TROONREDE iljoenennota keerpunt in ïeonomische politiek van kabinet WüDAG ril I JitivltiUii Itrtu LÊiDbÜi CÜÜÜAÏn ieden van de Staten-Generaal, Ongetwijfeld gaan de gedachten nu terug naar moeilijke periode die achter ons ligt. Laten j vandaag, in het besef van een gemeenschap pelijke verantwoordelijkheid, vooral zien naar tiet vele wat ons te doen staat. Er wachten het komende parlementaire jaar r\vare taken. Va de diepste inzinking sinds 1945 heeft de (conomische ontwikkeling in de westerse wereld Sen keer ten goede genomen. Het herstel komt Schter slechts langzaam op gang. Het inflatietem- )0 is naar verhouding hoog gebleven en de verkloosheid is hardnekkig van aard. Vat de regering voor ogen staat is werk voor edereen in een samenleving, waarin minder ingelijkheid heerst en ieder gelijke ontplooiings- nogelijkheden heeft. Jaarom is het beleid toegespitst op het behoud an bestaande en het scheppen van nieuwe irbeidsplaatsen en op het terugdringen van de nflatie. Alleen als dit gelukt, blijft het mogelijk >m de collectieve voorzieningen te waarborgen, net voorrang voor de zwaksten in de samenle ving. Dan ook kan uitzicht worden geboden op en bescheiden groei van de koopkracht van de iurgers in de komende jaren. )it beleid vindt zijn weerslag in de rijksbegro- ing 1977. De verzwaring van de druk van de ollectieve lasten blijft binnen de gestelde norm an 1% van het nationale inkomen. De regering telt geen verhoging van belastingtarieven voor. )e vorig jaar ingevoerde tijdelijke verlichtingen ran sociale premies en van de loon- en inkom- tenbelasting worden blijvend. De inflatiecorrec- ie zal voor 80% worden toegepast Hogere bedra- en voor reiskosten zullen van de inkomstenbe- asting mogen worden afgetrokken. De bestaande egeling voor de zelfstandigenaftrek wordt vol- end jaar gehandhaafd. Iet de jaarwisseling zal u het voorste! van wet ereiken ter uitwerking van het aangekondigde tieuwe instrument voor een gerichte aanmoedi- ing van investeringen, dat per 1 april a.s. in rerking moet treden. Om diezelfde investeringen e bevorderen zullen meer gecoördineerde rege ngen voor het vergunningenbeleid ter hand irorden genomen. Nieuwe inspanningen ten be- oeve van de werkgelegenheid vooral in de wakkere regio's zullen op gang worden ge tracht. Belangrijke bedragen blijven bestemd oor steun en begeleiding van individuele bedrij en; daarbij zal meer aandacht gegeven worden an structurele oplossingen. Ter bestrijding van e werkloosheid onder jongeren onderzoekt de egering de mogelijkheid tot het aanmoedigen an deelarbeid, alsmede het verruimen van de ïogelijkheid voor oudere werknemers om zich en behoeve van de werkgelegenheid van jonge- uit het arbeidsproces terug te trekken. In lit verband hecht de regering grote betekenis an de experimenten die in de onderwijssector ijn begonnen. lit najaar zal de regering bezien of aanvullende onjuncturele maatregelen noodzakelijk zijn. )e droogte van de afgelopen zomer heeft veel andbouwbedrijven in moeilijkheden gebracht. Haar nodig zal de regering maatregelen treffen m het agrarisch produktiepotentieel op een erantwoord peil te houden. ten duurzaam herstel van de economische groei n van de werkgelegenheid, onder handhaving an een verantwoord peil van de collectieve oorzieningen, komt in zicht, indien alle inko- nensgroepen bereid zijn daartoe hun bijdrage e leveren. De regering Vertrouwt erop dat de ociale partners in komend overleg daarvoor oog lillen hebben. De heden aan u aangeboden ïacro-economische verkenning laat zien dat /anneer deze bereidheid aanwezig is, gerekend lag worden op een beweging naar herstel van ivesteringen en werkgelegenheid. Grote