Magistrale orgelsymfoniéèn van Vierne integraal uitgevoerd op Haags festival T)C LUCKY LUKE DE HANDELAAR Paulus de Boskabouter De Toverhoed Suske en Wiske De Raap van Rubens Markten GROENTEVEILING LEIDEN (29 dec.) Appelen 30—62. Peren 68—70. Andijvie 224. Boerenkool 70—88. Rode kool 36-58. Prei 115-145. Spruiten A 130-146. Spruiten B 149-155. Sprui ten C 147. Uien 24—111. Witlof 355-395. Knolselderij 56-70. Sla zwaar 24—43. Selderij 15-54. KAASMARKT WOERDEN (28 dec.) Geen aanvoer. Eerstvolgende markt eind maart of begin april. VEEMARKT DEN BOSCH (29 dec.) Totaalaanvoer 5563 dieren, waarvan 1602 runderen. 150 graskalveren, 108 vette kalveren. 2454 nuchtere kalveren, 1168 schapen en lammeren en 81 gei ten. Er waren 972 slachtrunderen. Prijzen in guldens per stuk: melk- en kalf koeien 1500—2650. guiste koeien 1300—1900, kalfvaarzen roodbont 1850-2750 en zwartbont 1600-2300. klamvaarzen 1425—1825. guiste vaarzen 1400-1700. pinken 1000-1350. gras kalveren 650—950. nuchtere kalveren voor fok en mesterij roodbont 275—480 en zwartbont 210—390, weideschapen 115—145, lammeren 120—150, vette schapen 150—200 en vette lammeren 155—210. Prijzen in guldens per kg. geslacht gewicht: stieren 1e kwal. 6.90—7.40. 2e kwal. 6,55—6.85; vaarzen 1e kwal. 6,70-7.40. 2e kwal. 6.05-6.65; koeien 1e kwal. 6,407,10, 2e kwal. 5.65—6.35 en 3e kwal. 5.30—5,60; worstkoeien 4.25-5.25. Prijzen in guldens per kg. levend ge wicht: vette kalveren 1e kwal. 5,25—5.50. 2e kwal. 5.00-5.20. en 3e kwal. 4.60—4.90; nuchtere slachtkalve- ren 1.301.55. Overzicht (resp. aanvoer, handel en prij zen): melk- en kalfkoeien kort - redelijk goed - stevig prijshoudend; guiste koeien minder - vrij goed- ruim gehand haafd: jongvee minder - rustig - weinig verandering; vette kalveren ruimer - stug - aflopend; nuchtere kalveren min der - iets levendiger - stijf duurder; schapen en lammeren beperkt redelijk - goed prijshoudend; slachtvee minder groot - even vlugger - stijf prijshou dend. KATWIJK, groenten. 29 dec. Boeren kool 53—76. waspeen (p. kst.) Al 1820-2220. All 960—1940. BI 1680- 2470. Bil 270-560. Cl 880-1200. Cll 320- 880, breekpeen 640-1080. Rode kool 47-59. Aanvoer: 90 ton waspeen. RIJNSBURG. 29 dec. bloemen (resp. gem. prijs, aanvoer): Amaryllis 0.469 7798, anjers am. 0,405 14007, anthurium 1.772 2726. blauwe druifjes 1.063 1120. chrys. gepl. n.c. 0.714 880. chrys. tros n.c. 1.350 9872. chrys. gepl. jr.c. 0.527 2310. chrys. tros jr.c. 1,270 17206. eup horbia 0.348 12390. freesia 1,411 8735 gerbera 1.500 110. hyacinthen 1.471 4264. hyacinthen met bol 0.293 53048. iris 4.209 1951. lelie tak kas 0.302 15970, narcis kas 1,201 13120. narcis carlton k 0,985 33732, orchideeën 1,263 1575, rozen grootbl. 1.002 600. rozen kleinbl. 0.167 12700. seringen 0.678 1270. snijgroen 0.945 1725, tulpen 2,835 19912. apeldoorn kas 2.764 31597. lusti ge witwe kas 2,667 13871. prominence kas 2,292 3628, 2e soort per bos 0.938 3353. tulp met bol 0,107 6195, orchid, cymb. mini 0,416 4367. 2e srt per stuk 0.164 6687. anjers tros 0.247 10970. rozen baccara 0,866 4000. rozen sonia 0.502 5420. rozen ilona 1,118 400, stro/- droogbl onb 2,185 580. stro/droogbl bew 8.212 112. kerstgoed 3.945 64-. div. snijbloemen 2,909 4823, div. snijbloe men 0,677 3472, alstroemeria imp 0.276 10770. anemomen imp 160-. anjers am. imp 0.420 7100, liatris imp 0,307 13950, margriet imp 1.125 60. narcis kas imp 1.106 162. orchid, arach. imp 0.711 4978, ochid. dendr. imp 0.038 3200. mimosa imp 1,270 5316, protea imp 1.719 1100, div. bladsrt imp 2.161 2470. div. snijbl. imp 2.896 1766. div. snijbl. imp 1,273 3579, azalea 2,808 775, cy claam 1.963 75. poinsettia 0.148 68. div. potplanten 1.375 586. qladiolen-ardent 0.194 7300. glad.