Je weet niet wat je ziet "NIEUW MINERVA" 5P J. loop toe? Nederland in foto's van toen en nu: Grote prijsverschillen voor identieke reizen Autokosten: maandelijks fors bedrag C&A te zeker KOUDE BUFFETTEN (tot 1000 personen) RECEPTIES - BORRELGARNITUREN - DIVERSE SCHOTELS - enz. enz. Frituurpannen: 11 van de 20 onveilig Varkenspest is niet gevaarlijk voor consumenten 6 LEIDSE COURANT DINSDAG 28 DECEMBER ïgj? Herengracht - hoek Leidsegracht in Amsterdam in het begin van deze eeuw. Herengracht - hoek Leidsegracht in Amsterdam, zoals het er tegenwoordig uitziet. 1 Dank zij de Amsterdammer Bernard F. Eilers, die als een magiër in de jaren rond de eeuwwisseling met zijn kiekkast door Nederland trok kunnen wij nu een zwart wit beeld krijgen van het vaderland der voorvaderen. Door een gelukkig toeval werden twee jaar geleden meer dan twee duizend glansnegatieven teruggevonden in het huis van zijn hoogbejaarde weduwe in Amsterdam. Deze erfenis van de in 1951 overleden schilder-fotograaf was achte loos in een kelderhoek opgeslagen en zou vandaar waarschijnlijk naar de vuilnis belt zijn verhuisd als mevrouw Manteau van uitgeverij Elsevier niet bij toeval die oude, schimmige foto van Amsterdam had zien hangen in het Brusselse filiaal van kledingverhuurder John Kennis. Bij navraag bleek, dat deze schitterende opname gemaakt was door „de man van tante Rie in Amsterdam", in de burgerlijke stand beter bekend als de weduwe M. A. Eilers-Kennis. Een bezoek aan haar huis leverde een pak foto's op; een volgende beleefdheidsvisite wees uit, dat er in de kelder nog tientallen dozen stonden met glansnegatieven en lantaarnplaatjes. En daarmee was Bernard Eilers „herontdekt". Uit een eerste keuze ontstond het opzienba rende fotoboek „Destijds in Nederland", een poëtische zwart-wit reportage van een meester-fotograaf. Daaruit bleek overdui delijk de kracht van Eilers benadering: moeilijk licht was altijd zijn beste kame raad. De Sint Nicolaaskerk in de mist, de Schreierstoren in de avondschemering, straten, glimmend in de regen, grachten, die zich met sneeuw hadden vermomd, een landschap in ochtendnevels, een stadsge zicht, waarin je de schaduwen van de bomen recht naar de fotograaf ziet wijzen en huizen in dat merkwaardige kille, neu-4 trale licht van een weggezakte zon, waar over schrijver Pasternak in Dokter Zjivago ook schreef: ,,De avond was zo droog als een houtskooltekening. De zon, die ergens achter de huizen onderging tipte als het ware met een vinger vanachter een hoek al het rode op straat aan: de roodtoppige mutsen van de dragonders, het linnen van de gevallen rode vlag en de bloedsporen, die zich als roodachtige draadjes en pun ten in de sneeuw aftekenden." Welke grandioze resultaten Eilers met zijn gebrekkige apparatuur wist te bereiken blijkt wederom uit het nieuwe nostalgische foto-album „Nederland Toen en Nu", waarin de prenten van een halve eeuw geleden het moeten opnemen tegen foto's van Con Mönnich, die het spoor van de meester heeft gevolgd en de sluiter van zijn hypermoderne camera liet klikken op dezelfde plaatsen, waar Eilers eens onder de zwarte doek de situaties in zijn glaspla ten etste. Het resultaat is verbluffend: een vergelij king van de foto's van toen en nu leert niet alleen, dat er veel is veranderd (ten goede of ten kwade, dat mag de kijker zelf beoordelen), maar ook dat het werk van de oude meester het nog met gemak kan opnemen tegen de opnamen van nieuwlich ter Con Mönnich. Diens foto's zijn welis waar scherper, duidelijk en gedetailleer der, maar ze missen de warmte en de gevoeligheid van de hoogbejaarde opna men. De foto's van Eilers verbergen een geheim; de situaties zijn versluierd en men wordt gedwongen om al kijkend op avon tuur te gaan. De foto's van nu onthullen alles genadeloos en laten niets meer te raden over. Het zijn identieke plaatsen en identieke situaties, die in dit fotoboek ver geleken worden, maar toch laten de foto's van Eilers en Mönnich zich nauwelijks meer onder één noemer vangen. Daarvoor is er in die vijftig jaar, liggend tussen beide opnamen, helaas te veel gebeurd