m Wjzenlachertjes.iv In Duitsland damhert als nieuw slachtvee 139.- 139.- 139, 98, KLEEF Damherten als slachtvee? Duitse landbouwautoriteiten xien er wel wat in. De regering ondersteunt twee proefnemingen in de Westduitse Bondsrepubliek: één bij Kleef en één bij Keulen. Hertevlees is in West- Duitsland erg in trek. Het roodwild van de eigen bossen kan onvoldoende in de vraag voorzien en men impor teert dus uit naburige landen. In 1973 kwam er 25 miljoen kilo vlees van edelherten uit oostelijke richting de Bondsrepubliek binnen. Maar waar om zou men voor hertevlees afhanke lijk blijven van de jacht in binnen- en buitenland? Er worden zoveel her ten in gevangenschap gehouden, dat het voor de hand ligt, om aan slacht- herten te denken. Althans in Duits land, waar zo'n gedachte niet direct de weerstanden oproept, die ze in Nederland ontmoet. Men is echter ook daar na de eerste publikaties behoorlijk geheimzinnig geworden over wat er nu eigenlijk gebeurt op de proefbedrijven van huize Riswick (Kleef) en van boer Friedel Bommert in Marienheide. Die proefbedrijven werken niet met edelherten, het gebruikelijke roodwild van de Duitse bos sen. Hun (slecht) veebestand bestaat uit dam herten, de bekende bewoners van onze meeste hertenkampen. Het damhert is, evenals het echte hert, in Europa thuis sinds de tijd, die aan de grootste ijsbedekking van ons wereld deel vooraf ging, dus al een dikke 300.000 jaar. Maar na die ijstijd had de soort zich terugge trokken tot Klein-Azië. Vandaar hebben de Phoeniciërs en vooral de Romeinen het dam hert weer over heel Europa verspreid. Nu zijn ze „opnieuw ontdekt", althans als voed selbron. Ze kunnen op onbemest grasland ge houden worden, maar dan is uiteraard de opbrengst minder dan op bemeste weidegrond. Het magere, geurige damhertenvlees wil er op de Duitse markt best in, zo menen de mensen, die achter deze proefnemingen staan. Maar of het de problemen van de Duitse kleine boer kan oplossen, is een tweede. Marienheide is een wintersportplaats. Het ligt tussen 400 en 500 meter hoog in het Oberbergi- sche land. Een streek zoals het aangrenzende Sauerland, met welvarende dorpen tussen gol vend naaldhout. Herr Flick van het Verkehrsburo is een en al bereidwilligheid me over Marienheide te vertel len. Zeker: een Luftkurort en die titel mag je zo maar niet gebruiken daar gaat een nauwge zette prüfung aan vooraf. Een gezond oord dus, met zijn 13.000 inwoners, maar niet zo gezond meer voor de landbouw, die hier zienderogen achteruit gaat Geen wonder: met al die bossen en die smalle hellingweitjes kunnen de boeren hun veestapel niet volgens EEG-normen uitbrei den. Zo zijn er veel streken in Duitsland, waar de natuurlijke gesteldheid de schaalvergroting een halt toeroept. Vandaar, dat men uitkijkt naar andere inkomsten dan die van het traditio nele boerenbedrijf. De damhertenboer? Ja, die kan Herr Flick me wel wijzen. Hij adverteert trouwens in de toe ristische folder: Friedel Bommert vakantiewo ningen en wildpark. Een halve folderpagina met twee vriendelijke foto's: één van het royale vakantiehuis en één met een roedel van die typisch wit gespikkelde damherten op een glooiende wei, waar moeder de vrouw ze een lekker hapje brengt. „Vakantie op de boerde rij". Over het hoe en waarom van die damher ten kunnen de heren ambtenaren mij niets vertellen. Dat moet ik Herr Bommert zelf maar vragen. Wanneer ik even later de steile helling omhoog gereden ben, kom ik rechts langs zijn gastenac- commodatie. Het is de oude boerderij van de familie Bommert: met geld omgetoverd tot een stel comfortabele appartementen. Ze geven uit zicht op het smalle, bosrijke dal, waar de weg naar Gummsnach en naar het 60 kilometer verre Keulen zich doorheen slingert. Van boe renbedrijf geen spoor, maar wel reikt links een hoog gaas bijna tot aan de weg. Daarachter welft zich het weiland tot aan de bergkam omhoog. Vaag laat zich op die kam een roedel herten onderscheiden. De weg leidt nog verder omhoog, nu tussen de afzettingen van ijzergaas door, tot aan het nieuwe bedrijf dat boer Bommert heeft opge zet. Al wat hier op agrarische bedrijvigheid wijst, is een bescheiden, met hooi gevulde schuur. Het belangrijkste