Op bijbels kerkhof trilt een nieuwe lente Jonge Israëliërs wekken Dode Zee weer tot leven KERSTMIS 1976 Captain Ronny Tvizer hier in gesprek met onze verslaggever Leo Thuring: „Wij bouwen kassen om de warmte te weren. Net als in het Hebreeuws, dat je van achteren naar voren leest, is het hier ook in dat opzicht de omgekeerde wereld". |d vanuit Jeruzalem, dat bijbels klok- frens en muren, goud en zilver trillend femel, zak ik door het luik van de tijd nd ik in de kelder van de wereld. Hier e beschaving geen vat op de elementen en ligt de aarde erbij, zoals in de JHinuten van de schepping. De zaken zijn ït geordend en liggen doelloos in een P^iegte. Dit is het absolute niets, vacuüm jen en daarna vakkundig ingezouten. 'nu al een kwartier langs de oever van ie Zee, dat gigantische zoutvat, waarvan ;m achthonderd meter onder de zeespiegel en levende ziel is te bekennen. Geen vogel, is of insekt, geen boom, geen struik, geen teen bloem en op het warme strand geen V, maar kristallen, waarvan de schittering ai verblindt, w bijbels Hirosjima, dat al klaar ligt voor des oordeels. Er hoeft niet meer verscho- worden, niets vraagt om een aanvulling: ïitieve eindafrekening heeft hier al plaats e zee van het grote zwijgen, een verweer- jel, die voor een kwart uit geheimzinnige gevormd. Elke dag verdampt aan de akte van deze roerloze krater acht mil- bieke meter water en toch blijft de lucht i ijl, doorachtig en kurkdroog, t Titus eens twintig aan elkaar geketende ■nen in zee werpen, maar al watertrap- I iet het hoofd achterover wisten zij de it te bereiken, waar zij de eenzaamheid >ergen invluchtten. heen zie ik bergen, wangedrochten met "e erde olifantshuiden, die bij het klimmen ot n telkens van kleur verschieten. Nu eens jjj lan weer bruin of helgeel. Ze lijken op s, die doorgeseind werden vanaf de maan. ien décor, waar de mens niet van terug .1 Ji prentenboek lijbeis prentenboek op ware grootte bleef m eens vóór Jaweh staan en naderbij zei hij: „Zult Gij nu werkelijk de goeden kwaden verdelgen Heer? Misschien, dat vijftig rechtvaardigen in de stad worden ve en. Zoudt Gij de plaats dan verdelgen of y lij haar niet liever vergiffenis schenken I vijftig rechtvaardigen, die er worden ïn?" 0( reh sprak: „Als ik vijftig rechtvaardigen 1 itad Sodoma vind, dan zal ik de plaats lg nentwil vergiffenis schenken". aham, zijn kans schoon ziende, zei: „En aan vijftig misschien vijf ontbreken Heer, Jij om die vijf dan toch de stad verdel- le reh sprak: „Ik zal Sodoma niet verdelgen, s r maar vijfenveertig vind". de dialoog tussen aartssjacheraar Abra- 1 zijn Heer nog even voort. „Laat mijn jji sjeblieft niet toornig worden, maar mis- blijkt straks, dat er maar veertig zijn". n later: „Ik waag het er op Heer. Bent y, nog zo edelmoedig, als er maar twintig ft s er maar tien zijn?" En Jaweh zei: „Ik iet verdelgen om die tien", elfs tien was te hoog gemikt. En vijf ook. d arop liet Jaweh zwavel en vuur over ei a en Gomorra regenen. Hij vernietigde die ol en de hele streek tot aan de grond toe, 10 Ie bewoners van -die steden en al wat op n ers stond. En de vrouw van Lot, die op y en van engelen gevlucht was, werd in een J mp veranderd, toen ze tegen de op- in toch aterom keek. i dus allemaal hier gebeurd. Hier in die a latenheid kwam het boek Genesis tot le- 11 i versteende het tot wat ik nu met mijn o terde ogen zie. Sodom is inmiddels inge- t een paar barakken, een potasfabriek en e eethuis „De vrouw van Lot". e overkant de kant, die gekant is tegen ant ligt Jordanië, het gortdroge rijk van jemietische miniatuurkoning Hoessein. Op sche stafkaarten loopt de grens dwars e bremzoute plas, maar op de landkaarten, Amman aan toeristen wordt verstrekt ekt die stippellijn en ligt het Jordaanse tapijt uitgerold tot aan de oude stadsgrens iruzalem. Daarachter is de kaart leeg; geen geen dorp of rivier is ingetekend. Alleen etgedrukte woorden dwars over die blinde 1EZET GEBIED. nlang, vanaf de tijd, dat Jaweh zijn ban- over dit gebied uitschreeuwde, leken deze on de overkant sprekend op elkaar. Ze eikaars bruindrukken, waar volgens god bevel nooit meer iets zou groeien. Wat nië betreft, klopt die onheilsprofetie nog De