TROONREDE
iljoenennota keerpunt in
ïeonomische politiek van kabinet
WüDAG ril I JitivltiUii Itrtu
LÊiDbÜi CÜÜÜAÏn
ieden van de Staten-Generaal,
Ongetwijfeld gaan de gedachten nu terug naar
moeilijke periode die achter ons ligt. Laten
j vandaag, in het besef van een gemeenschap
pelijke verantwoordelijkheid, vooral zien naar
tiet vele wat ons te doen staat.
Er wachten het komende parlementaire jaar
r\vare taken.
Va de diepste inzinking sinds 1945 heeft de
(conomische ontwikkeling in de westerse wereld
Sen keer ten goede genomen. Het herstel komt
Schter slechts langzaam op gang. Het inflatietem-
)0 is naar verhouding hoog gebleven en de
verkloosheid is hardnekkig van aard.
Vat de regering voor ogen staat is werk voor
edereen in een samenleving, waarin minder
ingelijkheid heerst en ieder gelijke ontplooiings-
nogelijkheden heeft.
Jaarom is het beleid toegespitst op het behoud
an bestaande en het scheppen van nieuwe
irbeidsplaatsen en op het terugdringen van de
nflatie. Alleen als dit gelukt, blijft het mogelijk
>m de collectieve voorzieningen te waarborgen,
net voorrang voor de zwaksten in de samenle
ving. Dan ook kan uitzicht worden geboden op
en bescheiden groei van de koopkracht van de
iurgers in de komende jaren.
)it beleid vindt zijn weerslag in de rijksbegro-
ing 1977. De verzwaring van de druk van de
ollectieve lasten blijft binnen de gestelde norm
an 1% van het nationale inkomen. De regering
telt geen verhoging van belastingtarieven voor.
)e vorig jaar ingevoerde tijdelijke verlichtingen
ran sociale premies en van de loon- en inkom-
tenbelasting worden blijvend. De inflatiecorrec-
ie zal voor 80% worden toegepast Hogere bedra-
en voor reiskosten zullen van de inkomstenbe-
asting mogen worden afgetrokken. De bestaande
egeling voor de zelfstandigenaftrek wordt vol-
end jaar gehandhaafd.
Iet de jaarwisseling zal u het voorste! van wet
ereiken ter uitwerking van het aangekondigde
tieuwe instrument voor een gerichte aanmoedi-
ing van investeringen, dat per 1 april a.s. in
rerking moet treden. Om diezelfde investeringen
e bevorderen zullen meer gecoördineerde rege
ngen voor het vergunningenbeleid ter hand
irorden genomen. Nieuwe inspanningen ten be-
oeve van de werkgelegenheid vooral in de
wakkere regio's zullen op gang worden ge
tracht. Belangrijke bedragen blijven bestemd
oor steun en begeleiding van individuele bedrij
en; daarbij zal meer aandacht gegeven worden
an structurele oplossingen. Ter bestrijding van
e werkloosheid onder jongeren onderzoekt de
egering de mogelijkheid tot het aanmoedigen
an deelarbeid, alsmede het verruimen van de
ïogelijkheid voor oudere werknemers om zich
en behoeve van de werkgelegenheid van jonge-
uit het arbeidsproces terug te trekken. In
lit verband hecht de regering grote betekenis
an de experimenten die in de onderwijssector
ijn begonnen.
lit najaar zal de regering bezien of aanvullende
onjuncturele maatregelen noodzakelijk zijn.
)e droogte van de afgelopen zomer heeft veel
andbouwbedrijven in moeilijkheden gebracht.