en te veel verdwenen. Een kostelijk boek derhalve, dat even kostelijk door Nico Scheepmaker van commentaar werd voorzien. U weet echt niet, wat u ziet. Nederland Toen en Nu. Uitgave: Elsevier Nederland, Amsterdam. Prijs: 24,50. Leo Thuring De Oudezijdskolk in Amsterdam, gefotografeerd door Bernard Eilers rond de eeuwwisseling. Dezelfde Oudezijdskolk in 1976. „Een soort verloederde Don Juan op jaren", aldus het commentaar van Nico Scheepmaker. wegens uitbreiding van onze keuken en personeel zijn wij VANAF HEDEN in de gelegenheid uw: AAN HUIS OF ELDERS TE VERZORGEN! TIJDIG RESERVEREN GEWENST! Specialiteiten restaurant VROUWENSTEEG 11 LEIDEN TELEFOON 071 12.63.58 In samenwerking met o.m. de Consumentenbond. „C&A zou C&A niet zijn, als een bontjas niet voor deliger zou zijn dan bij dure speciaalzaken. Tenzij u het leuk vindt om elders veel, véél meer te beta len." Een reclame-uiting van C&A die niet goed viel bij de Reclamecodecommissie. Het betrof hier een lande lijke reclame-actie en C&A kan nooit zeker we ten, dat de stelling over die veel duurdere speciaal zaken altijd en overal op gaat, zo meent de commis sie. C&A moet dus véél, veeel voorzichtiger wor den in zijn uitlatingen. Uit een onderzoek van de Consumentenbond naar de veiligheid van frituurpannen, dat nog niet is afgerond, is inmiddels wel reeds gebleken, dat 11 van de 20 onderzochte merken niet veilig zijn. Reden is het ontbreken van een beveiliging tegen overver hitting van olie of vet. Wanneer sluiting of een defect in de temperatuurregelaar optreedt, blijft de verwarming ingescha keld, waardoor de olie of het vet oververhit raakt en in brand vliegt met alle nare gevolgen van dien. Deze elf onveilige merken zijn: Bauknecht FRL, Helge, Japyfrit 2, Kalorik 5383 A, Kalorik 5381, Kornet 7055, Nova Fritstar 2 271, Resi Color, Rowenta KG-01, Rowenta KG-02 en Severin 2420. DEN HAAG - Varkenspest in Noord- en Zuid-Holland. In Barneveld moesten eind vori ge week 18.000 kippen worden afgeslacht wegens een onder de dieren uitgebroken besmet telijke ziekte. Reden om de slager en de poelier voorlopig maar te mijden? „Nee", zegt de heer Smits van het ministerie van Landbouw. „Nee, er is geen enkele reden om af te zien van een sappig kippeboutje of een smakelijke varkenscotelet Er zijn bepa lingen in de wet opgenomen, die het handelen in besmet vlees, zoniet onmogelijk, dan toch onnodig maken." Wat gebeurt er, wanneer een veehouder een dier in zijn veestapel ontdekt met een ziekte, die na onderzoek be smettelijk blijkt te zijn? „In dat geval", aldus de heer Smits, „wordt de hele stapel opgeruimd. Zowel de zieke als de gezonde dieren worden ge slacht en verbrand. De stallen worden ontsmet en er zal een geheel nieuwe veestapel moe ten worden aangekocht." Dat lijkt een enorme strop voor de veehouder in kwestie. Het fi nanciële verlies is echter min der groot dan op het eerste gezicht lijkt. De overheid ver goedt namelijk de afgeslachte dieren: honderd procent voor een gezond dier; vijftig pro cent voor een ziek dier. De grootste schade die de vee houder lijdt wordt veroor zaakt door de bepaling, dat het bedrijf nog veertien dagen na de ontsmetting gesloten moet blijven om te voorko men dat de ziekte opnieuw de kop opsteekt. Wanneer een besmettelijke ziekte wordt geconstateerd, wordt het „verdachte" gebied afgesloten en is vervoer van dieren vanuit dit gebied ver boden. De Veeartsenijkundige dienst houdt er toezicht op, dat met deze bepaling niet de hand wordt gelicht. „En tenslotte", zo zegt de heer Smits, „is varkenspest wel be smettelijk voor varkens maar niet voor mensen. Mocht er dan ook onverhoopt een ziek dier in de vorm van schnitzels of karbonades in de slagerij belanden, dan is er nog niets aan de hand. Als men het vlees braadt zoals dat hoort, worden de ziektekiemen door de verhitting gedood." AMSTERDAM - Prijsver schillen, variërend van enkele tientallen tot enkele honder den guldens per persoon voor precies dezelfde reizen in pre cies dezelfde perioden, maar te boeken bij verschillende' touroperators. Deze prijsver schillen heeft Vroom en