Zo verder gaan heeft geen zin Boys met bravoure kunnen via cursus echt leren racen Omstreden coach eigen GERARD BAKKER: Noteer bij de radio - DEN Er is niets veranderd. Gerard jeer, is terug van (even) weggeweest en meningen over de tafel tennisfanaat uit den lopen nog steeds ontzaglijk ver ui- i De een hemelt de nieuwe bondscoach de dames op als een heilige, de ander foeit hem met hart en ziel. Gerard Bak- een omstreden figuur in het nationale tennis bol werkje, dat toch al barst van motionele elementen. En net als vroe- toen Bakker met zijn gevreesde verde- htpaaiing als een miskend speler door de com- iur toi tie waarde, beschouwt hij het grote dijken enoegen van de anderen als een eer. „Ik me best wel voorstellen, hoor, dat de t. om sre partij zich mateloos ergert. Ik ben al ettend vaak aangevallen, maar ik heb N. eenmaal een heel andere instelling. Ik jib oijkeer op een heel andere golflengte. Kan dan ook niet meer druk maken om het helpt onbegrip, een omschrijving van de 37-ja- bondscoach die staat voor zijn speciale idjstrijdbenadering. Waar anderen paars ergernis van woorden, kijkt hij met een Teljtlach naar. De concentratiefoefjes, bij sport als tafeltennis heel gebruikelijk en oekeijma ook door Bakker geprofeteerd. Van- de uitdrukking „Bakkerpupil", een Liefsèrd dat over de lippen van ieder komt, isgei» de „draken" in de zalen verschijnen die het aardig vinden om vanachter de groene tafel de tegenstander zoveel mogelijk uit de concentratie te halen. Een handdoekje pak ken, de bril schoonmaken, veter vastmaken, balletje „pardon" de verkeerde kant uit slaan, zijn de simpelste trucs. „Sportief of onsportief, als je het niet doet, vind ik dat een foute benadering van je sport". Actueel voorbeeld dateert uit de Europa Cupwed strijd Nederland—Polen. In de laatste partij onderbreekt de tegenstander van Bert van der Helm, ongeveer om de twee punten de wedstrijd om een gang naar de handdoek te maken. Klap Van der Helm blijft steeds staan, tot erger nis dit keer van Gerard Bakker. „Waarom pakt Van der Helm ook niet een keertje zijn handdoek? Waarom probeert hij die Pool ook niet uit z'n concentratie te halen? Weet je waarom? Omdat die bang is dat Piet van Deltalloyd, Jan van Tempo Team en Klaasje van De Salamanders zouden kunnen denken dat Bert van der Helm onsportief is. Ik vind het hetzelfde als iemand een klap op je gezicht geeft, je reageert met: Dank je, mag ik er aan de andere kant ook een". Klare taal dus, de door velen verafschuwde concentratiefoefjes horen bij toptafeltennis. „De mensen begrijpen er de functie niet van. Het gaat er in de eerste plaats met om je tegenstander uit het spel te halen, maar om jezelf in de hand te houden of te krijgen. Mag het alsjeblieft? Vroeger vonden ze het van mij ook onsportief. Maar ik wilde toe vallig winnen. Daar had ik keihard voor gewerkt. Dan was het jij of ik, geen sprake van onsportief, maar simpel bikkelhard". Om zijn gelijk dat hij overigens niet wil afdwingen te onderstrepen kijkt Bakker over de grens waar bij internationale wed strijden het aantal „onsportiviteiten" ontel baar zijn, of dichtbij naar een andere sport. „Kijk eens naar het volleybal. Als het ver schrikkelijk spannend is, kan een partij rustig worden onderbroken door een time out. Dan zegt iedereen: Dat is tactisch. En bij tafeltennis zegt iedereèn: Dat is onspor tief'. Lange rokken Het tekent volgens de bondscoach het ama teurisme in Nederland. Schijnamateurisme wel te verstaan, want er wordt door spon sors met geld gesmeten in de tafeltenniswe reld. Als je diep in Bakkers hart kijkt, teveel in verhouding tot de geleverde in spanningen. Vandaar ook zijn ergernis over de ouderwetse opvattingen die nog steeds worden nageleegd. „We houden ons aan tradities vast die 25 jaar geleden golden, toen pingpong nog met