Haar nodig zal de regering maatregelen treffen
m het agrarisch produktiepotentieel op een
erantwoord peil te houden.
ten duurzaam herstel van de economische groei
n van de werkgelegenheid, onder handhaving
an een verantwoord peil van de collectieve
oorzieningen, komt in zicht, indien alle inko-
nensgroepen bereid zijn daartoe hun bijdrage
e leveren. De regering Vertrouwt erop dat de
ociale partners in komend overleg daarvoor oog
lillen hebben. De heden aan u aangeboden
ïacro-economische verkenning laat zien dat
/anneer deze bereidheid aanwezig is, gerekend
lag worden op een beweging naar herstel van
ivesteringen en werkgelegenheid. Grote voor-
ichtigheid is geboden om te voorkomen, dat het
erstel weer in gevaar komt. Als wij dLie voor-
ïchüghcid betrachten komt een prijsstijging bin-
len ons bereik die lager is dan ,in enig jaar na
1970 haalbaar is gebleken. Om dit te verwezenlij
ken kan in 1977 een strak prijsbeleid niet worden
gemist.
Alleen een gezamenlijke krachtsinspanning zal
het mogelijk maken de opgaande lijn die zich
voor onze welvaart in het komende jaar aftekent
bok naar een verdere toekomst door te trekken.
f)e regering hecht daarbij aan de verwezenlijking
jran voorstellen, die erop zijn gericht om de
sociale partners beter in staat te stellen hun
(verantwoordelijkheden binnen en buiten de on
derneming waar te maken.
Met het oog daarop zal u, naast de reeds inge
diende voorstéllen met betrekking tot de vermo-
gensaanwasdeling en de ondernemingsraden, op
korte termijn een wetsontwerp bereiken betref
fende de openbaarheid van inkomens uit arbeid
van werknemers en beoefenaren van vrije beroe
pen. Dit najaar zal een voorontwerp worden
gepubliceerd van een raamwet inkomensvor
ming, die een belangrijke uitbreiding beoogt van
de instrumenten voor het voeren van een inko
menspolitiek.
Op korte termijn zal een wetsontwerp worden
ingediend tot matiging van de pensioenopbouw
van politieke ambtsdragers. Het kabinet zal het
gebruikelijke overleg openen met de betrokken
organisaties over een verdergaande matiging van
de hoogste salarissen in de overheidssfeer met
ingang van 1977.
Voor het eerst zullen u thans ook meerjarenra
mingen worden aangeboden over de ontwikke
ling van de sociale verzekeringen in de jaren
1977-1980. De wetsontwerpen, die reeds voor 1977
een beperking van de uitgavenstijging moeten,
bewerkstelligen, zullen u binnenkort bereiken.
Daarbij zullen inkomensverschillen worden ver
kleind.
In aanvulling op de invoering van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidsverzekering per 1 okto
ber a.s. wil de regering in de eerste helft van
1977 de regeling in werking stellen die oudere
zelfstandigen in de leeftijd van 58 tot 65 jaar
onder bepaalde voorwaarden de garantie voor
een minimum inkomen biedt.
Omdat vele deelnemers aan het verzet, vervolg
den en andere oorlogsslachtoffers nog in benarde
omstandigheden verkeren heeft de regering be
sloten tot verbetering van hun financiële positie.
De daartoe nodige voorstellen tot wetswijziging
zullen u spoedig bereiken.
Minder ongelijkheid is vooral ook afhankelijk
van de mogelijkheden die het onderwijs biedt.
Met erkenning van de eigen verantwoordelijk
heid van met name het bijzonder onderwijs,
spant de regering zich in voor verbetering en
vernieuwing van de onderwijsvoorzieningen. Met
voorrang wordt daarbij aandacht geschonken
aan groepen die om sociale of economische
redenen tot dusver het minst profijt van het
onderwijs hebben gehad. In het lager onderwijs
zullen de klassen in 1977 verder worden ver
kleind. Het ontwerp van wet op het basisonder
wijs kan nog in deze zittingsperiode worden
verwacht.
Met de discussienota „Contouren van een toe
komstig onderwijsbestel" heeft het kabinet velen
betrokken bij de gedachtenvorming over het
onderwijs in de toekomst Een vervolg op deze
nota zal in het voorjaar van 1977 verschijnen.
Een beleidsnota over de geleidelijke invoering
van sectorraden voor de meerjarenplanning van
het wetenschappelijk onderzoek zal u binnenkort
bereiken.
