weekpuzzel door dr. Pluizer postzegels dierenportret No. 1 LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 JANUARI 1977 z> oplossing vorige puzzel ta naaaanaa nasaaania no ssQi anus Enaü mas na nan aaaaa a aaaaa ana naaa aan aaa aan aaaa n aan anaaanana aas aatamna a aaa b Hannaa aan ana aaaan aan nnn nnaisna a aaa a □naaan naa ana aaaan aan aan a coa aaaaaaa aan a aaa aaa aaaan aan aan aaaaaaaa ana aaaaanas na a tsaan n aaan n an s aan aaaaaanna ann a annua na taa aaaaa De prijswinnaars van de puzzel van vorige week Twaalf gulden vijftig: mevr. E. van Dam-Fleur. Mgr. Broerestraat 14, Voorhout. Zeven gulden vijftig: E.A. van Werkhoven. Duin zichtstraat 23, Oegstgeest. De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegezonden. Oplossingen voor woens dag 12.00 uur 's middags onder vermelding van „Puzzel 275" zenden aan: Leidse Courant, Postbus 11, Leiden. Cryptogram HORIZONTAAL: 1 Die baas komt vaak in het geweer (7); 5 Ik ben er al klaar mee, domineel (7); 9 Door dit organisch oplosmiddel bent u in staat aan al uw geldelijke verplichtingen te voldoen (7); 10 Voor een 25 biljet krijgt u deze vogel (7); 11 Bel nu maar: men zal er begrip voor hebben (5); 12 Om het te verlengen liep het plan stuk (9); 13 Salaris voor bruidsmeis jes? (9); 15 Kledingstuk voor een klein lichaam (5); 16 Met een zet voorover bereikt u een bepaald punt (5); 18 Meer genegenheid kan er niet bij, anders loopt het over (9); 21 Op zo'n reis heeft men tweemaal zoveel last van de zuiging van de lucht (9); 24 Met zulk 'n delfstof wordt het een kostbaar begrip (5); 25 Zelfs voor een kenner van de Engelse taal is 't lang niet eenvoudig! (7); 26 Onteigening door volksgenoten (7); 27 Volgens mij blijkt 't leuker een klein kind te zijn! (7); 28 Het geen voorrang geven bij een verkeers plein wekt de gramschap van vele anderen! (7). VERTICAAL: 1 Vervoermiddel voor brievenbestellers? (7); 2 Verbond van speelgoedfabrikanten? (7); 3 De deserteur verliest water (9); 4 Vindt u een ton te veel als zuiver loon? (5); 5 Zij wordt ook maar gestuurd! (9); 6 Na de rust zijn wij er als de kippen bij! (5); 7 En 't weefsel krijgt u voor een prikkie! (7); 8 Door deze kracht bent u voor mij te sterk (7); 14 Deze bedrieger zal u wel weer opbeuren! (9); 15 Opbergmeubel met alleen, kastladen (9); 16 Brengt de typograaf daar zijn spaarcenten heen? (7); 17 Lichte vlaag in een kleiné vogelkooi (7); 19 Gemalin van koning Winter (7); 20 Met onderricht erbij komt u met deze dakbedekking in de VS (7); 22 Dans die ruzie geeft (5); 23 in deze gevangenis verbergt zich een zanger (5). Voordat het Suikertoernooi begon waren aller ogen gericht op de laatste beslissingen van de compe titie. Een daarvan was de beslis singswedstrijd Groningen—Lent, die na de .rel' vooraf een eigenlijk verrassende uitslag kende. Gronin gen won immers zonder Sijbrands en Kuyken van een volledig Lent dat geen gebruik maakte van de gunstige uitgangsstelling. Debutant Lent overigens onwe tend van de afwezigheid van Sij brands en Kuyken faalde in feite door de sterkste spelers Wiersma, Hermelink en Palmer in de onder ste helft te laten meespelen. De jongeren moesten de sterke Gro ningers in bedwang houden. En juist deze aanpak faalde. De jeugd van Lent bleek niet opgewassen tegen het talent van de Gronin gers, die ongetwijfeld geladen aan de start verschenen. Desondanks, de 128 zege yiel royaal uit, eindelijk had Groningen (eigenlijk Roxy Dual) aan een ge lijkspel genoeg door meer bord- punten in de competitie te hebben i m m m i m m m mm JMl E a s s. s... jy H (xi m B S S D es m K m m m m m m 8 Q B i b m m ■aai Mc»a G. Geurts gescoord. Uit deze voor het lands kampioenschap beslissende wed strijd twee fragmenten, de kortste en de langste partij. Lent kreeg al snel een tegenslag te incasseren toen G. Geurts een riskante partijopzet zag afgestraft door ex-studentenkampioen Schol ten. Zwarts laatste zet (zie dia gram) was 17. 