Breng lepra onder de mensen BRITS 'Si GELEERDE STANLEY BROWNE: VOOROORDELEN MAKEN GEWONE INFECTIEZIEKTE TOT LEVENDE DOOD )5 Tel )5 Tel 'O Tel 35 Tel TO Tel 15 Tel 35 Tel 35 Tel 50 Tel. 20 Tel) lijk. Uil 12 gu> jortmoj e omgl de cai avonde mimen' km. aten licht besmettelijke ziekte", zegt dr. per bufinley G. Browne, „veroorzaakt door de in bacil die we kennen. De diagnose 'rijzen eenvoudig en hij kan behandeld wor- chrijfg^n met bekende geneesmiddelen". Het le,d- 'linkt alsof de eminente Britse geleerde js is ii^ven titels voor zijn naam) het heeft gebru^er een griepje. In werkelijkheid gaat ,c' is gesprek over melaatsheid ofwel le- •a in de volksmond en ook hogerop Cochr meest ^kwalijke kwaal waarmee de pg,. ^nsheid is opgezadeld. Dr. Browne: ieteig«*aar &aat het juist om. Van dat ver- j oekte imago moeten we af, willen we lepra onder de knie krijgen. Als de ensen het woord horen, denken ze me- Hoilanfin aan voeten die wegrotten en handen ijvingere afvallen. Onzin. Een schrikbeeld uit en. exc krottenwijken van de derde wereld ieningsjevolg van taboe's, stigmatisering, ge ek aan behoorlijke medische verzor- weken,g en primitieve hygiëne. Maar lepra au9- P%ft helemaal geen verschrikkelijke 'anneer-^ujmingen of verminkingen te ver ent kaS^aken' Lepra is 'n eerste aanleg een iite huidverkleuring. De leek ziet hem s tolde* eens- IVIaar voor een getraind ie- 7aa«v3nd is hij gemakkelijk vast te stellen, in dat stadium kan de patiënt met ïces behandeld worden. Het is me- ..ZUM tch volstrekt onnodig en sociaal zelfs op de gewenst hem te isoleren. Probeer deze oip. D'arheid er bij uw lezers in te hameren. jsen/Gójjbeer ze duidelijk te maken dat be- ppen als paria's, outcasts, onreinen het verleden dienen te behoren. Pas icht vasj kunnen we de bestrijding van de ds-kam(iaatsheid echt ter hand nemen". Stanley G. Brown is de grootste Ikundige ter wereld op het gebied van 'lepra. Zijn ervaring deed hij op in de ■■^^rozenkolonie Yalisombo aan de Con- (rivier Waar hij meer dan twintig jaar rkte. Het is tevens de locatie geweest i de beroemde film „A nuns story" iuThftSf Audrey Hepburn in de hoofdrol. „Ze |KA )nt fde eerst helemaal niet te komen. 241021. dat ze ook lepra zou krijgen. Ik heb _ir hard uitgelachen. Ik heb gezegd: de dat je lepra krijgt, is een op een joen en dan is er nog niets aan de jonde taal - en dr. Browne staat daar- heel vernjet alleen, getuige het beleid dat het Festivaljerjancjs Leprafonds voor de komende ïn heeft uitgestippeld. Hoofdpunten: *pra is een ziekte als alle andere, in loop van de tijd echter door religieuze, jiale en culturele faktoren geworden een bijzondere ziekte die met taboes eladen. Maatregelen ter opheffing van stigmatisering van zowel de kwaal zelf 3 02977 van uiders eraan moeten sterk 8 derde'steunc* worden- Het heersende ta- I1^er dient bestreden te worden met doel- ^fende voorlichting, zowel in gebieden ir lepra niet meer voorkomt als in de ^Jen waar de ziekte nog steeds woedt". „De bestrijding van lepra moet zo Lago Tra| mogelijk geïntegreerd geschieden, wil zeggen: als een normaal en niet ten geïsoleerd onderdeel van de totale a Ja mdheidszorg. De apartheidspolitiek ld ld opzichte van de leprapatiënt dient te iiwijnen, zowel in de preventieve fase in die van de behandeling en van het >r geschikt maken voor de maatschap- >437-2615' daarna de waarschuwing: „Wij zijn mening dat dit - gezien de grote itschappelijke weerstanden - dikwijls zeer ingrijpende veranderingen ge- zal moeten gaan en dat er veel tijd jeld mee gemoeid zal zijn". Vandaar huur: 5i februari Wereld Lepradag. am H K^e» ^et ziekenhuizen vaéik meege- 074'cn^t", zegt dr. Browne, „dat ik vroeg: indelen jullie ook melaatsheid? En het antwoord was: 0 nee, wij behan- ïn geen lepra. Als