weekpuzzel door dr. Pluizer medische rubriek oplossing vorige puzzel i m mm r m i 1Ü Hi m mm 1Ë s;a, PAGINA 18 LEIDSE COURANT De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn: Twaalf gulden vijftig: J. den Haan Geerweg 9. Ter-Aar. Zeven gulden vijftig: Mevrouw L. Schlatmann Reigerslaan 5. Voorhout. Vijf gulden: Erdwin Hoogenboom Vrouwevenneweg 13, Oud-Ade. De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd. Oplossingen voor woensdagmiddag twaalf uur onder vermelding van "Puzzel 7" opsturen naar: Leidse Courant. Postbus 11. Leiden. Nr. 7 CRYPTOGRAM Horizontaal: 1 Luid geschreeuw is iets wat gemist kan worden (7); S Uit dat onderdeel van de grammofoon blijkt weinig geluid te komen (7); 9 Hijswerktuig dat in Duits land als meubelstuk dienst doet (7); 10 Daar ligt een persoon in moeilijke om standigheden (7): 11 Nuttigde oom maar een klein beetje? (5); 12 Elk kwartaal moet er in Trier mest gebracht worden (9); 13 Hetzelfde lot gold ook hem als toerist toen hij geen motel kon vinden (9); 15 Wij gaan maar verder zonder 'r Irene in te kennen (5); 16 Vals licht (5); 18 Ondergrondse Europeaan in een wereldstad (9); 21 Oude dans- lekkernij (9); 24 Als uw zoon erachter komt, wordt u groot, vader! (5); 25 Smaakte 't eten je, dat je onlangs kreeg aangeboden? (7); 26 Als voorbijganger veroorzaakt hij de spreekwoordelijke stilte (7); 27 Met al die tandjes kan het snel dor worden (7); 28 Twee dierenver blijven voor paarden (7). Verticaal; 1 Veel mensen zien de meester al (7); 2 wie schoot 'r op die brokstukken? (7); 3 Maar Nel is niet bang voor dit noodsignaal (9); 4 In dit voorwerp voelt dit dier zich beslist niet thuis (5): 5 Had u in de tweede set niet 'n tweemaal zo grote voorsprong als in de eerste? (9); 6 Kleine cirkelletter van het alfabet (5); 7 Liet Ab u iets merken van het beëindigen van de reeds begonnen strafvervolging? (7); 8 Moeder en Geert vormen tezamen de tegenstelling van vetheid (7); 14 In Lemmer zie ik vaak dat zeil op schepen (9); 15 Uiterlijk kan het gebeuren (9); 16 Vader, speur die vroegere infanteriesoldaat op! (7); 17 Die halfedelsteen stelde niet veel voor op dat tijdstip (7); 19 Bijzonder keurig toveren (7); 20 Als afbakening op voet balvelden is dit produkt geenszins ge schikt! (7); 22 Dit knaagdier is in de Amsterdamse dierentuin aanwezig (5); 23 Elk ander Nel niet! zag het liefst dit soort van biljartspel (5). In parenwedstrijden, die meestal volgens het Howellsysteem worden gespeeld, is het van het grootste belang te proberen op een spel meer punten te scoren dan de tegenstanders, die hetzelfde spel te spelen krijgen. Dit lijkt een wei nig verrassende uitspraak, maar brengt wel consequenties mee ten aanzien van het beste eindcon- tract. De grootte van het verschil in scorepunten is in parenwedstrijden van ondergeschikt belang en men ziet in dit soort wedstrijden dan ook vaak een voorkeur voor iets minder kansrijke SA of hoge kleur- contracten dan voor „potdichte" lage kleurspellen. Onderstaand spel laat zien welke gevaren aan deze voorliefde kunnen kleven. Het veiligste contract met deze noord-zuid spellen is zonder twijfel 6 ruiten, dat (behalve bij een 4-0 verdeling in troef) op geen enkele manier kan worden down ge