voor- ichtigheid is geboden om te voorkomen, dat het erstel weer in gevaar komt. Als wij dLie voor- ïchüghcid betrachten komt een prijsstijging bin- len ons bereik die lager is dan ,in enig jaar na 1970 haalbaar is gebleken. Om dit te verwezenlij ken kan in 1977 een strak prijsbeleid niet worden gemist. Alleen een gezamenlijke krachtsinspanning zal het mogelijk maken de opgaande lijn die zich voor onze welvaart in het komende jaar aftekent bok naar een verdere toekomst door te trekken. f)e regering hecht daarbij aan de verwezenlijking jran voorstellen, die erop zijn gericht om de sociale partners beter in staat te stellen hun (verantwoordelijkheden binnen en buiten de on derneming waar te maken. Met het oog daarop zal u, naast de reeds inge diende voorstéllen met betrekking tot de vermo- gensaanwasdeling en de ondernemingsraden, op korte termijn een wetsontwerp bereiken betref fende de openbaarheid van inkomens uit arbeid van werknemers en beoefenaren van vrije beroe pen. Dit najaar zal een voorontwerp worden gepubliceerd van een raamwet inkomensvor ming, die een belangrijke uitbreiding beoogt van de instrumenten voor het voeren van een inko menspolitiek. Op korte termijn zal een wetsontwerp worden ingediend tot matiging van de pensioenopbouw van politieke ambtsdragers. Het kabinet zal het gebruikelijke overleg openen met de betrokken organisaties over een verdergaande matiging van de hoogste salarissen in de overheidssfeer met ingang van 1977. Voor het eerst zullen u thans ook meerjarenra mingen worden aangeboden over de ontwikke ling van de sociale verzekeringen in de jaren 1977-1980. De wetsontwerpen, die reeds voor 1977 een beperking van de uitgavenstijging moeten, bewerkstelligen, zullen u binnenkort bereiken. Daarbij zullen inkomensverschillen worden ver kleind. In aanvulling op de invoering van de Algemene Arbeidsongeschiktheidsverzekering per 1 okto ber a.s. wil de regering in de eerste helft van 1977 de regeling in werking stellen die oudere zelfstandigen in de leeftijd van 58 tot 65 jaar onder bepaalde voorwaarden de garantie voor een minimum inkomen biedt. Omdat vele deelnemers aan het verzet, vervolg den en andere oorlogsslachtoffers nog in benarde omstandigheden verkeren heeft de regering be sloten tot verbetering van hun financiële positie. De daartoe nodige voorstellen tot wetswijziging zullen u spoedig bereiken. Minder ongelijkheid is vooral ook afhankelijk van de mogelijkheden die het onderwijs biedt. Met erkenning van de eigen verantwoordelijk heid van met name het bijzonder onderwijs, spant de regering zich in voor verbetering en vernieuwing van de onderwijsvoorzieningen. Met voorrang wordt daarbij aandacht geschonken aan groepen die om sociale of economische redenen tot dusver het minst profijt van het onderwijs hebben gehad. In het lager onderwijs zullen de klassen in 1977 verder worden ver kleind. Het ontwerp van wet op het basisonder wijs kan nog in deze zittingsperiode worden verwacht. Met de discussienota „Contouren van een toe komstig onderwijsbestel" heeft het kabinet velen betrokken bij de gedachtenvorming over het onderwijs in de toekomst Een vervolg op deze nota zal in het voorjaar van 1977 verschijnen. Een beleidsnota over de geleidelijke invoering van sectorraden voor de meerjarenplanning van het wetenschappelijk onderzoek zal u binnenkort bereiken. Over de emancipatie van de vrouw zal de rege ring u dit zittingsjaar denkbeelden voor een beleid op langere termijn voorleggen. In afwach ting daarvan wordt het bestaande beleid ver sterkt en uitgebreid, onder andere door subsidie ring van vrouwenhuizen en voorlichtingsprojec ten. De kwaliteit van het bestaan hangt