De leugen van Valeri Klinger CSKA Moskou geslaagd product van de massa „Doe samen aan recreatie, succes komt vanzelf" Gertie Wildeboer is In zijn hart nog steeds een amateur SATERDAG 15 JANUARI 1977 LEIDSE COURANT PAGINA 11 er vele zweetdruppels bij vallen, is geen lolletje. Maar het moet wel, wil je behoren tot de elite van CSKA Moskou, een vereni ging die maar vijftien leden hééft. Bijeen geplukt door Valeri Klinger, want zo gaat dat in Rusland, de trainer kiest zijn ploeg. Het heeft niets met toeval te maken. Uit zijn grondige selectie kwam de topformatie te voorschijn bestaande uit zeven studenten,- drie militairen en vijf arbeiders. Waarmee ook alweer een fabeltje uit de wereld wordt geholpen. De Russische wereld van topspor ters bestaat niet louter uit studenten en militairen, ook voor het arbeidende deel is er een plaatsje met alle daarbij horende faciliteiten. Massa Maar de weg naar de top wordt alleen door de allerbesten vervolmaakt in het band waar massa de basis is van alle successen. Ga maar na: volleybal is na voetbal,, ijshoc key en basketbal de belangrijkste sport in het onmetelijke Russische rijk. Ontdekte talentjes, er zijn speciale testen voor, wor den toegelaten op speciaal daarvoor be stemde scholen. Speciaal daarvoor bestem de coaches kijken reikhalzend om zich heen (bijvoorbeeld op „gewone" scholen, waar ook Alexander Sawin een van de beste spelers van CSKA Moskou drie jaar geleden werd ontdekt) en passen daarmee een eerste selectie toe. Speciaal daarvoor bestemde mensen voeden v de voor volleybal geboren kinderen, in de leeftijd van 13 tot 15 jaar (want met volley bal moet je niet te vroeg beginnen, redene- ren de Russen) op de instituten, waar studie, sport en verzorging even belangrijk zijn, op. APELDOORN Midden in het ge sprek, pal nadat hij heeft gezegd dat het wielercrossen in Nederland van de grond begint te komen, stokt de stem van Gertie Wildeboer. De Apeldoorner, met Gerrit Scheffer uit Hengelo (GId.) het hele contingent specifieke prof- veldrijders vormend, lijkt een beetje geschrokken van zijn eigen woorden. En zo is het ook, bekent hij aarzelend. Na een paar seconden: „Je merkt het: erg enthousiast ben ik nog niet. Er zijn wel meer coursen gekomen, Harry van Gesteld van de sportcommissie doet zijn uiterste best voor ons en ook Unie-voorzitter Van Ballegooyen de Jong zie je regelmatig bij veldritten, maar het kan allemaal nog stukken beter". „Neem nou het punt van de begeleiding. Ikzelf en Hennie Stamsnijder steken veel op van Bert Boom, maar op bondsniveau ge beurt er op het gebied van de opvang vrijwel niets. In voorgaande jaren was Ka- tam onze coach, maar nu is hij er niet meer bij en een opvolger heeft hij niet Vooral voor jonge rijders is het ontbreken van een technische begeleider een probleem. Geluk kig is er al wel over gepraat om verandering te brengen in de situatie zoals die nu is", oordeelt Gertie Wildeboer, die toegeeft dat zijn visie op de Nederlandse verhoudingen kan zijn beïnvloed door het gegeven dat hij regelmatig buiten de landsgrenzen koerst". Ik kom veel in België en Spanje, landen waar het veldrijden wel populair is. Zo stonden er bij een wedstrijd in Spanje een veertigduizend mensen langs het parcours. Als je dat hebt meegemaakt, besef je dat we in Nederland nog pas aan het begin zijn". Broodrijder Wildeboer rijdt graag in België, niet alleen omdat hij er als broodrijder meer emplooi vindt, maar ook omdat hij er de last van het moeten winnen niet zo zwaar op zijn vrij tengere schouders hoeft te torsen. „In België", meldt de coureur, „kan ik vrijer rijden. Als ik in Nederland aan de start kom, wordt er van mij verwacht, dat ik zal winnen. Ik moet steeds de cours maken." Waarmee niet gezegd wil zijn dat Wildeboer bang is het gezicht van de wedstrijd te bepalen. Het gegeven dat de nationale titel strijd zich morgenmiddag in zijn woonplaats afspeelt, wekt bij de