Sociaal isolement bedreigt Surinamers
„Doorgeschoten"
naar
Tweede Kamer
Politiek nog
veel te veel
mannenzaak
DEN HAAG Sinds de massale over
tocht van Surinaamse emigranten met
het onafhankelijk worden van Surina
me op 25 november 1975 tot stilstand
kwam, verblijven volgens opgave van
het ministerie van CRM ruim 130.000
Surinamers in Nederland. Samen vor
men ze meer dan een derde van het
totaal aantal inwoners dat de huidige
Republiek Surinaamse thans telt. Ver
wachtingen dat ze even massaal zou
den terugkeren als ze gekomen waren,
uit opiniepeilingen dit voorjaar
kwamen percentages naar voren van
rond de vijftig procent werden on
der meer door de socioloog Frank Bo
venkerk op overtuigende wijze ontze
nuwd en door de praktijk gelogen
straft. Velen gaven bij de opiniepeilin
gen op grond van emotionele overwe
gingen wel te kennen dat ze terug
zouden willen, maar de slechte écono
mische omstandigheden die de emi
granten juist ontvluchtten, laten hen
geen andere keus. De mensen blijven
hier hangen aan de sociale kapstok die>
de bijstandsuitkeringen voor hen vor
men. Bovendien, en dat bleek ook weer
toen het regeringsbeleid ten aanzien
van de Surinamers onlangs in de Ka
mer werd behandeld, staat Suriname
niet te trappelen om mensen zonder
enige voorbehoud terug te nemen, ook
al was. dat bij de souvereiniteitsover-
dracht beloofd. Er bestaat in Suriname
alleen behoefte aan geschoolde vaklie
den, maar in Nederland is men niet erg
geneigd om aan een selectief remigra
tiebeleid mee te werken.
Blijft voor de meeste Surinamers als
enig aanvaardbaar alternatief over ge
wone leden te worden van de Neder
landse samenleving. In feite is daar de
(integratie)politiek van CRM, dat een
speciaal kantoor in Den Haag opzette
om de Surinamers een bescheiden
plaatsje in de Nederlandse welvaarts-
zon te geven, op gericht Maar dat
beleid vindt bij de vertegenwoordigers
van de Surinaamse ingezetenen, afkom
stig uit de 21 door het land verspreide
welzijnsorganisaties geen onverdeeld
gunstig onthaal. Begin juli staakten de
welzijnsorganisaties hun medewerking
aan het georganiseerde overleg. Afge
zien van de grieven tegen de spreiding
van Surinamers („de mensen worden
als postpakketjes door het land ge
stuurd" zegt men in Utrecht bij de
Federatie van Surinaamse Welzijns-
stichtingen; dat geeft dan aanleiding tot
uitbarstingen van de soort anderhalve
maand geleden in Zeist, toen drie Suri
naamse gezinnen weigerden een op
vangcentrum te verlaten omdat ze niet
buiten die gemeente, gescheiden van
elkaar wensten te wonen), leven de
voornaamste bezwaren tegen het moe
ten opgeven van de dienstverlening
door de Surinaamse instellingen. Die
kregen zij toen de migrantenstroom
massaal werd, improvisorisch toegewe
zen. .Afbouw" inplaats van opbouw,
terwijl de problemen voor de Surina
mers alleen maar groter worden", zo
reageert men bij de Surinaamse wel-
zijnsstichtingen op de plannen van
CRM. Deze putten zich uit in intellec
tualistisch getinte tractaten over de
Jeugdopvang, behandeling van aan
drugs verslaagden, vormingsprojecten,
allemaal vallend onder het ondoorzich
tige etiket dienstverlening moeten terug
naar de Nederlandse instellingen.
Schrale troost daarbij is dat die overhe
veling zich over een lange periode kan
uitstrekken, ze is niettemin onvermijde
lijk. Het motief valt wel te raden: de
uitbouw van twee welzijnsnetten kost
veel te veel geld en zou verder sociaal
onverantwoord zijn.
De directeur van de Federatie van Suri
naamse Welzijnsstichtingen in Utrecht,
drs. H. Roseval, beschouwt de belofte
van de minister om het overleg weer
op gang te brengen als een positieve
toezegging, maar vraagt zich af in hoe
verre de Surinamers een werkelijk aan
deel in de beleidsbepaling zullen heb
ben. „We zijn enigszins gerustgesteld
over de plannen tot afbouw v/d stich
tingen. Het ligt er immers maar hele
maal aan hoe ruim de overgebleven
taken op het ministerie worden geinter-
preteerd". Hij staat niet te juichen over
het integratiebeleid van de regering.