-eurovision 0.244 18220, glad.-moliere 0.155 510, glad.- spic span 0.194 2430, glad.-w friends hip 0.147 5120, glad.-peter pears 0.220 750. glad. colv.-comet 0.114 5355. anjer- tr.-pink 0.251 49050, anjer-tr.-violet 0,268 11530. anjer-tr.-white 0,338 3600, gladiolen-texas 0,151 1550, anjer-tr.s- pride 0.340 150. ROELOFARENDSVEEN. 29 dec., snij bloemen (gem. en hoogste prijs) Chrysanten tros 162 ct. p.s. - 250 ct p.b.. forsythia 91. ct p.s.. Gerbera 58 ct p.s. - Vesta 88 ct p.s.. Orchideeën 44 ct p.s. - 165 ct p.s.. Strelitzia 215 ct - 230 ct p.s.. Rozen 40 ct p.s. - Ilona 139 ct p.s.. Tulpen 292 ct p.b. - Lustige Witwe 355 ct p.b.. Narcis 101 ct p.b. - Carlton 135 ct p.b., Freesia 139 ct p.b. - Fantasy 390 ct p.b., Anjers 28 ct p.s. - Charmeur 64 ct p.s. PAGINA 8 LEIDSE COURANT DONDERDAG 30 DECEMBER 19T pargaud SA 1976] Gebogen over de vijf manualen van het Cavaillé-Coll-orgel in de Notre Dame in Parijs is hij gestorven, precies zoals hij het zich had gewenst Op die Ze juni 1937 gaf hij een concert voor de vereniging „Amis de l'orgue" en hij had juist zijn eigen „Triptique" besloten met de „Stéle pour un enfant de- funt" (Grafsteen voor een ge storven kind). Het programma vermeldde nog twee improvisa ties over gregoriaanse motieven en de drieduizend luisteraars hoorden een e op het pedaal. Zij dachten dat de blinde mees ter aan zijn vermaarde impro visaties begon maar zijn voet gleed weg en hij viel voorover. Maurice Druflé, zijn oud-leer ling, die hem bij het registreren hielp, had almet bezorgdheid vastgesteld dat het spelen van zijn „Stéle" kennelijk veel krachtsinspanning van hem vergde. Louis Victor Jules Vierne was in het haraas ge storven. Aan deze orgelmeester gaat de Haagse Organisatie Orgelcon certen in januari, februari en maart in de kleine Houtrustkerk zes concerten wijden, zes omdat Vierne zes grote orgelsymfo nieën naliet, die alle tot klinken zullen komen. Hij schreef nog veel meer, bijvoorbeeld twee bundels met „Pièces de style libre" (Stukken in een vrije stijl) en zelfs vier bundels „Pièces de fantasie" (Fantasie-stukken), bo vendien nog twee „Messes bas ses" om tijdens stille missen uit te voeren, en ook nog koorwer ken, maar zijn symfonieën zijn voor hem toch wel het meest karakteristiek. De grote orga nist en improvisator van de No tre Dame, waaraan hij van 1900 tot zijn dood was verbonden, moet immers de voortzetter en voltooier van de Franse symfo nische orgelstijl worden ge noemd. Compleet orkest Deze stijl kon zich in de tweede helft van de vorige eeuw in Parijs gaan ontwikkelen door dat Aristide Cavaillé-Coll een nieuw type orgels ging bouwen. Hector Berlioz had in zijn be roemde instrumentatieleer al ge schreven dat het orgel, evenals de piano en nog meer dan die, van twee verschillende gezichts punten uit moet worden beke ken: als een instrument dat met en in het symfonieorkest een rol kan spelen maar óók als een instrument dat geheel alleen en onafhankelijk een compleet or kest kan zijn. Naar deze opvat ting gaf Cavaillé-Coll de afzon derlijke registers van zijn orgels een intonatie die zo natuurge trouw mogelijk instrumenten van het symfonie-orkest imi X—76 ,,Haha, die ouwe toverkol", lachte Oehoeboeroe, ,,dat was mis hè? Je dacht natuurlijk dat het de toverhoed was, maar dat was hem heiendal niet, min of meer". „Hou je snavel, domme uilebuil", riep Euca- lypta nijdig. „Al vervulde hij mijn wens niet, de toverhoed was het wél, want je ziet dat het ding kan lopen". „Ik zie dat vriend Mol kan