17—21 (voorafge gaan door 3430 25x34 39x30) Er dreigt nu een en ander: 1217 Th. Braam 23x12 27—31 36x27 21x25, maar ook 18—22 28x17 13—19 24x13 8x50. Er is nu maar een zet die beide dreigingen tegelijk opheft nl. 18. 24—19 13x24 19. 30x19 maar nu volgt 19. 12—17 20. 23x12 14x34. Nu dreigt ook 27—31 zodat wit in arren moede 21. 2823 speelde om na 21. 3—9! 22. 12x25 15—20 23. 25x14 10x50 ont moedigd op te geven. De langste partij, Braam-Jansen, duurde bijna zes uur. Het tweede diagram toont de stand na 46. 7—12. Wit staat ongemakkelijk en koos voor een dure doorbraak. 47. 35—30 24x35 48. 33—29 12—18 49. 28—22 8—13 50. 25—20 14x25 51. 22—17 21x12 52. 27—22 18x27 53. 29x7 27—31 54. 48-42 31—36 55. 42-37 13-18! (op 7—1 volgt nu 364147 en zwart wint door overmacht). 56. 3833 1924 57. 34—29 24—30 58. 7—1 35—40 59. 1x23 40—44 60. 23—5 30-35 61. 2924 44—49 62. 32—28 48-27 (de centrumschijven maken de po sitie van wit hopeloos: het verschil is één schijf, maar de nederlaag is onafwendbaar). 63. 28—23 27—9 64. 24—20 25x14 65. 5x19 35—40 66. 19—5 40-44 67. 5—19 44—50 68. 33—29 9—20 uit, wit speelde nog: 69. 19—24 20—15 70. 37—31 36x27 71. 24—13 15x38 72. 13x36 38—32 een grapje tot besluit: wit geeft zich gewonnen. Op 2318 volgt im mers 32—27. Een nieuw jaar is begonnen, waar in we alle lezers veel goeds toe wensen! In deze rubriek kunt u regelmatig studies verwachten, maar dan wel studies die sterk verbonden zijn met de partij. Wat we noemen de „natuurlijke stu die". Daarnaast studies waaruit u kunt leren wat de stukken waard zijn en wat er mee gedaan kan worden. Ook eindspelgedeelten uit gespeel de partijen waar wat zinnigs en leerzaams over te zeggen valt. Stu dies zijn het „béte noire" van de partijspelers. Meestal zegt men: „Zoiets komt in de partij niet voor", maar ik geloof dat het hoofdzakelijk komt doordat de doorsnee schaakspeler slecht kan analyseren. Daar moet dus wat aan worden gedaan! Om de algemene tegenzin tegen studies te overwin nen zal ik u wel eens bij de neus nemen met een verhaal over de oude meester Vonk, die in het gehucht Fantom in de polder woont. U zult er dan verbaasd over staan hoe goed die oude baas nog speelt en wat een inzicht hij heeft over juist die eindspelen. Maar deze keer krijgt u een echt en heuselijk partijslot voorgescho teld! Een paar maanden geleden vond ik in een clubblad onder staande stelling: Diagram nr. 1 Wit had in het begin van de partij een finesse overzien die hem pion f2 had gekost. Daarna had zwart te veel stukken afgeruild en wit had de tijd benut om zijn pionnen op de juiste velden te brengen en verdedigt met zijn koning de toe gangspoort van zijn stelling. Zwart moest in de diagramstelling spelen en liet volgen: 43e5-e4! Hierna was de partij snel uit. Er volgde: 44. Lc6xe4, Ke6-e5 en wit gaf op, omdat hij de zwarte koning in zijn stelling moet toelaten of een van de pionnen op de damevleugel verliest. Ook: 44. Ke4:, Pd6f 45. Kd3, Ke5 leidt tot hetzelfde. De annotator vermeldde