MAO VERTROUWDE OP KRACHT VAN DE BOERENMASSA'S Ping-pong diplomatie opende deur naar het Westen H Politieke macht komt uit de loop van een geweer Mao's rode boekje: bijbel van culturele revolutie LiülUSE COURANT PAGINA 7 i li ■|-r« Mao tijdens zijn historische zwemtocht over de Yangtze rivier op 16 juli 1966. DEN HAAG Soms meedogen loos, maar altijd vastberaden baande Mao Tse-toeng zich een weg naar het leiderschap van het volkrijkste land ter wereld. Met zijq optreden wijzigde Mao de loop van de Chinese geschiedenis en gaf hij het internationale machtsevenwicht een belangrijke nieuwe dimensie. De 800 miljoen Chinezen van het vasteland wist hij door een 'revolutionaire en Spartaanse aanpak tot een gedis ciplineerde eenheid te smeden waarvoor hem eerbied en ontzag ten deel vielen. Vele mensen bui ten China hadden het niet begre pen op de man met het volle maansgezicht onder de linnen pet die de wereldrevolutie predikte. „Politieke macht", aldus één van zijn meest geciteerde uitspraken, „komt uit de loop van een ge weer". Mao sprak uit eigen ervaring. Zelden ver kreeg één man zoveel macht over zoveel mensen. Het „Rode boekje", met Mao's „gedachten", werd een inspirerende lei draad voor de Chinezen zowel als voor veel revolutionairen in het westen. Voor de specifieke Chinese situatie schiep Mao een nieuwe vorm van communisme die bekend werd al? het Maoïsme. Van meet af aan immers besefte hij dat in het voornamelijk op landbouw aangewezen China geen revo lutie kans van slagen zou hebben zonder de drijvende kracht van de boeren. Deze opzet van het communisme week in essentie af van de door de Sovjet-leiders verkondigde leer die gestoeld is op de rol van de arbeiders in het revolutionaire pro ces. Agrarische hervormingen prijkten da- nook op de eerste plaats van Mao's politie ke program. Toen de Franse staatsman en veldheer Napoleon Bonaparte meer dan een eeuw geleden eens aan een globe draaide, zei hij: „China? Daar ligt °n reus te slapen. Laat hem met rust, wai.i als hij wakker wordt zal hij de wereld in beweging brengen". Mao was de man die China uit zijn eeu wenlange slaap wekte. Onder zijn voor de buitenwereld vaak raadselachtige leiding voegde China zich bij de andere vier atoommogendheden, lanceerde het ruimte satellieten en begon het aan een uitgebreid industrialiseringsprogramma. Daarnaast werd de landbouw op revolutio naire wijze gereorganiseerd. Hierbij stond een van Mao's belangrijkste geschriften centraal: „Over het vraagstuk van dé coöp eratie in de landbouw", hetgeen ertoe leid de dat de collectivisatie op het platteland in snel tempo werd opgevoerd. Tussen de bedrijven door probeerde Mao steeds het volk in geestelijk opzicht te hervormen. Zo schreef hij „Over de correcte behande- ling van tegenstellingen binnen het volk", waannee hij de stelling uitwerkte dat ook onder het socialisme tegenstellingen zullen blijven bestaan, door de juiste behandeling waarvan de zogenaamde dialectische ont wikkeling zich voltrekt. Overigens kostte deze geestelijke hervorming zeer veel in spanning en bloed. Het belangrijkste politieke wapenfeit waar mee de wereld in de tweede helft van de 20ste eeuw werd geconfronteerd was de opkomst van communistisch China, aan vankelijk hardnekkig Rood China ge noemd. De invloed van Peking op het gebied van oorlog en vrede bleek moeilijk vast te stellen, vooral in de periode van ruim 20 jaar dat de volksrepubliek buiten de Verenigde Naties werd gehouden. China stelde de wereld dikwijls voor raadsels, waaraan ook na de toetreding tot de Ver enigde Naties in oktober 1971 geen einde kwam. Weliswaar betekende deze toetreding een doorbreking van het Chinese isolement, maar de ondoorgrondelijkheid van