Drie prinsen naast de troon „Niemand is ideaal" Prins Hendrik leed onder overheersing koningin Wiihelmina Prins Claus kan tegenspraak niet goed verdragen I PRINS BERNHARD; PRINS HENDRIK is de man geweest die het spits moest afbijten als echtgenoot van een rege rend vorstin, een fnnktie die voordien in Neder land onbekend was. Prins Hendrik, een man over wie in ons land nog steeds, evenals reeds tij dens zijn leven, vreemde verhalen de ronde doen en deden... De meeste Ne derlanders typeren hem als een vrouwenjager en een man die aan de alco hol was verslingerd. Zijn koetsier en latere chauf feur Frits Loois uit Apel doorn kan zich na al die jaren nog steeds opwin den: „Het is niet waar. Ik kan er niet genoeg de nadruk op leggen: men sen, het is niet waar". PRINS BERNHARD, de zakenprins die faalde. De ontknoping van de Lock- heed-affaire en de gevol gen daarvan hebben hem sterk aangegrepen. Hij heeft moeten toegeven „niet die zorgvuldigheid in acht te hebben geno men die op grond van zijn kwetsbare positie als echtgenoot van de konin gin en als Prins der Ne derlanden vereist is". Golven van kritiek zijn over hem heen gegaan. Velen konden en kunnen maar moeilijk accepteren dat prins Bernhard een man is van vlees en bloed, die ernstige fouten heeft gemaakt en in zijn funktie als lid van het koninklijk huis heeft ge faald. PRINS CLAUS, de echt genoot van de kroonprin ses, is geen gemakkelijke man. Hij is, zeggen men sen die het menen te kun nen weten, een echte doordouwer. Je zou hem zelfs een Streber kunnen noemen, al weet hij dat laatste aardig te verber gen. 1 Na de trieste ervaringen met prins Bernhard zal het noodzakelijk blijken te zijn het doen en laten van leden van de konink lijke familie kritisch te volgen. Maar moet prins Claus daarom slachtoffer worden van de ernstige fouten die zijn schoonva der heeft begaan? Deze en soortgelijke pro blemen, vragen en histo rische gebeurtenissen haalt Fred J. Lammers naar voren in zijn pas verschenen boek „Drie prinsen naast de troon". De drie prinsen die niets met elkaar gemeen lijken te hebben en die toch alle drie in de schaduw van de troon moesten en moeten leven. Bob Birza Drie prinsen naast de troon. Auteur: Fred. Lammers. Ui tg.: Hollandia, Baarn. Prijs: 16.90. Als prins Hendrik op 3 juli 1934 gestorven is, schrijft een van zijn naaste medewerkers in zijn dagboek: ;,Onze beste prins ligt - gekleed in zijn gala-uniform van de marine in de kist met een lachje om zijn mond alsof hij wil zeggen: ik ben waar ik wezen wil en van de beslommeringen af'. Het is een alleszeggende dagboeknotitie. Prins Hendrik, slechts 58 jaar oud geworden, is nóch door zijn vrouw koningin Wiihelmina, nóch door het Nederlandse volk begrepen. Hij moest leven onder het strenge protocol en onder de nóg strengere voorschriften van zijn overheersende vrouw. Hendrik ontdook die regels wel eens... Hij is, zeggen velen nog steeds, een vrouwenjager en dranklief hebber geweest. Frits Loois, zijn koetsier en later chauffeur ontkent die verdachtmakingen. Hij geeft een voorbeeld: Prins Hendrik werd ernstig geplaagd door reuma. Na een diner in hotel De Keizerskroon in Apeldoorn, strompelde Hendrik naar buiten omdat zijn knieën stijf waren geworden. Nauwelijks was hij goed en wel buiten of hij struikelde. Frits Loois wjgt hem op te vangen en hem in de auto'te zetten. De prins grapte: „Daar was ik bijna gevallen. Dan had ik een mooie smak gemaakt". Meteen kwamen de verhalen los. Heel Apeldoorn wist al gauw dat prins Hendrik zo dronken aan een diner was geworden. Hij was naar zijn auto gedragen.