nog: B. 44. Ke3, Kd6! en wit verliest een pion of komt weer in tempodwang en verliest dan have en goed. Hij besluit met: „Een prachtig eindspel, bij het naspelen bemerkt men pas duidelijk dat het zwarte paard vele malen sterker is dan de witte loper". Nu moet men zich bij het trekken van conclusies niet al te zeer ver plichten, zeker niet als dat zoals in variant B berust op slechts één zet! Een loper en een paard zijn nagenoeg even sterk, en als ik dan lees dat op een gegeven moment een paard „vele malen sterker is dan een loper, dan denk ik aan een beroemde studie van Troitzky, waarin vier paarden en de koning het, bij een overigens leeg bord, regelmatig winnen tegen ko ning en dame, of aan een studie van Kok, waarin drie paarden win nen van een loper. Laten we nu eens bezien hoe het staat met de partij na die variant B: 44. Ke3, Kd6! Wanneer wit nu zijn loper naar e8 brengt is het inderdaad snel uit: 45. Le8?, Pb6 46. Lb5, Ke5! en wit is in zet- dwang. Zou zwart moeten zetten, dan zou wit remise kunnen hou den. Waar het om gaat is hier niet in eerste instantie die extra pion van zwart, maar het verdedigen van de toegangspoort tot de witte stelling. De witte koning verdedigt het laat ste bastion (de velden d4, e4 en f4), de zwarte koning heeft daarbij 1 M e k AAA k 1 cS m Wit: Kd3, Lc6; pion nen: a4, c4, g4, h3. Zwart: Ke6, Pc8; pionnen: a5, c5, e5, *)5, h6. 1 f 1 1$. m A k k I A Au A li <2? A Wit: Ke3, Ld5; pion nen: a4, c4, g4, h3. Zwart: Ke5, Pd6; pionnen: a5. c5, e4, g5, h6. Zwart begint en wint. het voordeel dat hij twee van die bastions heeft (de velden d5, e5 en f5, maar ook nog d6, e6 en f6). Wit moet vervolgen met: 45. Lb5!, Ke5 46. Lc6,met de bedoeling om pion e4 op te ruimen. 46Pd6 47. Lb5!, Pe7 48. Lc6!,.... en nu blijkt dat zwart al leen maar zijn paard naar d6 kan terugspelen, want zowel: 48Pd8 49. Ld5!,.... als: 48Ph8 49. Le8,doet wit win nen! Terug dus met het paard: 48Pd6 49. Lb5, Pc8 50. Lc6, Pb6 51. Lb5, Pa8 52. Lc6, Pc7 53. Le4:De nu volgende variant dient om aan te tonen dat de loper beslist niet de mindere is van het paard. Wit zowel als zwart kunnen wel anders spelen, maar bij beider zijds goed spel is er geen voordeel te behalen' voor een der partijen. 53Pa6 54. Lc2, Pb4 55. Lb1, Pc6 56. Lc2, Pd4 57. Ld1, Pe6 58. Le2, Pf4 59. Lf1,Men ziet dat de loper het paard steeds en overal goed partij kan geven en in be dwang houden. Wanneer zwart nu in deze stelling zijn h-pion laat oprukken, dan kan wit reeds zon der bezwaar de oppositie van de koningen opgeven en op: 59h5 60. Kf3spelen. Er zijn een drietal varianten: a). 60Kd4 61. h4en wit krijgt goede winstkansen. b). 60 h4 61 Ke3.,wit neemt de oppositie weer in en zwart kan niets meer beginnen. c).6 0hg4:f 61. Kg4:, Pe6 62. Lg2, Kd4 63. Ld5, Pf4 64. h4 en het slot loopt uit op een remise brengend dame-eindspel. Op één punt moet ik nog wijzen, en dat is, dat wanneer wit op de 47e zet niet Lb5! speelt maar: 47. Ld5?.... Er ontstaat dan de volgen de stand: diagram nr. 2 Wit verliest nu. omdat zwart door een bepaalde manoeuvre een pion kan winnen en de witte stelling dan kan binnendringen. Kunt u dat vinden? De oplossing volgt een volgende keer. Bijzondere stempelvlaggen De eerste filatelistische rubriek in het nieuwe jaar kunnen wij openen met wat gevarieerd nieuws uit ei gen land. Zo kan melding gemaakt worden van het gebruik van enkele bijzondere stempelvlaggen in een reeks van postkantoren: „Kerkba lans januari", die