„Integratie veronderstelt dat twee groe
pen gezamenlijk een stap in eikaars
richting doen, maar integratie is hier
hetzelfde geworden als assimilatie".
Zijn opvatting vindt een vervolg in de
onuitgesproken mening van menig Suri
naams maatschappelijk werker dat het
welzijnswerk voor de Surinamers als
een van elders komende groep in eigen
hand gehouden moet worden. Met lede
ogen zien ook vele Surinaamse intellec
tuelen toe, hoe het Centraal Bureau in
Den Haag (dat het vestigingsbeleid van
CRM uitvoert), de Surinamers over het
land verspreidt zonder dat de welzijns
stichtingen er aan te pas komen. Nu
hen het dienstverlenend werk wordt
afgenomen, ervaren zij dat als een
rechtstreekse bedreiging voor de identi
teit van hun groep.
Toch lijkt het aantal dat zich om cultu-
reel-etrtische redenen wil verschansen
maar klein te zijn in vergelijking tot de
Surinamers die door allerlei oorzaken
maatschappelijk tussen de wal en het
schip dreigert of al zijn gevallen, en die
daardoor in een sociaal isolement ver
zeild raken zonder zich daarbij overi
gens ook maar in het minst te bekom
meren om zoiets abstracts als identiteit
Op de gevaren van zo'n géisoleerde
groep in de samenleving (men moet
daarbij direct aan de Zuidmolukkers
denken) is herhaalde malen gewezen.
Volgens Bovenkerk is de kans niet
denkbeeldig, dat hier net als al in Ame
rika en Engeland het geval is, een sub-
proletariaat ontstaat met alle gevaarlij
ke frustraties die in zo'n groep gaan
leven. Het kan voorkomen worden, zo
stelt Bovenkerk, door scholing en vor
ming van deze groep nü op grote schaal
aan te pakken. De identiteit van de
Surinamer zou daarbij in eerste aanleg
positief benaderd moeten worden. Of
welzij nsverbe te ring echter door middel
van scholing en vorming in de mate
waarin dat in deze kritieke fase wense
lijk wordt geacht, haalbaar is, blijft
door de bezuiniging die ook het beleid
van het ministerie van CRM bepaalt.
MEVROUW
GARDENIERS'BERENDSEN
Mevrouw M. Gardeniers-Be-
rendsen is een vrouw in de
politiek. Zij is, lid van de
KVP-fractie in de Tweede Ka
mer. „Ik ben er vóór dat er
meer vrouwen in het parle
ment komen. Maar te weinig
vrouwen zijn lid van een poli
tieke partij. Willen we in het
parlement een fifty-fifty ver
houding tussen mannen en
vrouwen krijgen, dan moet
dat in de politieke partijen
ook zo zijn, anders liggen de
verhoudingen nog scheef. Nu
is de keus te klein, waardoor
er te weinig door kunnen bre
ken. Maar het is aan de ande
re kant ook weer zo dat ook
de politieke partijen graag
een vrouw in het parlement
hebben en dan soms een
vrouw vóór laten gaan, ter
wijl er mannen zijn die betere
capaciteiten hebben. Ik ben
ervan overtuigd dat ik een
beetje ben „doorgeschoten".
Er waren mannen die beter
waren".
„Dat wij kritischer gevolgd
worden dan onze mannelijke
collega's in de Kamer? Nee,
daar heb ik niets van gemerkt.
Ja als je er voor staat willen
ze wel zien wat je kunt, ze
willen zien wat je waard bent.
Maar dat vind ik een normale
zaak. En gelukkig is het nu zo,
en dat geldt voor mannen en
vrouwen, dat je niet meteen
bent afgebrand als je een fout
maakt Ien van den Heuvel-
heeft inderdaad flink wat te
verduren gehad naar aanlei
ding van haar uitspraken om
trent de Berlijnse muur. Maar
ook Bas de Gaay Fortman is
in ronde termen duidelijk ge
maakt, ook in zijn eigen partij,
dat hij fout zat met de uit
spraak dat er in Nederland
enorm veel misbruik gemaakt
30U worden van de sociale
voorzieningen".