in hoge mate af van een goede huisvesting en leefomgeving. Bijna twee-derde van alle woningen in ons land is na 1945 tot stand gekomen en draagt dus de kenmerken van een enkele generatie. We moeten daarom zuinig zijn op de woningen en gebouwen van oudere tijden. Ook in het stadsvernieuwings beleid zal deze waardering tot uiting komen. Bij de nieuwbouw wordt verscheidenheid zoveel mo gelijk bevorderd. Een dezer dagen biedt de regering u een drietal wetsontwerpen aan over de huur van woonruim te. Ze vormen een afronding van het nieuwe huur- en subsidiebeleid. Dit beleid biedt tevens een grondslag voor nieuwbouw, afgestemd op kwaliteit en nieuwe behoeften. In het komend zittingsjaar zal het kabinet struc tuurschema's voorleggen waarin de ruimtelijke aspecten van het verkeer en vervoer, de vaarwe gen en de volkshuisvesting worden behandeld. De regering vertrouwt erop dat het mogelijk zal zijn de behandeling van de belangrijke wetsont werpen inzake de herziening van de onteige ningswet en het scheppen van een voorkeurs recht voor gemeenten in deze zittingsperiode tot een goed einde te brengen. Het Waddengebied dient als onvervangbaar na tuurgebied behouden te blijven. Na de periode van inspraak zal een definitieve beslissing wor den genomen over de wijze waarop dit doel kan worden bereikt Nog dit jaar zal u een ontwerp tot wijziging van de wet op de Ruimtelijke Ordening worden aangeboden. De regering blijft voorrang geven aan het ge bruik van het openbaar vervoer. Volgend jaar zal het rijk meer dan 2 miljard besteden aan het openbaar vervoer in stad, streek en land. Daarnaast beseft de regering het belang van de auto voor velen. De leefbaarheid van ons land vraagt echter om een beheerst gebruik daarvan. Het gevoerde beleid voor de verkeersveiligheid heeft het aantal slachtoffers de afgelopen jaren duidelijk doen dalen. Het iri de laatste maanden weer toegenomen aantal ongelukken vraagt om een hernieuwde inspanning. Terwille van de kwaliteit van het water is het verheugend dat overeenstemming is bereikt over de verdragen ter beperking van de zoutbelasting en de chemische verontreiniging van de Rijn. Om redenen van energiebesparing en vrijetijds besteding zal de regering voorstellen het komen de voorjaar de zomertijd in te voeren. Een ontwerp van wet Algemene Bepalingen Mi lieuhygiëne zal regels geven voor inspraak en beroep en voor coördinatie bij de vergunningver lening. In de gezondheidszorg wordt naast kostenbeheer sing in sterke mate verbetering van de preventie nagestreefd. Een wetsontwerp betreffende bevol kingsonderzoek zal binnenkort aan adviesinstan ties worden toegezonden. De ontwikkeling naar democratisering en sprei ding van zeggenschap ontmoet bezwaren en weerstanden. De regering onderkent de proble men, die inspraak oproept voor de besluitvor ming. Zij meent echter, dat voortgang op de weg van het vergroten van de mondigheid van de burgers geboden is. Met de binnenkort in te dienen wetsontwerpen wordt een belangrijke stap gezet naar modernise ring van het binnenlands bestuur. Streven naar decentralisatie kenmerkt ook de wettelijke maat regelen, die op komst zijn, tot versterking van de zeggenschap van de burgers en van de rechts zekerheid van alle bij het welzijnsbeleid betrok kenen. In het kader van de algehele grondwetsherzie ning zijn waarborgen voor de individuele en maatschappelijke rechten van de burger neerge legd in de wetsontwerpen inzake klassieke en sociale grondrechten. Binnenkort zullen u wets ontwerpen bereiken inzake verkiezing, inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal. Aan vaarding van de voorstellen tot herziening van de Grondwet zal ertoe leiden