speeld. Schoppenaas in de zuid- <710 8 7 OH V 9 8 6 4 2 ♦AB ♦V 10 5 M ♦B 8 4 3 2 ^653 w n ^A4 OB5 W7° O10 3 ♦V 9 8 5 3 Z +H764 A 9 7 6 OH V B92 o A 7 102 hand is een degelijke parkeer plaats voor noords tweede klave ren en alleen hartenaas gaat verlo ren. In de parenwedstrijd waarin dit spel voorkwam joegen enkele noord-zuidparen echter op de topscore en verkozen zes harten als eindbod. Dit contract stelt hoge eisen aan het tegenspel: komt west niet met klaveren uit dan wordt het zonder meer gewonnen, doet hij dat wél, dan nog moeten oost-west bijzonder op hun qui-vi- ve zijn om het down te spelen. Slechts één paar slaagde daarin en het is wel aardig eerst eens te kijken of u dat tegenspel (met open kaarten!) weet te vinden. West komt uit met klaver 5 en de eerste vier slagen zijn praktisch gedwongen: klaveraas, schoppen heer, ruitenaas en schoppenaas, waarop noords klaverboer wordt afgegooid. Vervolgens speelde zuid hartenheer en dit was het kritieke moment. Oost moet har tenaas namelijk niet nemen. Doet hij dit wel en speelt hij een zwarte kleur na, dan troeft noord, de laatste troeven worden gehaald en ruitenheer is de entree voor de vrije ruitens. Speelt oost ruiten na, dan neemt noord, haalt de troeven (eindigend in noord) en klaar is Kees. Als oost hartenaas echter weigert is zuid kansloos. Speelt hij troef na, dan neemt oost en ver volgt met klaveren. Noord moet troeven en zuid kan niet in zijn hand komen om de laatse troef te halen zonder de ruitenkleur van noord waardeloos te maken. Het is gemakkelijk in te zien dat ook ander naspel dan troef zuid geen baat brengt. De entree-moei lijkheden zijn niet te overwinnen. Opmerkelijk is nog. dat het con tract wel gewonnen wordt als men de harten 6 en 2 verwisselt, zij het op geheel andere wijze. Zuid moet het dan in de cross-ruff zoeken en in slag 5 een klaveren aftroeven. Dan ruitenheer incasseren en een ruiten troeven, schoppen troeven in noord, weer ruiten troeven en de laatste schoppen in noord troe ven. De tegenpartij maakt slechts hartenaas. Het baat oost niet de derde of de vierde ruiten met het .aas voor te troeven en troef na te spelen. Als hij met het aas troeft gooit zuid een zwarte kaart af en noord kan de andere verliezer nog troeven. I B°J.r Nuys Ex-wereldkampioen bij de jeugd, de Huissenaar Gert van Aalten en Frank Drost, de onderwijzer uit Franeker, hebben zich ook ge plaatst voor de finale van het Ne derlandse damkampioenschap dat van 30 maart tot en met 9 april in Zevenaar wordt gehouden. KNDB-bestuurslid Wim Los uit Smilde zal in dit door een meubel- handel gesponsorde evenement optreden als toemooi-directeur. Van Aalten en Drost konden aan de halve finale meedoen als keuze speler van het hoofdbestuur. Zij hebben die keuze waargemaakt. Vooral Drost, die een paar jaar wegens studie een teruggetrokken dam leven leidde, deed meer dan verwacht In een belangrijke fase van het. toernooi klom hij door overwinnin gen op Hooyberg en Smeenk naar de top. In het eerste diagram de partij tegen Hooyberg. met de stand na de 20ste zet van Hooy berg 48-437 Door deze zet dreigt i m m m m m m Ji JB Ovv. Jlsfi jO S I m m 1 M jüNv v§Inn ajajcLö ji UQ. H O HOOYBERG 38-32. Hij is gebaseerd op het falen van 27—31 36x27 22x42 33x13 42x24 wegens 50-45 9x18 34-30 25x34 en 39x10. Maar met 20.... 