veldrit-specialist dan ook geen gevoelens van onrust op". Dat in eigen plaats rijden had vijf jaar geleden misschien een probleem kunnen zijn, maar nu geeft het geen extra-druk", zegt Wilde boer. „In 1971 en 1975 drager van de natio nale kampioenstrui en ook nu de voornaam ste kanshebber voor de titel, vooral omdat hij in dit seizoen van grote pech gevrijwaard bleef en daardoor mentaal niet werd aange tast Wildeboer: „De algemene titel is mijn uitgangspunt. Ik moet het kunnen redden. Ten slotte ben ik van alle Nederlanders tot nu toe de meest constante geweest en heb ik negen coursen gewonnen. Voor de profti- tel is Gerrit Scheffer in theorie mijn enige concurrent en voor het algemene kampioen schap zijn de amateurs Wil Brouwers, Hen nie Stamsnijder en misschien Herman Snoeyink mijn voornaamste tegenstanders. Hans Steekers zie ik niet bij de eerste vijf komen. Ik geloof dat het parcours voor hem te zwaar zal zijn. Want zwaar is het. Op papier zit er een hoogteverschil van 25 meter in. Maar volgens mij is het veel meer. Het parcours is overigens niet hetzelfde als dat van de wereldkampioenschappen in 1971. Het rondje van nu is kléiner maar ook lastiger. Echt iets voor een renner met macht. Ik ben al eens rond geweest met. Bert Boom en Hennie Stamsnijder. En we zijn tot de conclusie gekomen dat dit het moei lijkste terrein is dat de renners dit jaar tegenkomen", zegt Wildeboer, in 1971 min of meer parcoursadviseur van de Apel- doornse WK-organisatoren, al ontkent hij invloed te hebben gehad op het bepalen van het traject. „Ik ben wel meegeweest met de verkenning, maar het parcours is helemaal uitgezet door mensen van de organisatie. Boerderij Gertie Wildeboer heeft voor het fietsen gekozen, gedurende de wintermaanden is hij financieel afhankelijk van de koersen en in de zomermaanden hij rijdt niet op de weg werkt hij los-vast op een Gronin ger boerderij. „Toch", zegt Wildeboer, „denk ik intussen wel aan de toekomst. Ik heb wel plannen in een bepaalde richting. Voorlopig ga ik nog een jaar of vijf op deze voet door. Ach, ik ben niet getrouwd en kan me best redden. Achteraf heb ik er trouwens zelf spijt van dat ik pas vorig jaar prof ben geworden. Ik had al vier of vijf jaar eerder moeten overstappen. Ik ben nu 28 en vertoon nog geen enkele slijtage. Dat komt ook omdat ik per jaar maar veertig of vijftig veldritten rij en in de zomer rust neem. Ik heb een goed seizoen en kan zelfs nog beter. Frisol heeft er kennelijk ook vertrouwen in want mijn contract, dat aan het einde van het seizoen zal aflopen, is al verlengd tot en met volgend jaar. Eerst bekeek mijn sponsor de crosserij een beetje afwachtend, maar nu ik goed ben gaan rijden is de belangstelling vergroot Het zit erin dat ..manager Piet Het succesteam van CSKA Moskou door Valeri Klinger bij elkaar ge schraapt, reageert zo op een triomf. De meesten zijn dan ook al zes jaar achtereen succes gewend. Dan komen de toptrainers, tot welke catego rie ook Klinger hoort, in actie. Als aasgieren plukken zij de allerbesten en smeden er de oloeg van die roem hoort te vergaren. Puikje En zo blijft er ook van de volleybalschool van CSKA Moskou die op het moment vijftig leerlingen kent, een puikje óver. Het puikje dat terecht komt bij een van de dertien topploegen die Rusland kent. Het liefst bij Awtomobilist Leningrad, Radio- thik Riga, Zwezda Worosijlowgrad of CS KA Moskou want dat zijn de clubs met de beste naam en de grootste kans op de titel die straks weer op het spel staat. Die bijeenkomsten (de competitie wordt in Rusland met het oog op de gigantische afstanden in delen verwerkt) zijn weer een uitstekende gelegenheid voor speciaal daar voor bestemde coaches het nationale team te selecteren. „Dat gaat ook weer heel erg simpel", verduidelijkt Valeri Klinger, „de bondscoaches bekijken alle ploegen en schrijven dan een brief naar het team, waar uit een speler wordt gekozen. Zij komen