dat komend voor jaar ook de Eerste Kamer der Staten-Generaal zal worden ontbonden en opnieuw verkozen. Het kabinet zal zijn standpunt inzake een even tuele herziening van de structuur van de onder neming bepalen na ontvangst van het gevraagde SER-advies. Intussen beraadt het zich over een wettelijke regeling van een commissaris alge meen belang bij de grootste vennootschappen. In het belang van de veiligheid vap de bevolking wordt de samenwerking tussen de politiekorpsen verbeterd. Een algehele herziening van de wetge ving op het gebied van de wapenhandel is in aantocht. Een wetsontwerp dat de toepassing van geldboe tes boven vrijheidsstraffen wil aanmoedigen, zal u spoedig bereiken. Een nota over de actuele vraagstukken van het gevangeniswezen wordt u vandaag aangeboden. In de afgelopen drie jaar werd ons land zesmaal geconfronteerd met terroristische acties waarbij onschuldige burgers werden gegijzeld. De rege ring werkt, ook in internationaal verband, aan de verbetering van preventieve maatregelen en van de coördinatie bij de bestrijding van terreur daden. Een verdere ontspanning tussen Oost en West is noodzakelijk. Maar deze kan alleen worden verwezenlijkt wanneer alle betrokken staten dë vorig jaar in Helsinki overeengekomen beginse len over veiligheid en samenwerking in Europa ook werkelijk in praktijk brengen. Daarnaast moeten concrete resultaten worden geboekt in het overleg in Wenen over wederzijdse verminde ring van de militaire sterkte. In het ontwape- ningsbeleid staat het terugdringen van de risico's van kernbewapening voorop. Ons land levert een alleszins redelijke bijdrage tot de bondgenootschappelijke verdediging. De sterk toenemende kosten van deze verdediging dwingen echter tot een versterking van de onder linge samenwerking en taakverdeling binnen het bondgenootschap. Binnen dat kader dienen de beslissingen te worden genomen over nieuwe grote investeringsprojecten voor de Nederlandse krijgsmacht De Europese Gemeenschap behoeft voor alles een versterking van haar interne samenhang. Ernstig moet worden gepoogd het economisch beleid van de lid-staten beter te coördineren en de politieke samenwerking te verbreden en te verdiepen. Vanuit die overtuiging vervult Neder land thans het voorzitterschap van de Gemeen schap. Rechtstreekse verkiezingen voor het Euro pese Parlement in 1978 zijn een eerste stap naar een werkelijk democratisch Europa. Met ontsteltenis beziet de regering de situatie in Zuidelijk Afrika, waar de blanke regeringen in Rhodesië en Zuid-Afrika nog steeds niet bereid blijken de bakens te verzetten. Alleen als de rechten van de niet-blanke bevolking in Zuidelijk Afrika worden erkend en gerespecteerd, kunnen nog ernstiger ontwikkelingen worden voorko men. In samenwerking met andere staten zullen wij ons inzetten voor een beëindiging van het apartheidsregime. In 1977 zal opnieuw 1,5% van het nationale inkomen worden besteed aan ontwikkelingshulp. Velen ervaren dit als een reëel offer, maar wij vertrouwen op de bereidheid dit offer te brengen omdat de hulp vooral wordt gericht op de armste landen en bevolkingsgroepen iri de wereld. Dit is het centrale thema van de beleidsnota over de Nederlandse bilaterale hulp die u heden wordt toegezonden. Nederland blijft zich, op weg naar een nieuwe internationale economische orde, in zetten voor concrete onderhandelingen over de grondstoffenproblematiek en voor maatregelen ter verlichting van de schuldenlast van de arme landen. Over de toekomstige staatkundige en sociaal-eco nomische structuur van de Nederlandse Antillen zullen dit parlementaire jaar adviezen worden uitgebracht. Leden der Staten-Generaal, Bij zijn optreden