25-30! gooit Drost roet in het eten. Op 34x25 wint 27-31 36x27 22x42 33x13 en 42x24. waardoor Hooyberg besloot tot 35x24. En nu 27-31 36x27 22x42 DROST 13x22 28x17 en na 29-24 42-48 33-29 17—21 3430 48-31 47-42 31x48 39-34 48x39 44x33 brak spoedig Drost door op wits lange vleugel. De partij tegen Smeenk volgde moderne wegen na de 33-29 17-22 opening, op hoger niveau een ge liefd wapen. Het tweede diagram toont de stand na de 27ste zet 11—17 van zwart. Nu gaat de be slissende fase in. 34-30 25x34, 39x30 28x39, 43x34 23-28, 24-20 13-19, 30-25 9—14 (vermoedelijk te vroeg weliswaar is 19-24 28-32 ver hinderd door 25-20 24-29x29 en 20-14, maar hier 27-32x32 ziet er beter uit) 37-31 27-32, 38x27 21x32 34-30 18-23, 31-26 12-18, 45-40 16-21, 40-34 28-33; zwart lijkt ge weldig te staan, maar 41-37 32x41, 36x47 verstoort de illusie. Schijf 33 komt In gevaar: 22-27, 48-43 27-31, 26x37 18-22, 37-31 22-28, 42-38 33x42, 47x38 6-11, 43-39 21-26, 31-27 28-32, 27- 21 32x43, 39x48 17-22, 21-17 11-16, 17x28 23x32, en nu de fraaie slot fase: 34-29 32-37, 29-24 19-23, 24- 19 26-31, 19x10 31-36, 10-5 23-29, 5x41 36x47, 30-24 29x20, 25x14 16-21, 14-10 47-36, 10-5 21-26, 46- 41! en Smeenk geeft zich gewon nen: er volgt immers 36x47 35-30 47-36 (gedwongen) 5-41 36x47 30- 24 47x20 15x24 en winst door oppositie. Schitterend! Nu er wat rust is aan het Neder landse schaakfront is er even tijd u te confronteren met iets over de strijd van toren tegen loper. Het komt weliswaar niet zo vaak voor dat deze situatie in de praktijk op het bord verschijnt, maar toch nog wel eens. Denk maar eens aan een partij van Hans Böhm waarin hij met toren en loper tegen een toren de strijd niet kon winnen. Nu is dat niet zo verwonderlijk, want de F.I.D.E. heeft voor deze eindspelen een uitzondering gemaakt van de 50-zetten regel. Er zijn een drietal verschillende soorten bekend die niet zijn te winnen binnen deze voorgeschreven vijftig zetten. En daarvoor heeft de F.I.D.E. dan uit- Niet zó moeilijk is de strijd van toren tegen loper. Wanneer er niets bijzonders aan de hand is. dan is dat regelmatig remise. Als u tenminste weet dat u als zwakste partij met uw koning zoveel moge lijk het vrije veld moet opzoeken. De torenpartij is in staat u naar de rand te drijven, maar let u dan wel op dat u met uw koning naar een hoek moet gaan die niet de kleur van de loper heeft. Als voor beeld diene dat de stand: Wit: Kh8, Lg8 - Zwart: Kg6, Tb7 remise is, en dat: Wit: Kg8, Lf8 - Zwart: Kg6, Ta7 voor de loperpartyj verloren is. Het meeste van deze theorie is al vastgelegd in de boeken, maar er zijn van die randgevallen die veel hoofdbrekens kosten. Wat denkt u van de volgende studie, is dit nu gewonnen voor wit of wordt dat remise? Het is een studie van een van de drie Vlaamse Reuzen. Hier mede zijn bedoeld de studiekom- ponisten Vandiest en Vandecas- teele uit Antwerpen en Missiaen uit Harelbeke. Dit drietal heeft in de jaren na de oorlog een grote naam verworven en allen vele suksessen in toernooien behaald. Onze studie is van: R. Missiaen 1e prijs toernooi K.N.S.B. 1969 (zie diagram nr. 1) Wit: Kf4, Tb3. Zwart: Kh2, Lh7; pion: