw verwant met de strijd van
toren tegen loper is het spel dat
in onderstaande stand wordt ver
toond. In de regel is de strijd in
dergelijke pionloze stellingen er
een van de lopers najagen totdat
zij op een slecht veld zijn beland.
Ook hier gaat een loper verloren,
maar alleen dank zij een bijzonder
verrassende zet van de witte ko
ning:
R. Missiaen
2e prijs Toernooi K.N.S.B. 1974
(zie diagram nr. 2)
Wit: Kg2, Tc2, Ldl. Zwart: Ka8,
Lb3, Lf8. Wit begint en wint.
Om een remisestand te vermijden
moet eerst: 1. Lf3+ gespeeld
worden. Zwart mag zijn koning
niet naar b8 spelen omdat dan
diagram 2
door Tb2 een loper verloren gaat.
Dus: 1 Ka7. Na: 2. Tc3zien
we al gauw dat Lb3 slechts één
veld heeft om zich veilig te stellen:
2Le6 3. Tc6, Lb3 Opnieuw het
enige veld. En u komt nu niet
verder als u niet de zet: 4. KhlH
vindt. De witte koning moet een
aanval via de g-lijn mogelijk ma
ken. We zien bij onderzoek dat
noch de zwarte koning, noch de
loper op de b-lijn kunnen spelen
zonder direkt verlies. U vind dat
zelf wel. De loper op f8 heeft
slechts één veld om naar toe te
gaan en wel: 4 Lb4 5. Tel,
Er dreigt nu een dubbele aanval
op de lopers. Als verdediging hier
tegen is: 5La5 onvoldoende.
Er zou volgen: 6. Tal. Ka6 7. Le2+,
Kb6 8. Tbl.en wint een loper.
Na: 5Lg8 6. Tgl!zien we
waarom die onverwachte konings-
zet nodig was! Zwart heeft geen
goede zet meer. 6La2.
7 Talen: 6Lc4 7.
Tg4,En tenslotte volgt op:
6Le6 7. Tg7+ en de loper
op e6 gaat door penning, óf de
andere loper door schaak op b7
er aan. Een van de beste studies
met dit materiaal die ik ooit zag!
Timman eindspelkomponlst!
Het jongste nummer van Schaken
Nederland verrast met een studie
van niemand minder dan onze
grootmeester Jan Timman. Ik heb
de oplossing zelf moeten vinden,
want deze was nog niet vermeld.
En ik durf met recht en reden te
stellen dat het vinden van de op
lossing vele oplossers voor grote
moeilijkheden zal zetten. Mis
schien krijgen we in Timman nog
een Réti er bij!
Studie van Jan Timman.
Schakend Nederland Jan, 1977.
Wit: Ke3, La5, Pc5, Pe5. Zwartige
Kal; pionnen: a2, b2, b6, c6,
Wit begint en wint.
De doelstelling (het matzetten
de zwarte koning in de hoek)
niet nieuw, maar er zijn een heli
boel moeilijkheden te overwini
Het begint met: 1. Pc4,w
mee mat in twee zetten dreii
(Pb3+ en Pa3+). Hiertegen help
de zetten ba6:, b5 en als derdebl
niets. Alleen het slaan van h
paard op c5 belooft enig soulaa
I..., bc5: 2. Pd2!De enigr
winstzet! Op: 2blp 2. Pc4!
gaat het zwarte paard er snel a;
en wint wit „op zijn sloffen". Ooi
2..., bIT 3. Lc3+, Tb2 geeft sm
verlies. De witte koning loopt nai
cl en de loper geeft mat. Laten w
eens proberen wat: 2bID oplf
vert: 3. Lc3+, Db2 4. Kd3, c4+
Kd4!, c5+ 6.Kc4:, c6 7.Kd3,c4+
Kd4,c5+ 9. Kc4:,Door beid
driehoekjes van de koning hee
wit bereikt dat er na de gedwon re
gen ruil van dame tegen loper no:
een zwarte pion op het bord staal
Er volgt nu mat na: 9Dc3:
10.Kc3:,c4 11.Kc2.c3 12.Pb3, ma
Maar dat is niet alles. Als zwaï
op' de tweede zet speelt: 2...,d
dan moet wit er zich voor hoede
om met zijn koning naar die pion
nen toe te gaan. Er zijn dan b
damepromotie op bl wel winstva
rianten te vinden, maar zwart red
zich dan door op bl een toren
halen! Daarom moet wit nu
promotie van de b-pion verhinde
ren als volgt: 3.Lc3,c5 4.Ke2,c6 5.'
(ƒ6 (ƒ6 enz.),c3 6.Lc3:,c4 7,Kdl,C
8.Pc4:,Kbl 9.Pa3+,Kal 10.Kc2,o
II. Lb2:,mat.
In het ene vierkant zet een
mat, in het andere de loper.