lange rokken werd gespeeld". Gerard Bakker heeft daarom plaats geno men op de barricades. Hij leerde zijn pupil len (bij Avanti) de concentratietrucjes en „vuile" services, de zo belangrijke opslag waar in het buitenland hele studies aan worden gewijd. „Ik heb eens een ploeg meegemaakt, die daarom naar huis is ge gaan. Omdat ze de services niet konden terugbrengen. Dat was gemeen, zeiden ze". De bondscoach trekt zich niets meer aan van die kritiek. Kreeg trouwens wat die services betreft al lang gelijk, met navolging overal in den lande. Mag bovendien wijzen op Bettine Vriesekoop, een wandelende blauwdruk van de theorieën van Gerard Bakker. Het talentje uit Hazerswoude is pas vijftien jaar maar speelt als een vorstin, die best wel eens op een internationale troon zou kunnen plaatsnemen. Zij vormt een uitzondering helaas, maar dat vindt Bakker niet zo vreemd met de wetenschap van het reeds geschetste amateurisme en de mentali teit in Nederland. Om de situatie te typeren vertelt Bakker het voorval van de laatste Europese jeugdkampioenschappen, waar de Nederlandse ploeg het beter dan ooit deed. Joegoslaafje Jf3erard Bakker samen met Bettine Vriesekoop, een wandelende blauwdruk i de ideën van de Leidse trainer en daarom ook kandidate voor Europese „Een Joegoslaafje vroeg aan Van Gasteren, een Nederlandse speler, hoe vaak er hier werd getraind. „Twee keer per week", zei Van Gasteren. je bedoelt natuurlijk twee keer per dag", zei het andere kereltje. Toen Van Gasteren dat moest tegenspreken, ant woordde het Joegoslaafje weer: „O, dan begrijp ik het wel, jullie hebben in Neder land natuurlijk veel meer talent." Maar over drie jaar slaat datzelfde Joegoslaafje, dat wel twee keer per dag traint, dezelfde Van Gasteren aan puin". En toch gaat het beter met het Nederlandse tafeltennis, al wordt het nooit goed. Dat tenminste is Bakkers visie. Een niet zo'n eigenaardige visie met een blik op de huidi ge herentop die ten opzichte van zeven jaar geleden onveranderd is. Nog steeds Bert van der Helm en Nico van Slobbe, die wel vooruit zijn gegaan, maar niet genoeg. „Als we straks promoveren naar de A-groep en daar geloof ik heilig in, zal Bettine het redelijk doen, maar de heren krijgen geen poot aan de grond. We kunnen de koffer wel weer pakken, voordat we begonnen zijn". Te weinig training en verkeerde men taliteit zijn volgens Bakker voornaamste re niet alleen gevreesd om zijn verdediging, maar ook van wege zijn concentratiefoef jes, die hij nu op zijn pupil len overbrengt. den van de stagnatie bij de heren. „Ik vraag me voorzichtig af, of het niet aan te bevelen is met andere mensen verder te gaan. Met mensen van wie je kan verwachten, dat ze over vijf jaar uitstekend zijn. Laat 'm een keer verliezen met 21—0, maar misschien komt er wel een keer wat uit. Zo verder gaan, heeft geen zin". Waarbij de dames- coach wel onmiddellijk de kanttekening plaatst, dat hij geen zeggenschap heeft over de heren. Bakker, in het dagelijks leven verzekeringsagent, heeft trouwens weinig zin de gemakkelijke stoel, van waaruit hij spreekt te veranderen in een schopstoel. Zoals hij ook het grootste begrip heeft voor de gefronste wenkbrauwen van de buiten staander bij de huidige trainers malaise (een oplossing voor de heren is er nog steeds niet, terwijl er in Nederland wel een duur betaalde kracht als Dusan Tigerman rond loopt) maar er niet diep op wenst in te gaan. Tigerman doet genoeg. Hij zorgt voor kader en dat is vreselijk belangrijk. Trouwens, wat moet een man beginnen, als hij bij voorbaat weet dat zijn eisen toch niet worden nageleefd", zijn de enige zin nen die hij eraan spendeert Gerard Bakker concentreert zich liever op zijn taak die hij na de nodige aarzeling aanvaardde. Weet dat een rij kritikasters klaar staat bij het minste geringe hun gal te spuwen. De