a5. Wit begint en wint. De zwarte koning staal weliswaar in de verkeerde hoek, maar er is ook nog een zwarte pion op het bord. Als zwart het zover kan bren gen dat hij voor zijn loper een steunpunt kan maken van deze diagram 1 pion is remise zeker. Men zie: 1. Tb2 -It Kh3 2. Tb6, Lc2 3. Td6, a4 en het wordt remise. Wit moet het dus van dreigingen en aanvallen op de loper hebben zon der dat de pion een stapje voor waarts kan doen. Met heel fijn en subtiel spel komt de winst er als volgt uit: 1. Kf3, Lg8 2. Td3, Lc4! 3. Tc3, Td5+ 4. Kf2Nu heeft wit een kenmerkende winststelling bereikt indien de loperpartij geen pion extra heeft. Dit moet u onthouden voor de partij! Het gaat verder: 4..., La2 5. Tc2, Lbl Zwart kan geen gebruik maken van: 5 .Lb3 6. Tb2, a4 want wit speelt niet zijn toren naar b2, maar naar b.v. 6 Tc5, Ld6 De koning mag niet naar h3 daar de loper ongedekt staat! 6. Tb2, Le4 7. Te2, Lbl Weer niet: 7 Ld3 8. Td5!En nu maakt wit gebruik van zijn koning-toren batterij door een aftrekschaak te geven: 8. Kf3+, Kh3 9. Tel.en de loper gaat verloren. Nauw verwant met de strijd van toren tegen loper is het spel dat in onderstaande stand wordt ver toond. In de regel is de strijd in dergelijke pionloze stellingen er een van de lopers najagen totdat zij op een slecht veld zijn beland. Ook hier gaat een loper verloren, maar alleen dank zij een bijzonder verrassende zet van de witte ko ning: R. Missiaen 2e prijs Toernooi K.N.S.B. 1974 (zie diagram nr. 2) Wit: Kg2, Tc2, Ldl. Zwart: Ka8, Lb3, Lf8. Wit begint en wint. Om een remisestand te vermijden moet eerst: 1. Lf3+ gespeeld worden. Zwart mag zijn koning niet naar b8 spelen omdat dan diagram 2 door Tb2 een loper verloren gaat. Dus: 1 Ka7. Na: 2. Tc3zien we al gauw dat Lb3 slechts één veld heeft om zich veilig te stellen: 2Le6 3. Tc6, Lb3 Opnieuw het enige veld. En u komt nu niet verder als u niet de zet: 4. KhlH vindt. De witte koning moet een aanval via de g-lijn mogelijk ma ken. We zien bij onderzoek dat noch de zwarte koning, noch de loper op de b-lijn kunnen spelen zonder direkt verlies. U vind dat zelf wel. De loper op f8 heeft slechts één veld om naar toe te gaan en wel: 4 Lb4 5. Tel, Er dreigt nu een dubbele aanval op de lopers. Als verdediging hier tegen is: 5La5 onvoldoende. Er zou volgen: 6. Tal. Ka6 7. Le2+, Kb6 8. Tbl.en wint een loper. Na: 5Lg8 6. Tgl!zien we waarom die onverwachte konings- zet nodig was! Zwart heeft geen goede zet meer. 6La2. 7 Talen: 6Lc4 7. Tg4,En tenslotte volgt op: 6Le6 7. Tg7+ en de loper op e6 gaat door penning, óf de andere loper door schaak op b7 er aan. Een van de beste studies met dit materiaal die ik ooit zag! Timman eindspelkomponlst! Het jongste nummer van Schaken Nederland verrast met een studie van niemand minder dan onze grootmeester Jan Timman. Ik heb de oplossing zelf moeten vinden, want deze was nog niet vermeld. En ik durf met recht en reden te stellen dat het vinden van de op lossing vele oplossers voor grote moeilijkheden zal zetten. Mis schien krijgen we in Timman nog een Réti er bij! Studie van Jan Timman. Schakend Nederland Jan, 1977. Wit: Ke3, La5, Pc5, Pe5. Zwartige Kal; pionnen: a2, b2, b6, c6, Wit begint en wint. De doelstelling (het matzetten