Griep: niet te genezen wel te voorkomen
Spinozazegel toch in omloop
De wereldgeschiedenis vermeldt
vele. zeer zware epidemieën: pest,
cholera of tyfus. Maar geen van
hen is ernstiger in zijn gevolgen
geweest dan de geweldige griep—
of influenza-epidemie die de we
reld in 1918 en 1919 teisterde en
niet minder dan 20 miljoen dodelij
ke slachtoffers geëist heeft, onder
wie een opvallend aantal jonge
mensen.
Tien tegen een dat, wat men wat
gemeenzaam zijn „jaarlijkse griep
je" noemt helemaal geen griep is,
maar een doodgewone flinke kou.
Want als men echt influenza heeft,
dan merkt men dat wel. Wat eerst
een doodgewoon verkoudheidje
scheen, mondt plotseling uit in
hoge koorts, hoofd-, spier— en
gewrichtspijnen, en het gevoel van
bar ziek te zijn. Als er geen com
plicaties bijkomen, duurt de ziekte
toestand zes tot tien dagen en een
hele tijd nadien kan men zich nog
behoorlijk slap voelen.
Griep is een uiterst besmettelijke
virusziekte, die de slijmvliezen, in
het bijzonder die van de ademha
lingswegen aantast. Nu is een vi
rus een heel merkwaardig schep
sel Gods. Om te kunnen bestaan
en zich voort te kunnen planten,
heeft het een levende cel nodig.
Op die manier beschadigt het
griepof influenzavirus het
dekweefsel van de luchtwegen en
maakt zo de weg vrij voor allerlei
bacteriën, die het, in tegenstelling
tot de virussen, moeten hebben
van dóód weefsel. Zo kan er bij
voorbeeld longontsteking ont
staan.
Het vervelende is, dat er geen
geneesmiddelen zijn, die het virus
kunnen aanpakken. Men kan
slechts hopen, dat het lichaam zelf
snel en voldoende antistoffen
vormt, om het virus te vernietigen.
Pas als er bacteriële complicaties
optreden kan er echt medisch in
gegrepen worden en wel met anti
biotica. Een enkele keer kan het
voorkomen, dat het virus zelf
longontsteking veroorzaakt en dan
is het verloop doorgaans dodelijk,
aangezien, zoals gezegd, tegen
een virus nog geen kruid gewas
sen is, al zijn er recentelijk stoffen
V
Influenzavirus op longweefsel, ge
zien door een elektronenmicro
scoop.
ontwikkeld die op het influenzavi
rus enige invloed schijnen te heb
ben. Nu zijn de meeste mensen
voldoende toegerust om een in-
fluenza-aanval zonder complicaties
te doorstaan. Maar er kunnen wel
zeer gevaarlijke complicaties op
treden bij mensen met long- en
hartkwalen, met stofwisselingsziek
ten of met door stafylococcen ver
oorzaakte etterige ontstekingen.
Het is juist destafylococcencompli-
catie geweest, die in 1918 en 1919
zoveel jonge slachtoffers gemaakt
heeft (puslong).
Men is intussen heel wat aan de
weet gekomen over het influenza
virus. dat in 1933 voor het eerst
geïsoleerd kon worden.Men on
derscheidt drie hoofdstammen: A,
B en C. waarvan alleen A en B
voor de mens van belang zijn. Zo
weet men bijvoorbeeld dat het
A-type om de twee tot drie jaar
epidemieën veroorzaakt en het
B—type om de drie tot vijf jaar.
Een moeilijkheid is. dat zowel bij
het A— als bij het B—type varian
ten optreden, waartegen vroeger
verkregen immuniteit niet meer
helpt. Grote stamveranderingen
doen zich zo om de veertig tot
vijftig jaar voor en deze veroorza
ken omvangrijke pandemieën (we
reldomvattende epidemieën), zoals
in 1918-1919 en 1957—1958. In
beide gevallen was het een virus
van het type A.
Maar gelukkig bestaat heden ten
dage de mogelijkheid zich te later\
inenten. Men weet met vrij grote
zekerheid welke variant van welk
type zal gaan toeslaan en het is
mogelijk tijdig, via bevruchte kip-
peëieren, vaccin te bereiden. Het
is zelfs mogelijk om meer varian
ten in één vaccin te verwerken. Dit
vaccin kan bij mensen, die tijdig
ingeënt zijn zoveel afweerstoffen
doen ontstaan, dat de griep op
hen geen vat meer heeft. Dat is
natuurlijk van zeer groot belang
voor diegenen, die grote risico's
lopen als gevolg van mogelijke
complicaties.
Deze week kunnen wij u kennis
laten maken met de omstreden
Spinozazegel, die op 21 februari
a.s. in de verkoop komt. Omstre
den, daar deze zegel in eerste
instantie niet in het uitgiftepro
gramma van de P.T.T. was opge
nomen. Men veronderstelde dat
het herdenken van de wijsgeer niet
in brede kring de aandacht zou
trekken. Bij nader inzien heeft men
dit standpunt gewijzigd en kon in
de Staatscourant van 16 december
1976 melding worden gemaakt van
het feit dat het uitgifteprogramma
zou worden aangevuld met een
herdenkingszegel ter ere van de
grote filosoof.