heeft het kabinet zijn beleid gesteld in het teken van spreiding van inkomen, kennis en macht Veel werd gerealiseerd, tot veel werd een aanzet gegeven. Het economisch getij is tegen. De regering ziet een nauwe samenhang tussen de bereidheid de offers te brengen die nodig zijn om de economi sche moeilijkheden te overwinnen, en de voort gang van de hervorming van onze samenleving. Daarom hecht de regering aan een spoedige behandeling van de wetsontwerpen, die beogen de verantwoordelijkheid voor het besturen van onze economie te spreiden over alle betrokkenen. Het gaat om het perspectief van een samenle ving, waarin gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt aanvaard op grondslag van gemeenschap pelijke zeggenschap. Veel arbeid, inspanning en visie zal worden gevraagd om dat doel te bereiken. Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend. lijkens de miljoenennota 1977 mag men van een fundamenteel eerpunt in de economische politiek van het kabinet-Den Uyl preken. Dit keerpunt in het beleid steunt op een sterk ewijzigde visie op de gang van zaken in ons economisch leven, e miljoenennota en de macro-economische verkenning leggen leide onomwonden en zonder reserves getuigenis af van het ianzienlijk toegenomen begrip voor de benarde positie waarin et bedrijfsleven in de achver ons liggende jaren terecht is ekomen. De beleidsmaatregelen die worden aangekondigd, ijn volledig gericht op het veijichten van die benarde positie, ehterwege zijn al die mogelijke maatregelen gebleven, die ouden kunnen worden opgevat als typische socialistische tokpaardjes, waardoor het investeringsklimaat in ons land nog erder verslechterd zou zijn. Ie miljoenennota 1977 is een gecompliceerd stuk geworden, belangrijker is dat het een open en eerlijke beschouwing mtrent toestand en perspectief van onze economie is. De ernst an inflatie en werkloosheid wordt niet onder stoelen of banken estoken. Het al te zeer achterblijven van de particuliere nvesteringen wordt erkend en dat de publieke uitgaven - mede oor toedoen van het kabinet-Den Uyl - te sterk zijn gestegen rordt toegegeven. Dat het aardgas veeleer een incidentele neevaller dan een blijvende bron van inkomsten vormt wordt u toch duidelijk in het licht gesteld. )e begroting getuigt van politieke moed en illustreert dat het andsbelang op de voorgrond is gesteld. Vanwege de belangrijke dimaatswijziging die vooral in psychologisch opzicht door deze legroting vorm krijgt, heeft de regering voorwaarden geschapen 'oor een spectaculair herstel van de particuliere investeringsac- iviteit in ons land. Of de ondernemers weer op voldoende schaal [aan investeren en in zodanige mate, dat ook de werkgelegen- leid na verloop van tijd herstelt, moet natuurlijk worden 'gewacht. Onze persoonlijke verwachting is dat zulks inder- iad - wellicht zelfs op spectaculaire wijze - zal gebeuren. De .ronden voor deze verwachting worden nu nader toegelicht. Vergeleken met de analyse die in de miljoenennota-1975 van conomie is gegeven, is van een wezenlijke verandering •prake. In september 1974 werd betoogd dat het grote overschot betalingsbalans erop wees dat in Nederland sprake was 'an structurele onderbesteding. Bijgevallen door vrijwel alle Nederlandse economen betoogde de minister van Financiën toen lat de overheid deze onderbesteding diende te compenseren, luist toen werd de sterke expansie van de collectieve sector n gang gezet, waarbij ervan werd uitgegaan dat zodoende de verkloosheid kon worden teruggedrongen. De theoretische ach- ergrond voor die visie werd gevormd door de theorie van s, volgens welke grote werkloosheid een gevolg is van «n tekortschieten van de