„Vrouwen zijn beslist op hun
plaats in de politiek. Ze heb
ben bepaalde eigenschappen
waardoor ze er erg geschikt
voor zijn. Volgens mij hebben
wij meer incasseringsvermo
gen dan mannen en durven we
het risico te lopen een blunder
te begaan. Mannen nemen
vaak alleen maar genoegen
met honderd procent en voe
len het als een afgang wan
neer zij die niet bereiken. Ik
geloof dat wij wat nuchterder
in dat opzicht zijn en durven
inzien dat je ook met tachtig
procent nog tevreden mag
zijn. En ik denk dat wij wat
flexibeler zijn dan mannen.
Misschien ook wel door de rol
die wij normaal in deze maat
schappij hebben. Neem de vol
gende situatie: de telefoon
gaat, de melk staat op overko
ken en er begint een kind te
huilen. Zo'n situatie los je ta
melijk vlot op. Gas uit, klinkt
het gehuil erg alarmerend dan
ga je daar onmiddellijk naar
toe en dan laat je de telefoon
rinkelen. Wanneer het gehuil
wat minder dringend klinkt,
dan ga je naar de telefoon.
Een situatie die geen zeld
zaamheid is, maar de vrouw
heeft zich hierdoor een grote
moeilijkheden van de Surinamers zon
der dat men zelf effectief hulp kan
bieden.
Het meest acute probleem is het zich
als een olievlek uitbreidende drugge
bruik onder Surinaamse jongeren. Al
leen in Den Haag al schat de Stichting
besluitvaardigheid eigen ge
maakt, die in de politiek erg
belangrijk is, aldus mevrouw
Gardeniers.
„Veel vrouwen durven de poli
tiek niet aan omdat ze vinden
dat ze te weinig geleerd heb
ben. Nou, om in de politiek
goed te functioneren hoef je
echt niet academisch gevormd
te zijn. Politiek is voor een
groot gedeelte een aantal tech
nieken beheersen en die zijn
aan te leren als er voldoende
intelligentie aanwezig is. Ik
was ook vaak erg onzeker.
Dan hoorde ik iemand spre
ken, een man met een hele rits
titels, en dan dacht ik: Ja,
maar dat is helemaal niet zo.
Dan hield ik mijn mond omdat
ik dacht dat hij het met al die
titels wel beter zou weten. La
ter bleek dan dat ik toch gelijk
had. Zo onzeker was ik toen
nog. Die onzekerheid moeten
we kwijtraken, daarin moeten
we solidair zijn en elkaar hel
pen. En kritisch zijn, ook over
ons vrouw zijn. Weet je wat ik
afschuwelijk vond in het jaar
van de vrouw? Dat alles zo
overtrokken werd. Bij ieder
wissewasje wilde ze een vrouw
hebben, omdat het nu eenmaal
het jaar van de vrouw was en
niet omdat zij de persoon was
die er het meeste van af wist
Kijk, dan moet je durven zeg
gen: „Er zijn betere dan ik en
dan geeft het niet of dat een
man of een vrouw is".
voor Surinamers dat er twaalfhonderd
Surinaamse jongeren uit verveling in de
stad rondhangen die gebruik maken
van drugs en in vele gevallen er in meer
of mindere mate aan verslaafd raken.
Hoewel zij de deskundigheid missen
geloven de Surinaams» welzijnsorgani
saties dat alleen zij hen effectief kun
nen opvangen.
Minister Van Doorn van CRM die tij
dens de verdediging van zijn beleid in
de Tweede Kamer beloofde te proberen
het opgeschorte overleg met de welzijns
organisaties weer op gang te brengen;
wil deze instellingen slechts twee taken
laten behouden: een groepsbindende
taak bij voorbeeld tot uiting komend
in het scheppen van ontmoetingsruim
ten en het signaleren van problemen
zodat de daarvoor verantwoordelijke
instanties erop kunnen inspelen.
DEN HAAG De Nederland
se bevolking bestaat voor iets
meer dan de helft uit vrou
wen. Op een totaal van 150
leden van de Tweede Kamer
zijn slechts 20 vrouwelijke
Kamerleden, verdeeld over de
fracties van de PvdA, WD,%
ARP, KVP, PPR en DS"70.
Wanneer het kabinet-Den Uyl
zijn regeringsperiode normaal
uitdient zullen er in mei 1977
weer Kamerverkiezingen ge
houden worden. De Neder
landse Vereniging voor Vrou-
wenbelangen wil deze gele
genheid aangrijpen om meer
vrouwen in het parlement te
krijgen en heeft daarom alle
politieke partijen aangeschre
ven met het verzoek vrouwen
op verkiesbare plaatsen op de
lijst te zetten. Geven de poli
tieke partijen aan deze oproep
geen gehoor dan zal Vrouwen-
belangen, net zoals al eerder
bij de verkiezingen in 1972 is
gebeurd, een actie „voorkeur
stemmen voor vrouwen" ont
ketenen.