de wij ze waarop in Peking politiek werd gevoerd bleef grotendeels bestaan. Zelfs het sensa tionele bezoek van de Amerikaanse presi dent Nixon in februari 1972 aan de volks republiek vond in deze sfeer plaats, al werd bij die gelegenheid de wereld voor het eerst geconfronteerd met een voor Chinese begrippen verrassende openheid aan uiterlijke vormen. Strateeg Al vanuit de tijd dat hij het als guerrilla strijder met boerenlegers moest opnemen tegen beroepsmilitairen met moderne wa pens stond Mao bekend als een uitstekend strateeg. Deze eigenschap toonde hij bij voorbeeld tussen de jaren 1966, en 1969 toen hij de zogenoemde Culturele revolutie ontketende om vele Chinese leiders met „bourgeois"- en „rechtse" neigingen weg te zuiveren. Het was een periode van onder linge strijd waarin leden van de Rode Garde in het gehele land het recht op ruwe wijze in eigen hand namen. Mao kwam uit deze periode klaarblijkelijk versterkt als partijvoorzitter tevoorschijn, ofschoon hij later voor nieuwe uitdagingen werd ge steld. In het begin van de jaren zeventig bleek dat de invloed van „bourgeois"-krin- gen niet volledig was weggenomen. Voor Mao was dit aanleiding opnieuw een soort van culturele revolutie te gelasten, dit keer in de vorm van een campagne tegen de oude Chinese wijsgeer Confucius en oud minister van defensie Lin Piao. 1 Als politiek theoreticus paste Mao het mar xisme aan bij de behoeften van China. Na de dood van Josef Stalin ontstond daar over een ideologische strijd tussen Moskou en Peking waarbij Mao zich met kracht verzette tegen wat hij noemde het „Revisio nisme" van de nieuwe Russische leiders. Het peil van de relaties met Moskou daalde tot een ongekend dieptepunt en het kwam zelfs tot vechten aan de Russisch-Chinese grens. Communistische partijen in de gehe le wereld vielen uiteen in Moskou-gezinde en Peking-gezinde groeperingen. Met Maoïsme werd een mode-cultus onder re- volutionarie studenten in vele landen. De Chineseleider met zijn bleke, ronde gezicht en hoge voorhoofd zal de geschie denis ingaan als een van de grootste lei ders van deze eeuw. Mao was in zijn aanpak beurtelings dogmatisch en soepel. Met typische boerenhumor zei hij eens: „Er zijn mensen die denken dat het Marxisme een soort magische waarheid is waarmee elke kwaal te genezen is. Wij moeten hun duidelijk maken dat dogma's onbruikbaar der zijn dan koeiemest. Mest kun je gebrui-' ken om het land vruchtbaar te maken". De leiders in het Kremlin beschuldigde hij van dogmatisme, terwijl men daar juist stelde dat Mao de aarts-dogmaticus was. Vele westelijke staatslieden beschouwden de militante leer van Mao aanvankelijk als een veel groter gevaar voor de wereldvrede dan de Sovjet-variëteit van het communis me. Terwijl Moskou pleitte voor een vreed zaam naast elkaar bestaan, noemde Mao oorlog „de hoogste vorm van strijd voor het oplossen van tegenstellingen", wanneer die in een bepaald stadium komen. „Poli tiek is oorlog zonder bloedvergieten", zei hij eens, „terwijl oorlog politiek bedrijven is met bloedvergieten". Onder invloed van het Russisch-Chinese geschil werd de meningsvorming in het westen later gewijzigd, mede ook doordat premier Tsjoe En-lai bijvoorbeeld de EEG- landen opriep rekening te houden met de agressie van het „Russisch revisionisme". In ieder geval zeggen militaire deskundi gen het te betwijfelen of de communisten zonder de leiding van Mao erin zouden zijn geslaagd China te veroveren en daarna tot eenheid te brengen. Dichter Ondanks deuitzonderlijke persoonsver heerlijking die rond Mao ontstond gedroeg hij zich steeds zeer eenvoudig. Hij hield ervan zich in eenzaamheid terug te trek ken, hetgeen diverse malen tot geruchten leidde