Over de emancipatie van de vrouw zal de rege
ring u dit zittingsjaar denkbeelden voor een
beleid op langere termijn voorleggen. In afwach
ting daarvan wordt het bestaande beleid ver
sterkt en uitgebreid, onder andere door subsidie
ring van vrouwenhuizen en voorlichtingsprojec
ten.
De kwaliteit van het bestaan hangt in hoge mate
af van een goede huisvesting en leefomgeving.
Bijna twee-derde van alle woningen in ons land
is na 1945 tot stand gekomen en draagt dus de
kenmerken van een enkele generatie. We moeten
daarom zuinig zijn op de woningen en gebouwen
van oudere tijden. Ook in het stadsvernieuwings
beleid zal deze waardering tot uiting komen. Bij
de nieuwbouw wordt verscheidenheid zoveel mo
gelijk bevorderd.
Een dezer dagen biedt de regering u een drietal
wetsontwerpen aan over de huur van woonruim
te. Ze vormen een afronding van het nieuwe
huur- en subsidiebeleid. Dit beleid biedt tevens
een grondslag voor nieuwbouw, afgestemd op
kwaliteit en nieuwe behoeften.
In het komend zittingsjaar zal het kabinet struc
tuurschema's voorleggen waarin de ruimtelijke
aspecten van het verkeer en vervoer, de vaarwe
gen en de volkshuisvesting worden behandeld.
De regering vertrouwt erop dat het mogelijk zal
zijn de behandeling van de belangrijke wetsont
werpen inzake de herziening van de onteige
ningswet en het scheppen van een voorkeurs
recht voor gemeenten in deze zittingsperiode tot
een goed einde te brengen.
Het Waddengebied dient als onvervangbaar na
tuurgebied behouden te blijven. Na de periode
van inspraak zal een definitieve beslissing wor
den genomen over de wijze waarop dit doel kan
worden bereikt
Nog dit jaar zal u een ontwerp tot wijziging van
de wet op de Ruimtelijke Ordening worden
aangeboden.
De regering blijft voorrang geven aan het ge
bruik van het openbaar vervoer. Volgend jaar
zal het rijk meer dan 2 miljard besteden aan
het openbaar vervoer in stad, streek en land.
Daarnaast beseft de regering het belang van de
auto voor velen. De leefbaarheid van ons land
vraagt echter om een beheerst gebruik daarvan.
Het gevoerde beleid voor de verkeersveiligheid
heeft het aantal slachtoffers de afgelopen jaren
duidelijk doen dalen. Het iri de laatste maanden
weer toegenomen aantal ongelukken vraagt om
een hernieuwde inspanning.
Terwille van de kwaliteit van het water is het
verheugend dat overeenstemming is bereikt over
de verdragen ter beperking van de zoutbelasting
en de chemische verontreiniging van de Rijn.
Om redenen van energiebesparing en vrijetijds
besteding zal de regering voorstellen het komen
de voorjaar de zomertijd in te voeren.
Een ontwerp van wet Algemene Bepalingen Mi
lieuhygiëne zal regels geven voor inspraak en
beroep en voor coördinatie bij de vergunningver
lening.
In de gezondheidszorg wordt naast kostenbeheer
sing in sterke mate verbetering van de preventie
nagestreefd. Een wetsontwerp betreffende bevol
kingsonderzoek zal binnenkort aan adviesinstan
ties worden toegezonden.
De ontwikkeling naar democratisering en sprei
ding van zeggenschap ontmoet bezwaren en
weerstanden. De regering onderkent de proble
men, die inspraak oproept voor de besluitvor
ming. Zij meent echter, dat voortgang op de weg
van het vergroten van de mondigheid van de
burgers geboden is.
Met de binnenkort in te dienen wetsontwerpen
wordt een belangrijke stap gezet naar modernise
ring van het binnenlands bestuur. Streven naar
decentralisatie kenmerkt ook de wettelijke maat
regelen, die op komst zijn, tot versterking van
de zeggenschap van de burgers en van de rechts
zekerheid van alle bij het welzijnsbeleid betrok
kenen.