Dreesmann geconstateerd bij het vergelijken van de reis- De vergelijkingen zijn ge maakt op basis van identieke aanbiedingen van vliegvakan ties zoals deze in de gidsen van de belangrijkste tourope rators, aangesloten bij de Al gemene Nederlandse Vereni ging van Reisbureaus, worden aangeboden. Er werd een keu ze gemaakt uit reizen in het voor- hoog- en naseizoen. Uit het onderzoek komt een aan tal opmerkelijke conclusies naar voren: Op de populaire vakantie bestemmingen bestaat er een kans van één op drie dat het gewenste hotel of apparte ment of de gewenste bunga low in meer dan één reisgids is opgenomen. Sommige touroperators hebben gekozen voor uiterma te lage prijzen in het voorsei zoen, wat dan in het hoogsei zoen moet worden „terugge haald". Aandere touropera tors daarentegen tonen een meer „vloeiende" prijsop- bouw. Gemiddeld ligt de hoogsei- zoenprijs 40 procent hoger dan de voorseizoenprijs, met uitschieters van 10 en 82 pro cent Het aanbod is overweldi gend en de prijsberekeningen, die de vakantieganger moet maken om aan de juiste te betalen reissom te komen, zijn zeer gecompliceerd, zodat de consument heel wat speur werk moet verrichten om de financieel meest aantrekkelij ke reis te vinden. Het resultaat van het V en D onderzoek ligt in de filialen van het grootwinkelbedrijf ter inzage voor het publiek. Maandelijks besteden autobezitters honderden guldens aan hun voertuig. En meestal vliegen die bedragen ongemerkt de deur uit. Want slechts een derde tot een kwart van de kosten worden besteed aan onderhoud en brandstof. De rest gaat naar kosten van wegenbelasting en verzekering, die slechts periodiek ge maakt worden en gemakshalve maar niet meegerekend ('die kosten maak je toch') en aan „sluipende" kosten als afschrij ving en renteverlies. In totaal overschrijden de kosten van 21/2 jaar autorijden en bij een kilometerstand van 41.000 ruim schoots de kataloguswaarde van de auto. Dit heeft een onder zoek door Consumentenbond en ANWB (zie Consumentengids en ANWR-bladen) bij willekeurig gekozen leden van deze bonden aangetoond. Bij het onderzoek heeft men zich beperkt tot auto's van de bouwjaren 1970 t/m 1975, behalve auto's uit het laatste kwar taal van '75. Ook typen auto's waarover te weinig gegevens konden worden verkregen, werden uit het onderzoek gelaten. Bij het onderzoek werden ook vragen gesteld over zaken als zelf-sleutelen, pech-onderweg, reparatie en tevredenheid over garage en automerk. In totaal werden 24 typen auto onderzocht hetgeen resulteerde in de volgende maandelijkse kosten: Merk: Gemiddelde kosten: Citroën 2CV-4 333 - 343 Citroën 2CV6 343 - 354 Datsun 100A 395 406 Fiat 127 3% - 403 Renault 4 374 - 382 Daf 66 480 490 Fiat 128 1100 477 - 490 Ford Escort 1100 450 - 462 Opel Kadett 434 - 442 Renault 5 TL 403 - 416 Renault 6 404 - 416 Renault 6 TL 449 - 466 Simca 1100 492 - 499 Toyota Corolla 439 - 451 Alfa Romeo Alfasud 518 - 532 Citroën GS 527 - 542 Ford Taunus 1600 520 - 532 Opel Ascona 1600 529 - 541 Peugeot 304 528 - 546 Renault R 12 528 - 538 Opel Rekord 1700 595 - 608 Peugeot 504 650 - 669 Renault R 16 604 - 617 Volkswagen Passat 561 - 572 Bij pech onderweg sprong de Fiat 128 er ongunstig uit, tegenover gunstige ervaringen met DAF, Opel Kadett en Opel Rekord. Zelfsleutelaars en bezitters van oudere auto's werden niet meer door pech achtervolgd dan anderen. De meeste problemen leverden op de accu, het uitlaatsysteem, de ontsteking, de koppeling en de verlichting. Ook ruitewissers, dynamo, schokbrekers en de balans van de voorwielen werden nogal eens genoemd. Ruim 80 procent is tevreden over de garage, 5 procent ontevre den of zeer ontevreden, hoewel uit een eerder onderzoek veel op het werk in de garages bleek aan te merken. Bij ontevreden heid gaat het vaak om het niet verhelpen van defecten, de prijs, onplezierige behandeling of uitvoering van reparaties zonder opdracht Klanten van grote garages zijn vaker ontevre den dan die van kleine garages. De zelf-sleutelaar is daarbij kritischer dan degenen die zelf nooit sleutelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 6