Grensstadje Bad Bentheim: gestroomlijnde supermarkt om kwaaltjes weg te spoelen Kuren ook voor Nederlanders aantrekkelijk LEIDSE COURANTDINSDAG 28 DECEMBER lfc 431 kuurbaden, het ene nog heilzamer dal] andere. En ook al kwam er door de econon? recessie een tikkeltje de klad ia, stuk vooïj zijn de kuurbaden doorlopend goed bezet rendeels met lieden, die een remedie z» tegen de kwellingen en kwalen waarmfl „Wirtschaftswunderliche" overdaad hen P opgezadeld. Dat veel Duitsers als het warei te dringen voor dat, „doorsmeren- en oliev» sen dat „even bijtanken" wordt mede in de|. gewerkt door ziekenfondsen en aanverar instellingen, die er nogal vlot voor over dep komen. Ook en vooral omdat de kuurkost) geen verhouding staan tot de prijs, die worden betaald als een dolgedraaide Dj arbeidsongeschikt wordt. C Een van de befaamdste kuuroorden ligt k een paar kilometertjes over onze oost|i „Kurverwaltung Schwefelheilbad Bent GmbH". Van Deventer of Zutphen, Raai] Lochem is het met het autootje maar eenll uur naar Bad Bentheim, waarvan de weid]' werking aanvankelijk was voorbehouden vorsten en vorstelijken, althans lieden ,«L staat waren er vorstelijk voor te betalen. T De tijden zijn veranderd. Ook Bad Benthef] meer of minder „gesocialiseerd". Maar de Nr landse ziekenfondsen - op het Haagse AAZ| na - zijn er kennelijk nog niet achter, dal dagen uitgebreid kuren met alles erop en in Bentheim goedkoper is dan een dag a maar liggen in de meeste vaderlandse zieka BENTHEIM In de marmeren gangen van een Bronbeekachtig paviljoen een glaasje zwavelwater gedronken. Het smaakt naar niets, maar het stonk naar rotte eieren. Dr. Hortst Radicke dronk ook van het water, dat uit een glimmend gepoetste kraan in een soort wijwaterbak sijpelde. De „routinier" lachte er zo vro lijk bij, dat ik hem er even van verdacht stiekum uit een heel ander vaatje te heb ben getapt. Zwavelhoudend water heet bij inwendig gebruik heilzaam te zijn tegen alle mogelijke ingewandstoornissen. En bij uitwendig gebruik door er in te baden, bijvoorbeeld tegen reuma en een heleboel andere gewrichtsaandoeningen. Het is in ieder geval heilzaam gebleken voor Bent heim, want het liet dit oude grensstadje met gouden letters bijschrijven op de lange lijst van Duitse kuuroorden. hebben voor het kasteel. Want de negentig duizend merendeels Nederlandse dagjes mensen, die jaarlijks - achter de rug van een versteende Otto Bismarck óm - de kasteelpoort binnengaan, brengen ook geld in het stedelijke laatje. Dit nog afgezien vein de revenuen voor de plaatselijke mid denstand. Want een ijsje voor Grietje en Pietje, een souveniertje voor opa, koffie voor moe en een pilsje voor pa worden na het beklimmen van de kruittoren of het betasten van het middeleeuwse bronzen kanon toch al heel grif gekocht. Maar er is meer in Stadt Bentheim. Zoals bijvoorbeeld het in een oude steengroeve ingerichte openluchttheater, dat het hele zomerseizoen met veel succes goede dilet tantenvoorstellingen geeft, nu al vijftig jaar lang. Dit seizoen waren het 's middags voor de jeugd: „Wilhelm Hauff s „Der klei ne Muck" en 's avonds voor de ouderen, William Shakespeare's „Midzomernacht- droom". Veel, heel veel bezoek uit Neder land, dat moet ook hier weer gezegd. Eigenlijk klom Bentheim, toen in 1711 de zwavelhoudende bron werd ontdekt, al me teen heel hoog in de wijd vertakte baden- boom, zoals die op een Duitse landkaart kan worden getekend. De graaf van Bent heim, die indertijd alles en iedereen binnen een grote cirkel rond zijn indrukwekkende kasteelmassief zijn onbetwistbaar eigen dom kon noemen, liet aanvankelijk vrijwel uitsluitend personen van vorstelijke bloede de weldadige werking van het zwavelwater ondergaan. Uiteraard tegen vorstelijke ver goedingen. Maar zelfs in een kasteelstadje als Bent heim, waarin de destijds grafelijke maar tegenwoordig „fürstliche" burcht hoog uit torent boven de overige bebouwing, bleek het feodale stelsel niet houdbaar. Dat Bad Bentheim nog maar voor vijftig procent een vorstelijke aangelegenheid is, heeft daarmee overigens minder te maken dan het feit dat participaties van de overheid fikse fiscale voordelen opleveren. Waar nog bij komt, dat het aantal vorsten en vorstelijken zienderogen vermindert, ter wijl men er met een „nutsbedrijf* boorde vol gewone klanten zeker zo goed uit springt. De „socialisering" van Bad Bentheim ging