„Groeten OP EERSTE KERSTDAG, NEDERLAND 1,21.40 UUR Het was in de mobilisatie een hele toer om blonde Mientje met i van prikkeldraad te versieren. Maar als het een soldaat lukte om haar] te krijgen, juichte de hele kazerne De in de mobilisatietijd uit hun huizen gehaalde vaders jasten zelf de piepers: als afwisseling op het menu van rats, kuch en bonen. Zij zongen daarbij vrolijk over de vraag wie de suiker in de erwtensoep had gedaan Op Koninginnedag stonden del van vroeger uren met hun peuteif arm om Wilhelmina te zien. Nu f, de kinderen het allemaal veel betij WW* We schrijden 1939. Algemene mobilisatie. Man nen verlaten hun werk, spoeden zich naar kazer nes, steken zich in grijs-groen en wikkelen de kuiten in puttees. Zij slapen op stro en leren bajonetten steken in de buiken van met stro gevulde poppen. Uit hun gezinnen gehaalde va ders en eerbied voor het leven bijgebrachte zonen wordt vervolgens voorgedaan hoe die bajonet weer uit die buik moet worden verwij derd: aftrappen. Zo gaat het toe in een oorlogs gevecht van man tegen man, insteken en aftrap pen. Binnen een jaar, mei 1940, bleek op de Rotterdamse Maasbruggen hoe bitter noodzake lijk de beheersing van die techniek was. Maar we schrijven nog steeds 1939 en uit de soldatenfilmpjes van amateurs krijgen we een heel ander beeld. In de kazernes gaat het er vrolijk aan toe. Oude jongens onder elkaar. Er wordt gecostumeerd gevoetbald, vrolijke avond jes geven niets weer van de spanning, die er in die dagen ook heerste: het intrekken van de verloven, de verhoogde waakzaamheid aan de grens, Duitse vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim, echte of vermeende spionage-activitei- ten van nationaal-socialisten. Angst voor oorlog, ja, misschien in het hart, maar de lucht was vervuld van het gezang rond blonde Mientje met haar hart van prikkeldraad, van de rats, kuch en bonen die het soldatendiner vormden en van de vraag wie' er suiker in de erwtensoep had gedaan. Om de vijand informatie te onthouden over de legering van onze soldaten moest elke brief aan vader, man of zoon geadresseerd wor den met „Ergens in Nederland". Wie in die dagen bekeurd werd door een agent, omdat ie zonder rijwielplaatje reed, gaf dat adres op. Moest die agent eerst maar eens waar maken, dat-ie een echte agent was en geen verklede spion. Bleven we dan echt lachen in die tijd? Een reserve-kapitein, die in die dagen had te zorgen voor de ontspanning van de soldaten, weet daar over te vertellen, dat die vrolijkheid deels gefor ceerd en deels echt was. Geforceerd in zoverre de soldaten na het bajonet-steken gezellig bezig gehouden moesten worden, echt omdat de mobi lisatie voor velen een verademing betekende na' jaren van werkloosheid en ook omdat men hier dacht, dat de Duitsers net als in 1918 toch niet over onze grenzen zouden komen. Schaduw In 1940 gebeurde dat echter wel en men kan niet zeggen, dat deze grote gebeurtenis, de Tweede Wereldoorlog, zijn schaduw niet vooruit heeft geworpen. Men heeft die alleen niet willen zien en in elk geval is die niet terecht gekomen op de kazemefilmpjes uit '39. Leo Akkermans, so cioloog en programmamaker van KRO-tv, weet daar wel een verklaring voor. Op eerste kerstdag op Ned. I om 21.40 uur gaat hij onder de titel „Groeten van tante Annie en oom Wim" reeksen amateurfilmpjes uit de jaren '20 tot '60 voor draaien op tv om te zien of de sfeer van die jaren, van de roerige twintiger jaren via de oorlog tot de komst van provo, daarin terug te vinden is. KRO-tv plaatste enige maanden gele den een oproep om filmpjes uit dat tijdperk. Er kwamen enige honderden blikken film binnen, sommige zeer aangevreten door de tand des tijds, broos als het leven dat daarop verbeeld wordt, leven dat in veel gevallen ook niet meer bestaat. Leo Akkermans: „Aan die films lees je de ang sten- en de noden in het verleden niet af. Meestal filmden de mensen vrolijke gebeurtenissen, brui loften, kinderfeesten, dagjes-uit en dan hield men de zorgen buiten de deur en buiten de film. Ik heb gesprekken gehad met de mensen, die de films inzonden, maar telkens herinnert men zich beter de dag, waarop de film gemaakt werd, dan wat er toen buiten de