Vrouwenbelangen wil niet kos
te wat het kost een vrouw op
een ministerszetel krijgen, om
dat men daarmee zou voorbij
gaan aan de vraag of die
vrouw wel geschikt is voor die
positie.
De voorzitter van Vrouwenbe
langen, mevrouw Evenhuis-
van Essen: „Wij kiezen ook
voor de juiste mens op de
juiste plaats. Maar wij vragen
ons wel af of de juiste vrouw
de kans krijgt om op de juiste
plaats te komen. Ook Neder
land kent deskundige vrouwen
en met die voorradige deskun
digheid moeten zij ook de
kans krijgen een hoge positie
te bekleden. In Nederland is
de politiek echter nog steeds
een mannenzaak. Kijk maar
naar de cijfers van de verde
ling man-vrouw in de verschil
lende fracties. Bij de PvdA
zijn er 6 vrouwen op 43 frac
tieleden, bij de WD 4 op 22,
bij de ARP 2 op de 14, bij de
PPR 1 op de 7, bij de KVP
6 op de 27 en bij DS^O 1 op
de 6. Ik heb het gevoel dat
mannen nog steeds moeilijk
kunnen accepteren dat ook
vrouwen op hun manier een
funktie goed kunnen vervul
len. Er wordt in de politiek op
dit moment nog niet zo naar
een bekwame vrouw gezocht.
Men kijkt eerst of er geen
mannen voor die positie zijn",
aldus mevrouw Evenhuis.
„Vrijwilligerswerk van vrou
wen, bij voorbeeld in de be
jaardenzorg, wordt inmiddels
wel geaccepteerd. Komt zij
echter in een concurrentieposi
tie met de man, dan wordt het
moeilijker. Bereikt een yrouw
een hoge positie, zoals Ien van
den Heuvel, voorzitter van de
PvdA, dan wordt haar doen en
laten met argusogen gevolgd.
Wee haar gebeente wareneer ze
een fout maakt. Dan wordt dat
meteen breed uitgemeten.
Maakt een mannelijke partij
voorzitter daarentegen een
fo it, dan wordt dat doodge
zwegen", aldus mevrouw
Even huis.
„We kunnen de emancipatie er
alleen doorkrijgen wanneer
we een politieke stem in het
parlement hebben. Er zullen
dus meer vrouwen in het par
lement moeten komen", meent
zij. Maar is er dan niet de kans
dat het een te elitaire zaak
gaat worden?
„Die kans loop je natuurlijk
Mevrouw Evenhuis: „Wij
de juiste plaats".
als je het daar bij laat. Van
daar dat Vrouwenbelangen
ook in het veld werkzaam is.
Wij geven onder andere poli
tieke scholingscursussen om
de vrouwen te laten zien hoe
regeren eigenlijk in zijn werk
gaat, en hoe het staatsbestel
eigenlijk werkt. Ze maken er
kennis met de verschillende
politieke partijen en waar die
partijen voor staan. De cursus
sen werden dit jaar door ruim
5000 vrouwen bezocht, dus be
langstelling is er wel. Maar lid
worden van een politieke par
tij is nog een andere zaak,
gezien de praktijk dan. In de
praktijk komt het erop neer
dat de mannen lid worden van
een politieke partij. De vrouw
stemt wel op een partij maar
wordt meestal geen lid. De
willen de juiste vrouw op
vrouwen moeten dus beslist
actiever worden op dit ge
bied", aldus mevrouw Even
huis.
„Maar ja, dan zullen ze wel uit
de beschutting van hun huis
houden moeten komen. En dat
is vaak een grote en moeilijke
stap. Ik zie dan ook vaak dat
vrouwen de extreem feministi
sche groeperingen aangrijpen
om te kunnen zeggen: „Eman
cipatie? Moet dat zo? Moet ik
dan naar een vrouwenhuis?"
Maar dan zeg ik weer: Waar
haal je als vrouw eigenlijk het
recht vandaan om na je vijfen
veertigste, wanneer de kinde
ren uit huis zijn, niets meer te
doen. Terwijl je man op zijn
negenenveertigste een hartin
farct heeft".
MIEKE GOEDEMANS