dat hij was overleden. Naast zijn andere kwaliteiten was Mao een man van studie en een dichter. Hij was een verwoed lezer, niet alleen van Chinese klassieke werken, maar ook van (vertaalde) werken van Darwin, Rousseau, Montesqieu en Smith. Zijn gedichten over natuur en revo lutie schreef hij op de uiterst verfijnde en traditionele Chinese wijze. Mao was een zware roker die een zwak had voor de sterk gekruide spijzen van Hoenan, de provincie waar hij geboren werd. Hij ver kondigde eens de theorie dat men met dit scherp gekruide voedsel de beste revolutio nairen kweekt. Van de aan zijn leiderspositie verbonden materiële privileges maakte Mao slechts een bescheiden gebruik. Hij leidde een betrekkelijk sober bestaan in een eenvou dig gemeubileerd huis waar hij woonde met zijn vierde vrouw, de actrice Tsjiang Tsjing, met wie hij sinds 1939 getrouwd was. Deze Tsjiang Tsjing speelde later een actieve rol in de culturele revolutie en werd in 1969 gekozen tot lid van het Politburo. Uit drie van de vier huwelijken van Mao werden in totaal negen kinderen geboren. Deze leefden allen rustig buiten de publiciteit. Mao Tse-toeng werd op 26 december 1893 geboren in de provincie Hoenan. Al in zijn jeugd was hij getuige van het ter dood brengen van opstandige boeren tijdens de periodiek terugkerende hongersnoden in Hoenan. Hij groeide op met twee intense gevoelens: een van haat jegens zijn vader die een slechte reputatie had door zijn behandeling van gezin en knechten, en een van medeleven met alle opstandigen. Deze instelling bracht hem spoedig in contact met de denkbeelden van Soen Yat-sen, de revolutionaire leider die de keizerlijke dy nastie omver wilde werpen. Mao ontdeed zich van zijn vlecht het symbool van dienstbaarheid aan de dynastie, en sloot zich bij het uitbreken van de revolutie in 1911 aan bij de plaatselijke verzetsstrij ders. De Mandsjoe-dynastie werd in 1912 afgezet. Mao, die zichzelf al vroeg Marxist noemde, begon in 1920 voor het eerst arbeiders politiek te organiseren. Het volgende jaar behoorde hij tot de twaalf leden die de Chinese communistische partij oprichtten. Hoewel deze partij aanvankelijk de instem ming had van de Kwomintang van Tsjang Kai-sjek keerde de leider van de nationalis ten zich al spoedig tegen de communisten, hetgeen het begin was van het langdurige conflict waardoor het land werd ver scheurd. Mao was vanaf 1927 bijna voordu rend op de vlucht voor de nationalistische regering in Nanking en al hadden vier afzonderlijke „vernietigingscampagnes" niet het gewenste resultaat, een blokkade door een sterke strijdmacht in 1934 maakte de positie van de communisten in het bergachtige grensgebied tussen Kiangsi en Foekien (waar een Sowjet-regiem was ge sticht) onhoudbaar. Mao besloot toen een actie die tot een epos van het moderne Chine zou worden. Lange mars In de nacht van 16 oktober 1934 braken ongeveer 100.000 communistische militai ren door de nationalistische omsingeling en begonnen de „Lange mars". Vrouwen, bejaarden en kinderen sloten zich bij hen aan. Voortdurend belaagd door nationalis tische troepen trokken Mao en zijn volge lingen eerst naar het zuiden, vervolgens naar het westen langs de grens met Tibet en daarna in noordelijke richting. Deze fantastische odyssee door twaalf provin cies, waarbij 18 bergruggen en 24 riviereh werden overgetrokken, duurde een jaar. Toen men eindelijk in oktober 1935 Jenan in de afgelegen noordwestelijke provincie Sjensi bereikte, waren er nog slechts 20.000 militairen over van degenen die de tocht waren begonnen. Deze geweldige verliezen werden voor een deel goedgemaakt door de grote aantallen boeren die zich onder weg hadden aangesloten. Mao zelf legde de tocht