Lang of dik?
Er is uitkomst!
In land der blinden is electronica koning
Buitenmodel-burgers worden op
hun garderobe-wenken bediend
De mateloze ellende begint al op
school. Slungelachtige en kogelronde
klasgenoten worden met grote regelmaat
weggehoond door de „vriendjes".
Kwinkslagen als „Hé lange, is het koud
boven" en „Zo bolle, je hebt zeker twee
stoelen nodig" stemmen hen droevig.
Want niemand heeft ooit duidelijk kun
nen maken waarom zij nu juist van
buitensporige afmetingen zijn voorzien.
En het wordt nog erger. De schimp
scheuten nemen weliswaar af, maar
steeds duidelijker wordt dat de maat
schappij met slechts één maat meet en
dat zij daar zeker niet bij horen. Er is
kennelijk niet op hen gerekend,' want
overal waar ze zich in de samenleving
vertonen blijkt, dat voor alle afmetingen
kennelijk de gemiddelde burger als
maatstaf heeft gediend.
Een van de grootste problemen voor de
kingsize Nederlanders wordt gevormd
door een van de meest elementaire vor
men van beschaving: de kleding. In hun
jeugd werden zij in de kleren van de
oudste broer gehesen, omdat pa en ma
het al te dol vonden om steeds nieuwe
kleding voor hun snel in lengte of breedte
uitdijende kroost aan te schaffen. Ten
slotte zijn ze uitgegroeid en beginnen de
frustrerende strooptochten langs kleding
zaken, waar ze zich vruchteloos in de
grootste maat pantalon proberen te wor
men. Dan ook beginnen de grappen op
nieuw: Nee, tenten verkopen we niet.
Ach, een olifant kun je toch niet aankle
den.
Overdreven? „Was het maar waar. Eer
lijk, dergelijke dingen worden gezegd",
verzucht de heer W. Goosen. Zijn Outsize
Man Shop aan het Rotterdamse Weena
was een half uur eerder nog onderwerp
van grote hilariteit, toen een groepje
jongens in de etalage een paar reuzen
schoenen ontdekte, geflankeerd door een
stropdas waaraan geen eind scheen te
komen. Het grootste plezier, alsof er ook
op dit gebied gerechtigheid bestaat, is
echter weggelegd voor mensen van groot
formaat, voor wie deze naar vaderlandse
begripppen vrij unieke winkel een pak
van het hart moet zijn. Geen vertwijfelde
bezoeken meer aan twintig winkels om
bij elkaar passende broek, overhemd en
schoenen te kopen, maar een speciaal
zaak waar de garderobe in één keer
vernieuwd kan worden. Van schoeisel tot
bretels en van kostuums tot ondergoed.
Dat is sinds 1969 met groot succes het
streven van de Outsize Man Shop en dat
was het jaren geleden al in Engeland,
waar het ruim tien jaar eerder voor
Europa begon. In de Verenigde Staten
worden de buitenmodel burgers al veel
langer door 2000 speciaalzaken op hun
wenken bediend, maar daar is het com
mercieel inspelen op sociale behoeften
dan ook tot „big business" verheven. De
na de oorlog sterk stijgende vraag naar
grotere kleding werd in 1957 in Engeland
beantwoord met de oprichting van een
mail order-bedrijf, dat inmiddels is uitge
groeid tot een concern met achttien za
ken, waarvan er alleen al vier in Londen
zijn. Behalve in Rotterdam heeft men op
het vasteland nu vestigingen in Arnhem,
Keulen, Hamburg, Frankfurt en Stutt
gart. En de Outsize-sneeuwbal rolt ver
der, want er bestaan plannen voor zaken
in Scandinavië.
De grootste zorg van de Outsize Man
Shops was en is een blijvende relatie op
te bouwen met kledingfabrikanten, die
bereid zijn geringe hoeveelheden kleding
met een afwijkende maat te vervaardi
gen. De heer Goosen, die adjunct-direc
teur is op het vasteland: „De industrie
is niet flexibel. Het hele produktieproces
is afgestemd op de gangbare maten.
Waar vind je een fabrikant, die binnen
een haalbare tijd haalbare aantallen kle
ding tegen een haalbare prijs kan leve
ren? Ga daar maar eens aan staan. In
de beginjaren had ik eens voor een klant
een leren jas met een zeer grote maat
nodig. Ik kwam bij een fabrikant terecht
De electronica begint het leven
der blinden steeds meer te be
heersen. Was de blinde vroe
ger aangewezen dp de braille-
boeken, daarna ging een nieu
we wereld voor hem open
doordat bandrecorders en cas
setterecorders het mogelijk
maakten naar een „gesproken
boek" te luisteren. Daarmee
kreeg de blinde toegang tot
een veel rijkere bron van het
geschreven woord dan tot dan
toe met brailleboeken en enke
le, peperdure, grammofoon
platen mogelijk was.