„Alle maal leugens,.niets van waar", zegt Frits Loois. De zelfde mening is de oud-hofjager J. F. Vogel, ook in Apeldoorn, toegedaan. „Ek heb de prins nooit dronken gezien". Hij zegt daarbij bijzonder op prins Hendrik gesteld te zijn geweest Het was de prins die Vogel hielp een opleiding te volgen tot hofjager. Hij kreeg daarbij het prachtige Jagershuis aange boden, hoewel hij nog niet getrouwd was. Dat kwam omdat koningin Wiihelmina had verboden dat het paleispersoneel voor het 25ste jaar trouwde. De prins reageerde: „Pat is toch te gek". Desondanks kon Vogel een dag, na zijn 25ste pas trouwen. Het was zelfs zo, dat personeeel dat moest trouwen van haar geen vaste aanstelling kreeg als zoiets hun voor hun 25ste overkwam, omdat ze dan „ondeugend" waren geweest Het woord van de koningin was wet! Frits Loois beschrijft zijn vroegere baas als „een edel mens, echt een landjonker, een oprecht en eerlijk man, die een goede meester was voor zijn mensen". Het boerenvolk op de Veluwe wil, na zoveel jaren, nog steeds geen kwaad woord over prins Hendrik horen. Hij kwam altijd voor hun belangen op. De prins vond het onzin dat vorstelijke personen werden behandeld alsof zij wezens waren van een geheel andere orde. Die mening bracht hem vaak in conflict met allerlei personen aan het hof. Niet in het minst met de koningin, die haar man nauwelijks zakgeld genoeg gaf om te kunnen leven. De prins kreeg geen staatstoelagen. Zo kwam het ook dat hij met de auto's, waarop hij zo gek was, de grootste problemen heeft gehad. Het onderhoud kon hij maar nauwelijks bekostigen. In alles was hij .financieel afhankelijk van de gulheid van koningin Wiihelmina en die was niet zo kwistig met het geven van geld. Zuinigheid, soms tot in het overdrevene doorgevoerd, stond bij haar hoog aange schreven. Zodoende kocht de prins zelden een nieuwe auto. Het waren meestal tweedehandse, die van een nieuwe laklaag wer den voorzien. Niemand zag dat de dan duur uitziende auto's al een heel leven achter zich hadden. Hendrik deed van zich spreken op 21 februari 1907. Op die dag gebeurde een scheepsramp op de Nieuwe Waterweg. Tijdens een storm liep de Harwichboot „Berlin" op het Noorderhoofd vast en brak doormidden. Het achterschip zonk meteen. Velen kwamen daarbij om- Prins Hendrik ging meteen naar Hoek van Holland. Hij scheepte zich in aan boord van de reddingboot „Jan Spanjaard" en bleef meer dan 24 uur in touw om mensen te redden, waarbij hij grote gevaren trotseerde. Veertien opvarenden konden worden gered. Baronesse van Ittersum haar vader was jarenlang kamerheer in buitengewone dienst van de prins vindt ook dat de verhalen over het drankmisbruik van de prins schromelijk overdreven worden, al was hij „niet vies van een borreltje". Soms kwam hij naar Aerdenhout om als .jonkheer van Riemsdijk" er tussenuit te trekken naar het dorpscafé. Hij vond het heerlijk tussen de bollenkwekers te zitten en naar hun gesprekken te luisteren. Hij waagde zich dan ook aan een borreltje, maar dat was eigenlijk verboden vocht voor hem. Jenever was in die tijd een drank voor het gewone volk... en dóarom smaakte het prins Hendrik zo lekker. Baronesse van Ittersum meent, dat de prins in wezen bang voor Wiihelmina was. Hij ontliep haar soms en dook wel eens een kamer in als hij zijn vrouw in een van haar lange gewaden in de verte zag