bondscoach trekt zich er niets van aan. Heeft maar een ambitie en dat is Nederland op een hoger plan brengen. Stapt daarom nog een keer op de barricade om te roepen: „Er moet veel meer getraind worden. Doen ze het niet, dan redden we het nooit Al zitten we straks allemaal met een gigantische baard"! Dan nog zal Gerard Bakker zijn eigen weg gaan. Onverstoor baar. Want zo is hij. KEES KOOMAN HAAG Je komt ze nogal eens tegen, die 200^ys met bravoure, die knapen die hun doodgewo- automobiel hebben uitgedost met stickers, ipen, brede wielen, een sportstüurtje, soms een i nummer op de portieren en een extra uitlaat- I k. Ze plegen een op groen springend verkeer- itht te beschouwen als het vallen van een t rtvlag van een race die bij een volgend rood i oaal al weer is beëindigd, ar dat verhindert ze er niet van tijdens het chten met frivole voetbewegingen het gaspedaal bespelen als ware het een instrument dat welis- nauwelijks melodieuze tonen voortbrengt uit demper, maar hen toch als muziek in de oren nkt. Elke toevallig langszij wachtende auto irdt gezien als een concurrent die „er even moet irden uitgetrokken". Een gelukzalig gevoel door- oorrit hen als zij naast zich een gelijk gerichte auffeur ontwaren die bereid is. de handschoen e nemen. soort coureursinstincten wordt deze bestuur- rs door medeweggebruikers zelden in dank afge- mep. Ze worden beschouwd als lastige lawaai- akers die het niet zo nauw nemen met de ■keersregels, waardoor er nog wel eens kritieke naties ontstaan. Want niet alleen stevig optrek- behoort tot de rijstijl van een sportief aange- de automobilist, maar tevens losse handelingen het stuurwiel die hem nog net vóór een andere to langs een tram doet schieten of tussen twee igens door nét nog op een smaller wordend gdeel doet belanden. Iedereen zal wel eens zijn rt hebben vastgehouden als hij zo'n waaghals rgelijke riskante manoeuvres ziet uithalen, larbij er soms sprake is van millimeterwerk, sn voordeel heeft deze categorie weggebruikers 1: ze zijn door hun bonte bolides duidelijk rkenbaar. Dat kan niet worden gezegd van llega's die in niets afwijken van een „normale" auffeur, omdat hun auto geen etiket draagt lor beide categorieën bestaat er vanaf zaterdag november de mogelijkheid öm hun rijstijl ver- r te ontwikkelen. Dan wordt op het circuit van indvoort een begin gemaakt met een cursus die doel heeft vers bloed te pompen in de vader- ndse autorensport. lastdocent m Vermeulen is gastdocent voor deze cursus, dertien dagen omvat en in maart wordt gesloten met een examen dat bij goed gevolg Q startlicentie oplevert. Vermeulen is in gezel- hap van bekende namen als Gijs van Lennep, Steenbergen, Hans Deen en Ric van Kempen, illustere gezelschap zal een kleine twintig 1 cegrage figuren trachten op te leiden tot vol- aardige deelnemers aan het vaderlandse wed- rijdgebeuren, dat ondanks sommige sombere duiden een bloeiperiode doormaakt. Jim Ver- mgulen: „Twee jaar geleden was de situatie wat somber. Er waren toen een paar fatale ongelukken gebeurt, die de mening over het autoracen negatief beïnvloedden. Maar het gaat nu voortreffelijk. Zeven jaar geleden gingen er op een racedag 120 coureurs van start, dat aantal is nu al opgelopen tot 250. Toen mijn broer Huub voor het eerst formule Ford reed vertrokken er zes wagens, nu moeten er van vijftig aanmeldingen achttien afval len. Dat is toch een goed teken. Ook het aantal sponsors is toegenomen, ondanks de door velen slecht genoemde economische situatie. Kijk, voor staalfabrieken en dergelijke kun je daar inderdaad van spreken, maar wat betreft de produktie van handelsgoederen is ep sprake van een grote groei. En die fabrikanten willen reclame maken voor hun artikelen. Dat kunnen ze doen door in de autosport te sponsoren". Twee gedeelten De opleiding tot coureur is