Leidse archeoloog legt prehistorie van Suriname bloot ■•wNvr- - i rir^hm i f— <,.y 6 Indianen trokken 5000 jaar «oor Christus het land binnen LEIDEN Massale volksverhuizingen hebben vanaf circa 8000—5000 jaar voor Christus de indianen als eerste bewoners van Suriname het land binnengebracht. Via het uiterste zuiden, de z.g. Sipaliwi- nisavanne op de grens met Brazilië, trokken de vroegste bewoners het land binnen: jagers en verzamelaars van wil de vruchten, noten etc. uit het Centrale Amazonegebied die vierduizend jaar voor Christus overschakelden op een economie gebaseerd op de landbouw. Op zoek naar steeds betere landbouwgrond en verhuisden zij vanuit het Centrale Amazonegebied langs rivieren en kusten en kwamen later via de Orinocodelta aan in de kuststreek van Guyana. In de laatste eeuwen voor Christus verspreid den de indianen zich ondermeer naar de Kleine Antillen, in het Caraïbisch ge bied. Maar deze landbouwende indianen trokken ook vanuit het westen Suriname binnen. Zij introduceerden naast de landbouw het aardewerk. Rond vijfhon derd na Christus trok een nieuwe golf van indiaanse immigranten langs dezelf de weg het westen van Suriname binnen. En kort daarop volgden nog drie grote groepen: één uit het Westen en mogelijk twee uit het Oosten. Dit betere inzicht over de wijze waarop de indianen zich in Suriname verspreidden is vooral te danken aan de studie die de jonge Leidse archeoloog Aad Boomert (30 j) de afgelo pen drie jaar verrichtte in Suriname. In het Leidse Instituut voor Prehistorie legt drs. Boomert onder leiding van prof. P. J. R. Modderman, de laatste hand aan de publikatie van zijn onderzoek in de oerwouden van Suriname, en in het Suri naams Museum in Paramaribo, waar de archeologische vondsten van meer dan honderd jaar speuren liggen opgeslagen. Ingekerfde rotstekening, aange troffen langs de oever van de Co- rantijnrivier Tot nu toe was er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht naar de komst van de indianen in Surina me, de wijze waarop zij zich hadden verspreid en hun relaties tot de overige tropenwoudbewoners van het Latijnsa- merikaanse continent. Aad Boomert: „Algemeen wordt aange nomen dat de vroegste bewoners van de Nieuwe Wereld afkomstig zijn uit Siberië. Tijdens een warme periode in de laatste ijstijd, ongeveer 30.000 jaar geleden, trok ken zij via de Beringstraat Canada en Amerika^ binnen. Het waren jagers op mammoeten en andere thans uitgestor ven grote zoogdieren die in familiegroe pen met de kudden meetrokken en zo in snel tempo open land koloniseerden. Omstreeks 15.000 voor Christus bereikten de eerste immigranten via de landengte van Panama het zuidelijk deel van Ame rika en de zuidpunt van Chili. Ook trok ken zij in oostelijke richting naar Brazilië en Venezuela. De oudste sporen van hun aanwezigheid op dit continent treffen wij aan langs de westelijke Andesketen en in het noordwesten van Venezuela. Tegen het einde van het Pleistoceen (ca. 8000 v. Chr.) verbeterde het klimaat en trokken de ijskappen zich voorgoed te rug. Het vrijgekomen water veroorzaakte een aanzienlijke stijging van de zeespie gel. De kudden groot wild stierven uit. De jagers moesten zich toeleggen op het verzamelen van wilde planten, zaden en wortels. Ze trokken toen via het Venezo laanse savannegebied naar Guyana en Suriname. De produkten van de eerste Tropenwoud-indianen spelen nu nog een belangrijke rol in ons voedselpakket, zoals de aardappel in Europa en de cassave, die behalve in Zuid-Amerika ook in grote delen van Afrika het volks- voedsel is geworden. Andere bekende gewassen van indiaanse oorsprong zijn verder tabak, pinda en mais. Het duurde ongeveer 3000 tot 4000 jaar om de wilde planten tot een bruikbaar cultuurgewas te kweken. Vondsten Volgens drs. Boomert is onze kennis van de prehistorische indiaanse culturen zeer voorlopig en onvolledig. „Wij weten al leen iets over de