Daarmee was de electronica
de wereld der blinden binnen
gedrongen. Niets heeft zich zo
snel uitgebreid als juist de
electronica. Miniaturisering en
mini-miniaturisering werden
de wachtwoorden in de elec-
tronische industrie in de laat
ste tien jaar. Wat weer ten
goede kwam aan de blinden.
Rustig mag gesteld worden
dat de blinde sinds 1970 elec-
tronische hulpmiddelen tot
zijn beschikking heeft waar
van hij tien jaar geleden niet
had durven dromen.
„Als we aannemen dat blind
heid in wezen een door een
dam geblokkeerde informatie
stroom is, dan kun je van de
electronica zeggen dat die de
dam steeds verder doet afkal
ven", zegt de heer J. Huyers,
directeur van de Vereniging
het Nederlands Blindenwezen
en zelf ook al vijftien jaar
blind.
Blindheid is in wezen „infor
matiebeperking": de blinde
kan allerlei zaken niet waarne
men, die een ander in een
oogopslag ziet. In plaats daar
van gebruikt de blinde zijn
reuk, zijn tastzin en zijn ge
hoor om er achter te komen
hoe de hem omringende we
reld er uit ziet. Hij komt daar
een heel eind mee. Om die
natuurlijke „aanvulling" te
versterken wordt gebruik ge
maakt van de electronica, die
schrijven een aanzienlijk ster
kere vergroting nodig hebben,
is de Philips televisieloep ont
wikkeld door het Instituut
voor Perceptie-onderzoek te
Eindhoven. In principe bestaat
de televisieloep uit een televi
siemotor, een televisiecamera
en een tableau waarop het te
vergroten object gelijkmatig
verschoven kan worden. De
camera neemt het beeld op en
geeft dit door aan het televisie
scherm. Door toepassing van
een electrisch te bedienen
zoomlens op de camera kan de
grootste vergrotingsfactor ge
lijkmatig worden ingesteld. De
televisieloep is uitgevoerd als
een tafelmodel dat normaal in
de huiskamer op een normale
tafel kan worden gebruikt.
Eén van de nieuwste electroni-
sche hulpmiddelen voor blin
den die de laatste tijd zijn
ontwikkeld is de Optacon. De
ze maakt het voor,de blinden
mogelijk om een gewone ge
drukte tekst te lezen. Een ca
mera met 114 fotocellen tast
het verschil tussen zwart en
wit af. Ontmoeten de fotocel
len een zwarte letter dan bren
gen ze staafjes in trilling op
een aftastraam. Die trilling
brengt de vorm van de letter
op de tastende vinger van de
blinde in reliëf over. De Opta
con lezen in reliëf is
tegelijkertijd een enorme stap
voorwaarts en achteruit! 150
jaar geleden gebruikten blin
den de reliëfletter als voorlo
per van het brailleschrift om
te lezen. „Het is dan ook zeker
geen vervanging van braille,
omdat het leren lezen met de
Optacon een vrij moeizaam
proces is", zegt de heer
Huyers. „Het duurt zeer lang
voor men het onder de knie
heeft en dan nog haalt men
maar zestig woorden per mi
nuut terwijl met braille 120 tot
150 woorden per minuut haal
baar zijn. Daar staat tegen
over dat het met de Optacon-
lezer mogelijk is om alles te
lezen van de bijbel tot het
woordenboek. En als u zich
realiseert dat de bijbel op de
boekenkast zes meter aan dik
ke ordners in beslag neemt, en
een eenvoudig Engels woor
denboek 24 ordners, dan be
grijpt u hoe belangrijk de Op
tacon is
Daarmee zijn de wonderen
van de electronica voorbij?
Nog lang niet Zo is er bij
voorbeeld ook nog een electro-
nische koortsthermometer en
een sprekende rekenmachine.
Maar die laatste is eigenlijk
een voorbeeld hoe de electro
nica eerst de blinde buitenspel
zette om daarna weer tege
moet te komen. .Toen de elec-
tronische rekenmachine een
maal zijn opmars begon ver
dween van lieverlee de electro
mechanische rekenmachine.