een initiatief van de, Cenav en bestaat uit twee gedeelten. Begonnen wordt met een verhoogde rij-opleiding die drie zaterdagochtenden beslaat. De deelnemer rijdt hierbij in zijn eigen wagen en de kosten bedragen tweehonderd gulden. Vervolgens is er de mogelijkheid voor diegenen die verder willen om de opleiding voort te zetten in formulewagens, waarvoor de Cenav zes bolides ter beschikking heeft. De kosten voor deze uit dertien dagen bestaande cursus bedragen 950 gul den indien een aspirant-coureur pver een eigen wagen beschikt en 1600 gulden voor hen die gebruik willen maken van de auto's van de organi satie. Op 9 maart volgend jaar vindt het afsluiten de examen plaats. Jim Vermeulen juicht het initiatief toe en heeft met graagte zijn medewerking toegezegd die over igens slechts kon bestaan uit een gastdocent schap, omdat hij juist in het winterseizoen zijn volle aandacht moet besteden aan zijn werk voor het familiebedrijf Pinguinsport, waar ook zijn broers allen werkzaam zijn. „De autoracewereld is hard", zegt Jim Vermeulen. „Niet iedereen die het verdient krijgt een kans, maar je moet er als je iets wil bereiken ook zelf veel voor over hebben. Mensen als Van Lennep, Hezemans en Hayje hebben het zelf allemaal voor elkaar gebracht. Iedereen die wil vissen kan dat zo maar gaan doen, een hengel kun je zo kopen. De racerij is eigenlijk een ascociale sport, want slechts weinigen kunnen het betalen. Het is voor veel jongens sappelen, veel zelf sleutelen en er erg veel tijd in steken. We willen proberen voor de mensen die deze cursus met goed gevolg beeindi- Dit is de bolide waarmee Jim Vermeulen in de voor ste linies pleegt te rijden in de formule fordraces. Jim Vermeulen is gastdocent voor de coureursopleiding op Zandvoort die de Nederlandse racewereld nieuw talent moet verschaffen. ■gen een ideële sponsor te vinden, want het is natuurlijk wel doodzonde als aanwezig talent ver loren gaat als er geen geld -is. En er zijn wel figuren die iets willen doen". „Maar de rijders moeten zich ook zelf opofferin gen getroosten. Er lopen in Nederland veel lieden rond die weliswaar op Zandvoort in races uitko men, maar dat doen ze meer om het thuisfront te kunnen vertellen over hun daden. Dat zijn ook de figuren die al üren voor de race in hun overall rondlopen, terwijl een echte coureur pas kort voor <je wedstrijd zijn racepak aantrekt als beveiliging tegen eventuele brand. Je komt in het buitenland ook maar een heel klein aantal Nederlandse cou reurs tegen en het zijn steeds dezelfde. Dat zijn de mensen die er iets voor over hebben. Het merendeel is niet bereid om zijn avondje stappen te laten schieten of geven er de voorkeur aan vaak lekker te eten in plaats van hun geld te stoppen in de racerij. Ik vind het bijvoorbeeld helemaal niet erg om er zelf flink wat bij te leggen, ondanks het feit dat ik een sponsor heb. Dat offer moet je kunnen brengen, anders heeft het geen zin om er aan te beginnen. Maar ja, die racewereld heeft nog steeds iets magisch, hoewel dat er langzamer hand wel af gaat". Volgens Jim Vermeulen, die volgend jaar in de klasse formule super Ford gaat rijden, staat het als een paal boven water dat er in Nederland talent zit. De doorbraak van Maarten Henneman en de geleidelijke opkomst van Jan Lammers bewijzen dat Wellicht dat aan deze twee namen na de cursüs op Zandvoort nog enige kunnen worden toegevoegd. FRANK WERKMAN FC VVV—Eindhoven NAC—FC Twente Ajax—FC Utrecht Sparta—Telstar FC Den Haag—Go Ahead PSVFeyenoord Haarlem—FC Amsterdam AZ'67Roda JC SC CambuurVolendam SW—Amersfoort Excelsior-Helmond Sport FC Dordrecht-Wageningen FC Vlaardingen-Willem II MW—Heerenveen HeraclesFC Groningen De wedstrijden aangeduid met komen voor op het totoformulier. TERDAG 23 OKTOBER 1976

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 9