groepen die in het verleden vooral het kustgebied van La- tijns-Amerika hebben bevolkt. Hieronder vallen de Guyana's en dus ook Suriname. De oudste vondsten in Suriname zijn gedaan in het gebied van de Sipaliwinisa- vanne op de grens met Brazilië. Daar zijn indertijd indiaanse kampementen ge weest. Op verspreide plaatsen werden bewerkte werktuigen en wapens als vuistbijlen en speerpunten gevonden. Dank zij de luchtfotografie werd in de afgelopen decennia een aantal vindplaat sen ontdekt, zoals akkerbedden en woon- terpen in de kuststrook. Deze woonterpen zoals de z.g. Hertenrits in het westen van Suriname, dateren vanaf 700 na Christus. Dergelijke woon terpen en verhoogde akkerbedden wer den ook aangetroffen in bijvoorbeeld Ecuador, Bolivia, Venezuela en langs de kust van Frans Guyana. Bij toeval, zoals bij het delven van plantagetrenzen, we genaanleg, wetenschappelijke expedities, geologische- en bodemkundige karterin gen, werden nog meer archeologische vindplaatsen ontdekt. Nu zijn er ruim 300 vindplaatsen bekend." Het zoeken naar de uiterlijke tekenen van de eerste menselijke cultuur in Suri name is lange tijd een verwaarloosd ge bied geweest. Documenten, scheepsjour nalen, geschiedschrijving vanuit de kolo niale optiek, verdrongen heel lang de prehistorie, alsof de Surinaamse geschie- Amazone-steen gevonden in de noordoostelijke kuststrook van Su riname (1000—1500 na Chr.) Aad Boomert denis begon met de komst van de Span jaard Alonso de Ojeda, scheepsofficier van Columbus, of de verovering door Zeeuwse piraten onder leiding van Abra ham Crijnssen. Vergeten werd dat juist de Guyana's, waartoe ook Suriname be hoort, met hun reusachtige wouden lig gen op de kruisweg van de eerste mens die vanuit deze reusachtige jungle aan zijn expansie was begonnen. De eerste sporen van de vroegste bewo ners van Suriname werden in 1836 ont dekt door de Duitse expeditieleider Ro bert Schomburgk die langs de Corantijn, grensrivier tussen Suriname en (voorma lig Brits) Guyana, indiaanse rotstekenin gen aantrof. In 1853 beschreef de Neder lander C. A. van Sijpesteyn als eerste stenen bijlen en slijpgroeven die in Suri name waren gevonden. De rotstekeningen stammen waarschijn lijk uit de Neo-Indiaanse periode die ongeveer 2500 jaar geleden in Suriname is begonnen met het binnentrekken van groepen landbouwende Tropenwoud-in dianen. Hierna volgden nog talrijke vond sten, die nu door Aad Boomert zijn geïn ventariseerd en ingepast in de verschil lende cultuurperioden van het Latijnsa- merikaanse continent. Op basis van deZe inpassing is meer duidelijkheid gekomen in de cultuurgeschiedenis, in het bijzon der in het bestaan van de prehistorische mens in dit deel van de wereld. Volgens Aad Boomert is het waarschijn lijk dat de vroegste Tropenwoud-india nen een Arowakse taal (oudste indianen taal) spraken. „Deze Arowaks-sprekendq groepen trokken drieduizend jaar voor Christus via de Rio Negro naar de Orino co en de Orinoco-delta. Hun cultuur staat bekend als de Saladerostijlgroep, ge noemd naar de plaats Saladeron aan de Beneden-Orinoco, waar talrijke aarde werk schalen en vazen zijn gevonden. Hun pottenbakkerskunst bereikte artis tiek en technisch een hoogtepunt. De Saladero-schalen zijn omgekeerd-klok- vormig en versierd met witgeschilderde geometrische motieven op een rode on dergrond. Aan de Midden-Orinoco werd dit aardewerk aangetroffen in La Gruta en Ronquin." Tot voor kort was -het niet bekend dat In het Wonotobogebied werd ook aarde werk gevonden dat dateert uit een perio de van 500 tot ca. 1200 na Christus en Mabaruma-stijl wordt genoemd. De oor sprong van deze stijl moet gezocht wor den langs de Midden-Amazone. De lieden die dit aardewerk vervaardigden schij nen vanuit de Midden-Amazone getrok ken te zijn naar Bolivia, Ecuador, Colom bia en Venezuela. Hun potten zijn ver sierd met motieven, uitgevoerd in breed getrokken lijnen zoals