Europa Cuptoernooi korfbal
Nederlands onderonsje
Financiële steun maar dan overheidsbemoeiini
Heineken
ONS EIBERNEST PROLONGEERT TITEL
SPORTTRIBUNE
wm
EERST BRIL
SCHOONMAKEN,
DAN
SCHIETEN
ZWIKSTRA (KNVB) EN SNOECK (VVCS):
Daar zijn geen woorden voor,
ja dat is...
LEIDSE COURANT
LONDEN Op de terugweg van het wedstrijdterrein
naar het hotel kreeg aanvoerder Cort van Dijk van Ons
Eibernest, de Europacup nonchalant op zijn schoot, al
weer oog voor de werkelijkheid. „Laten we wel wezen,"
sprak hij met zijn onvervalste Amsterdamse tongval, „ik
ben natuurlijk hardstikke blij dat we het hem weer gelapt
hebben. Maar van de andere kant weet ik ook zeker
dat als wij in de finale verloren hadden iedereen het
als veel erger had ondergaan." Cort van Dijk sloeg de
spijker op de kop. Ons Eibernest had door in de finale
met 5—4 van Luto te winnen voor de zevende keer in
totaal en voor de vierde keer in successie beslag gelegd
op wat algemeen nog geldt als de hoogste korfbaleer.
Verwonderlijk
Problemen
En hoewel de prestatie van Ons
Eibernest zeker niet onderschat
mag worden, de wedstrijd tegen
Luto was gezien de slechte weers
omstandigheden van een voortref
felijk gehalte, moet eveneens on
middellijk vastgesteld worden dat
dit begrip slechts tussen aanha
lingstekens past. Eens te meer
werd bewezen dat een dergelijk
toernooi, althans indien georgani
seerd op de basis die de FIK
(internationale korfbalbond) nu
een tiental jaren handhaaft, geen
enkele toekomst meer heeft. De zo
veelvuldig aangevoerde noodzaak
van internationale contacten valt
weg als men bedenkt dat ploegen
als Vultrix (Engeland) en Adler
Rauxel (West Duitsland) eigenlijk
sporttechnisch gezien niet serieus
genomen kunnen worden en de
Belgische vertegenwoordigers
Boeckenberg en Kwik zich even
eens nog niet op het Nederlandse
niveau kunnen begeven. Daarmee
was eigenlijk ook dit toernooi bij
voorbaat gedoemd een Nederlands
onderonsje te zijn.
Wil de FIK een Europees korfbal-
toernooi in de toekomst enige in
houd geven, dan zal naast de zorg
voor een verbetering van het spel-
niveau ook sfeer en entourage da
nig dienen te veranderen. De En
gelse organisatoren hadden hun
uiterste best gedaan alles zo goed
mogelijk voor elkaar te krijgen,
desondanks schoot men toch op
essentiële zaken schromelijk te
kort. Voor het toch al schaarse
publiek was er vrijwel geen gele
genheid iets te eten of te drinken,
de geluidsinstallatie produceerde
slechts met moeite verstaanbare
woorden en de spelers kregen te
maken met beslist onvoldoende
kleedaccommodatie. Toen boven
dien nog een douche het begaf,
ontaarde het zich wassen na de
wedstrijd dan ook al snel in enig
gespartel met koud water. Boven
dien was het veld waarop gespeeld
werd ook in erbarmelijke staat;
vele centimeters hoog gras en tal
loze kuilen. Het waren allemaal
ongemakken die door iedereen
met een lachend gezicht werden
verwerkt. Op zich was er natuurlijk
ook wel overheen te komen. Reali
seert men zich echter dat het een
evenement betreft waarmee de
korfbalsport internationaal aanzien
denkt en/of hoopt te verwerven
Tegen die achtergrond bezien
was het eveneens niet verwon
derlijk dat Ons Eibernest de eer
ste dag niet bijster gemotiveerd
het veld in kwam. Ron Regeer:
„Ja maar, wat wil je eigenlijk?
Ik maak dit alles nu al voor ik
geloof de achtste keer mee. Dan
bekijk je het allemaal een beetje
anders. In feite is er maar een
wedstrijd belangrijk en dat is de
finale. Als je naar die paar mensen
langs de lijn kijkt sla je jezelf echt
niet op de schouder en probeer
je wat moois te laten zien."
In ieder geval had Ons Eibernest
geen enkele moeite zich voor die
finale te plaatsen. Eerst werd de
Belgische kampioen Boeckenberg
zonder al te veel problemen naar
een nederlaag van 84 gespeeld.