gebruikt zal wor den in de periode van 3 tot en met 31 januari 1977. De postkantoren die deze vlag in een van hun stempelmachines gaan opnemen zijn: Amersfoort. Amsterdam, Arn hem. Assen, Breda. Eindhoven, En schede, 's Gravenhage, Groningen. Haarlem, Heerlen, 's Hertogenbo sch, Leeuwarden, Maastricht, Mid delburg, Nijmegen, Rotterdam, Terneuzen, Utrecht en Zwolle. Ver der wordt in een van de stempel machines van het postkantoor te Utrecht in de periode van 3 tot en met 31 januari nog een tweede bijzondere stempelylag gebruikt. Deze heeft als tekst: „16e Lustrum tandheelkundige studenten vereni ging Johan Tomes". Uit eigen land kan voorts melding worden gemaakt van het feit dat alsnog werd besloten de 300e sterfdag van Spinoza te herdenken met de uitgifte van een bijzondere postzegel. Het streven is deze ze gel omstreeks de 21ste februari in omloop te brengen. Deze aanvul ling op het eerder door de PTT gepubliceerde programma van postzegeluitgiften voor 1977 werd op 15 december j.l. schriftelijk me degedeeld aan de voorzitters van de beide kamers der Staten-Ge- neraal. Staatssecretaris Van Huiten van Verkeer en Waterstaat had eerder te kennen gegeven dat een bijzondere „Spinoza" -zegel niet paste in het beperkte uitgiftesche ma van de P T T. Tevens bestond het vermoeden dat de herdenking van het overlijden van de wijsgeer niet in brede kring de aandacht zou trekken. Recente informatie over de a.s. Spinoza-herdenking heeft duidelijk gemaakt, dat de uitgifte van deze bijzondere post zegel daavan een zinvolle onder steuning betekent. Voor verder nieuws nu naar Aus tralië, waar op 19 januari het uitgif- 16e LUSTRUM TANDHEELKUNDIGE STUDENTEN VERENIGING "MN TOMES" teprogramma voor 1977 geopend wordt met vier bijzondere zegels. Met deze zegels wordt het belang van traditionale vormen van kunst in het Australische leven van alle dag onder de aandacht gebracht. De zegels zullen muziek (20 ct), dramatische kunst (30 ct), de dans (40 Ct) en opera (60 ct) als onder werp hébben. Het ontwerp voor deze zegels werd vervaardigd door miss Wendy Tamlyn uit Sydney en de zegels werden gedrukt door de bankpapierdrukkerij van de reser vebank van Australië te Melbourne. Het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Elizabeth wordt in Aus tralië op 2 februari herdacht met de uitgifte van twee bijzondere zegels. Op een daarvan in de waar- de van 18 ct ziet men het portret van de vorstin, dat gekozen werd f uit een reeks die in een Australisch 5 damesweekblad heeft gestaan. Een j zegel met een waarde van 45 ct. toont een portret van koningin Elizabeth met prins Philip, naar I een foto van lord Lichfield. Konin- gin Elizabeth besteeg de troon op - 6 februari 1952, als opvolgster van [t haar vader, koning George VI. De kroning vond plaats in de West minster abdij in Londen op 2 juni, 1953. Het drukken van deze zegels 1 is handen van The Government Printer in Canberra. Dit is voor het eerst sinds de olympische spelen- uitgifte van 1956, dat Australische zegels niet door de bankpapier drukkerij worden uitgevoerd. Het Britse regeringsjubileum zal dit jaar nog diverse~rreren onder de aandacht komen. Zo heeft o.m. Nieuw Zeeland voor 2 februari een J bijzondere strook van vijf zegels op de agenda staan, met dit jubi- leum als onderwerp. Australia 20 45 j |lf Dromen honden van kluiven? - Als een hond languit in de kamer ligt te slapen en hij maakt daarbij zachte jank- geluidjes en kleine bewe gingen met staart en poten, dan denken we altijd: wat zou hij dromen? Want waarom zou een hond of een ander dier niet kunnen dromen., Ze slapen toch ook net als wij? Voor we ons gaan verdiepen in de dromen van dieren, moeten we ons eerst even bezig houden met onze eigen dromen. Om te beginnen zouden we onze slaap kunnen indelen in drie fasen: de lichte, de diepe en de zoge naamde R. E. M.