spiralen en golven. Op de randen zijn naar binnen kijkende menselijke of dierlijke kopjes, z.g. ador- nos, aangebracht. Uit woonterpen, ont dekt in de noordwestelijke kuststrook, blijkt dat dit gebied reeds ca. 700 na Christus bewoond is geweest. In dit ge bied, het z.g. Hertenrits-complex, moeten de indianen zich naast de cassaveland- bouw intensief hebben beziggehouden met visvangst, jacht en het verzamelen van weekdieren. Ook hier werd veel aar dewerk gevonden met versieringen als kikkers, apen, honden en vogels. Opval lende vondsten waren z.g. Amazone-ste nen, kikkervormige figuren van steen. Aanvankelijk dacht men dat deze amulet ten uit Brazilië waren geïmporteerd. Na der onderzoek wees echter uit dat de meeste van deze amuletten zijn vervaar digd van rhyoliet, een gesteente dat in Suriname rijkelijk aanwezig is. Een klein aantal Surinaamse Amazone-stenen is ge maakt van jade, een steensoort die voor komt langs de Braziliaanse rivieren de Trombetas en Tapajoz. van Suriname en het noorden van Brazi lië, zoals de Akuriyo's en Trio's kunnen dan ook grotendeels beschouwd worden als nakomelingen van indianen die in de prehistorie nog in de kuststrook woon den. Aad Boomert hoopt dat de resultaten van zijn onderzoeken de studie naar de pre historie van Suriname zullen intensive ren. „Suriname's binnenland, ten zuiden van de vijfde noorderbreedtegraad is, met uitzondering van de Sipaliwini-sa- vanne, in archeologisch opzicht vrijwel onbekend. Het gaat dus om 75 procent van het land. Ongetwijfeld zullen nog interessante bijzonderheden naar boven komen. In feite weten we nog erg weinig over het doen en laten van de prehistori sche mens in Latijns-Amerika. Voor de nationale saamhorigheid van de volkeren van de landen in Latijns-Amerika is his torisch dieptebesef belangrijke." SIG. W. WOEF Wandfragment van pot in Salacj ro-stijl. Wonotobo vallen. Circa na Chr. M/óRATie - route s maWAKKEK) Scherf aar dewerk met Mabaruma motief De richtingen waarin de vroege indianen zich over het noordelijk deel van Latijns-Amerika hebben verspreid Indianen op jacht. Litho van P. J. Benoit, 183$ Een Adorno van het Saladero type, circa 50 na Christus Archeologische metingen hebben aange toond dat de eerste aanleg van woonter pen heeft plaatsgevonden ongeveer 700 jaar na Christus. Volgens Aad Boomert moet de herkomst van de Hertenrits cul tuur eveneens in het Amazone-gebied gezocht worden. Een volgende grote migratiegolf van in dianen naar Suriname vond plaats onge veer 1200 na Christus. Toen kwamen vanuit het Oosten de dragers van een zeer specifieke keramiektraditie Surina me binnen. Naar een vindplaats in Guya na wordt hun cultuur de Koriabo-stijl- groep genoemd. In Suriname zijn reeds meer dan veertig vindplaatsen bekend, vooral langs de gro te rivieren en op zand/schelpritsen in het kustgebied. Voorwerpen uit de Koriabo- stijlgroep werden ook gevonden langs de kust van Frans Guyana. De oorsprong van deze stijlgroep ligt ten zuiden van de Rio Araguari in Braziliaans Amapa. Stammen Over het ontstaan van de verschillende indiaanse stammen zegt Aad Boomert: „De Europese ontdekkingsreizigers trof fen in de 16e en 17e eeuw langs de „Wilde Kust" verschillende stammen aan, die behoorden tot de Maipure-Arowakse of Caraïbische taalfamilie. Toen Columbus in 1492 Amerika ontdekte woedde er een strijd tussen de Caraïben en Arowakken. Als gevolg van de kolonisatie trokken vele indianen zich uit de kuststrook naar de binnenlanden terug. De slavenjachten in de 17e eeuw waren oorzaak dat de weggelopen slaven (Bosnegers) een buf fer vormden tussen kust en binnenland, waardoor de scheiding tot stand lnvam tussen Beneden- en Boverilandse india nen. De huidige stammen in het zuiden BRAZILIË ?ROTo.ftROWAKKSt4 SALflDEBO.STllL fjEO.1NPlMEHKORIABOS.TIJL De invalsroutes van de indianen in Suriname

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 14