In dit duel kwam overigens wel
weer een ander facet van interna
tionaal korfbal naar voren. Wil de
FIK zich niet nog verder blameren,
dan doet men er verstandig aan
Engelse scheidsrechters niet op dit
peil te laten fluiten. De heer Trow
bridge deed ongetwijfeld zijn uiter
ste best; desondanks kon men zijn
leiding alleen maar een aanfluiting
noemen. De tweede wedstrijd te
gen het Westduitse Adler Rauxel.
in de stromende regen gadegesla
gen door veertien toeschouwers,
werd beëindigd bij een stand van
15—0. Ron Regeer: „Het was dat
het regende. Anders hadden we de
dertig wel gehaald." Eveneens il
lustratief voor dit duel waarin alle
reserves meespeelden was ook het
volgende voorval. Cort van Dijk
ontving de bal, wachtte vervolgens
Met de zekerheid dat de finale
tussen Ons Eibernest en Luto zou
gaan, begonnen voor trainer/-
coach Theo van Zee ook de nodi
ge problemen. Hoe een ploeg te
motiveren die voor zichzelf maar
moeilijk kon kiezen tussen een
weekend uit en het spelen van
Europacup.
Theo van Zee besloot iedereen de
vrije hand te laten „Ik zié er het
nut niet van in om de mensen de
avond tevoren vroeg naar hun bed
te praten. Een paar uur van tevo
ren moeten de touwtjes strak in
handen worden genomen. Pas dan
hoeft de concentratie optimaal te
zijn." Joyce van Haren later: „Het
was een goede beslissing. Nu
kwam je tenminste overal los van."
Dat men ook zijn twijfels kende
aan de goede afloop van het duel
legde Hans Pouw. in het vroeg
nachtelijk uur in het hotel achter
een colatje gezeten, uit met de
verzuchting: „Ik knijp mijn beiden
handen hard dicht als we het red
den. Luto is vooral als ploeg moei
lijk te verslaan."
Recht
Zoals later bleek waren de woor
den van Hans Pouw pessimisti
sch. Ons Eibernest won en daar
mee kwam de titel ook bij de
ploeg die daar het meeste recht
op had.
En niet voor niets sprak Theo van
Zee, zo mogelijk nog stoicijnser
als anders, over „een overwinning
waar je de rest van het seizoen
op terug kunt vallen. De ploeg
heeft een mentale zege op zichzelf
behaald. Ze hebben zichzelf bewe
zen dat het niet nodig is om op
te geven als je achterstaat, dat je
je koppetje niet moet laten han
gen."
De metamorfose die Ons Eibernest
had ondergaan was inderdaad op-
merklijk. Spelers die als „lui" be
kend staan, knokten voor iedere
bal, verschillende dames speelden
ook boven verwachting. Cort van
Dijk: „Het was een openbaring
voor me." Na vrij snel door doel
punten van Jirska van Dijk en Ron
Regeer tot 2—0 te zijn uitgelopen,
moest men toestaan dat Luto bij
de rust gelijkstond (22) en vrij
wel onmiddellijk in de tweede helft
zelfs een voorsprong nam. Uit een
strafworp bracht Rudi Emmerik de
stand in evenwicht om vervolgens
toe te zien hoe Luto toch weer
uitliep. Ron Regeer en Cort van
Dijk bepaalden de eindstand ech
ter op 54. Theo van Zee „Zo
moet het, er is door iedereen kei
hard gewerkt." En de door een
nek-blessure gekwelde Steven
Tims: „Hoe je het ook wendt of even traditionele bloemen. Want
keert, hiervoor ben je toch geko
men." Cort van Dijk: „Zo'n trip
kost een hoop geld. Nu weet de
vereniging in ieder geval dat er
aan dat soort kleinigheden waren
de organisatoren ook nog niet ge
wend.