-slaap. Het woord R. E. M. is een afkorting van .rapid eye movements' (snelle oogbewe gingen). Tijdens deze R. E. M.- Het is een bekend verhaal, dat er spellen zijn die de doorsnee huls- tuin-en-keukenbridger zonder eni ge moeite maakt, terwijl experts daar down in gaan. Dat komt dan, omdat de huiskamerbridger door gaans weinig belangstelling heeft voor winstkanspercentages en mogelijke eindspelfiguren en recht voor zijn raap zijn slagen bijeen probeert te krijgen, terwijl de doorgewinterde speler naar de kansrijkste speelwijze uitziet. Die laatste is wel eens tot mislukken gedoemd en dan heeft men weer zo iets. Bij de wat meer ervaren spelers komt een ander aspect om de hoek kijken. Zij kennen vele listen en lagen en de remedie daartegen, maar het gevaar bestaat dat die remedie automatisch wordt toege past, zonder verder te kijken of het wellicht op een andere manier nog beter kan. Het bewijs van deze uitspraak wordt door de gebeurtenissen in het onderstaande spel bewezen. Zuid moet 4 harten spelen, waarte gen west met schoppenheer uit komt. Er zijn negen vaste slagen en als de klaveren rond zitten wordt zuids vierde klavertje de tiende slag. Een beginner weet verder niets te bedenken en gaat geruisloos eentje doen, maar de meer ervarene weet dat hij zijn kansen kan vergroten. Tweemaal troef trekken en vervolgens drie B 4 2 oB 9 5 O A 6 4 2 H72 A H 10 7 M V 8 5 3 48 7 2 C4 3 ct H B 10 5 43 B 1091 96 o A H V 10 6 ü73 +A V 6 5 hoge klaveren incasseren gaat niet alleen goed als de klaveren 3-3 verdeeld zijn (de laatste troef wordt dan gehaald), maar ook als de tegenstander met de vierkaart klaveren ook de driekaart troef heeft (de vierde klaveren kan dan worden getroefd, alvorens de laat ste troef te trekken). Vaak zal men zien, dat deze laatste methode nu automatisch wordt toegepast en dat leidt in dit geval dan ook tot een down, omdat west de doubleton klaveren met de laat ste troef heeft, zodat klavervrouw wordt getroefd en er nog een ruitenslag verloren gaat. Het speelplan was goed, maar niet het beste. Als de klaveren niet slechter dan 4-2 zitten en de troe ven 3-2 (ongeacht welke lengte bij wie) is het contract safe. Na het introeven van de derde schoppen wordt direct een ruiten- slag afgegeven. Stel dat oost ver- volgt met klaverboer (beste). Zuid neemt klaveraas, steekt over naar ruitenaas en troeft een ruiten met hartenvrouw. Hierna hartenaas en met een kleine klaveren naar de heer van noord. De vierde ruiten wordt nu met de heer getroefd, waarna met de 10 naar de boer wordt overgestoken en de laatste troef door de 9 wordt getrokken. Klavervrouw is dan de laatste slag. En als de troeven 4-1 zitten? Dan wordt de kans dat de doubleton klaveren bij de'vierkaart troef zit alleen maar groter. Bovendien is de kans op het niet gelijk verdeeld zijn van een even aantal ontbre kende kaarten (de zes klaveren) het grootst, evenals het zo gelijk mogelijk verdeeld zijn van een oneven aantal, (de vijf hartens). slaap zijn onze oogballen bijna voortdurend in beweging, terwijl in de diepe slaap de ogen juist niet