In het kader van de algehele grondwetsherzie
ning zijn waarborgen voor de individuele en
maatschappelijke rechten van de burger neerge
legd in de wetsontwerpen inzake klassieke en
sociale grondrechten. Binnenkort zullen u wets
ontwerpen bereiken inzake verkiezing, inrichting
en samenstelling van de Staten-Generaal. Aan
vaarding van de voorstellen tot herziening van
de Grondwet zal ertoe leiden dat komend voor
jaar ook de Eerste Kamer der Staten-Generaal
zal worden ontbonden en opnieuw verkozen.
Het kabinet zal zijn standpunt inzake een even
tuele herziening van de structuur van de onder
neming bepalen na ontvangst van het gevraagde
SER-advies. Intussen beraadt het zich over een
wettelijke regeling van een commissaris alge
meen belang bij de grootste vennootschappen.
In het belang van de veiligheid vap de bevolking
wordt de samenwerking tussen de politiekorpsen
verbeterd. Een algehele herziening van de wetge
ving op het gebied van de wapenhandel is in
aantocht.
Een wetsontwerp dat de toepassing van geldboe
tes boven vrijheidsstraffen wil aanmoedigen, zal
u spoedig bereiken. Een nota over de actuele
vraagstukken van het gevangeniswezen wordt u
vandaag aangeboden.
In de afgelopen drie jaar werd ons land zesmaal
geconfronteerd met terroristische acties waarbij
onschuldige burgers werden gegijzeld. De rege
ring werkt, ook in internationaal verband, aan
de verbetering van preventieve maatregelen en
van de coördinatie bij de bestrijding van terreur
daden.
Een verdere ontspanning tussen Oost en West
is noodzakelijk. Maar deze kan alleen worden
verwezenlijkt wanneer alle betrokken staten dë
vorig jaar in Helsinki overeengekomen beginse
len over veiligheid en samenwerking in Europa
ook werkelijk in praktijk brengen. Daarnaast
moeten concrete resultaten worden geboekt in
het overleg in Wenen over wederzijdse verminde
ring van de militaire sterkte. In het ontwape-
ningsbeleid staat het terugdringen van de risico's
van kernbewapening voorop.
Ons land levert een alleszins redelijke bijdrage
tot de bondgenootschappelijke verdediging. De
sterk toenemende kosten van deze verdediging
dwingen echter tot een versterking van de onder
linge samenwerking en taakverdeling binnen het
bondgenootschap. Binnen dat kader dienen de
beslissingen te worden genomen over nieuwe
grote investeringsprojecten voor de Nederlandse
krijgsmacht
De Europese Gemeenschap behoeft voor alles
een versterking van haar interne samenhang.
Ernstig moet worden gepoogd het economisch
beleid van de lid-staten beter te coördineren en
de politieke samenwerking te verbreden en te
verdiepen. Vanuit die overtuiging vervult Neder
land thans het voorzitterschap van de Gemeen
schap. Rechtstreekse verkiezingen voor het Euro
pese Parlement in 1978 zijn een eerste stap naar
een werkelijk democratisch Europa.
Met ontsteltenis beziet de regering de situatie in
Zuidelijk Afrika, waar de blanke regeringen in
Rhodesië en Zuid-Afrika nog steeds niet bereid
blijken de bakens te verzetten. Alleen als de
rechten van de niet-blanke bevolking in Zuidelijk
Afrika worden erkend en gerespecteerd, kunnen
nog ernstiger ontwikkelingen worden voorko
men. In samenwerking met andere staten zullen
wij ons inzetten voor een beëindiging van het
apartheidsregime.
In 1977 zal opnieuw 1,5% van het nationale
inkomen worden besteed aan ontwikkelingshulp.
Velen ervaren dit als een reëel offer, maar wij
vertrouwen op de bereidheid dit offer te brengen
omdat de hulp vooral wordt gericht op de armste
landen en bevolkingsgroepen iri de wereld. Dit
is het centrale thema van de beleidsnota over
de Nederlandse bilaterale hulp die u heden wordt
toegezonden. Nederland blijft zich, op weg naar
een nieuwe internationale economische orde, in
zetten voor concrete onderhandelingen over de
grondstoffenproblematiek en voor maatregelen
ter verlichting van de schuldenlast van de arme
landen.