Voor de blinde kantoorbedien
de niet minder dan een ramp,
want in plaats van op de cij-
ferrolletjes van zijn aangepas
te machine afleesbare brillete-
kens, kwamen er nu machines
met oplichtende cijfertjes. Was
zijn machine eenmaal versle
ten dan was de blinde weer
aangewezen op het Chinese
telraam, want aangepaste elec
tro mechanische machines
werden niet meer gemaakt Er
is nu een electronische reken
machine met toepassing van
een synthetische stem ontwik
keld. De sprekende rekenma
chine vertelt de blinde welke
cijferreeksen hij heeft inge
bracht, welke handeling hij de
machine laat verrichten en
wat daarna de uitkomst is.
Naarmate de electronica zich
ontwikkelt zal het de blinde
gelukkig gemakkelijker wor
den normaal te functioneren
in de wereld der zienden. En
dat maakt de electronica auto
matisch koning in het land der
blinden.
gerakd croné
W. Goosen helpt twee kingsize Nederlanders aan een nieuwe garderobe.
die zei: „Als u voor mij een koe vindt
van twee meter lengte, komt u maar eens
terug". Langzamerhand is het toch gelukt
kleine hoeveelheden in huis te krijgen".
Alles is er in de Outsize Man Shop op
gericht om de veelgeplaagde clientele,
waartoe behalve veel basketballers ook
politici als Vonhoff, Schaefer en Geertse-
ma behoren, zo snel mogelijk duidelijk
te maken dat zij op een normale wijze
geholpen worden bij hun keuze uit de
vele modellen en kleuren die er in hun
maat beschikbaar zijn. Daartoe heeft
men onder meer de inrichting aangepast
aan de afmetingen van de klanten. Zo
hebben de paskamers het formaat van
een kleine logeerkamer en zijn de stoelen
royaal uitgevoerd. Extra lange verkopers
zal men er niet aantreffen, al worden ze
niet bewust geweerd.
Er wordt speciale aandacht besteed aan
klanten die voor het eerst binnenstappen.
De heer Goosen: „Je ziet ze gewoon
Henken: „Daar kom ik weer met mijn
rare figuur. Ik moet het nog zien of ze
iets voor me hebben". Om te beginnen
is er voor ons niets raar, abnormaal of
dik. Wij kennen alleen lengte- en breedte-
maten. Maar de klant is tot dat moment
alleen aangewezen geweest op modehui
zen, waar per ongeluk een grote maat is
afgeleverd of op maatkleding waar hij
drie maanden op heeft moeten wachten.
Hij kijkt echt z'n ogen uit als hij ziet
welke keuzemogelijkheden er in zijn
maat zijn. Om maar iets te noemen: we
hebben schoenen van maat 46 tot 52,
stropdassen tot 1 m. 65, overhemden tot
boordmaat 54 en pakken tot maat 75.
Dan krijg je het effect van het achterstal
lig onderhoud, zoals ik het maar noem.
Dan ziet een klant zoveel mogelijkheden
dat hij ter plaatse besluit een deel van
z'n garderobe weg te doen en bijvoor
beeld vijf broeken te kopen of tien rode
onderbroeken. Het probleem daarbij is
dan dat ik als een haas moet proberen
weer een nieuwe voorraad van de fabri
kant te krijgen. En dat kan wel twee
maanden duren. Een terrein waarop we
met ons assortiment nooit greep zullen
krijgen is de sportsector. Trainingspak
ken, voetbalbroeken, ski-schoenen? Ver
geet het maar. Als je toevallig schoen
maat 48 hebt zal je nooit kunnen skiën.
Alweer een extra handicap voor mensen,
die maatschappelijk gezien toch al gedu
peerd zijn. Ze moeten overal zelf aanpas
singen zoeken en zijn overal duurder uit
Bij ons valt dat nogal mee. Wij beginnen
natuurlijk al met iets hogere produktie-
kosten dan standaardzaken, maar daar
staat tegénover dat de klanten gewend
zijn duizend gulden voor een maatpak te
betalen. Hier kunnen ze terecht voor een
bedrag tussen de 400 en 700 gulden".
Vrijwel nergens kunnen uitzonderlijk ge
proportioneerde vrouwen terecht. Zij zul
len voor een spijkerbroek of een pullover
nog wel aanldoppen bij Goosen, maar
verder ligt deze, tót overmaat van ramp
nog sterk aan mode onderhevige markt
nog volledig braak. Maat regelen op dit
gebied lijken hard nodig.
WOUT BATENBURG
min of meer fungeert als „zes
de zintuig".