bestedingen van de zijde van onderne- ningen en consumenten, zodat de overheid corrigerend moet optreden teneinde de werkloosheid weg te werken. In navolging van de meeste economen is toen door het kabinet onvoldoende 'nderkend dat de theorie van Keynes betrekking heeft op conjuncturele werkloosheid en dat in de werkelijkheid van ons and de structurele werkloosheid de overhand heeft. Deze structurele werkloosheid wortelt in de aanbodzijde van het economisch proces en hangt onder meer samen met het voort schrijden van de techniek, de concentratie-beweging en regiona- verschillen. Terwijl inflatie en conjuncturele werkloosheid elkaar uitsluiten, liggen inflatie en structurele werkloosheid juist in eikaars verlengde. Als het stijgen van de prijzen vooral voortvloeit uit een opwaartse druk van de kosten, reageren de ondernemers door arbeidsbesparende technieken te ontwikkelen en toe te passen. Deze processen aan de aanbodzijde van het economisch proces zijn het kabinet-Den Uyl toen onvoldoende opgevallen en het sindsdien gevoerde beleid heeft de werkloos heid dan ook veeleer vergroot dan verkleind. De ongunstige uitwerking op het bedrijfsleven van deze onjuiste analyse werd nog versterkt door op politieke gronden de verhouding van overheid en bedrijfsleven, respectievelijk van publieke en priva te sector, veeleer als een tegenstelling dan als een samenspel te schetsen. In de nu gepresenteerde miljoenennota wordt opnieuw met het feit van onze sterke externe positie begonnen, maar er wordt niet uit geconcludeerd dat van onderbesteding sprake is. Uit de woordenlijst is de term onderbesteding zelfs verdwenen. Doodnuchter wordt nu opgemerkt dat de sterke externe positie verband houdt met het achterblijven van de particuliere investe- Door prof. dr. A. Heertje ringen en met het aardgas. Deze vaststelling is terecht en geldt met terugwerkende kracht! De consequenties van deze gewijzigde analyse zijn ingrijpend. Niet het opvoeren van de publieke uitgaven, maar het stimuleren van de particuliere investeringen staat in de miljoenennota centraal. Met het oog daarop wordt het stijgingstempo van de druk van de collectieve lasten daadwerkelijk tot 1 procent teruggebracht. Bovendien is een aanvullend beleidsprogramma aangekondigd dat eveneens beoogt de van de collectieve sector uitgaande druk op de particuliere sector te verlichten. Achteraf zal blijken dat de feitelijke stijging van de druk van de collectieve sector kleiner is dan 1 procent, daar de in gang gezette ombuiging van het beleid leidt tot een vermindering van de op de collectieve sector drukkende werkloosheid en een daling van de arbeidskosten. Bij herhaling en terecht wijst minister Duisenberg erop dat deze extra positieve effecten van de bezuinigings-operatie geen reden moeten zijn nieuwe lasten op bevolking en bedrijfsleven te leggen. Op het gebied van de belastingen valt op het permanent maken van enkele het vorig jaar ingevoerde verlichtingen en het nalaten van verzwaringen. Uitdrukkelijk wordt erkend dat de winstmarges onder te grote druk zijn gezet en dat de druk van de collectieve lasten via de afwenteling in de lonen de rendemen ten in het bedrijfsleven te zeer heeft aangetast. Wel valt bij deze uitspraken en bij het uitstippelen van wat het nieuwe beleid wordt genoemd steeds op, dat naar het buitenland wordt verwezen. Bij herhaling treft men de uitspraak aan dat nu ook in andere landen een ander beleid wordt gevoerd, zodat Nederland ter zake niet geisoleerd optreedt. Opgemerkt dient uiteraard te worden dat andere landen, zoals Amerika en West-Duitsland, al eerder tot de o.i. juiste inzichten waren gekomen, terwijl bovendien Nederland mede