Over de toekomstige staatkundige en sociaal-eco
nomische structuur van de Nederlandse Antillen
zullen dit parlementaire jaar adviezen worden
uitgebracht.
Leden der Staten-Generaal,
Bij zijn optreden heeft het kabinet zijn beleid
gesteld in het teken van spreiding van inkomen,
kennis en macht Veel werd gerealiseerd, tot veel
werd een aanzet gegeven.
Het economisch getij is tegen. De regering ziet
een nauwe samenhang tussen de bereidheid de
offers te brengen die nodig zijn om de economi
sche moeilijkheden te overwinnen, en de voort
gang van de hervorming van onze samenleving.
Daarom hecht de regering aan een spoedige
behandeling van de wetsontwerpen, die beogen
de verantwoordelijkheid voor het besturen van
onze economie te spreiden over alle betrokkenen.
Het gaat om het perspectief van een samenle
ving, waarin gezamenlijke verantwoordelijkheid
wordt aanvaard op grondslag van gemeenschap
pelijke zeggenschap.
Veel arbeid, inspanning en visie zal worden
gevraagd om dat doel te bereiken.
Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe
de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze
zitting van de Staten-Generaal geopend.
lijkens de miljoenennota 1977 mag men van een fundamenteel
eerpunt in de economische politiek van het kabinet-Den Uyl
preken. Dit keerpunt in het beleid steunt op een sterk
ewijzigde visie op de gang van zaken in ons economisch leven,
e miljoenennota en de macro-economische verkenning leggen
leide onomwonden en zonder reserves getuigenis af van het
ianzienlijk toegenomen begrip voor de benarde positie waarin
et bedrijfsleven in de achver ons liggende jaren terecht is
ekomen. De beleidsmaatregelen die worden aangekondigd,
ijn volledig gericht op het veijichten van die benarde positie,
ehterwege zijn al die mogelijke maatregelen gebleven, die
ouden kunnen worden opgevat als typische socialistische
tokpaardjes, waardoor het investeringsklimaat in ons land nog
erder verslechterd zou zijn.
Ie miljoenennota 1977 is een gecompliceerd stuk geworden,
belangrijker is dat het een open en eerlijke beschouwing
mtrent toestand en perspectief van onze economie is. De ernst
an inflatie en werkloosheid wordt niet onder stoelen of banken
estoken. Het al te zeer achterblijven van de particuliere
nvesteringen wordt erkend en dat de publieke uitgaven - mede
oor toedoen van het kabinet-Den Uyl - te sterk zijn gestegen
rordt toegegeven. Dat het aardgas veeleer een incidentele
neevaller dan een blijvende bron van inkomsten vormt wordt
u toch duidelijk in het licht gesteld.
)e begroting getuigt van politieke moed en illustreert dat het
andsbelang op de voorgrond is gesteld. Vanwege de belangrijke
dimaatswijziging die vooral in psychologisch opzicht door deze
legroting vorm krijgt, heeft de regering voorwaarden geschapen
'oor een spectaculair herstel van de particuliere investeringsac-
iviteit in ons land. Of de ondernemers weer op voldoende schaal
[aan investeren en in zodanige mate, dat ook de werkgelegen-
leid na verloop van tijd herstelt, moet natuurlijk worden
'gewacht. Onze persoonlijke verwachting is dat zulks inder-
iad - wellicht zelfs op spectaculaire wijze - zal gebeuren. De
.ronden voor deze verwachting worden nu nader toegelicht.
