Instituut Blankestijn Computer wordt „IJzeren Raadsman" IS DAT DIE SCHOOL WAAR DE ZWEEP LOS IN DE HAND LIGT? DONDERDAG 4 NOVEMBER 1976 LEIDSE COURANT PAGINA 11 Maar nee hoor, de eerste lessen begonnen al 's morgens om zeven uur, want ze wilden hun bijles ook wel vóór schooltijd hebben. Maar sommigen maakten het nog erger. Tijdens de schooluren gin gen de bijlessen gewoon door. Ze spijbelden. De leerlingen hebben in feite het Instituut Blankestijn opgezet. Of eigenlijk de ouders, die zeiden: het is eigenlijk gek, dat we die jongen nog naar een school sturen. Waarom leidt jij hem niet op voor het staatsexamen". En zo is het gekomen. Op een gegeven moment echter groeide het aantal leerlingen zo, dat de oude sfeer van spanning en een soort geheimzinnigheid verdween. Ook kwamen er allerlei wrijvingen. Ad Blankestijn is er toen een tijdje uitgestapt. Daarna is hij teruggekomen. „Ik heb er weer zin in. Maar er heeft wel een zuiveringsactie plaatsgevonden. Leerlingen aangera den er mee op te houden, als ik zag dat het toch niets zou worden. Vervangingen in het lerarenteam, want daarvoor waren er enige problemen geweest. En wat de leerlingen betreft: die laat ik van tevoren testen. Ik wil nu alleen nog maar het publiek dat hier echt thuishoort. Dan worden die kinderen beoordeeld op verstand, op wil en op uithoudings vermogen. Dat heeft nu al zijn nut bewezen. Wat hier voor kinderen komen? De meesten schrijven in, nadat het op school niet meer gaat. Of omdat ze het ernaar gemaakt hebben, dat ze het er niet meer naar hun zin hebben. Of door oorzaken van buitenaf. Ik heb bijvoorbeeld kinderen van diploma ten, die van de ene lagere school naar de andere gesleept zijn. Die kinderen zijn gewoon helemaal ontworteld, onderwijskundig gezien. Zij komen dan hier om in twee jaar een behoorlijke, degelijke Nederlandse schoolopleiding te krijgen". Waar komen dan toch die slechte verhalen over Instituut Blankestijn vandaan? „Dat zal ik vertellen. Vroeger stond ik verschrikke lijk dicht bij mijn leerlingen, mede door het kleine leeftijdsverschil en de enorme spanning waaronder we werkten, leerlingen en leraren. Daardoor groeide een heel bijzondere verstandhouding. Zo dicht ston den we bij elkaar dat ik me kon veroorloven de dingen bij hun naam te noemen. Als er dan een jongen was, die het vertikte om zijn huiswerk te maken, dan kreeg hij van verschillende kanten op zijn donder, namelijk ook van zijn medeleerlingen. Maar ook nog eens een keer van mij en dan kwam het wel eens zo ver, dat ik iemand een klap voor zijn hersens gaf in oprechte verontwaardiging. Maar daarover is hier nooit een punt gemaakt. Die wisten: kijk hij is nu eenmaal bijzonder driftig, dat is een zwakheid, maar hij is niet haatdragend". „Het kan gebeuren, dak, ik een vent een lel voor zijn kop geef, maar dat komt erg weinig voor. Ik kan niet zeggen, dat het nooit gebeurt. Zeker niet met het publiek dat ik vroeger had. Er waren donderstenen van kerels bij, die inderdaad van allerlei scholen gestuurd waren. Op een zeker mo ment kreeg ik alleen maar kerels die overal uitge trapt waren. Die zijn alleen met een ijzeren vuist te regeren. Maar het zijn later wel mijn beste vrienden geworden". Een idealist, een bezetene, een pedagoog-zakenman Een wonderlijke combinatie. Maar ook zijn leerlin gen stemmen in met het systeem van Blankestijn. Lex, Geert, Alexander, Henno, Martijn, Niels, Bram, ze zijn het er mee eens. Ze hebben een gezamenlijk standpunt: „We hebben jaren op een gewone school verpest, omdat we het veel te gemakkelijk opnamen. Nu moet er flink wat geld op tafel komen. 