lopen", grinnikte Oehoeboeroe, „en dat wist ik allang". Inderdaad was de hoed toevallig op een molshoop terechtjerd gekomen. Mol had van de gelegen-ster heid gebruik gemaakt om ermee wegpcier te hollen. „O jij brutale snertmor.js sim gromde Eucalypta, „jou krijg ik welik wi even". f1^Vl finai (Nu? tAmurmstji!) teert: de dwarsfluit, de hobo, de klarinet, de fagot, de trompet, de trombone maar ook de viool, de cello en de contrabas. Toen de orgelbouwer in de ja ren dertig van de vorige eeuw zijn eerste gedurfde plannen voor orgel-restauraties indiende, stonden de Parijse keurings commissies er zeer argwanend tegenover. Maar omdat de bou wer zich niet liet verleiden tot onverantwoorde experimenten en afging op zijn goed gehoor en zijn kennis van de akoestiek werd hem later toch de bouw van vele grote Parijse orgels opgedragen, ook omdat hij be langrijke vernieuwingen met succes wist toe te passen zoals de zogenaamde magazijnbalg, de windladen met verschillende luchtdruk, het speelprolonge- ment, enz. Door zijn instrumen ten heeft Cavaillé-Coll, zoals voor de hand ligt, een sterke invloed op de componeerkunst voor het orgel uitgeoefend. Die begint bij César Franck, die in 1859 zijn toen pas voltooide in strument in de St Clothilde ging bespelen. Vierne die korte tijd van Franck les heeft gehad, kreeg, zoals gezegd het orgel in de Notre Dame tot zijn beschik king, dat door Cavaillé-Coll was omgebouwd en uitgebreid. Blind Vierne werd 8 oktober 1870 in Poitiers geboren als zoon van een schrijver en journalist. Om dat hij van zijn geboorte af praktisch blind was, werd hij met erg veel zorg omgeven, waarvan hij in zijn eigen Me moires" op ontroerende wijze vertelt Een zwager van zijn va der, een oom dus van de jonge Louis, die organist was en hobo leraar, gaf de ouders van de blinde knaap het advies hem een muzikale loopbaan te laten volgen. Zo kwam Vierne op het Blin deninstituut in Parijs waar hij orgelles kreeg. Franck leerde de jongemen later componeren zonder gebruik te maken van een piano of een orgel. Na Franck, die een diepe invloed Dp hem had, ontfermde Widor zich over hem. Widor was de eigenlijke vader van het „orgue jymphonique". In 1894 werd Vierne zijn assistent op het Pa- -ijse conservatorium en toen Duilmant twee jaar later Widor ils docent opvolgde, nam ook iie Vierne als assistent. Guil- nant stierf in 1911 en in de Franse hoofdstad was iedereen jr van overtuigd dat Vierne lem aan het conservatorium Het orgelfront van de Notre Damls' in Parijs. Op dit enorme orgel componeerde de vrijwel blinde Vierne vijf van zijn.zes grote symfonieën. zou opvolgen. Door allerlei intri ges echter, die vooral tegen Wi- ior gericht waren, werd Vierne r gepasseerd, wat voor hem een *rote teleurstelling is geweest, intussen was Vierne wel al in 1900 uit 89 kandidaten gekozen ils hoofdorganist van de Notre Dame. Hoewel Widor zich in djn laatste werken van de sym- 'onische, orkestrale orgelstijl iistantieerde, is Vierne die blij- /en voortzetten, hoe zwaar hij ;oms ook werd beproefd. Tus- ;en 1916 en 1920 moest hij een jroot aantal operaties onder- jaan om hem te bevrijden van het glaucoom dat zijn gezichts vermogen belemmerde. De oog chirurg zag kans hem zijn ge zichtsvermogen gedeeltelijk te rug te geven maar later ver slechterde het weer zodanig dat hij toch weer vrijwel blind werd. Is het dan niet begrijpe lijk dat in zijn muziek vaak een sombere en persoonlijk getinte klacht doorklinkt? Duitsland en Belgïé nemen anti-rookserie van NCRV over HILVERSUM Het tweedi Duitse televisieprogramma ZDF zal de anti-rookserie, dii de NCRV in augustus j.l. uit