PAUL HOVIUS
BREDA Lijnrecht tegenover elkaar stonden de beide
sprekers, die de tien jaar bestaande Nederlandse Cen
trale van Hoger Personeel had uitgenodigd om hun visie
te geven op de stelling: „De betaalde sport veroorlooft
zich in sociaal en economisch opzicht meer dan de
onderneming." Ton Zwikstra, lid van het bondsbestuur
van de KNVB en bestuurder van de sectie betaald
voetbal, stelde dat niemand meer in de naaste toekomst
de stelling dat betaalde sport zich in sociaal en econo
misch opzicht meer veroorlooft dan de onderneming, zal
kunnen verdedigen. Drs. Martin Snoeck, voorzitter van
de Vereniging Van Contract Spelers (WCS), kwam tot
de conclusie dat in de betaalde (voetbal)sport wel
degelijk veel gebeurt dat op sociaal en economisch
gebied niet door de beugel kan. Maar beiden waren het
er wel over eens zij het op andere gronden dat
de overheid er niet onder uit kan om „bij te springen"
wat tot gevolg zal hebben dat de overheid zich ook op
ander gebied met het betaald voetbal zal gaan be
moeien.
Voor Ton Zwikstra (foto) gaat zo niet Volgens Martin Snoeck is het juist dat
alles dan toch veel normaal in de bedrijf- de bedrijfstak zich meer veroorlooft dan in
stak betaald voetbal, het bedrijfsleven mogelijk is.
Heerlijk,helderHeineken.
De voorzet tot de lezingen was
gegeven döor drs. H. van der
Schalie, voorzitter van de jubile
rende organisatie, die zei: „Met
meer dan gewone belangstelling
stellen we vast dat er gebieden zijn
waar dingen mogelijk zijn die in
het bedrijfsleven herhaaldelijk aan
leiding zijn tot diepgaande me
ningsverschillen en opgewonden
reacties. We zien dat bij de beoefe
ning van kunst in zijn ruimste
vormen en ook in de topsport. We
willen toch wel graag proberen te
begrijpen waarom in hun sfeer
mogelijk is wat elders tot moord
en doodslag leidt."
Het was duidelijk. De voorzitter
van de organisatie, die bestaat uit
toplieden uit het bedrijfsleven, wil
de wel eens weten hoe zo'n be
drijfstak als betaald voetbal reilt en
zeilt. Ton Zwikstra, in het dagelijks
leven directeur van de dochteron
derneming van de Hoogovens, de
Verenigde Utrechtse Ijzerhandel,
bestreed de stelling dat in het
betaald voetbal afwijkende menin
gen en handelingen worden ge
hanteerd.
In zijn niet van humor ontblote
lezing zei hij: „Er is sprake van
een zaak en de opzet ervan zal wel
geweest zijn om er geld uit te
halen. Wat dat laatste betreft, is
er wel iets anders uit de bus
gekomen. Niettemin is er sprake
van een zeer modern bedrijf. Het
geldelijk voordeel verdwijnt niet in
de zak van de ondernemer maar
komt ten goede aan de werkne
mers. En het is bovendien modern
omdat het niet zonder steun van
de overheid kan functioneren."
Zwikstra zei over het sociaal as
pect: „De werknemer in de betaal
de sport valt onder de sociale
wetten." en ging in op het ver
schijnsel full- en semi-profs.
Topinkomen
Vijfentwintig procent geniet sala
rissen die in het bedrijfsleven als
topinkomens worden beschouwd.
De resterende vijfenzeventig pro
cent verdient met voetbal als bij
baan bedragen, variërend tussen
twee- en vijftigduizend gulden per
jaar.
Zwikstra moest toegeven dat de
inkomensverschillen niet verant
woord tot stand zijn gekomen. „Er
is geen CAO, er zijn geen functie-
klassificaties, er zijn geen diplo
ma's. Talent wordt betaald en aan
gezien talent schaars is, wordt ob
jectief gezien veel betaald voor
hen die het echte talent niet bezit
ten."
Daar staat tegenover dat in de
betaalde sport, geen „vaste ba
nen" bestaan. Ook wordt de over
gang naar een andere werkgever,
hoewel arbeidsrechtelijk vrij, be
moeilijkt vanwege de vergoedings
som.
Zwikstra stipte nog aan dat sommi
ge clubs betaalde managers heb
ben (de meeste uit geldgebrek
echter niet) en dat de leiding van
betaald voetbalorganisaties in han
den is van goedwillende particulie
ren en er ten aanzien van spelers,
trainers, managers weinig arbeids-
zekerheid bestaat. „Als u dat alle
maal hoort, zult u zeggen dat de
betaalde sport zich nogal wat ver
oorlooft," aldus Zwikstra, „maar
aan werknemerszijde heerst toch
geen grote ontevredenheid." Hij
legde dat uit met „het blijft een
sport, die vreugde schenkt, het
geeft je populariteit en publiciteit
en in economisch opzicht ge
draagt de betaalde sport zich nor
maal. Er .wordt een produkt ge
maakt. Indien het produkt van een
onderneming het niet meer doet,
moet er gesaneerd worden. Dat is
bij betaald voetbal al gebeurd."