deur aan de hand was. Ik kreeg bijvoorbeeld een film van een thuis gevierd kerstfeest uit 1941. Die film kon net zo goed uit '38 of uit '46 zijn. Je merkt niets van oorlog, wel van huiselijke gezelligheid. Is er dan geen verschil tussen een kerstfeest in oorlogstijd en Kerstmis in vredestijd, vroeg ik. Na enig nadenken kon men zich als enig oorlogsongemak herinneren het feit, dat op zeker ogenblik door een explosie alle ruiten gesprongen waren. Dat zal vooral de jongeren vreemd in de oren klin ken. Die hebben uit verhalen over de oorlog het idee overgehouden, dat iedereen toen de hele dag onder de bank lag uit- vrees voor het vege lijf. Als het om huiselijk leven gaat, laat men zich zelfs door oorlog zo min mogelijk van de wijs brengen. Men verdringt het, wil er niet van weten. Men hecht zeer aan het eigen levenspa troon en doet daar uit zelfbehoud zeer ongaarne afstand van". Hollands Toch gaat Leo Akkermans proberen door die films heen te zien. Bij een zorgvuldige beschou. wing geven ze meer prijs dan de makers ooit vermoed kunnen hebben. Er zit een film bij van een trouwpartij van Nederlanders in Batavia in 1941, toen de Jap nog net niet binnen was. De beelden laten een echte Hollandse bruiloft zien. Hij zou net zo goed in Enkhuizen of waar dan ook opgenomen kunnen zijn. Alles is er Hollands aan, de kleding, de versiering en het verloop der feestelijkheden. Men zou toch mogen verwach ten, dat dit Hollandse gezin, dat zijn bestaan en zijn reden van bestaan in het toenmalige Hol- lands-Indië vond, dat toch heel de dag door met Javanen te maken had, ook iets van de Javaanse gebruiken toegelaten zou hebben tot hun bruiloft. We zaten toen toch al eeuwen in Batavia. Maar ook hier blijkt weer de behoudzucht van de eigen cultuur, de onbewuste weigering andere ge dragspatronen in het eigen leven te verwerken. Hoe sterk die drang tot het bewaren van het eigene in dat gezin in die omstandigheden was, komt onthullend aan het licht als op zeker Palmen en Indische huizen, maar bin nen zowel als in de tuin bleef men hech ten aan de Hollandse huishouding. Op de films en foto's uit de vroegere tijd is geen djongos te zien moment een deur open gaat en een Javaanse bediende, een djongos, binnentreedt met schalen vol lekkers. Dan stopt de film plotseling. Men mag aannemen, dat op dat bruiloftsfeest voort durend dienstwillige djongos in de weer zijn geweest. Die heeft men zorgvuldig gemeden en buiten de blik van de camera gehouden. Toen zo'n bruine man toch nog onverhoeds binnen het beeldveld trad, moet de filmer als door een wesp gestoken de knop losgelaten hebben. Oost is oost en west is west en die twee zullen elkaar nooit ontmoeten, heeft Rudyard Kipling vastgesteld, zonder kennis te hebben gehad van dit veelzeg gende filmpje. In die Aziatische wereld leefden de Nederlanders als op een eilandje van eigen cultuur, wel sléepjurken, maar geen sarong te zien, veel blanke huid en van een bruin gezicht niet meer dan een ijlings afgekapte flard. Zo afstandelijk behandelden we het volk, met het welk we toch dachten onder hetzelfde vorsten huis tot één volk te behoren. Geschiedschrijving Het is Leo Akkermans niet begonnen om in zijn tv-uitzending«een stukje heimwee naar het verle den té etaleren, al zal er zeker nostalgie ontstaan bij het zien van deze films. Zijn uitgangspunt is geschiedschrijving te plegen, ,te laten zien hoe wat buitenshuis speelde het biftnengebeuren beïnvloedde. Dat er uit de jaren '20 nog zoveel films boven water kwamen, wijst op zich al op een bepaalde ontwikkeling in die tijd. In de roaring twenties, de woelige twintiger jaren, toen charleston en korte rokken als reactie op de toen afgelopen Wereldoorlog I een zekere extase bloot legden, werd ook de film algemeen goed. De bioscopen rezen uit de grond, tegelijk theater en betovering voor de eenvoudige man, aan wie de verheven toneelcultuur voorbij ging. Men ging ook zelf filmen. Film werd speelgoed waarop men zichzelf kon zien bewegen. En zo goed als de bioscoopfilm de werkelijkheid niet liet zien maar slechts dromen uit Hollywood, zo kwam men ook niet op het idee om film te gebruiken als informatie over de werkelijkheid van die dagen. Film