aankomen. Zo wilde hij ontkomen aan lastige vragen, want de koningin wilde toch vooral goed geïnformeerd zijn over het doen en laten van haar man. Wiihelmina en Hendrik verschilden zóveel in karakter en interessen dat ze steeds verder uit elkaar groeiden en na verloop van tijd zelfs geen moeite meer deden iets voor elkaar te betekenen. Wiihelmina ergerde zich vrij veel aan Hendrik. Een geliefd grapje van hem was in gezelschap, bij voorkeur een heel selecte groep mensen, met een ernstig gezicht mee te delen: .Juliana is niet van mai" (een verbastering van de woorden „mij" en „mei". De gasten keken dan verrast en als de spanning was opgevoerd vervolgde de prins met: „maar van april". Daarover kon hij gieren van de lach. Hij vond het een erg geslaagd mopje. Tegen het einde van zijn leven, ging de prins zich bezighouden met de dood. Het plan rijpte om een witte begrafenis te houden als het zover was. De problemen spitsten zich in zijn laatste levensjaren toe. Hij moest de ene teleurstelling na de andere incasseren. Hij poogde veel nieuwe aanplant aan bomen uit te voeren, zonder dat zijn vrouw daarvoor waardering had. Zij had er slechts schampere opmerkingen voor over. Pas veel later zou zij er waardering voor krijgen, maar toen was haar man al lang dood. Voor Wiihelmina was dat een groot verdriet. Zij had het gevoel niet meer goed te kunnen maken wat zij haar man had misdaan. Prins Hendrik heeft van dat gebrek aan medeleven ook verdriet gehad. Hij was juist een man die behoefte aan waardering had Ook met de medewerkers aan het hof kreeg Hendrik problemen. Er werd veel gekletst, onderlinge verdachtmakingen kwamen veelvuldig voor. Het tragische daarvan was dat degenen die het goed voor hadden met de prins er het slachtoffer van werden en door Wiihelmina werden ontslagen. Op 20 maart 1934 overleed koningin-moeder Emma op 75-jarige leeftijd. De prins verzorgde de begrafenis. Zijn hart was toen al zwak en op de Pinksterochtend van 1934 werd de hofjager J. F. Vogel uit Apeldoorn, die nu 85 jaar oud is, door de prins gevraagd mee te helpen een rigoureuze opruiming te houden in zijn werkkamer. Veel spullen gingen het haardvuur in. De heer Vogel kreeg overigens diverse foto's van de prins, prenten die de koninklijke familie nog nooit heeft gezien. Aan het eind van de maand juni en begin juli 1934 kreeg Hendrik twee hartaanvallen, waarvan de laatste op 3 juli dodelijk was. De koningin die gebeld was, kon haar man niet meer levend aantreffen, hoewel zij ook in Den Haag verbleef. Toen schreef die medewerker zijn notitie in z'n dagboek „...ik ben waar ik wezen wil en van de beslommeringen af". In deze enkele woorden was alles getypeerd: h4t leven van een man dat eigenlijk één grote tragedie was. Op de dag af precies veertig jaar geleden waarop prins Bernhard zijn intrede in de Nederlandse samenle ving deed, moet de prins der Neder landen zijn militaire funkties neerleg gen. Een uitvloeisel van zijn Lock heed-escapades die het Nederlandse volk geschokt hebben. En nog is het voor velen onbestaanbaar dat de prins ernstig gefaald heeft. Het is 8 september 1936. De sportief uitziende prins in zijn open Fordje had, vólgens een van de Nederlandse kranten uit die tijd, „met één slag de harten gewonnen". Minister-president Colijn uitte in het openbaar ook zijn vreugde over „het voorgenomen huwe lijk" en richtte „warme gelukwensen" tot de troonopvolster. Achter de hand liet Colijn zich iets anders over prins Bernhard