zon schroeit daar kale bergen en de r is teruggekeerd op het punt van uitgang, Tot de keurtroepen van Metzpe Shalem behoort ook de 18-jarige Orna, de enige Sabra ter plaatse met een Hollandse moe der. „Bij jullie groeien de tomaten zeker heel wat makkelijker dan hier", roept ze me opgewekt toe. beschermen tegen de laserstralen, die de grond teisteren. Het is weer eens de omgekeerde we reld: in Holland bouwen jullie kassen om de warmte op te vangen en Israël bouwt kassen om de warmte te weren. Net als in het Hebreeuws beginnen we eigenwijs van achteraf aan". Handwarme oogappel Ronny*s handwarme oogappel Metzpe Shalem is één van de dertien Nachals, jeugdgroepen van het Israëlische leger, die naast militaire taken ook landbouwexperimenten uitvoeren. De jong ste in het kamp is 18, de oudste 21. Je hebt daardoor constant het gevoel, dat je in een zomerbivak van padvinders verzeild bent ge raakt. „De uzi's die ze bij zich hebben", denk je, „zijn waarschijnlijk nep-mitrailleurs. Ze spe len gewoon soldaatje en als straks de hopman op zijn fluit blaast, doen ze die uniformen uit en gaan ze weer terug naar huis". In feite hebben deze Sabra's elkaar op de middel bare school leren kennen en daar besloten om hun diensttijd van drie jaar gezamenlijk in het verbanningsoord aan de Dode Zee door te bren gen. Sinds de oprichting van de staat Israël in 1948 zijn er al 100 Nachals gevormd, keurkorpsen van wegbereiders, die in de hitte van de dag het aanschijn van de aarde grondig vernieuwd heb ben. Als het lukte en de schijndode grond weer tot leven was gewekt, werd de Nachal van militair-strategische voorpost omgebouwd tot kibboets. Volgend schema Met Metzpe Shalem gebeurt hetzelfde. Nu na zes jaar het bewijs geleverd schijnt, dat de bijbelse vervloeking is uitgewerkt, wordt het kamp over genomen door kibboets-bewoners. De datum is vastgesteld op 1 januari 1977. In afwachting van die dag zwoegt het vredesleger van captain Ronny volgens schema voort. Elke morgen worden de jongens en meisjes in leger wagens naar de Dode Zee gebracht, waar de tomatenplanten gisteren net boven de grond verschenen zijn. Half januari zullen de arbeiders van de nieuwe kibboets Metzpe Shalem de eerste vruchten kunnen plukken. Een kleine groep blijft 's morgens achter op de berg voor corvee in de keuken kippen plukken en piepers jassen —"en voor het onderhoud van de tuin. Voor het eerst sinds eeuwen groeit er weer gras aan de Dode Zee en bloeit de liturgisch paarse bougainvillea. Er zijn ook weer vliegen gesignaleerd en op de bergflank komen m de ochtendschemering herten het water drinken, dat de pompen aan zee naar boven hebben gestuwd. Op het bijbels kerkhof, waar de verdoemden van Sodoma en Gomorra onder zwavel en as bedol ven waren, trilt opeens een nieuwe lente. Captain Roryiy schat, dat de oogst aan aubergines, papri ka's, watermeloenen en tomaten dit jaar meer dan twee ton zal bedragen. Topkwaliteit bestemd voor export naar Europa. Wordt het niet langzamerhand tijd het beeld te herzien, dat ons van dit gebied voor ogen staat? Aan aartsvader Abraham is inmiddels meer dan voldoende aandacht geschonken. Nu is de beurt aan zijn achterkleinzoon Ronny. LEO THURING toen alles nog woest en ledig was. De momentop name, die mijn verbijsterd oog maakt, registreert slechts steenslag en zand. Ze zijn volledig in harmonie met de volmaakte stilte, die mijn oren beukt. De wereld lijkt hier geluiddicht te zijn gecapitonneerd. De schepping in de couveuse. Oude banvloek De oude banvloek dit land zal nooit meer vruchten dragen wordt door het uitverkoren volk beschouwd als een rekening, die zowel vereffend als royaal verjaard is. Het wenst dan ook niet langer op te draaien voor de zonden, waarmee Abrahams generatie meer dan vijfdui zend jaar geleden de toorn van Jaweh heeft opgewekt. Het levend bewijs van de ernst, waarmee Israël momenteel het Oude Testament weerspreekt, zie ik liggen achter een bocht in de smalle asfaltweg, die dwars door de zoutwoestijn loopt. Het lijkt aanvankelijk een luchtspiegeling, maar het is werkelijkheid: aan de oever van de Dode Zee, die zichzelf heeft ingelijst in een wit, uitge beten raam staan dadelbomen