diende om huiselijke hoogtepunten vast te leggen of feestelijke dagen waarop men zich voor de buitenwereld afsloot. Pas veel later zou men ontdekken, dat op die feestelijke films meer werkelijkheid werd vastge legd dan men destijds vermoeden kon. Neem die vader van het grote gezin met negen kinderen, eigenaar van een grote bakkerij met 18 knechten. Was hij, toen rijk? Ja, een paar jaar. Toen kwam de crisis en was hij blij het hoofd boven water te kunnen houden. Van zijn kinderen heeft hij veel plezier gehad, maar hij kan zich best voor stellen, dat de jonge mensen van nu geen groot gezin meer willen. Hij kwam nooit verder dan zijn huis en de bakkerij. Die werkelijkheid kreeg die rijke bakker met al die kinderen pas op zijn boterham gesmeerd, toen hij die film op verzoek van de KRO nog eens terug zag. Hij werd zich scherp de vergankelijkheid bewust en moest vaststellen, dat het plezier van het grote kindertal heel veel ander levensplezier in de weg heeft gestaan. En ook daar heeft een mens recht op om zich mens te kunnen voelen. Joodse bruiloft ervaart men bij het zien van de films A en '30. De werkloosheid, het stempel^, armoe van die dagen vindt men op geeiN die juist daardoor zeer welsprekend zijl de jaren '40-'50. Daaruit een film uit '42 Joodse bruiloft, zowel in de synagoge gefilmd, eigenlijk aan de vooravond, direct daarop, van het grootscheeps wi en uitroeien. Een bruiloft geheel in stijf* dag bande die joodse familie de vi hart. Er is vreugde bij de jongeren baar. De gezichten van de ouderen sfc nen. Daarop ligt getekend wat later he de feestvierders bleek. Alleen de bruid de de oorlog en leeft nu nog. In de jaren '50-'60 tenslotte het groeiend dat vrede, vrijheid en vooruitgang er grensd zijn. De vraag komt op: waar zijn bezig? Leo Akkermans: „Ook dat is weer zo'n w heid, die de vroegere filmers zich niet zijn geweest, maar waar we nu bij het van deze films met de neus bovenop gedrukt. In het toen niet drukke verkeer in alle rust een paard voortsjokken, dat blijkbaar zijn eigen weg zoekt. Dat coniL ons met het feit van vandaag, dat alleen nog maar baas is op de weg, dat daar a moet wijken en dat we met ons allen Nu ontbreken die in het huiselijk verkf de band tussen broers en zussen verbli huidige vrijere levensstijl doet ieder zij kennissen kiezen. Met hen is de bindii nauwer dan met de eigen familie. Zo le die doodgewone huis-, tuin- en keukenfi heel wat af, zowel het vasthouden t levenspatroon als de langzame öntw e: daarvan. Ik kreeg uit '36 een film van een uitsta hoogbejaarden uit Den Haag. Uit elk bee n die neerbuigendheid naar voren die we ger tegenover bejaarden op nahielden. Je lg begeleiders op de hurken gaan: „Amuse i] opoe". Je ziet het ook aan de tussentite oudjes genieten van de thee" en „De oud erg blij". Op zeker moment pakt een stei een bejaarde vrouw om haar middel en haar over zijn schouder de dierentuin zie je hoe oudjes, gekluisterd aan een stoel, met stoel en al de auto in- en uit worden. En wat je op veel van die oi ook altijd ziet, dat is de eerbied voor de Vooral in films, die uit dorpen komen, duidelijk waarnemen, dat de burgemeesti tweede plaats kwam. Dat was dezelfi waarin we zes dagen met een overhemd dat we 's avonds uittrokken om het scl t houden voor de volgende dag". Wie er oog voor heeft kan in deze onthullende ontdekkingen doen. Een gro« derlanders, dat in 1938 bij Agfa in Duitsli fotocursus kreeg, schoot vrolijke beeld zichzelf met net op de achtergrond zi« •twee nazi's die de Hitlergroet brengen, die filmers toen niks. Nu weten ze bel waren voorboden van een wereldramp. Huiselijker onthulling zal ten deel vallen oude dame in Osdorp, die vroeger diens1 bij een dokter. Die dokter had nog wat de rol, toen zij trouwde, en die dokter w paar laatste meters daarop wel verschiet mevrouw kreeg later de filmrol van de •maar heeft nooit geweten hoe ze aan een tor moest komen om zichzelf nog eens c trouwdag terug te zien. Dit gaat nu gebet KRO-tv ten aanschouwen van miljoenen Bij de „Groeten van tante Annie en oon zullen zich dan verlaat de beste wensen van heel kijkend Nederland. TON OLIEM1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 24