uit. „Het is een lieve, vrome jongen, maar we moeten hem uit de buurt van de za kenwereld houden", zei Colijn in die septemberdagen tegen een van zijn naaste medewerkers. Op 9 september 1936 hield prins Bern hard zijn eerste radiotoespraak tot het Nederlandse volk. Daarin zei hij on der meer: „Ik wil trachten mij zo spoedig mogelijk met mijn toekomsti ge vaderland vertrouwd te maken. Ik ben heel gelukkig en mijn streven zal erop gericht zijn mijn aanstaande vrouw tot een werkelijke steun in het leven te zijn". Vrienden De prins kreeg goede vrienden en bekenden, zoals J. Teengs Gerritsen uit Wassenaar, wiens naam ook regel matig opdook in de Lockheed-affaire. Diens ervaring is dat je als vriend prins Bernhard de waarheid kunt zeg gen. „Je hoeft echt geen blad voor je mond te nemen als iets je niet zint De prins kan er goed tegen dat je aanmerkingen op hem maakt. Hoewel minister-president Colijn daar niet gerust op was, kwam Bernhard al heel gauw in contact met zaken mensen, zoals met ir. F. J. Philips uit Eindhoven. De prins maakte daar in het zuiden des lands een sympathieke indruk. Na de oorlog raakten ze bei den bevriend. Volgens ir. Philips is prins Bernhard een man die de zaken in groot ver band heeft bekeken. (Een uitspraak overigens voordat het rapport-Donner verscheen). Als men hem bijvoorbeeld tijdens een diner in het buitenland vraagt of er iets is wat men voor hem kan doen, hoeft de prins nooit lang na te denken. Hij zal dan niet zeggen: O, geeft u die order maar aan die fabriek". Maar wel: „U zou me er een plezier mee doen als u die aanbieding van dat bedriif. die momenteel noe bii een of ander ministerie op tafel ligt, met extra zorgvuldigheid en belangstelling wilt bekijken". Russen Volgens ir. Philips is de prins „een man die veel verder kijkt dan zijn eigen land. Zo heeft hij veel gedaan voor het verbeteren van de relatie tussen Europa en Amerika. Prins Bernhard vindt dat men met name in Nederland de Amerikanen wel een beetje dankbaar mag zijn voor alles wat zij voor ons hebben gedaan. Hij is ervan overtuigd dat als wij de Ame rikanen niet hadden gehad de Russen hier al lang zouden zitten. De prins heeft zich volledig ingezet voor het Wereld Natuur Fonds, waar van hij sinds 1961 president is. Intus sen heeft hij laten weten dat voorzit terschap per 1 januari 1977 te zullen neerleggen. De novembervergadering in San Francisco zal hij al niet meer presideren. Men heeft Bernhard destijds met veel tam-tam als voorzitter binnengehaald, omdat hij een actieve man was, maar toch ook omdat hij gehuwd is met een regerend vorstin. Amerikanen zijn ge voelig voor royalty. De prins is jarenlang een prachtig visitekaartje geweest Nu dat visite kaartje is beduimeld is hij als voorzit ter van het Wereld Natuur Fonds voor velen minder aantrekkelijk geworden. Ongenoegen Een paar jaar geleden haalde de prins zich het ongenoegen op de hals van onze volksvertegenwoordiging. In een interview verkondigde hij als zijn me ning dat Kamerleden erg lastig zijn en veel te veel vragen. De regering zou daardoor volgens Bernhard „in ons huidige democratisch bestel worden belemmerd in de uitvoering van haar taak". Beperken Hij stelde verder een voorstander te zijn van een nieuw democratisch stel sel, waarin de macht van het parle ment drastisch zou worden beperkt. Vóór die tijd werden veel dienstplich tige militairen boos op de prins omdat hij langs zijn neus weg opmerkte, te gen een weddeverhoging te