vrijwel geheel te voet af - alleen toen hij ziek was werd hij enige weken op een muilezel meegevoerd. In Jenan legde Mao de grondslagen voor zijn succesvolle guerrillatheorieën en -tech nieken. Hij gaf daaraan gestalte in de vorm van zijn belangrijkste geschriften, zodls „Over de langdurige oorlog" en „Strategische problemen van de Chinese revolutionaire oorlog". In 1937 kwam op nieuw een Verenigd Front met de nationa listen tot stand, nu om de Japanse agressor te weerstaan. Verscheidene geschriften en toespraken van Mao uit deze periode gaven de wisselvalligheden weer van deze Ver enigd Front-politiek die al spoedig weinig meer bleek dan een dode letter. Onderhan delingen met de nationalistische regering en bemiddelingspogingen van de Ameri kaanse generaal Marshall in 1945-1946 lie pen op niets anders uit dan een omvangrij ke burgeroorlog. Niet in de laatste plaats dankzij de onder Mao ontwikkelde organi satie en strategie wisten de communisten hun tegenstanders in korte tijd van het vasteland te verdrijven. Op 1 oktober 1949 werd in Peking de Chinese volksrepubliek uitgeroepen, waarvan Mao staatshoofd werd. Zijn ideeën over de regeringsvorm had hij enkele maanden eerder al neerge legd in een belangrijk stuk: „Over de democratische dictatuur van het volk". Honderd bloemen In het begin van de jaren vijftig legde Mao Tse-toeng de basis voor de ontwikkeling van de industrie en de landbouw. Hij voerde hervormingen in en organiseerde campagne? tegen verspilling, bureaucratie en corruptie. Ook verkondigde hij zijn beroemde stelling, Laat honderd bloemen- bloeien, laat honderd scholen wedijveren De campagne van de honderd bloemen duurde slechts een paar maanden. Vele intellectuelen die reageerden met kritiek op het communistische stelsel werden gearresteerd of als „rechtse afwijkelingen'"' gedegradeerd. In het patroon van de indus trie en de landbouw kwam sinds 1958 drastisch wijziging door de politiek van de „Grote sprong voorwaarts". Volkscommu nes werden opgericht, bestaande uit reus achtige landbouwgemeenschappen, elk on der centrale leiding van de partij. Aan deze voortdurende binnenlandse campagne lag Mao's theorie van de „permanente revolu tie" ten grondslag. DEN HAAG De radikale politiek die Mao in zijn leven voorstond stuitte op veel verzet, vooral van beroepspartij mensen en pragmatische experts in de economie en strijdkrachten. Mogelijk uit ontgoocheling hierover liet Mao eind 1958 weten niet als staatshoofd herkozen te willen worden. Zijn plaats werd ingenomen door Lioe Sjao-tsji, die in 1967 echter het belangrijkste slachtoffer van de culturele revolutie werd. Binnenslands brak een periode van herstel en consolidatie aan. In de loop van 1960 kwam het blijkbaar reeds lang sluimerende conflict tussen Peking en Moskou geleidelijk in de openbaarheid. In dit conflict was het belangrijkste strijdpunt aan wie, op ideologische gronden, het leiderschap van de internationale communistische beweging toekwam. De Chinese com munisten eisten voor „het denken van Mao Tse-toeng als creatieve verrijking en verdere ontwikkeling van het mar- xisme-leninisme" een internationale ideologische rol op. Hoewel Peking en Moskou al enige jaren onderhandelin gen voeren ter oplossing van de grens conflicten bestaat dit ideologische con flict nog in volle omvang. In verschillende campagnes dikwijls vanuit de strijdkrachten begonnen herstelde Mao zich in de jaren zestig van de in 1958 geleden tegenslag. Zijn persoon werd als de grote leider en het1 inspirerende voorbeeld steeds meer naar voren gehaald. Het'hele volk werd aangespoord het denken van voorzitter Mao creatief te bestuderen en toe te passen. In 1964 publiceerde het volksbe vrijdingsleger