„Omdat ons produkt dient voor
amusement (passieve recreatie)
is het te vergelijken met schouw
burg, ballet, bioscoop enz. De
belangstelling voor voetbal is
enorm maar het betaald voetbal
is toch geen florissante onderne
ming. Zonder financiële steun van
overheid of andere derden kan de
zaak niet draaien."
Zwikstra verweet de bedrijfstak dat
de tering in het algemeen niet
wordt afgestemd op de nering, dat
lange termijnplanning ontbreekt en
optimisme de hoofdrol speelt. „En
als het niet uitkomt zoals men
denkt, sluit de exploitatierekening
natuurlijk niet. Dan moeten spelers
worden verkocht, moet er geleend
worden waardoor de schuld en
vrijwel de meeste betaald voetba
lorganisaties gaan gebukt onder
een schuldenlast nog groter
wordt. En toch gaat niemand fail
liet," riep Ton Zwikstra uit, wat wel
enige denkrimpels veroorzaakte bij
het gehoor in het „Turfschip" te
Breda, onder wie minister Boers-
ma van Sociale Zaken.
Zwikstra was ervan overtuigd dat
de centrale overheid binnen af
zienbare tijd financiële steun zal
verlenen. „Het Is zeker dat er dan
ook meer overheidsbemoeiing
met de betaalde sport zal ko
men."
De'
Drs. Martin Snoeck, in het dage
lijks leven hoofd stafafdeling finan
ciële zaken van Furness b.v. te
Rotterdam, zei het harder:
overheid is verantwoordelijk voor
het welzijn van het volk, wat ook
de vrije tijd en de besteding daar
van omvat. Geen weldenkende
overheid zal zich kunnen onttrek
ken aan haar verantwoordelijkheid
op dit terrein." Hij vocht de lezing
van Zwikstra aan. „Zwikstra ging
ervan uit dat de stelling juist moet
worden gemaakt, ik dat de stelling
juist is." Snoeck stelde dat de
„betutteling" van betaalde sporters
door de overheid toeneemt. „Te
recht maar niet op de manier zoals
Van Agt enige malen heeft gesug
gereerd. Het zou wel het posi
effect kunnen hebben dat binn
de betaalde sporten een beter s
teem van berechting ontstaat, w
aan het huidige kleven nogal v
bedenkingen."
Snoeck achtte het terecht dat
betaalde sporten zich tot de ov
heid om hulp wenden „die vi
het verlenen van hulp de plu
heeft daaraan voorwaarden te v
binden." Men verzoekt tenslo
om gemeenschapsgelden.
Cultuuruiting
Snoeck was van mening dat pa
cipatie van de overheid e
gangssituatie moet zijn en blijvt
„Is de sanering voltooid, dan mi
de overheid zich terugtrekkei
Ook hij vergeleek betaalde spi
met toneel e.d. „Ook betaal
sport is een cultuuruiting, zij I
voor een ander publiek maar
mag geen motief zijn geen ste
te verlenen."
Ten aanzien van het sociale
economische aspect zei Snoet
„De betaalde sport kan zich n
menteel nog meer permitter
dan het gemiddeld bedrijf, wat
feite een schandalige zaak is. H
is een bedrijfstak die, geluld
nog, aan de overheid is kunn
ontsnappen."
Zich tot zijn gehoor wendend: „I
overheid kan zich niet aan ha
verantwoordelijkheid onttrekkt
als blijkt dat in de betaalde spc
voor velen niet eens het minimin
loon is weggelegd, wat wettel
verplicht is. dat er aan arbeidsb
middeling met winstoogme
wordt gedaan, wat wettelijk verb
den is, dat de mobiliteit van
werknemers beperkt wordt do
een transfer- of overgangssysted
En hoe zoudt u het vinden als u
bedrijf geleid zou worden do
goedwillende amateurs? In het b
taald voetbal kan dat allemaal n(
steeds, doordat er geen of nauw
lijks verantwoording behoeft
worden afgelegd. De willeke:
viert hoogtij bij de betaalde spo
ten."
Conclusie van Snoeck: „De betas
de sport is niet in staat orde c
zaken te stellen en de overhe
zou hierin een rol kunnen spelen
HERMAN VAN BERGE