zijn omdat militairen hun geld toch maar omzet ten in snoep en „al dat eten van worstjes en koeken kan niet goed zijn voor de lichamelijke conditie van de soldaat", aldus de prins. Door de recente gebeurtenissen heb ben velen zich van de prins afgewend. Maar evenmin als prins Bernhard in het verleden vrienden liet vallen, laten zijn échte vrienden hem nu in de steek. De heer Teengs Gerritsen in Wasse naar zegt daarover: „Het lijkt me vre selijk een vriend te hebben die geen slechte eigenschappen heeft Zo ie mand zou mijn vriend niet zijn. Ie mand zonder slechte eigenschappen is geen mens". En hij herhaalt de opmer king van Albert Plesman, de grondleg ger van de KLM: „Mensen die geen fouten maken, werken niet". Niet ideaal Zelf heeft prins Bernhard over dat maken van fouten eens opgemerkt: „Niemand is nu eenmaal ideaal. Ik dus ook niet. Ze moeten me maar nemen zoals ik ben. Men behoeft zich er niet voor te schamen dat men, zoals ieder ander mens. fouten heeft". Prins Claus: eigenwijs De man, die naar mag worden verwacht in de toekomst de prins der Nederlanden zal zijn, is iemand die niet over zich laat lopen. Hij is geen gemakkelijk mens, prins Claus. Hij houdt er een uitgesproken mening op na. Als hij het ergens niet mee eens is zal hij dat zeker laten merken. Zijn mening liegt er niet om. Een zwak punt is echter dat hij niet zo goed tegenspraak kan verdragen. Soms reageert hij zelfs bite. Een andere eigenschap, die degenen, die met prins Claus te maken hebben, soms als hinderlijk ervaren is, dat hij eigenwijs is, iets dat hij met prinses Beatrix gemeen heeft. De gevolgen daar van blijven uiteraard niet uit wanneer beiden in een bepaalde kwestie voet bij stuk houden. De karakters van prins en prinses lijken wat dat betreft sterk op elkaar. Prins Claus heeft, waarschijnlijk omdat hij twaalf jaar ouder is dan zijn vrouw, een goede invloed op Beatrix. Hij weet haar aardig in toom te houden en te behoeden voor ontactische uitla tingen, die de impulsieve Beatrix in een moeilijk parket zouden kunnen brengen. Tot op zekere hoogte doet Beatrix daar haar voordeel mee, maar- als het erop aankomt doet zij haar eigen zin. Dat betekent niet dat heb prinselijk paar niet op elkaar gesteld zou zijn. Vrienden v^n Beatrix en Claus zijn het er una niem over eens dat de prinses en de prins „een reuze fijn span" vormen. „Het gezin dat op Drakensteyn woont is een gelukkig gezin. Ze zijn allemaal dol op elkaar en dat straalt af op de omgeving", is de algemene opinie. De drie prinsjes van Drakensteyn worden zoveel mogelijk opgevoed als gewone kinderen, al is dat „gewone" natuurlijk ver te zoeken. Wat het prin selijk paar „gewoon" vindt is voor de doorsnee Nederlander nog heel ongewoon. Prins Claus voelt dat hij aan handen en voeten gebonden is. Hij windt er geen doekjes om het als bijzonder hinderlijk te ervaren dat hij een van de weinige Nederlanders is wiens vrijheid van meningsuiting beperkt is. En die mening is er ook in politiek opzicht Mensen die hem kennen stellen dat hij er politiek vastomlijnde denkbeelden op na houdt Die opvattingen zijn eerder links dan rechts. Prins Claus zocht al gauw na zijn komst in Nederland contact met linkse groeperingen. Die wantrouwden hem en dat doen ze nog, want het is niet gebruikelijk dat een lid van een koninklijke familie zich links opstelt. Prins Bernhard: Ze moeten me nemen zoals ik ben Prins Hendrik: onbegrepen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 15