de zwarte koning in de hoek) niet nieuw, maar er zijn een heli boel moeilijkheden te overwini Het begint met: 1. Pc4,w mee mat in twee zetten dreii (Pb3+ en Pa3+). Hiertegen help de zetten ba6:, b5 en als derdebl niets. Alleen het slaan van h paard op c5 belooft enig soulaa I..., bc5: 2. Pd2!De enigr winstzet! Op: 2blp 2. Pc4! gaat het zwarte paard er snel a; en wint wit „op zijn sloffen". Ooi 2..., bIT 3. Lc3+, Tb2 geeft sm verlies. De witte koning loopt nai cl en de loper geeft mat. Laten w eens proberen wat: 2bID oplf vert: 3. Lc3+, Db2 4. Kd3, c4+ Kd4!, c5+ 6.Kc4:, c6 7.Kd3,c4+ Kd4,c5+ 9. Kc4:,Door beid driehoekjes van de koning hee wit bereikt dat er na de gedwon re gen ruil van dame tegen loper no: een zwarte pion op het bord staal Er volgt nu mat na: 9Dc3: 10.Kc3:,c4 11.Kc2.c3 12.Pb3, ma Maar dat is niet alles. Als zwaï op' de tweede zet speelt: 2...,d dan moet wit er zich voor hoede om met zijn koning naar die pion nen toe te gaan. Er zijn dan b damepromotie op bl wel winstva rianten te vinden, maar zwart red zich dan door op bl een toren halen! Daarom moet wit nu promotie van de b-pion verhinde ren als volgt: 3.Lc3,c5 4.Ke2,c6 5.' (ƒ6 (ƒ6 enz.),c3 6.Lc3:,c4 7,Kdl,C 8.Pc4:,Kbl 9.Pa3+,Kal 10.Kc2,o II. Lb2:,mat. In het ene vierkant zet een mat, in het andere de loper. Griep: niet te genezen wel te voorkomen Spinozazegel toch in omloop De wereldgeschiedenis vermeldt vele. zeer zware epidemieën: pest, cholera of tyfus. Maar geen van hen is ernstiger in zijn gevolgen geweest dan de geweldige griep— of influenza-epidemie die de we reld in 1918 en 1919 teisterde en niet minder dan 20 miljoen dodelij ke slachtoffers geëist heeft, onder wie een opvallend aantal jonge mensen. Tien tegen een dat, wat men wat gemeenzaam zijn „jaarlijkse griep je" noemt helemaal geen griep is, maar een doodgewone flinke kou. Want als men echt influenza heeft, dan merkt men dat wel. Wat eerst een doodgewoon verkoudheidje scheen, mondt plotseling uit in hoge koorts, hoofd-, spier— en gewrichtspijnen, en het gevoel van bar ziek te zijn. Als er geen com plicaties bijkomen, duurt de ziekte toestand zes tot tien dagen en een hele tijd nadien kan men zich nog behoorlijk slap voelen. Griep is een uiterst besmettelijke virusziekte, die de slijmvliezen, in het bijzonder die van de ademha lingswegen aantast. Nu is een vi rus een heel merkwaardig schep sel Gods. Om te kunnen bestaan en zich voort te kunnen planten, heeft het een levende cel nodig. Op die manier beschadigt het griepof influenzavirus het dekweefsel van de luchtwegen en maakt zo de weg vrij voor allerlei bacteriën, die het, in tegenstelling tot de virussen, moeten hebben van dóód weefsel. Zo kan er bij voorbeeld longontsteking ont staan. Het vervelende is, dat er geen geneesmiddelen zijn, die het virus kunnen aanpakken. Men kan slechts hopen, dat het lichaam zelf snel en voldoende antistoffen vormt, om het virus te vernietigen. Pas als er bacteriële complicaties optreden kan er echt medisch in gegrepen worden en wel met anti biotica. Een enkele keer kan het voorkomen, dat het virus zelf longontsteking veroorzaakt en dan is het verloop doorgaans dodelijk, aangezien, zoals gezegd, tegen een virus nog geen kruid gewas