17.000 gulden per jaar is geen kattedrek om hen toch aan het begeerde papiertje te helpen. Wil er geen goed geld naar kwaad geld gesmeten worden, dan zal er hard gewerkt moeten worden. Wij zijn geen lieverdjes en Ad Blankestijn evenmin, f lar je krijgt een persoonlijke behandeling van hem. Als er iets scheef zit, dan kun je er over praten. Je bent hier op school geen nummer, zoals op zoveel andere scholen. Je krijgt aandacht". rïPTJ A or* cnriMtf Vraag in Utrecht naar Instituut Blankestijn. Tien tegen een, dat u van een man uit het volk te horen krijgt: „Oh, dat eliteschooltje, waar ze die rijkeluis zoontjes met de zweep aframmelen. Ze verdienen ook niet beter". Directeur-eigenaar Ad Blankestijn (37) kan het zelf nog sterker vertellen „Ik stond laatst aan de tap in een bar hier vlakbij en toen heb ik eens gevraagd of ze die Blankestijn kenden. Antwoord: „Die fascist, als ik die vent in mijn handen krijg, dan breek ik 'm zijn ribben". Het ziet er naar uit dat Ad Blankestijn niet zo popu lair is bij de Utrechters. Overigens, die man die lichamelijk geweld wilde toepassen, zou wel eens van een koude kermis thuis hebben kunnen komen, want de directeur van de particuliere school, Insti tuut Blankestijn, opleiding van mavo tot en met vwo, raison van 17.000 gulden per jaar, is toeval lig ook nog eens een keer studentenkampioen bok sen geweest En verder doet hij zijn best om evenveel van Indo-Germaans af te weten als van Einstein's relativiteitstheorie. Zes moeizame trappen op in een monumentaal oud pand aan de oudste gracht van Utrecht, zetelt Ad Blankestijn achter een groot bureau. Verdere stoffe ring van de kamer: een bankstel, een tafel en een paar stoelen. „Ja, we komen hier vaak gezellig met wat leerlingen bij elkaar. Bijkletsen. Een pilsje drinken". Eenmaal in zijn bureaustoel genesteld is hij wel bereid over zijn wat vreemde leven en zijn instituut te vertellen. Hij was een wat studentikoze jongen die zich op een gegeven moment nogal ging vervelen. Een student die hard blokt voor een beroep zal dat moeilijk begrijpen. „Maar ik was een student om het student zijn". Hij begon zich op een gegeven moment te voelen als een overmaatste schooljongen en kwam tot de conclusie, dat hij toch wel eens wat wild e gaan doen. Hij had al eerder ontdekt dat hij moeilijke dingen goed kon uitleggen en dus werd het leraar. Hoewel hij eigenlijk Grieks wilde gaan doceren, werd het uiteindelijk wiskunde aan een hbs in Utrecht Sim pelweg omdat een baantje-Grieks niet te krijgen was. „Die eerste lessen: ik moest kinderen de beginselen van algebra bijbrengen. Wat gaf ik? Een college getaltheorie. De kinderen waren wel stil, maar op een onthutste manier. Die wisten niet wat er kwam. Op dat moment ontdekte ik dat ik een bepaald gevoel had, je zou haast zeggen een bepaalde gave om te zien of een kind het snapte. Ik ontdekte toen eigenlijk al halverwege die eerste les dat zij mij glazig aankeken. Ik kwam niet door. Ik ging hoog over. Dan moet ik het opnieuw en anders uitleggen, dacht ik. Ik ontdekte die eerste week ook nog iets anders. Dat orde houden een kwestie is van een ijzeren vuist in een zijden handschoen. Het düurde alleen even voordat ik dat doorhad. In het begin vond ik het nog in mijn verwaandheid beneden mijn waardigheid te verzoeken om stilte. Ik moest zoveel respect uitstralen, vond ik, dat