Vergeleken met de analyse die in de miljoenennota-1975 van
conomie is gegeven, is van een wezenlijke verandering
•prake. In september 1974 werd betoogd dat het grote overschot
betalingsbalans erop wees dat in Nederland sprake was
'an structurele onderbesteding. Bijgevallen door vrijwel alle
Nederlandse economen betoogde de minister van Financiën toen
lat de overheid deze onderbesteding diende te compenseren,
luist toen werd de sterke expansie van de collectieve sector
n gang gezet, waarbij ervan werd uitgegaan dat zodoende de
verkloosheid kon worden teruggedrongen. De theoretische ach-
ergrond voor die visie werd gevormd door de theorie van
s, volgens welke grote werkloosheid een gevolg is van
«n tekortschieten van de bestedingen van de zijde van onderne-
ningen en consumenten, zodat de overheid corrigerend moet
optreden teneinde de werkloosheid weg te werken. In navolging
van de meeste economen is toen door het kabinet onvoldoende
'nderkend dat de theorie van Keynes betrekking heeft op
conjuncturele werkloosheid en dat in de werkelijkheid van ons
and de structurele werkloosheid de overhand heeft. Deze
structurele werkloosheid wortelt in de aanbodzijde van het
economisch proces en hangt onder meer samen met het voort
schrijden van de techniek, de concentratie-beweging en regiona-
verschillen. Terwijl inflatie en conjuncturele werkloosheid
elkaar uitsluiten, liggen inflatie en structurele werkloosheid juist
in eikaars verlengde. Als het stijgen van de prijzen vooral
voortvloeit uit een opwaartse druk van de kosten, reageren de
ondernemers door arbeidsbesparende technieken te ontwikkelen
en toe te passen. Deze processen aan de aanbodzijde van het
economisch proces zijn het kabinet-Den Uyl toen onvoldoende
opgevallen en het sindsdien gevoerde beleid heeft de werkloos
heid dan ook veeleer vergroot dan verkleind. De ongunstige
uitwerking op het bedrijfsleven van deze onjuiste analyse werd
nog versterkt door op politieke gronden de verhouding van
overheid en bedrijfsleven, respectievelijk van publieke en priva
te sector, veeleer als een tegenstelling dan als een samenspel
te schetsen.
In de nu gepresenteerde miljoenennota wordt opnieuw met het
feit van onze sterke externe positie begonnen, maar er wordt
niet uit geconcludeerd dat van onderbesteding sprake is. Uit
de woordenlijst is de term onderbesteding zelfs verdwenen.
Doodnuchter wordt nu opgemerkt dat de sterke externe positie
verband houdt met het achterblijven van de particuliere investe-
Door prof. dr. A. Heertje
ringen en met het aardgas. Deze vaststelling is terecht en geldt
met terugwerkende kracht!
De consequenties van deze gewijzigde analyse zijn ingrijpend.
Niet het opvoeren van de publieke uitgaven, maar het stimuleren
van de particuliere investeringen staat in de miljoenennota
centraal. Met het oog daarop wordt het stijgingstempo van de
druk van de collectieve lasten daadwerkelijk tot 1 procent
teruggebracht. Bovendien is een aanvullend beleidsprogramma
aangekondigd dat eveneens beoogt de van de collectieve sector
uitgaande druk op de particuliere sector te verlichten. Achteraf
zal blijken dat de feitelijke stijging van de druk van de
collectieve sector kleiner is dan 1 procent, daar de in gang
gezette ombuiging van het beleid leidt tot een vermindering van
de op de collectieve sector drukkende werkloosheid en een
daling van de arbeidskosten. Bij herhaling en terecht wijst
minister Duisenberg erop dat deze extra positieve effecten van
de bezuinigings-operatie geen reden moeten zijn nieuwe lasten
op bevolking en bedrijfsleven te leggen.
Op het gebied van de belastingen valt op het permanent maken
van enkele het vorig jaar ingevoerde verlichtingen en het
nalaten van verzwaringen. Uitdrukkelijk wordt erkend dat de
winstmarges onder te grote druk zijn gezet en dat de druk van
de collectieve lasten via de afwenteling in de lonen de rendemen
ten in het bedrijfsleven te zeer heeft aangetast.
Wel valt bij deze uitspraken en bij het uitstippelen van wat
het nieuwe beleid wordt genoemd steeds op, dat naar het
buitenland wordt verwezen. Bij herhaling treft men de uitspraak
aan dat nu ook in andere landen een ander beleid wordt
gevoerd, zodat Nederland ter zake niet geisoleerd optreedt.