sen is, al zijn er recentelijk stoffen V Influenzavirus op longweefsel, ge zien door een elektronenmicro scoop. ontwikkeld die op het influenzavi rus enige invloed schijnen te heb ben. Nu zijn de meeste mensen voldoende toegerust om een in- fluenza-aanval zonder complicaties te doorstaan. Maar er kunnen wel zeer gevaarlijke complicaties op treden bij mensen met long- en hartkwalen, met stofwisselingsziek ten of met door stafylococcen ver oorzaakte etterige ontstekingen. Het is juist destafylococcencompli- catie geweest, die in 1918 en 1919 zoveel jonge slachtoffers gemaakt heeft (puslong). Men is intussen heel wat aan de weet gekomen over het influenza virus. dat in 1933 voor het eerst geïsoleerd kon worden.Men on derscheidt drie hoofdstammen: A, B en C. waarvan alleen A en B voor de mens van belang zijn. Zo weet men bijvoorbeeld dat het A-type om de twee tot drie jaar epidemieën veroorzaakt en het B—type om de drie tot vijf jaar. Een moeilijkheid is. dat zowel bij het A— als bij het B—type varian ten optreden, waartegen vroeger verkregen immuniteit niet meer helpt. Grote stamveranderingen doen zich zo om de veertig tot vijftig jaar voor en deze veroorza ken omvangrijke pandemieën (we reldomvattende epidemieën), zoals in 1918-1919 en 1957—1958. In beide gevallen was het een virus van het type A. Maar gelukkig bestaat heden ten dage de mogelijkheid zich te later\ inenten. Men weet met vrij grote zekerheid welke variant van welk type zal gaan toeslaan en het is mogelijk tijdig, via bevruchte kip- peëieren, vaccin te bereiden. Het is zelfs mogelijk om meer varian ten in één vaccin te verwerken. Dit vaccin kan bij mensen, die tijdig ingeënt zijn zoveel afweerstoffen doen ontstaan, dat de griep op hen geen vat meer heeft. Dat is natuurlijk van zeer groot belang voor diegenen, die grote risico's lopen als gevolg van mogelijke complicaties. Deze week kunnen wij u kennis laten maken met de omstreden Spinozazegel, die op 21 februari a.s. in de verkoop komt. Omstre den, daar deze zegel in eerste instantie niet in het uitgiftepro gramma van de P.T.T. was opge nomen. Men veronderstelde dat het herdenken van de wijsgeer niet in brede kring de aandacht zou trekken. Bij nader inzien heeft men dit standpunt gewijzigd en kon in de Staatscourant van 16 december 1976 melding worden gemaakt van het feit dat het uitgifteprogramma zou worden aangevuld met een herdenkingszegel ter ere van de grote filosoof. Baruch (lat. Benedictus) de Spino za werd op 24 november 1632 in Amsterdam geboren als zoon van een uit Vidigere in Portugal afkom stige koopman van joodse origine. Zijn heterodoxe opvattingen had den tot gevolg dat hij op 27 juli 1656 uit de gemeente Talmoed Torah werd uitgebannen. Tot de bekendste werken van zijn hand behoren de .Ethica' en de .Tracta- tus theologico-politicus'. Zijn denkbeelden worden samengevat onder de naam .Spinozisme' en zijn wereldvermaard geworden. De grote wijsgeer overleed op 21 fe bruari 1677 te 's-Gravenhage, dit jaar dus 300 jaar geleden. De af beelding van de zegel, die een waarde heeft van 75 cent. is een detail van een portret van Spinoza zoals dit te zien is op een in ca. 1666 vervaardigd schilderij dat zich bevindt in het Haagse Ge