dan terecht in het Russische team". En dat is dan het eindstadion voor het beste van het beste, tot waartoe zes spelers van CSKA Moskou zich mogen rekenen. Is het dan gek, dat je de gedoodverfde favoriet bent voor het behalen van de Europa Cup en èn passant enkele Nederlandse teams oprolt, of ze er niet staan? Is het vreemd, dat je met alle trainingsar- beid, als emotieloze robotten speelt en zege viert? Valerie Klinger met uitdrukkingsloze ogen: „Samen recreatie maken. Dan komt vanzelf het succes". Het is een leugen. KEES KOOMAN Liebregts gaat proberen ook in Zwitserland startgelegenheid te krijgen". Opgeblazen berichten, dat Wildeboer zo on geveer op voet van oorlog zou verkeren met de Nederlandse organisatoren, worden door de man in kwestie hevig tegengesproken. Er zijn wel eens strubbelingen over start- gelden, maar Wildeboer tilt daar niet zo zwaar aan. „Kijk", legt Wildeboer uit, „als er geen geld is, vind ik dat helemaal niet zo erg. Dan wil ik best voor niets starten. Ik mag dan prof zijn, ik ben toch nog wel zoveel ama teur, dat ik niet in de eerste plaats aan het geld denk. Maar als het geld er wel is, vind ik het niet meer dan normaal dat ik een redelijk startgeld krijg. Wat er in Oss ge beurde, was een mooi voorbeeld. Vorig jaar, toen ik nog amateur was, kreeg ik 175 gulden startgeld. Dit jaar belde ik de organi sator op en kreeg ik de mededeling, dat ik 100 gulden kon krijgen. Later is dat 125 gulden geworden, maar verder konden ze niet gaan. En dan te bedenken dat Hennie Kuiper, die ik vorig jaar op een ronde reed, naar ik gehoord heb duizend gulden kreeg. Als ze dan ook nog een stel Belgische amateurs gaan betalen, denk ik er niet over voor 125 gulden te starten. Begrijp me goed: Kuiper heeft groot gelijk dat-ie het geld pakt, maar het principe van de organisato ren is natuurlijk fout" Overgang Overigens is het onderscheid tussen profs en (top)amateurs volgens Wildeboer niet zo groot. „We hebben hier nu wel de mond vol over het staatsamateurisme in Oost-Europa, maar in Nederland werken de sterkste ama teurs ook haast geen van allen", signaleert Wildeboer, voor wie de overgang naar de profs op het financiële vlak een verbetering tot gevolg heeft gehad. Verovering van de nationale titel en een goede prestatie op een wereldkampioen schap (op 30 januari in Hannover) zouden de zeer publiciteitsgevoelige heren van Fri sol best eens kunnen doen besluiten de Apeldoorner nog steviger in het zadel te houden. Wildeboer („Ik ben een streber, als ik ergens aan begin wil ik het meteen goéd doen") is inmiddels aan de weet gekomen dat het WK-parcours voor een deel door het Niedersachsen-stadion, waar het Nederlands elftal triomfen vierde, voert en niet zwaar en evenmin licht is. Voor Wildeboer dus het perspectief van redelijke prestaties. „Het breekpunt in de ontwikkeling van het cros sen ligt ook bij de renners. Als wij er eens voor zorgen dat er een Nederlandse wereld kampioen komt, wordt de situatie heel an ders." HARRY BRINK vera nt D if Me Hei Gertie Wildeboer in actie op het ircours bij Arnhem. „Van strub- Blingen is geen sprake". ROOTEBROEK. Voor een keertje iou Va- i Klinger, trainer van 's-werelds sterkste illeybalploeg CSKA Moskou, op een van Nederlandse puntdaken willen klimmen vanaf daar zijn dwingende advies toe schreeuwen: „Mensen train, train toch Heus dan kom je er wel". Als rasech- Rus laat Valeri Klinger, nog emotielozer zijn metgezellen, zich niet tot zo'n stunt tiden. Trouwens alles wordt voor hem, eerste trainer, gedaan. Alexander Os- henko sjouwt met de hallen, holt naar kleedkamer om snel nog even het vaan- te halen en houdt de wedstrijdgegevens al 3 bij. En Valeri Klinger denkt alleen maar. mg 2 Hit brein achter CSKA Moskou heeft met Staf rob ontsteltenis en aanvankelijk ook on- iep e gelovig kennis genomen van de mededeling,, fuj x dat de Nederlandse topclubs slechts drie per week trainen. Hét is