ik dan vroeg: waar- niet? zeiden ze: nou, gewoon, dat doen we niet. Zo verschrikkelijk beladen is het woord. In veel landen zijn genezen patiënten niet welkom meer in hun gezin of kennissenkring. Ze durven het bewijs dat ze uit het ziekenhuis ontslagen zijn, niet te laten zien of verbranden het, want uit zo'n papiertje blijkt dat ze lepra hebben gehad en dan is het moeilijk om nog een baan te krijgen of om te trou wen. Zelfs voor broers en zussen, voor neven en nichten van een lepra-patiënt is het uiterst moeilijk om aan de man of de vrouw te komen. Maar ik heb hoop. Ik zie tekenen dat de houding van de samenleving tegenover pechvogels die melaatsheid hebben opgelopen, aan het veranderen is. Al zal het een lange weg zijn - het gebeurt. In parlementen, voor radio en televisie, in de krant wordt er openlijk over lepra gesproken. De ge heimhouding en het bijgeloof van VToe- ger, de ingekankerde misvattingen en bakerpraatjes beginnen langzaam te wij- •ken onder de druk van nuchtere weten schap en zakelijke aanpak. Vroeger werd melaatsheid nauwelijks beschouwd als een eerbare ziekte die de aandacht waard was van medische en wetenschappelijke kopstukken. Dat is radikaal veranderd. Lepra is duidelijk een doelgebied gewor den in plaats van een witte plek op de kaart". Het stigma, het Kainsteken blijkt een van de grootste problemen te zijn bij de bestrijding van de melaatsheid. Het is uiterst moeilijk een volk dat leeft van overlevering op overlevering, te overtui gen van een nieuwe waarheid: namelijk dat lepra een gewone infectieziekte is waarvoor men zich niet hoeft te schamen, maar die men moet laten behandelen. Dat brandmerk.... Dr. Browne vertelt er uren over. Samenvattend: „In landen als Korea geldt lepra als een straf voor seksueel wangedrag. Pleeg ontucht of overspel en je wordt melaats, niet door besmetting, maar louter als gevolg van een immorele handeling. In India geloven ze dat de goden je straffen met melaats heid voor een fout die je in je vorige leven hebt begaan. Die ziekte belet je herboren te worden als dier, vogel of slang. De moslims beschouwen lepra als een voortvloeisel van de wil van Allah. Een verdere verklaring is overbodig. Men heeft er maar mee te leven. Sterker: de ziekte is nuttig, want hoe erger de ver minkingen, hoe groter de verdienste van de gelovigen die aalmoezen iit de klauw- handen van de lijders drukken en hoe hoger dus hun plaats in de hemel. Dan de animistische godsdiensten van Afrika Hier gebruiken de geesten melaatsheid om hun ongenoegen uit te drukken. Er hangt een waas van geheimzinnigheid omheen die zowel te maken heeft met het sluipende beeld van de ziekte als met het chronische karakter ervan en met het falen van alle inheemse geneesmethoden - wegsnijden, afkrabben, uitbranden of inwrijven met allerlei prikkelende stof fen. Sommige stammen geloven dat het eten van bepaalde voedingsmiddelen (palmolie, yam, maniok, gedroogde vis) dan wel het doorbreken van een of ander taboe of de vloek van een medicijnman lepra tot gevolg kan hebben. Maar ook een foute uitleg van de bijbel door chris tenen is niet vreemd aan het taboe waar mee lepra omgeven is. Teksten als Matt- heus 8. 2-4 (En ziet, een melaatse kwam en aanbad hem, zeggende: Heere, indien gij wilt, gij kunt mij reinigen. En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aange raakt, zeggende: ik wil, wordt gereinigd. En terstond werd hij van zijn melaats heid gereinigd) zijn in de westerse wereld en door de zendelingen die de westerse wereld hebben uitgedragen, opgevat als een bewijs voor het feit dat lepra onrein was - een straffe Gods, slechts door God en door niemand anders te genezen". Een Mount Everest aan vooroordelen, die overwonnen moet worden - nog steeds. In koele cijfers gaat het om het lot van 15 miljoen lepralijders. Hoopgevend mag lijken dat er de laatste vijftien jaar zo'n 5 miljoen genezen zijn. Daar tegenover staat de verwachting dat er tegen 1980 een miljoen of wat bijgekomen zullen zijn. Dr. Browne: „Met die vijftien mil joen onderschatten we waarschijnlijk de zaak. De aantallen liggen hoger en ze groeien. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Ondanks het feit dat er al lang een goed geneesmiddel voorhanden is waar aan miljoenen hun herstel te danken hebben, ontbreekt het in de meeste lan den aan goed georganiseerde program ma's voor bestrijding en controle. Uitge sproken de landen met het grootste lepra probleem beschikken over te weinig me dische mogelijkheden - vooral waar het de mensen op het platteland betreft. Voorts groeit de bevolking, hetgeen bete kent dat meer mensen lepra kunnen krij gen, en daalt het sterftecijfer, hetgeen met zich meebrengt dat meer mensen gedurende een langere tijd aan het ge vaar van lepra worden blootgesteld. Ook krijgen we te maken met patiënten die in steden wonen, dus kleren dragen, dus de schaamte van de leprasymptomen kunnen bedekken, en die bovendien de burendiensten van hun stamgenoten ont beren. O ja, ondanks alle wetenschappe lijke vooruitgang wordt het vraagstuk van de melaatsheid de komende jaren eerder groter dan kleiner". Melaatsheid is geen dodelijke ziekte, maar een levende dood. De bacillen (my cobacteria leprae, verwant aan de bacil len die tuberculose veroorzaken) woeke ren niet alleen in het slijmvlies van de neus met als gevolg verschrikkelijke ge laatsverminkingen, maar vooral in de zenuwen van gezicht, handen en voeten. Wanneer behandeling achterwege blijft, worden die lichaamsdelen ongevoelig en kunnen ze niet meer bewegen. De patiënt is onmachtig de ogen te sluiten en veron treiniging door stof of muskieten heeft Goede voorlichting is essentieel bij de moderne vorm van leprabestrijding. blindheid tot gevolg. Aan handen en voe ten ontstaan zwerende wonden omdat de lijder daar niets meer voelt en dus ge neigd is te scherpe of hete voorwerpen aan te pakken dan wel barrevoets over puntige stenen of door doornig gewas te lopen. Dit rottingsproces - geen lepra, maar het gevolg van lepra - gaat steeds door en omdat de zenuwen afsterven, nemen handen en voeten de typische klauwvorm aan. Dr. Browne: „Melaatsheid is niet gevaar lijk omdat het dodelijk is (zoals malaria of tbc) of omdat de kans op besmetting groot is (zoals pokken) of omdat het verantwoordelijk is voor epidemieën (zoals cholera en mazelen) of omdat het als een plaag over de hele wereld trekt (zoals griep). Lepra is gevaarlijk omdat het kreupel maakt en verlamt. Lepra is samen met poliomyelitis (kinderverlam ming) de belangrijkste oorzaak van kreu pelheid en verlamming, die de mensheid kent. Een kwart van de melaatsen lijdt aan deze verschijnselen. Voor veel ont wikkelingslanden betekent lepra dan ook een zwaar economisch verlies. De kreu pele slachtoffers nemen niet deel aan het produktieproces en leveren geen bijdrage aan de samenleving. In plaats daarvan zijn ze voor onderdak, voeding en medi sche zorg afhankelijk van hun gezonde medemensen - dit los van de menselijke tragedies die de ziekte met zijn ernstige sociale consequenties voor de patiënt en zijn familie veroorzaakt Maar we moeten ons niet blind staren op die verminkingen en we mogen onze inspanningen niet eenzijdig richten op het chirurgisch ver helpen daarvan, want daarmee zou slechts een zeer kleine groep gebaat zijn en het zou schatten geld kosten die we beter kunnen gebruiken. Ik zeg altijd: zet een hek op de rand van de afgrond, dan hoef je beneden niet met een ambulance klaar te staan". De beste manier om nieuwe leprageval- len in