gebouw is een kapita le bungalow. Daarachter is de ruimte voor de herten. Het schapegaas, 1.60 meter hoog, reikt tot het huis. Bommert, zo hoor ik later, heeft veel geld gekregen voor de grond, die hij aan de gemeen te verkocht heeft „voor de bouw van een school en een zwembad". Het is te zien aan de nieuwe opzet van zijn bedrijf. Hoe groot zijn „wild park" is, weet ik niet, maar afgaand op het feit, dat er 50 herten grazen, moet het omheinde weiland tenminste 5 hectare groot zijn. Een hele lap in dit kleinschalige land. Misschien lag hier vroeger de heide, waaraan het Luftkurort zijn naam ontleent. Ik druk op de belknop naast de dure voordeur van de bungalow. Na enige tijd verschijnt de boer breeduit in de deuropening. Het is, of een feodale heer van een van die tot ruïnes verval len kastelen boven op de heuveltoppen, me de weg tot zijn burcht verspert. Verder dan de stoep kom ik niet. Ik moet zeggen: niet onvriendelijk, maar wel heel beslist, stuurt Herr Bommert mij met een kluitje in het riet Over de herten valt nog geen zinnig woord te zeggen, meent hij. In het najaar moet ik maar eens in Bonn gaan praten, dan is er misschien nieuws. Daar houden ze precies het reilen en zeilen van de kudde bij. Bommert heeft geen boodschap aan journalisten. De télevisie heeft veel te veel ophef gemaakt van zijn simpele damhertenfokkerij, vindt hij. Ja, dat wil hij wel kwijt: zijn herten zijn niet voor de slacht bestemd, maar voor het fokken. Wat anderen er later mee doen, is hun zaak. Bommert heeft voor de herten zijn koeien aan de kant gedaan, ook dat krijg ik nog te horen. „Ik had er 25 en dat is veel voor deze streek, maar daar kun je tegenwoordig toch als boer niet van leven. Ik heb nu alleen nog wat vetweiders en dan die herten". Een gemakkelijk leventje? „Ik hoef in elk geval niet meer te melken. Ik kan nog heel goed vroeg opstaan, maar het is geen moeten meer". En dan, beseffend dat hij toch aan een gesprek is begonnen, trekt hij zich resoluut terug. „U hebt er toch begrip voor, dat ik u niets kan vertellen? Auf wiedersehen, mienheerr. Een buurman, bezig zijn tuintje te doen, is spraakzamer. Hij licht me in over de manier, waarop Friedel Bommert aan de centen voor zijn nieuwe bedrijf is gekomen. Van de gemeen te dus. De hertenbusiness is nog jong. Vorig najaar zijn er zo'n dertig dieren gearriveerd. Een wonder, dat ze de natte herfst overleefd hebben. Er zijn er trouwens een paar gestorven. Daar was ook de bok bij. Bommert moest een nieuwe bok laten komen. Met de jonggeboren dieren mee, is de kudde nu zo'n 50 herten groot Volgens buurman geeft Bommert nogal hoog op van de kansen, die deze nieuwe vorm van veehouderij biedt. Herten grazen veel minder selectief dan koeien en zouden elk grassprietje tot zijn recht laten komen. Buurman ziet dat T niet zo zitten. „Ik heb zelf een paar schapen en dat zijn zulke I) zorgvuldige dieren, maar zelfs die laten bepaal- )g de plekken met veel onkruid staan. Als een hert Ie voldoende zou hebben aan een kaal weiland, ei waarom komen ze dan bij de boeren op deel akkers?" Ook over de markt voor het hertevlees heeft 1 buurman zo zijn twijfels. De opbrengst zouiji vooral daarom zoveel groter zijn, omdat det prijs van het wildbraad veel hoger ligt dan die" van rundvlees. „Maar wie kan dat dure vlees i betalen? Dat is toch maar een kleine groep, hi Daarom zie ik er niets in voor de boerenstand e als geheel. Er moet natuurlijk wel iets voor d( 11 boeren gebeuren. De bedrijfjes zijn hier erg klein, de meesten hebben niet meer dan tienn koeien. Toch biedt veeteelt in deze heuvels den beste mogelijkheid. Akkerbouw op de hellingen li. is heel moeilijk. Maar of dat met die damherten ei wat wordt? Over een jaar of tien zullen we hetp wel weten". ADRIAAN BUTERlw" VROOMS DREESM ANN Velours mantel met sier- Tweed trenchcoat. Mantel van buré/flannel. Flannel coat met kontrast- stiksels. In o.a. marine, groen, In o.a. bruin, grijs of groen. In o.a. rood, camel, kobalt en garnering. In o.a. zwart, marine raf of zwart. Mt. 38 t/m 46. Mt. 38 t/m 4ó. wit. Mt. 36 t/m 44. of rood. Mt. 36 t/m 42. Van 398r-voor Vin 389*-voor Vin 38£ voor Vin 35& voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 10