omdat hij fnoties nooit toont, anders was de trainer ne Mn rijn stoel geploft ibu/f^eri Klinger begreep er niets van. Zocht esitSerst snel naar een pluim („Ik vind dat het Nederlandse volleybal een enorme progres- heeft meegemaakt. De clubs zijn veel. ker geworden") om toen zijn vernietigen^ kritiek te spuien. „Jullie trainen hier veel veel te weinig. Bovendien, de spelers zijn enthousiast. Goed, ze hebben het druk, waarom gaan ze' 's morgens niet wat om hun conditie op te vijzelen. Dat toch? Na afloop van hun studie of werk nen ze toch 's avonds trainen?" Het >te onbegrip van Oosteuropese trainers, ar Ben Krysik ach een aantal jaren Op kleden bijna op stukliep. De Poolse volley- Itrainer, door de bond naar Nederland laid, dacht hier een even groot portie lerlandsliefde en enthousiasme als in zijn eigen land aan te treffen. Toen hij inder daad dagelijkse trainingsarbeid ging eisen, trokken de beste spelers zich ijlings terug. Krysik begreep er niets van, nu als trainer, van Interlance Zaan wel. Hij heeft geleerd, Klinger niet. Exportproduct In zijn land is sport het beste en mooiste exportproduct dat er is. Klinger, als full-ti- metrainer van topclub CSKA Moskou in de watten gelegd, zou niet anders meer willen. Al beloofden ze hem koeien met gouden horens, hij zou niet meer willen ruilen. Ook niet met een functie in het buitenland, zoals bijvoorbeeld Asarjan de Russische turntrai ner van het Nederlandse herenteam. „Ook in Nederland zou ik geen trainer willen zijn. Daarvoor hou ik teveel van mijn eigen ploeg". Valeri Klinger is een op prestaties beluste persoon. Eerst botvierde hij zijn eerzucht als speler (vanaf 1957) natuurlijk bij CSKA Moskou, het eindstadion voor de getalenteer de volleyballer in Moskou, om in 1968 als trainer binnen te stappen. Twee jaar later begon de overwinningenreeks van de ploeg uit de hoofdstad en daar is nog steeds geen einde aan gekomen. Zes keer achtereen greep de robottenformatie, want dat is het, van Klinger de Russische landstitel. En op 25 januari, de datum waarop de volgende titelstrijd (die tot medio mei duurt) begint, start CSKA Moskou weer als de grote favo riet. Aan die omstandigheid moet Klingers welwillendheid worden toegeschreven de uitwedstrijd van Starlift Blokkeer (vandaag zaterdag in Assen) ook in Nederland te' spelen. De tussenliggende week kon mooi benut worden met oefenduels tegen Roswell (Tiel), Deltalloyd (Nijkerk) en Interlance Zaan (Grootebroek). Klinger: „Ik heb de wedstrijden in Nederland benut om te expe rimenteren. Een goed toeschouwer heeft nieuwe dingen kunnen zien". Toneelspelen Wat de toeschouwer in elk geval wel heeft kunnen zien is de haast griezelige precisie, waarmee de Nederlandse top werd afge slacht en het ongekende fanatisme waar mee dat gebeurde. Begeleider Brog van Starlift: „Bij alle oefenwedstrijden is ge vraagd: Laat ons ter wille van het publiek een setje winnen. Daar werd absoluut niet op gereageerd". Van toneelspelen houdt CKSA Moskou, met voorop lopend Valeri Klinger, niet. De ware kracht moest worden getoond en daarin is het gezelschap Moskovieten uitste kend geslaagd. Voor de Nederlandse clubs was het om een minderwaardigheidscom plex van te krijgen en Valeri Klinger vond al het machtsvertoon de normaalste zaak van de wereld. „Het geheim achter het succes? Wij kennen geen geheimen. Spelen en overwinnen, is mijn motto. Train tesamen en maak tesamen recreatie". Het was de grote leugen in het betoog van de Russische trainer. De vrouwelijke arts, die zo uit een boék van Konsalik zou zijn kunnen stappen, schaterlachte om dat gebrabbel, uitgespro ken in de kleedkamer van de sporthal van het Noordhollandse gehucht Grootebroek. Klingers spreuk was belachelijk en dat wist hij zelf het best.. Van recreatie bij CSKA Moskou is in de verste verte geen sprake. Drie uur trainen per dag en reken maar dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 11