„Juist in het dagelijks leven",
zegt de heer Huyers, „wordt
de blinde geconfronteerd met
een aantal voor de hand lig
gende problemen waarmee de
ziende geen rekening houdt
Een blinde ontvangt 's avonds
bij zich thuis een paar men
sen. Zodra ze de huiskamer
binnen komen schuifelen ze zo
vlug mogelijk naar de eerste
de beste stoel want het licht
is niet aan en de gordijnen zijn
dicht. Toch durven ze niets
tegen hun gastheer te zeggen,
want dat klinkt zo hard. En
daar zitten die mensen, uren
lang in het donker. Een situa
tie die vroeger heus geen uit
zondering is geweest. Nu is er
een electronische lichtdetector
ontwikkeld. Het apparaatje
wordt op het plafond gericht
en geeft door een trilgeluidje
te kennen of het licht al dan
niet aan is. Wilde een blinde
vroeger thee of koffie inschen
ken, dan moest hij met zijn
vingers voelen hoe hoog de
drank in het kopje stond, om
het er niet overheen te laten
lopen. Nu hangt hij zijn elec
tronische vloeistofdetector in
het vaatwerk en een trilgeluid
je laat weten dat hij moet
ophouden met schenken. De
blinde huisvrouw, die haar
wasgoed in de tuin aan de lijn
heeft gehangen, kan niet zien
of het regent De electronische
regendetector waarschuwt als
de eerste druppel valt, niet
alleen haar, maar de hele
buuurt reageert erop: een on
verwachte vorm van sociaal
contact".
Daarmee zijn de mogelijkhe
den die de electronische indus
trie de blinden te bieden heeft
nog lang niet op. Zo is er
Electronica ten nutte van de blinde medemens
bijvoorbeeld een electronische
baken, dat piepseintjes uit
zendt, waardoor de blinde in
zijn kantoor of in de schouw
burg zijn stoel of in een gale
rijflat zijn huisdier terug kan
vinden.
Vroeger bedreven blinden bal
spelen met een „rinkelbal",
een bal met een belletje er in.
Maar zo gauw het ding stil lag
of in de lucht was, maakte het
geen geluid meer. Met de elec
tronische „rinkelbal" die door
lopend een ratelend geluid
maakt, is het voor de blinde
mogelijk om met succes als
keeper op te treden bij een
huishoudelijk partijtje goal-
trappen. Dat de blinde daar
door meer bij het leven van de
kinderen in zijn gezin wordt
betrokken, ligt voor de hand.
Om de blinde een beter ruim
telijk „inzicht" te geven zijn de
laatste jaren verscheidene ap
paraten ontwikkeld. Zo is er
bijvoorbeeld een ultra sonisch
electronische geleide-appara-
tuur. Een zender stoot geluids
golven uit die worden terugge
kaatst en door een Ontvanger
geregistreerd. De tijd tussen
uitzenden en ontvangen maakt
het mogelijk om de informatie
te interpreteren. Sterk aan
sprekende toepassing is bij
voorbeeld de ultra sonische
bril, een bril met op de poot-
hoeken twee zendertjes en op
de brug een ontvangertje.
Toch zijn daaraan nog wel wat
nadelen verbonden. Ten eerste
krijgt de blinde een grote hoe
veelheid informatie, die voor
hem niet van belang is. Hij wil
alleen maar weten, wat er in
zijn onmiddellijke omgeving
voor obstakels te verwachten
zijn, die muur of paal of boom
verderweg interesseert hem
niet. Bovendien wordt hem
ook een hoeveelheid informa
tie onthouden, want „onder de
knieën" krijgt hij geen infor
matie. Zover komt de bril niet
Hij moet dus altijd met zijn
stok blijven lopen. Dit appa
raat staat nog in de kinder
schoenen en moet verder wor
den ontwikkeld. Een variatie
erop is de electronische toorts,
een stok met drie verschillend
gerichte laserstralen één naar
boven, één naar voren, een
naar beneden, die de blinde
informeren over zijn omge
ving.
Voor hen die zeer slecht zien
en alleen bij zeer sterke ver
groting dingen kunijen waar
nemen of onderscheiden, de
zogenaamd „maatschappelijk
blinden" waren tot nu toe loe
pen in de handel, die slechts
enkele malen vergrootten. Als
de ogen zo slecht zijn, dat de
vergrotingsfactor veel groter
moet zijn is dat met een gewo
ne loep niet meer te bereiken,
onder meer doordat het ge
zichtsveld te klein wordt, de
oogpositie te kritisch en de
helderheid te laag.
Ten behoeve van slechtzien
den die voor het lezen en