zond, overaemea De uitzendingen worden aan d Duitse situatie aangepast. D Hamburgse zusterorganisati van de Nederlandse Stichtin „Leven en Gezondheid" zal me het ZDF samenwerken op d( zelfde basis als dat bij d NCR V-uitzending in Nederlani gebeurde. Ook zal een ondei zoek naar de resultaten wordei gehouden. De Belgische BR' heeft de NCRV laten weten dj serie ook te willen overnemei^ Klokkenspel Vierne schreef zijn eerste orgel- symfonie in 1899. De prélude herinnert aan het bekende pia no-drieluik van Franck. Een no gal strenge en gesloten fuga sluit zich hierbij aan en wordt gevolgd door eën melodisch en harmonisch fijne en bekoorlijke pastorale waarna een scherzo volgt met een canon als trio. Een dromerig andante met een lyriek die voor deze componist heel karakteristiek is, vormt de overgang naar het zesde en laat ste deel: de finale die vanwege de direct aansprekende imitatie van een klokkenspel vaak af zonderlijk wordt uitgevoerd. De tweede symfonie "uit 1905 onderscheidt zich in de snelle delen door lange thematische gegevens en een „choral", dat evenzeer aan Franck doet den ken, al is het duidelijk een op een eigen wijze verwerkte herin nering. De derde symfonie, voltooid in 1912, werd de bekendste, maar heeft in tegenstelling tot de an dere geen cyclische vorm, dat wil zeggen dat de thematische gegevens van de verschillende onderdelen geen direct verband met elkaar hebben. Hoewel deze derde symfonie in een van de moeilijkste perioden van Vier- nes leven ontstond, demon streert het stuk een souvereine beheersing van de stof. Het is een romantisch werk in een klassieke vorm: een allegro ge bouwd op twee contrasterende thema's die volgens het sonate schema worden ontwikkeld, een elegische cantilene, een harmo nisch zeer inventief intermezzo met een heel aparte sonoriteit, een meditatief andante en dan tot slot een finale, even kort en De speeltafel van het orgel bondig als fel en flitsend. Met name in het adagio zal de luiste raar even aan Wagner worden herinnerd, en wel aan Isolde's .Liebestod. De vierde, vijfde en zesde sym fonie ontstonden in de tijd dat de Eerste Wereldoorlog op zijn eind liep en in 1931, toen Vierne 61 jaar was. Hij had toen volle dig zijn eigen vorm, zijn eigen toon en zijn eigen stijl gevon den. Behalve de eerste, die uit zes delen bestaat, hebben al zijn symfonieën vijf delen: een gede gen en vaak uitvoerige opening, een markante finale en daartus sen drie stukken waarin lyriek of fantasie, sentiment of muzi- kanteske speelsheid zich vrij ontplooien. Uniek Op de concerten in de Hou trustkerk worden behalve deze zes symfonieën nog enkele an dere werken van Vierne uitge voerd en verder muziek van de componisten met wie hij zich verwant voelde en die een grote rol in zijn leven speelden: Franck, G uil mant en Widor. De cyclus wordt geopend 'op 7 januari door Ben van Oosten en Ben Fey, op 21 januari speelt de Parijse organist Daniël Roth, op in de'Notre-Dame, waarachter Louis Vierne in 1937 overleed. 4 februari Folkert Grondsma. Op 18 februari neemt Ben Frey weer op de orgelbank plaats en op 4 maart komt de Franse organiste Michelle Leclerc. De cyclus wordt op 18 maart beslo tendoor de beroemde blinde or ganist Gaston Litaize, die even als de andere Fransen uit Parijs overkomt. Evenals het Dupré-festival van vorig jaar zal ook dit voor ons land unieke Vierne-festival ze ker in ruime kring de aandacht trekken. En terecht! J. KASANDER Organist Ben van Oosten opent het Vierne-festival in de Haagse Houtrustkerk met de uitvoering van de eerste symfonie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 8