de eerste editie van het „Rode boekje" met citaten van Mao. De eerstvolgende jaren werd het in tiental len miljoenen exemplaren herdrukt, het standaardattribuut Van al zijn aanhan gers. Bloemlezing Hieronder een aantal citaten uit het Rode Boekje. Wij moeten ons los maken van machte loze gedachten. Alle meningen die de krach't van de vijand overschatten en de kracht van het volk onderschatten, zijn verkeerd. Ons uitgangspunt is dat de partij baas is over het geweer en dat het geweer nooit toegestaan mag worden de baas te spelen over de partij. Minder en betere troepen zijn makkelij ker te leiden. Toespraken, artikelen en beslissingen moeten alle kort zijn en direct op het doel af gaan. Vergaderin gen dienen niet te lang te zijn. Mensen en mensen alleen vormen de drijfkracht in de wereldgeschiedenis. We dienen bescheiden en voorzichtig te zijn, op te passen voor eigenwijsheid en overhaastheid en het Chinese volk met hart en ziel te dienen. Wat we nodig hebben is enthousiasme maar helderheid van geest en intens maar ordelijk werk. Wacht niet totdat de vraagstukken zich opstapelen en veel moeite veroorzaken, voordat ze opgelost worden. Leiders moeten voorop lopen en niet bij de gebeurtenissen achterop zijn. De drie hoofdregels voor de discipline zijn de volgende: 1. gehoorzaam in al uw acties de order. 2. ontneem aan de massa zelfs geen naald of stukje draad. 3. lever alles wat u in beslag genomen heeft in. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Tot eind 1970 bleef China gesloten voor de buitenwereld. De redenen: de Grote Prole tarische Revolutie die de val van talrijke „revisio nisten" uit de partij opleverde en Mao de onbetwist bare macht gaf over regering, strijdkrachten en de partij. Lin Piao, de minister van defensie, die als naaste wapenbroeder van Mao voorbestemd was diens opvolger te worden kwam bij een vliegtuigon geluk om het leven. Lin zou naar Moskou willen vluchten na een mislukte staatgreep tegen Mao. Na deze interne strijd om de hoogste macht spande China zich in om zijn positie binnen de wereldgemeenschap te normalise ren. Er werd een opening naar het Westen gemaakt In oktober 1971, kort voordat Peking tot de Verenigde Naties werd toegela ten opende China op unieke wijze zijn grenzen voor een groep Amerikaanse tafeltennisspelers. De gasten werden hartelijk onthaald door premier Tsjoe En-lai die verklaarde dat met de komst van de Amerikanen een nieuwe bladzij was opgeslagen in de Chinees- Amerikaanse betrekkin gen. Hoewel de motieven die aan deze onverwachte „pingpong- diplomatie" ten grondslag lagen, moeilijk te doorzien waren, werd het initiatief door Washington welwillend ontvangen. Het resultaat was een verzachting van de handelsbelemmeringen tegenover Peking en het historische bezoek van president Nixon aan China, gevolgd door een legertje journalisten. Niettemin bleef Amerika één van de weinige landen die Peking niet officieel hadden erkend. Wel stelden de Amerikanen in Peking een verbindingsbureau in. De Chinese hoofdstad stond na het bezoek van Nixon gastvrij open voor veel delegaties uit de westelijke wereld. Met ingang van de jaren zeventig kwam binnen China de nadruk te liggen op herstel van de stabiliteit, de ordelijke economische vooruitgang en de discipline. De 800 miljoen Chinezen zullen Mao missen. Hij immers heeft hun, na vele tientallen jaren van oorlog en onderdrukking, een vorm van rust gegeven in een klimaat waarin een betrekkelijke welvaart mogelijk is. In februari 1972 werd de kroon gezet op de ping-pong c China. De toenmalige president van de Verenigde Staten, een bezoek aan de Chinese partijleider Mao Tse-toeng.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 7