Opgemerkt dient uiteraard te worden dat andere landen, zoals
Amerika en West-Duitsland, al eerder tot de o.i. juiste inzichten
waren gekomen, terwijl bovendien Nederland mede wegens het
aardgasvoordeel al eerder een op verbetering van de structuur
van het bedrijfsleven gericht beleid had kunnen voeren. Maar
goed, laten wij ons verheugen over het met instemming citeren
van een rapport van de EEG, waarin staat dat herstel-van de.
Prof. dr. A. Heertje, de auteur van nevenstaan
de beschouwing over de vandaag/gisteren ver
schenen miljoenennota 1977 van het kabinet-
Den Uyl, is hoogleraar in de staatshuishoud
kunde aan de faculteit der rechtsgeleerdheid
van de Gemeentelijke Universiteit van Am
sterdam. Hij is lid geweest van de Partij van
de Arbeid en daarna van DS'70. Hij is thans
niet meer aangesloten bij een politieke partij.
Wij hebben juist prof. Heertje uitgenodigd de
nieuwe miljoenennota en het daarin uitgestip
pelde kabinetsbeleid te analyseren, omdat hij
in het (recente) verleden met name het econo
misch beleid van het huidige kabinet aan
strenge kritiek heeft onderworpen.
In dit verband kan worden gewezen op een
artikel van prof. Heertje in het blad „Economi-
sch-Statistische Berichten" van oktober 1974,
waarin hij de rijksbegroting 1975 onder de
loep nam. Toen reeds bestreed hij de opvatting
van het kabinet, dat de werlüoosheid een
gevolg zou zijn van onderbesteding en dat
derhalve naar de mening van Den Uyl c.s. de
publieke uitgaven zouden moeten worden op
gevoerd. Heertje stelde toen reeds, dat de
investeringslust bij de ondernemers gestimu
leerd zou moeten worden om meer arbeids
plaatsen en dus minder werkloosheid te berei
ken en dat dus de overheid zou moeten stop
pen met het versterken van eigen (financiële)
positie ten koste van het bedrijfsleven.
Ook hekelde Heertje destijds de opvatting van
het kabinet, dat Nederland zo'n sterke externe
positie inneemt. Volgens Heertje was die posi
tie geflatteerd omdat ze werd verworven door
de opbrengst van de aardgasexport Kortom,
men vindt in de beleidsvoornemens van de
regering veel terug, soms lijkt het zelfs woor
delijk, van wat Heertje eerder in overweging
heeft gegeven. Dat maakt de nieuwe beschou
wing van prof. Heertje extra interessant.
bedrijfsinvesteringen de noodzakelijke voorwaarde is voor het
bestrijden van de structurele werkloosheid.
Behalve de aanzienlijk verbeterde kijk op de rol van de
particuliere investeringen in onze economie, valt op dat een
meer nuchtere visie op het aardgas is ontwikkeld. Terecht wordt
gezegd dat Nederland een twee-sectoren economie is, bestaande
uit een aardgassector en een niet-aardgassector. Letterlijk wordt
opgemerkt: „Wanneer men deze sectoren ten aanzien van hun
invloed op de betalingsbalans zou kunnen scheiden, zou in de
aardgassector een groot lopend overschot aan de dag treden,
terwijl de niet-aardgassector, gegeven onze internationale con
currentiepositie vermoedelijk een structureel tekort op de lopen
de rekening zou aanwijzen". Daarmede wordt nu van het inzicht
blijk gegeven dat onze sterke externe positie niet berust op een
gezond sterk exporterend bedrijfsleven, maar op een betrekke
lijk toevallige speling van de natuur. Deze vaststelling heeft
uiteraard ook consequenties voor de positie van de gulden, maar
wegens de gevoeligheid van dit onderwerp is het beter daarop
thans niet in te gaan.