bewegen. Iedere 90120 minuten van de slaap doorlopen we zo'n cyclus. Toen men ging onderzoeken wat 'de betekenis was van deze fasen, bleek dat dromen meestal voorko men tijdens de R. E. M-slaap Eerst vermoedde men dat de snelle oog bewegingen verband hielden met het volgen van de droombeelden, maar later bleek dat er geen relatie was tussen de verschillende typen van oogbewegingen en de visuele ervaringen van een proefpersoon. Wel ontdekte men dat iemand die gewekt werd in de R. E. M-slaap zijn dromen beter kon navertellen dan wanneer hij in een van de andere fasen gestoord werd. Voor dat we nu overgaan naar de die ren, kan nog verteld worden dat kinderen een langere R. E. M.- slaap hebben dan volwassenen. Bij de dieren bestaat er ook een slaapcyclus, alleen is de R. E.M.- fase korter dan bij de mens. Met proeven kon worden aangetoond dat de electrische activiteit van de hersenschors bij de dieren tijdens de R. E. M -slaap veranderingen ondergaat, die vergeleken kunnen worden met de veranderingen die de mens ondergaat. Zo werd ons iets meer zekerheid verschaft om trent het vermoeden dat dieren kunnen dromen, maar een bewijs was nog steeds niet geleverd. Bij honden bijvoorbeeld lijken toch de bewegingen van staart en poten zoveel op die tijdens het .waakle ven' dat dit geen toeval of zuiver lichamelijke refleksen kunnen zijn. Ook vermoedt men dat honden reukdromen hebben, in tegenstel ling tot de mens. die visuele dro men heeft. Met deze reukdromen heeft men enige aardige proeven genomen, door ze kunstmatig op te wekken bij honden in de R. E. M -fase van hun slaap. Onder meer hield men een hond, die gek was op zoetigheid, een klontje suiker W Më» *Nr" Dromen van een droomkluif voor de neus en het dier likte in te drukken, waarna een nieu-jm onmiddellijk zijn lippen af. Een we dia verscheen. Toen de apen u_ andere hond, die heerlijk lag te dit eindelijk goed hadden geleerd jjn slapen na een vermoeiende jacht, en steeds tijdig de knop indrukten, liet men ruiken aan wat denne- deed men deze zelfde test nog een 2 naalden en meteen spitste hij de ♦iiHone Ho R p oren en spande het hondelichaam zich zonder te ontwaken. Een derde hond. in een diepe slaap gedommeld, werd een worst voor zijn neus gehouden en na enkele seconden begon hij kauw bewegingen te maken. Zelfs als een hond slaapt, vergeet hij zijn geliefde niet, want toen men eens een slapende reu aan een teef van hetzelfde ras liet ruiken, begon hij liefkozende geluidjes te maken. Nog meer zekerheid over de dieyen dromen kreeg men. toen de Ameri- keer, maar nu tijdens de R. E. M.-fase van hun slaap. Nu bleek g' dat de aapjes steeds keurig op 9" de knop drukten en zelfs vaker 9' dan nodig was. Kennelijk waren er gj dus visuele ervaringen, maar het q. is ook mogelijk dat ze alleen maar 8 droomden van het lekkers dat ze 8 zouden krijgen als ze steeds in- 8. drukten. 8-E In ieder geval zouden ze in staat 8-' zijn te dromen; maar wat een aap 8- kan hoeft nog niet voor een ander zoogdier op te gaan. We kunnen wel aannemen, ofschoon g kaanse geleerde Vaughan in 1964 echte bewijzen nog steeds ontbre- g een proef deed met rhesusapen, die mogelijk visuele ervaringen aantoonde tijdens de R. E. M-fase. •Hij vertoonde dé apen een serie dia's en leerde de dieren een knop ken, dat dieren in staat zijn te dromen. 7 Maar het blijft toch een vermoe den, want vertellen zullen ze het^ ons nooit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 18