Baruch (lat. Benedictus) de Spino
za werd op 24 november 1632 in
Amsterdam geboren als zoon van
een uit Vidigere in Portugal afkom
stige koopman van joodse origine.
Zijn heterodoxe opvattingen had
den tot gevolg dat hij op 27 juli
1656 uit de gemeente Talmoed
Torah werd uitgebannen. Tot de
bekendste werken van zijn hand
behoren de .Ethica' en de .Tracta-
tus theologico-politicus'. Zijn
denkbeelden worden samengevat
onder de naam .Spinozisme' en
zijn wereldvermaard geworden. De
grote wijsgeer overleed op 21 fe
bruari 1677 te 's-Gravenhage, dit
jaar dus 300 jaar geleden. De af
beelding van de zegel, die een
waarde heeft van 75 cent. is een
detail van een portret van Spinoza
zoals dit te zien is op een in ca.
1666 vervaardigd schilderij dat
zich bevindt in het Haagse Ge
meentemuseum. De ondergrond
van het portret wordt gevormd
door horizontale en verticale even
wijdige lijnen. Het drukken in ras-
terdiepdruk werd verzorgd door
Joh. Enschede en Zonen te Haar
lem in de kleuren oker, violet, rood
en blauw. De zegel zal verkrijgbaar
zijn zolang de voorraad strekt.
Verder uit eigen land nog de mel
ding van het gebruik van een bij
zondere stempelvlag. en wel in het
postkantoor Rotterdam. Deze bij
zondere stempelvlag heeft als
tekst: 75 jaar koninklijke Rotter
damse P.T.T.-harmonie 19 maart
1977 en zal gebruikt worden in de,
periode van 18 februari tot en met
21 maart a.s.
Voor nieuws uit het buitenland
deze week naar Oostenrijk, waar
op 2 februaii drie bijzondere re
gels in de verkoop kwamen. De rij
wordt geopend met een zegel van
S 1.50 naar aanleiding van de
wereldkampioenschappen zaal
handbal in de groep b, die van 25
februari tot en met 6 maart ia
diverse steden in Oostenrijk ge
houden worden. Op de door Otto
Stefferl ontworpen zegel ziet men
een handballer in actie, in de kleu
ren mosgroen, zwartbruin, grijs
bruin en goud.
Bij de tweede zegel, die een waar
de heeft van S 4,-. komt toch nog
weer even ons land om de hoek
kijken. Hierop zien we namelijk het
portret van de in 1727 in Leiden
geboren Nikolaus Joseph Freiherr
von Jacquin.
Vader Jacquin had graag gezien
dat zoon Nikolaus zijn opvolger
was geworden in de laken- en
fluweelhandel. Zakelijke tegenslag
en de vroege dood van vader Jac
quin waren oorzaak dat Nikolaus
een andere richting in ging. Hij
volgde de colleges van Muschen-
broeck in Leiden over de fysica.
Verder .ontleding en natuurkunde
van het menselijk lichaam' bij
Bernhard en Siegfried Albin, schei
kunde bij Gaubius en uiteindelijk
bij Adriaan van Royen botanie.
Vooral door de botanische studie
is Jacquin in Oostenrijk een be
kend personage geworden. Zijn
verdiensten op dit gebied werden
Oor
lor
beloond met de adelstand, zodi ten
hij zich .freiherr' mocht noemen e lei
,von' voor zijn naam mocht zette. IA
Op 26 oktober 1817 stierf barojto*
van Jacquin te Wenen.
Als motief op de zegel het portrky
van de botanicus zoals dit te ziel
is in de Oostenrijkse nationale bi
bliotheek, naar ontwerp van prol
Adelbert Plech. De zegel is gedruk
in de kleur zwartpaars.
Tot slot in deze reeks een zegtjn0
van S 3,-, uitgegeven naar aanlei
ding van het feit dat het dit jaa
600 jaar geleden is dat Oswald vot
Wolkenstein geboren werd. De i(
Zuid-Tirol geboren Von Wolken
stein was niet alleen een door
wol geverfde houwdegen, dod
heeft daarnaast een niet te ver
waarlozen bijdrage geleverd aai
hetgeen tot de rijkste literair
schatten van Oostenrijk gerekem
mag worden. In de weinige rustpo
zen die hem tussen twee oorloger
of gewapende geschillen gegur»
werd, stortte hij zijn hart uit o
vele perkamenten, liederen zowe
als uitingen van zijn diepere gei
voelens. Hij stamde uit een adellfl
geslacht, zoals al uit het predikaaj f
,von' in zijn naam valt op te m*
ken. De door prof. Adelbert Pildj
ontworpen zegel toont het portrf
van Von Wolkenstein, zoals datf
zien is in de universiteitsbiblM I
theek te Innsbruck. Kleuren van <H
zegel: zwartbruin, strogeel, rood
blauw, zwart en. groen