rechtsgericht in gesloten gelederen. De groene bladeren zijn ver bleekt, alsof ze met een grijsspoeling zijn be werkt. De stammen verdwijnen in de kurkdroge grond, die morsdood lijkt. Je pakt een hand aarde en laat de korrels door de zandloper van je vingers glijden. „Hoe is het mogelijk, dat hier iets kan groeien?", denk je. Prompt komt het antwoord van de hijgende pomp, die verderop onder een heet zinken dak het water uit het binnenste van de aarde omhoog haalt en het via een kilometers lang buizennet naar de plantage stuwt. Het is een stalen corset, waarin de zielto gende grond weer in het gareel wordt gebracht. Troostende tranen lekken langs de wortels en lessen de dorst, die geen seizoenen kent. De Nachal Metzpe Shalem, het Volledig Uitzicht, lijkt op een modern padvinders kamp, waar men in de schoolvakantie soldaatje speelt. Barakken, een eetzaal, een discotheek. Maar in de praktijk is het wel degelijk een heet verbanningsoord voor vrijwillige idealisten. Doordouwen „Het is een kwestie van dapper doordouwen", zegt captain Ronny Tvizer, de 21-jarige comman dant van de Gideons-bende, die het gestorven land rond de Dode Zee weer tot leven heeft gewekt. „Toen zes jaar geleden met dit project begonnen werd, verklaarde iedereen de deelne mers voor gek. „Dat kan niet", riepen de experts om het hardst, „wie denk je eigenlijk wel, wie je bent? God zelf misschien? We waarschuwen jullie: deze grond is vergiftigd, verpest en verloe derd. Daar kan zelfs een tovenaar niks mee beginnen". Gelukkig heeft mijn voorganger gedacht: laat ze maar praten. Want hij wist: wie niet waagt zal ook nooit de zoete smaak van de overwinning proeven. Met een groep jongeren heeft hij de grond geïrrigeerd, vele malen gezeefd en daarna bewerkt met kunstmest. Ik herinner me een krantenfoto uit die tijd. Je zag een paar jongens apetrots in een krankzinnig niemandsland naar een plantje wijzen, dat je met een loep nauwe lijks kon ontdekken. Vijf jaar later konden de eerste dadels geplukt worden. Dat is ongehoord, want normaal duurt het zeven jaar, voordat een dadelboom vrucht draagt Maar dit klimaat en deze grond zijn zo ideaal, dat het groeiproces versneld kon worden. We zitten nu al op een jaarproduktie van vijf ton dadels". Captain Ronny, zoon van een restauranteigenaar in Jeruzalem, geboren in Israël en daarmee een Sabra ontvangt me in zijn houten kantoor. Op het bureau ligt naast zijn ballpoint een mitrail leur van zwaar kaliber. Straks zal hij het wapen oppakken en wiegend in een canvas tuigje met zich meedragen. Aan de overkant ligt immers Jordanië: door een verrekijker in de uitkijkpost kun je de mensen sien lopen. Het is nu rustig in dit gebied, maar zes weken geleden werden nog drie Palestijnen betrapt, die in een rubberboot de zoutzee waren overgesto ken. „De jongens, die patrouilleerden langs de oever", zegt Ronny, „riepen, dat de Palestijnen hun handen in de lucht moesten steken. Ze kregen als antwoord: „We komen niet uit Jorda nië, we zijn van Ramallah op de Westbank en hebben een pleziertochtje gemaakt". Daarna bukten ze zich, pakten mitrailleurs en begonnen te schieten. Jammer maar mijn jongens waren net wat sneller. Die drie zijn niet levend aan wal gekomen". Een richtingaanwijzer bij de zee heeft me de weg gewezen naar „Metzpe Shalem", een adelaarsnest op de bergtop, bekroond door de blauw-witte vlag met davidster. Metzpe Shalem, het Volledig Uitzicht: een hand vol barakken, waarvan de wanden begroeid zijn met foto's van filmsterren. De airconditioning hangt als een kloppend gezwel boven de ramen. In de zomer kruipt de temperatuur hier op tot 43 graden celsius en begint de werkdag om vier uur 's morgens. Beneden op de plantage wordt dan geploeterd tot acht uur; daarna is het ook bij de Dode Zee niet meer te harden van de hitte en zwemt men in zijn uniform terug naar het kamp. „In de zomer", zegt qaptain Ronny, „kan hier niets groeien. Het water verdampt onmiddellijk en de nieuwe aanplant krijgt geen tijd om wortel te schieten. De zon is dan net een brandglas, dat elke vorm van leven doet verkolen. Daarom bouwen we momenteel kassen om de planten te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 21