meentemuseum. De ondergrond van het portret wordt gevormd door horizontale en verticale even wijdige lijnen. Het drukken in ras- terdiepdruk werd verzorgd door Joh. Enschede en Zonen te Haar lem in de kleuren oker, violet, rood en blauw. De zegel zal verkrijgbaar zijn zolang de voorraad strekt. Verder uit eigen land nog de mel ding van het gebruik van een bij zondere stempelvlag. en wel in het postkantoor Rotterdam. Deze bij zondere stempelvlag heeft als tekst: 75 jaar koninklijke Rotter damse P.T.T.-harmonie 19 maart 1977 en zal gebruikt worden in de, periode van 18 februari tot en met 21 maart a.s. Voor nieuws uit het buitenland deze week naar Oostenrijk, waar op 2 februaii drie bijzondere re gels in de verkoop kwamen. De rij wordt geopend met een zegel van S 1.50 naar aanleiding van de wereldkampioenschappen zaal handbal in de groep b, die van 25 februari tot en met 6 maart ia diverse steden in Oostenrijk ge houden worden. Op de door Otto Stefferl ontworpen zegel ziet men een handballer in actie, in de kleu ren mosgroen, zwartbruin, grijs bruin en goud. Bij de tweede zegel, die een waar de heeft van S 4,-. komt toch nog weer even ons land om de hoek kijken. Hierop zien we namelijk het portret van de in 1727 in Leiden geboren Nikolaus Joseph Freiherr von Jacquin. Vader Jacquin had graag gezien dat zoon Nikolaus zijn opvolger was geworden in de laken- en fluweelhandel. Zakelijke tegenslag en de vroege dood van vader Jac quin waren oorzaak dat Nikolaus een andere richting in ging. Hij volgde de colleges van Muschen- broeck in Leiden over de fysica. Verder .ontleding en natuurkunde van het menselijk lichaam' bij Bernhard en Siegfried Albin, schei kunde bij Gaubius en uiteindelijk bij Adriaan van Royen botanie. Vooral door de botanische studie is Jacquin in Oostenrijk een be kend personage geworden. Zijn verdiensten op dit gebied werden Oor lor beloond met de adelstand, zodi ten hij zich .freiherr' mocht noemen e lei ,von' voor zijn naam mocht zette. IA Op 26 oktober 1817 stierf barojto* van Jacquin te Wenen. Als motief op de zegel het portrky van de botanicus zoals dit te ziel is in de Oostenrijkse nationale bi bliotheek, naar ontwerp van prol Adelbert Plech. De zegel is gedruk in de kleur zwartpaars. Tot slot in deze reeks een zegtjn0 van S 3,-, uitgegeven naar aanlei ding van het feit dat het dit jaa 600 jaar geleden is dat Oswald vot Wolkenstein geboren werd. De i( Zuid-Tirol geboren Von Wolken stein was niet alleen een door wol geverfde houwdegen, dod heeft daarnaast een niet te ver waarlozen bijdrage geleverd aai hetgeen tot de rijkste literair schatten van Oostenrijk gerekem mag worden. In de weinige rustpo zen die hem tussen twee oorloger of gewapende geschillen gegur» werd, stortte hij zijn hart uit o vele perkamenten, liederen zowe als uitingen van zijn diepere gei voelens. Hij stamde uit een adellfl geslacht, zoals al uit het predikaaj f ,von' in zijn naam valt op te m* ken. De door prof. Adelbert Pildj ontworpen zegel toont het portrf van Von Wolkenstein, zoals datf zien is in de universiteitsbiblM I theek te Innsbruck. Kleuren van <H zegel: zwartbruin, strogeel, rood blauw, zwart en. groen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 18