Hoewel de analyse van de werkloosheid o.i. nog gebrekkig is,
kan toch een verbetering worden geconstateerd daar van over
wegend structurele werkloosheid wordt uitgegaan, terwijl boven
dien wordt beseft dat er naast officiële werkloosheid sprake
is van omvangrijk verborgen werkloosheid. Voorlopig moet
worden gevreesd dat zelfs bij een spectaculair herstel de
werkgelegenheidssituatie nog maar langzaam zal verbeteren. Het
ziekteproces is zover voortgeschreden dat voorlopig de voorkeur
moet worden gegeven aan technieken die de produktiviteit sterk
bevorderen en uit een oogpunt van de werkgelegenheid ongun
stig zijn. De kapitaalvorming die daarvan het gevolg is, kan
dan in tweede instantie worden benut voor het uitoefenen van
een sterke vraag naar arbeid. Daarom is het kortzichtig het
economische beleid van het kabinet-Den Uyl uitsluitend te
beoordelen op grond van de huidige omvangrijke werkloosheid,
ook al is sprake van een ernstig maatschappelijk kwaad, dat
minder ernstig had kunnen zijn als de beschikbare inrichten
eerder waren toegepast.
Ter illustratie van onze mening dat de overheid nu veeleer in
termen van een samenwerking tussen publieke en private sector
denkt, dan enige jaren geleden, moge verder nog op de volgende
opmerkelijke passage worden gewezen: „De groei van de collec
tieve sector is niet zozeer bestemd voor een groeiend direct
beslag van de collectieve sector op de produktiemiddelen, doch
vooral voor een groei van de inkomensoverdrachten, in het
bijzonder op het terrein van de sociale voorzieningen".
Hier staat onomwonden en zonder reserve te lezen, dat het
kabinet-Den Uyl niet denkt aan het overnemen van private
produktieprocessen, doch de collectieve uitgaven wil benutten
voor het herverdelen van het inkomen en het beschermen van
de zwakken. Dat doet een beetje denken aan wat onlangs de
economisch adviseur van de Zweedse minister van Economische
Zaken zei: „De synthese is een kapitalistische produktie en een
socialistische verdeling". Nu is daar nog heel wat over te zeggen,
want we hebben nu wel geleerd dat er verband is tussen de
mate van herverdeling en het niveau van de produktie, terwijl
bovendien kapitalistische produktie niet het voortzetten van
traditionele besluitvormingsmethoden kan betekenen, maar toch
zit het kabinet-Den Uyl dicht bij deze verkorte weergave van
het Zweedse beleid.
Daarmede komen wij terug op wat de kern van deze begroting
vormt: het inricht dat een progressieve politiek gevoerd kan
en moet worden samen met ondernemingen, die mede als
leefgemeenschappen kunnen worden gezien. Er is afgerekend
met de eenzijdig Keynesiaanse visie in macro-economische zin,
maar ook - en dat is nog belangrijker - met de mening dat
een socialistische politiek het uithollen van de onderneming
betekent. Na de periode waarin het maken van winst als zodanig
al verderfelijk werd gevonden, beoogt het kabinet-Den Uyl nu
het zo snel mogelijk opvoeren van de winst van de ondernemin
gen. Eerst als dat in voldoende mate is gelukt kan worden
gediscussieerd over het bestemmen van de winst, waarbij dan
ook de VAD weer om de hoek kan en moet komen kijken.
Zover is het nog niet, de omvang van het begrotingstekort en
de mate van niet op normale wijze gedekte financiering rijn
te groot om er in alle opzichten gerust op te zijn. Indien echter
het bedrijfsleven de positieve signalen van het kabinet-Den Uyl
verstaat dan kan een zo krachtig herstel optreden dat zelfs die
sombere noot als sneeuw voor de zon kan verdwijnen. Er rijn
nog zoveel investeringsmogelijkheden, er zijn zoveel bekwame
en werkwuhge werknemers, er is een zodanig niveau van
technische kennis en de drang om samen uit de problemen te
komen is zo groot, dat de ondernemers als groep en individueel
een beleidsfout van de eerste orde zouden maken, indien zij
de verandering in het klimaat niet tijdig zouden onderkennen.
Het kabinet-Den Uyl moge dan juist in economisch opricht
hebben gedwaald, het verdient nu de steun van allen, die onze
economie door hard werken, creativiteit en solidariteit weer op
het goede spoor willen zetten.