wegens het aardgasvoordeel al eerder een op verbetering van de structuur van het bedrijfsleven gericht beleid had kunnen voeren. Maar goed, laten wij ons verheugen over het met instemming citeren van een rapport van de EEG, waarin staat dat herstel-van de. Prof. dr. A. Heertje, de auteur van nevenstaan de beschouwing over de vandaag/gisteren ver schenen miljoenennota 1977 van het kabinet- Den Uyl, is hoogleraar in de staatshuishoud kunde aan de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Gemeentelijke Universiteit van Am sterdam. Hij is lid geweest van de Partij van de Arbeid en daarna van DS'70. Hij is thans niet meer aangesloten bij een politieke partij. Wij hebben juist prof. Heertje uitgenodigd de nieuwe miljoenennota en het daarin uitgestip pelde kabinetsbeleid te analyseren, omdat hij in het (recente) verleden met name het econo misch beleid van het huidige kabinet aan strenge kritiek heeft onderworpen. In dit verband kan worden gewezen op een artikel van prof. Heertje in het blad „Economi- sch-Statistische Berichten" van oktober 1974, waarin hij de rijksbegroting 1975 onder de loep nam. Toen reeds bestreed hij de opvatting van het kabinet, dat de werlüoosheid een gevolg zou zijn van onderbesteding en dat derhalve naar de mening van Den Uyl c.s. de publieke uitgaven zouden moeten worden op gevoerd. Heertje stelde toen reeds, dat de investeringslust bij de ondernemers gestimu leerd zou moeten worden om meer arbeids plaatsen en dus minder werkloosheid te berei ken en dat dus de overheid zou moeten stop pen met het versterken van eigen (financiële) positie ten koste van het bedrijfsleven. Ook hekelde Heertje destijds de opvatting van het kabinet, dat Nederland zo'n sterke externe positie inneemt. Volgens Heertje was die posi tie geflatteerd omdat ze werd verworven door de opbrengst van de aardgasexport Kortom, men vindt in de beleidsvoornemens van de regering veel terug, soms lijkt het zelfs woor delijk, van wat Heertje eerder in overweging heeft gegeven. Dat maakt de nieuwe beschou wing van prof. Heertje extra interessant. bedrijfsinvesteringen de noodzakelijke voorwaarde is voor het bestrijden van de structurele werkloosheid. Behalve de aanzienlijk verbeterde kijk op de rol van de particuliere investeringen in onze economie, valt op dat een meer nuchtere visie op het aardgas is ontwikkeld. Terecht wordt gezegd dat Nederland een twee-sectoren economie is, bestaande uit een aardgassector en een niet-aardgassector. Letterlijk wordt opgemerkt: „Wanneer men deze sectoren ten aanzien van hun invloed op de betalingsbalans zou kunnen scheiden, zou in de aardgassector een groot lopend overschot aan de dag treden, terwijl de niet-aardgassector, gegeven onze internationale con currentiepositie vermoedelijk een structureel tekort op de lopen de rekening zou aanwijzen". Daarmede wordt nu van het inzicht blijk gegeven dat onze sterke externe positie niet berust op een gezond sterk exporterend bedrijfsleven, maar op een betrekke lijk toevallige speling van de natuur. Deze vaststelling heeft uiteraard ook consequenties voor de positie van de gulden, maar wegens de gevoeligheid van dit onderwerp is het beter daarop thans niet in te gaan. Hoewel de analyse van de werkloosheid o.i. nog gebrekkig is, kan toch een verbetering worden geconstateerd daar van over wegend structurele werkloosheid wordt uitgegaan, terwijl boven dien wordt beseft dat er naast officiële werkloosheid sprake is van omvangrijk verborgen werkloosheid. Voorlopig moet worden gevreesd dat zelfs bij een spectaculair herstel de werkgelegenheidssituatie nog maar langzaam zal verbeteren. Het ziekteproces is zover voortgeschreden dat