ze vanzelf wel stil moesten zijn. Maar kinderen peinzen daar niet over. Die zeggen: „het is een beste vent, maar hij zegt toch vijftien keer hetzelfde, want er zit er altijd wel een bij, die het nog niet snapt. Nou en die luistert dan wel". „Meermalen is gezegd, dat dit de strengste school van Nederland zou zijn. Dat is volkomen bezijden de waarheid. Deze school is helemaal niet streng. Deze school is strikt, maar binnen zeer ruime grenzen. Men vindt het zeker lekker om dat te zeggen. Dan slaat men door. Eerst gaat men van strikt naar streng. Dan valt het woord deelschool, daarna het woord tuchtschool en tenslotte zelf concentratiekamp. En dat is bijzonder pijnlijk om te horen. Vooral als je met je leerlingen een ver standhouding hebt, die klinkt als een klok, waar je zelf gewoon moreel op drijft. Kinderen kunnen verdomde hartelijk zijn. Als je ze voor iets weet te winnen, of als ze zichzelf willen laten winnen. Af en toe een pilsje tijdens het gesprek. Ad Blankestijn (I.) met een van zijn leerlingen. wanneer ze met een simpele moeilijkheid zitten". Maar op die hbs waar hij als leraar begon, kreeg hij de naam van „een jonge vent, die net zo lang uitlegt tot je het begrepen hebt". „Er kwamen jongens, die bang waren voor het eindexamen en vroegen of ik ze een handje kon helpen. Het werd op het laatst zo erg, dat ik eigenlijk stiekumweg de eindexamenklas wiskundeles gaf". „Zowel op school als thuis gaf ik bijlessen. En zo is eigenlijk het instituut ontstaan. Op een gegeven moment begon ik namelijk een soort bijlesleraar te worden. Wat doen die gekke jongens nou? Je zou toch zeggen, dat je als bijlesleraar overdag niets hoeft te doen, omdat ze allen na school bij je komen. De .IJzeren Raadsman' staat op het punt de juridische wereld binnen te stappen. Eén simpele druk op een al even simpele knop en de advocaat ontvangt op zijn kantoor binnen enkele seconden de gehele jurispru dentie over welke (recht-)zaak dan ook. Hij hoeft niet meer zijn boordevolle boeken planken langs te hollen om alle relevante gegevens bijeen te zoeken en te bestuderen. De raadsman kan zich laten raden, als hij dat wil. De ,Raa dsman-met-het-IJzeren-Ge- heugen' vertelt hem alles. Het is voor advocaten/procureurs bijna on doenlijk meer om alle uitspraken van de Hoge Raad, alle jurisprudentie, vaklitera tuur en wetgeving overzichtelijk in het ar chief op te bergen. Het is allemaal te om vangrijk geworden. En dan doemt al gauw in deze moderne elektronische tijd de auto matisering op. De uitgeverswereld heeft de problemen van de juristen al lang gezien. Losbladige systemen over duizend en één juridische onderwerpen hebben wat dat be treft al een klinkende bekendheid. Intussen kan het elektronische schrijftuig een welko me aanvulling op al die publikaties zijn. De via de elektronica verwerkte gegevens kun nen namelijk snel en correct worden .terug geroepen'. De vraag, waarvoor de uitgever zich in eerste instantie zag geplaatst, was of er een trefwoordensysteem dan wel volledige tek sten verwerkt moesten worden. Na veel experimenteren is Kluwer in Deventer er toe overgegaan de laatste methode (.full text. te gebruiken. Het vorig jaar ontwikkelde het Britse Harwell - te vergelijken met onze TNO - een tekstopsporingssysteem, dat Klu wer heeft gekocht Zij kreeg het systeem in licentie en treedt intussen op als agent voor Nederland en voor andere landen. Daarmee begon Kluwer aan een van de vijf belang rijkste projecten ter wereld op het