een vroeg stadium te ontdekken is volgens dr. Browne deze: houd regel matig bevolkingsonderzoeken en zorg voor goed uitgeruste apotheken. „In een district in Congo waar ik een paar jaar heb gewerkt, beschikten we op elke vijf duizend bewoners over zo'n apotheek. De medisch assistent die aan het hoofd stond, maakte zo'n integraal deel uit van de samenleving, dat hij binnen een paar weken iedere hardnekkige huidaandoe ning opmerkte en de arts was binnen drie maanden na het verschijnen van de aan doening in staat vast te stellen of het om een geval van vroeg^ lepra ging. Op deze manier, gekoppeld aan een jaarlijks be volkingsonderzoek, was het mogelijk ie dere vorm van vroege melaatsheid op te sporen en te behandelen. Wanneer 75 percent van de besmettelijke patiënten er in zouden slagen voor 75 procent regel matig te verschijnen voor behandeling, dan zou de besmettingsdrempel zozeer worden verlaagd dat we zouden kunnen zeggen: we hebben de ruggegraat van de ziekte gebroken. Integratie van de lepra in de algemene gezondheidszorg is daarom een onmisba re stap op de weg naar de oplossing van het lepraprobleem, maar het is ook een van de moeilijkste stappen. Zolang er nog zo'n sterk stigma rust op melaats heid, is het onmogelijk lepra en niet-lepra onder hetzelfde dak te behandelen. Dit geldt in de eerste plaats voor de gevor derde lepra waarbij de leek meteen ziet om welke ziekte het gaat. Zodra een medepatiënt weet dat iemand aan „de grote ziekte" lijdt, zal hij de plaats mij den waar hij hem kan ontmoeten. Maar voorlopig weet nog slechts een klein deel van het'grote publiek hoe lepra eruit ziet Integratie van vroege-leprazorg in de al gemene gezondheidszorg is dus niet moei lijk en niemand kan er bezwaar tegen hebben. Ideaal zou zijn wanneer iedere patient door zijn eigen huisarts behan deld kon worden. Dit vermindert de kans op stigmatisering, want de patiënten val len bij hun huisarts niet op en bij een apart lepra-centrum wel. Ook al zouden ze hun ziekte nog kunnen verbergen - door hun behandeling in een speciale kliniek verraden ze zich. Dit heeft tot gevolg dat een deel van de patiënten wegblijft en de ziekte zo lang mogelijk verheimelijkt. Daar moeten we van af. Zoals we af moeten van de afgezonderd gelegen leprakolonies. Dergelijke dorpen zijn een anachronisme. Ze dienen alleen maar om de mythe in stand te houden dat melaatsheid een onreine, erfelijke en ongeneeslijke ziekte is". Het geneesmiddel - dapsone - is er en de behandeling daarmee kost slechts 2 gul den per patiënt per jaar. Dat is het probleem niet. Het probleem is een dus danige organisatie op te bouwen dat dap sone bij de mensen kan komen die het nodig hebben, dat de ziekte in een vroeg stadium kan worden onderkend, dat er voldoende controle en nazorg komt, dat de wetenschap zijn research voort kan zetten. Daarvoor is een kolossale inspan ning nodig. Dr. Browne, zuchtend aan de vooravond van Wereld Lepradag 1977: '„We weten genoeg, we doen alleen te weinig". Door schoeisel en prothesen kan verder voetletsel voorkomen worden. De leprozen maken ze zelf. 9 Februari is uitgeroepen tot Wereld Lepradag 1977. In verband daarmee heeft onze verslaggever Piet Snoeren zich verdiept in de problematiek rond deze brandmerkende ziekte. Zijn bevindingen zijn neergelegd in twee artikelen. Eerst sprak hij in Londen met de vermaarde leproloog dr. Stanley G. Browne. Vervolgens reisde hij naar Zambia en Tanzania om te zien boe de leprabestrijding-nieuwe-stijl in de praktijk uitpakt; daarover doet hij volgende week verslag. Met primitieve middelen worden de verminkte lichaamsdelen bruikbaar gemaakt. Verminkingen als deze kunnen bij de huidige stand van de wetenschap voorkomen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 15