natuurlijk ook niet van de ene dag op de andere. Het kuuroord groeide er naar toe, zoals legio élitaire vakantieoorden van weleer naar het massatoerisme. In het proces dat Bad Bentheim van de speciaalzaak van weleer tot ue supermarkt van vandaag maakte, paste ook de voor oorlogse periode, waarin een grote schare meer of minder gefortuneerde Nederlan ders er heuse of vermeende kwaaltjes pro beerde af of weg te spoelen. Onder hen waren nogal wat oud-Indischgasten, die zich na respectabele aantallen niet voor niets dubbel tellende tropenjaren zo ver welkt voelden, dat ze weieens even wilden opfleuren. Waarbij dan meteen bleek, dat het jaren bloot staan aan mystiek waar het Verre Oosten zo vol van is, soms zelfs nuchtere Nederlanders toegankelijk maakte voor wat in het moederland als pure kwakzalve rij gold en nog wel geldt. Kwakzalverij, zo wordt het kuuroord wezen in medische kringen van Nederland vaak betiteld. Zeer ten onrecht, vindt de aan Bad Bentheim verbonden medicus dr. Horst Radicke, die graag hoog opgeeft van de heilzame werking, die kuurklanten in zwavel- of „thermalsolebaden" ondergaan. Waarbij hij zich nadrukkelijk distancieert van verhalen over wonderbaarlijke gene zingen, zoals die soms zelfs door (oud)-pa- tiënten worden opgedist. Dr. Radicke hecht vooral veel waarde aan het totale pakket van Bad Bentheim. De zwavelbaden en de zoute baden met de medische begeleiding, met de massagemo- gelijheden, met de saunabaden, met de heilgymnastiek, met de solariumkuur, met de gezonde boslucht, met de (dieet) maaltij den, met de goede sfeer, met de rust. Niet iedere kuurklant wordt natuurlijk met het complete pakket op zijn huid gezeten, maar het is er. En bij baden alleen blijft het in geen enkel geval. Volgens de medisch pleitbezorger van Bad Bentheim culmineert zelfs de kuurdiscipli- ne in een niet te versmaden dosis heilzame nawerking. Immers, de mensen worden tijdens de kuur gedwongen om gezond te leven. Als ze dat een week of vier hebben gedaan, zijn ze daaraan gewend. En als ze zich daarbij dan ook nog lekker voelen zullen ze zeker hun uiterste best doen om thuis op dezelfde voet door te gaan. Ze krijgen daar trouwens in de meeste geval len een aan huiselijke omstandigheden aangepaste handleiding voor mee. Horst Radicke betreurt als geen ander, dat men in medische kringen in Nederland niet wat positiever staat tegenover de Duitse kuurcultuur, die toch echt al wel bewezen heeft zeer velen tot heil te kunnen zijn. Dat zijn Nederlandse collega's zelden of nooit badkuren voorschrijven en dat de meeste ziekenfondsen er geen goed woord, laat staan geld, voor over hebben, in zijns inziens vooral te wijten aan een veel te grote macht van de geneesmiddelenindus trie, die natuurlijk veel liever ziet, dat er om het hardst recepten voor pillen en poeders, capsules en tabletten, dragees en druppels worden uitgeschreven. Toch zijn er al wel Nederlanders, die op kosten van hun ziekenfonds in Bentheim hebben gekuurd. Met name het AAZ-Nuts- ziekenfonds in Den Haag heeft reeds enige malen het voor zo'n badkuur benodigde E-112-formulier afgegeven. Bad Bentheim maakte Stadt Bentheim me de tot wat die nu is: een welvarend grens- plaatsje met riante woonwijken rond een bescheiden berg massief, dat ervoor zorgt dat niemand het kasteel over het hoofd ziet. En dat moet zo blijven, want al zijn de bouwvoorschriften in het Bentheimse lang niet zo stringent als bij ons, niemand mag zijn optrekje zodanig situeren, dat passanten de burcht niet goed meer kun nen zien. Eerbetoon aan de „Fürst" kan daar nauwe lijks meer achter schuilen, want die woont niet eens meer in zijn door „Herrgott von Bentheim" (een stenen kruisbeeld uit de elfde eeuw) bewaakte veste. Maar mis schien is het toch wel een postume hulde aan de kasteelbewoners van weleer, die Bentheim dan toch maar aan een lucratief kuurbad hielpen. Het is trouwens voor Bentheim en de Bentheimers toch wel goed om eerbied te Zo komen we dan toch weer terug bij h 1 onlangs met een riant Thermalsolebad u tal van andere voorzieningen uitgebreii Kurzentrum. De burgemeester en o< >1 Stadtdirektor Karl Ludwig Burmeist glunderen nog als ze vertellen hoe onlan 'i bij de opening van de riante uitbreiding! de Nedersaksische staatssecretaris voor Volksgezondheid Bad Bentheim (en daa e mee in zekere zin ook Stadt Bentheir u complimenteerde met de