gebied van juridische publikaties, In de ,full text'- methode is reeds bijzonder veel verwerkt Belangrijke rechterlijke uitspraken staan straks ter beschikking. Ook belastingzaken zijn eenvoudig terug te vinden, evenals een deel van de wetgeving en dan met name de wetboeken van strafrecht en strafvordering, veel vakliteratuur en alle kluwerpublikaties. De verwachting is, volgens mr. J. T. M. Palstra en drs. C. D. Verschoor - de mensen die het miljoenenproject van Kluwer gestal te geven - dat in de jaren 1985 tot 1990 de informatie in kwalitatief opzicht gelijkwaar dig zal zijn aan die welke nu ,op papier' wordt gegeven. Straks evenwel zullen de benodigde gegevens veel sneller en waar schijnlijk ook vollediger de aanvrager berei ken. De kosten zijn op het ogenblik nog erg hoog en vrijwel onbetaalbaar. In de nabije toekomst kunnen de kosten relatief gezien lager zijn, omdat bijvoorbeeld de papierprijs ongetwijfeld zal stijgen. De kosten zullen omstreeks 1985 in evenwicht zijn en de advocaat zal, zo is de verwachting, in die jaren een terminal (een scherm waar op tekst kan worden ontvangen) kunnen huren voor zes- tot twaalfhonderd gulden. Zoge naamde ,Data Banks' worden steeds popu lairder en de praktijkjuristen kunnen daar van ongetwijfeld ook veel profijt trekken. Het Kluwerproject is nu in volle ontwikke ling. Een onafhankelijke redatiestaf brengt alle relevante gegevens naar de program meurs. Privé-gegevens zullen daarbij niet in het geding zijn, evenmin als in de automati sering voor het Nederlandse notariaat. De Broederschap van Notarissen nam het initia tief zelf en mogelijk gaat men met Kluwer in zee. Het begon allemaal toen een kandi daat-notaris alle benodige gegevens in een centrale computer wilde verwerken om ze later door middel van een terminal te kun nen oproepen. Kluwer sprong in dat idee en samen met de broederschap wordt en werd onderzocht of bijvoorbeeld standaard-akten automatisch geproduceerd konden worden. De vraag is nu of de notarissen voor deze nieuwe vorm van het opmaken van akten interesse hebben. Een groep notarissen gaat daarom het land in om voorlichting te geven en om de behoefte te peilen, zoals dat heet. Als grote voordeel wordt gezien, dat notaris sen zelf de computer gaan voeden en dat hun inzichten steeds weer worden gehono reerd: Vordeel is ook, dat bijvoorbeeld de standaardakten foutloos en snel kunnen worden .teruggeroepen' en dat ze compleet zijn. Een aantal notarissen heeft al gezegd: ,wij krijgen dan weer tijd voor ons publiek, want het feitelijke beroep van de notaris - het geven van voorlichting - is enigszins ondermijnd door de grote administratieve rompslomp. Zijn wij nu aktenproducenten of notarissen? In de nieuwe situatie kunnen we de mensen weer echt voorlichten'. Volgens de beide Kluwermedewerkers zal de veiligheid, liever de bescherming van prive- zaken, veel groter worden als de computer in dienst is gesteld. „Namen blijven niet in de computer achter. Dat moet ook niet. De gegevens zijn nog veiliger dan voorheen, want de- codes kunnen van minuut tot mi nuut worden gewijzigd. Bovendien kunnen er veel .checks' worden ingebouwd.' Aan het notariaat wordt niet geheel overgelaten of men wil ingaan op de mogelijkheden die Kluwer gaat bieden. De onderzoekcommis sie doet straks aanbevelingen en de notaris sen kunnen de beslissing nemen al of niet gebruik te maken van een centrale compu ter. BOB BIRZA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 11