voorlopig de voorkeur moet worden gegeven aan technieken die de produktiviteit sterk bevorderen en uit een oogpunt van de werkgelegenheid ongun stig zijn. De kapitaalvorming die daarvan het gevolg is, kan dan in tweede instantie worden benut voor het uitoefenen van een sterke vraag naar arbeid. Daarom is het kortzichtig het economische beleid van het kabinet-Den Uyl uitsluitend te beoordelen op grond van de huidige omvangrijke werkloosheid, ook al is sprake van een ernstig maatschappelijk kwaad, dat minder ernstig had kunnen zijn als de beschikbare inrichten eerder waren toegepast. Ter illustratie van onze mening dat de overheid nu veeleer in termen van een samenwerking tussen publieke en private sector denkt, dan enige jaren geleden, moge verder nog op de volgende opmerkelijke passage worden gewezen: „De groei van de collec tieve sector is niet zozeer bestemd voor een groeiend direct beslag van de collectieve sector op de produktiemiddelen, doch vooral voor een groei van de inkomensoverdrachten, in het bijzonder op het terrein van de sociale voorzieningen". Hier staat onomwonden en zonder reserve te lezen, dat het kabinet-Den Uyl niet denkt aan het overnemen van private produktieprocessen, doch de collectieve uitgaven wil benutten voor het herverdelen van het inkomen en het beschermen van de zwakken. Dat doet een beetje denken aan wat onlangs de economisch adviseur van de Zweedse minister van Economische Zaken zei: „De synthese is een kapitalistische produktie en een socialistische verdeling". Nu is daar nog heel wat over te zeggen, want we hebben nu wel geleerd dat er verband is tussen de mate van herverdeling en het niveau van de produktie, terwijl bovendien kapitalistische produktie niet het voortzetten van traditionele besluitvormingsmethoden kan betekenen, maar toch zit het kabinet-Den Uyl dicht bij deze verkorte weergave van het Zweedse beleid. Daarmede komen wij terug op wat de kern van deze begroting vormt: het inricht dat een progressieve politiek gevoerd kan en moet worden samen met ondernemingen, die mede als leefgemeenschappen kunnen worden gezien. Er is afgerekend met de eenzijdig Keynesiaanse visie in macro-economische zin, maar ook - en dat is nog belangrijker - met de mening dat een socialistische politiek het uithollen van de onderneming betekent. Na de periode waarin het maken van winst als zodanig al verderfelijk werd gevonden, beoogt het kabinet-Den Uyl nu het zo snel mogelijk opvoeren van de winst van de ondernemin gen. Eerst als dat in voldoende mate is gelukt kan worden gediscussieerd over het bestemmen van de winst, waarbij dan ook de VAD weer om de hoek kan en moet komen kijken. Zover is het nog niet, de omvang van het begrotingstekort en de mate van niet op normale wijze gedekte financiering rijn te groot om er in alle opzichten gerust op te zijn. Indien echter het bedrijfsleven de positieve signalen van het kabinet-Den Uyl verstaat dan kan een zo krachtig herstel optreden dat zelfs die sombere noot als sneeuw voor de zon kan verdwijnen. Er rijn nog zoveel investeringsmogelijkheden, er zijn zoveel bekwame en werkwuhge werknemers, er is een zodanig niveau van technische kennis en de drang om samen uit de problemen te komen is zo groot, dat de ondernemers als groep en individueel een beleidsfout van de eerste orde zouden maken, indien zij de verandering in het klimaat niet tijdig zouden onderkennen. Het kabinet-Den Uyl moge dan juist in economisch opricht hebben gedwaald, het verdient nu de steun van allen, die onze economie door hard werken, creativiteit en solidariteit weer op het goede spoor willen zetten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 13