letterlijk voo 'beeldige exploitatie van het geheel. Zei 1 de kostbaarste voorzieningen hadden n i melijk niet prijsverhogend gewerkt e« daar kon menig kuuroord een puntje aa b zuigen. Stadt Bentheim vaart bij dit alles natuui lijk wel. „We hebben trouwens toch d 1 wind mee", zegt burgemeester Somber „Overal recessie, maar wij kregen er vor jaar meer dan tweehonderd arbeidsplaa sen bij. En dat op een inwonertal van ee dikke dertienduizend. Toegegeven, het wt ren lang niet allemaal industriële arbeid: plaatsen. Maar de speelbank is toch oo een bedrijf en die heeft inmiddels zeventi c man personeel". Hij zwijgt even en zegt dan ogenschijnlij e verbaasd: „dat is eigenlijk net zoveel a de zwavelbaden met alles er op en er aan' Direct buiten Stadt Bentheim pronkjuwe len van bossen, waar men zich zelfs met huifkarren (tweespannen) doorheem kan laten rijden. Bijvoorbeeld voor een bezoek aan een romatisch grilavondje in een fees telijke aangeklede boerenschuur of voor een culinair hoogstaande picknick in de vrije natuur. Terug naar de stad voor een van Bent- heims jongste aanwinsten: het casino, een door de staat erkende en dus legale speel bank, die in april begon te draaien en inmiddels zijn vijfentwintigduizendste be zoeker reeds registreerde. De zesde „Spielbank" van Nedersaksen is van buiten alleen maar herkenbaar aan een groot uithangbord. De zichtbare behui zing, waar de speelruimten onder liggen, lijkt alleen maar op een restaurant. En dat is het ook, gerenommeerd en wel. Met het onder meer bekende blauwwitte ANWB- emaille tegen de glazen voorgevel. De afgang naar de toiletten is meteen de weg naar de speelzaal, waarin zich avond na avond enige tientallen speelgasten ver dringen rond de zeven roulettetafels. Voor al in augustus viel er voor de onbewogen kijkende croupiers erg veel te harken op het groen laken. Baccarat en black jack werden er toen ook meer dan ooit ge speeld. Voor degenen, die hun handjes willen laten wapperen, is er tegenover de speelzaal ook Vanuit Bentheim kunnen met huifkar of koets' romantische bosritten, veelal met eefi culinaire bijbedoeling, worden gemaakt. DRIES SCHEEPSTR Veel Duitsers staan te dringen voor dat „doorsmeren en olieverversen". De roulettes in Bentheim draaiden in het eèrste halfjaar van hun bestaan al een half miljoen in de gemeentekas. nog een lokaal vol eenarmige bandieten,, die zich voor een tot vijf D-mark een poot laten geven. Fortuinlijke zwengelaars kun nen die poot zelfs uittrekken tot maximaal veertigduizend D-mark. Technisch leider van het Bentheimse casi no is Gerhard Wittemberg, een correct geklede veertiger met grijzend haar en gitzwarte ogen waarmee hij voortdurend knippert als hij praat. Opvallend is dat hij geen enkele vraag omzeilt en erg eerlijk overkomt met zijn antwoorden. Hij wil best kwijt, dat er steeds meer Nederlanders naar „zijn" speelbank ko men, en dat hun aantal op maandagen beduidend hoger ligt dan op andere door deweekse dagen. Het is voor hem geen nieuws, dat veel Nederlandse middenstan ders de werkweek met een vrije dag plegen te beginnen. Het causale verband had hij zelf reeds gelegd. Gerhard Wittenberg zakelijk: „We zijn klein begonnen, maar het loopt lekker en het groeit Laat het maar rustig gaan. I Boven mij staat weliswaar nog iemai j maar die is ook geduldig. En de staat tevreden, de gemeente is tevreden, wati, j je nog meer?". d i Nee, Stadt Bentheim zelf brengt weinig n geen spelers in. Maar uit de „Kreis" ko toch al wel vijf tot tien procent van t speelbankomzet. De rest wordt aanged gen vanuit een groot achterland, w< Wittenberg ook (Oost-) Nederland toe kent. En hij verwacht niet, dat er in a opzicht na 1 oktober aanstaande veel veranderen. Dan gaat aan de Noordzeek; j( weliswaar het eerste legale Nederlan< - speelhuis open, maar Bentheim is zei van het Overijsselse en het Gelderse - vi gemakkelijker bereikbaar, „waar nog I komt, dat de meeste gelegenheidsspel! minder drempelvrees hebben, zodra ze e grens over zijn." De Speelbank van Bentheim heet de zes1 van Nedersaksen. Maar burgemeester D trich Carl Somberg weet gnuivend te v<r; tellen, dat zijn stad eigenlijk aanspra u kan maken op de eerste, al is die dan ree c lang verleden tijd. Dat casino maakte d< tijds deel uit van het vorstelijke kuuroo 1 en daar werden soms halve v vergokt. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 10