WE HOREN
AL BIJ DE
OUDEREN"
„Verjonging
doorslag
gevend
voor
D0C0S"
AANVALLEND
MISSEN
WE HEEL
WAT
SEIZOEN
HANDHAVEN
SPORTTRIBUNE
JJ
Jos, Dick
en Wilbert
Witteman:
Ruud
van der Meel:
Jos Faas
(Sportclub Lisse):
Albert Lamberts
(Randstad Sport):
Melbi Raboen
(LFC):
„SPELERS
MOETEN
ZICH IN
DERDE KLASSE
WAARMAKEN"
VAN NISPEN
KIEST VOOR
DE AANVAL
LEIDSE COURANT
PAGINA 7
OEGSTGEEST Gezamenlijk
brachten ze al vierentwintig jaar in
UDO's eerste team door. Jos (27)
houdt zich ai twaalf jaar in dit keur
korps op, Dick (22) begint aan z'n
zevende seizoen en Wilbert (20)
mag zich gaan opmaken voor z'n
vijfde jaar in UDO 1. „De oude
garde van UDO", grapt aanvoerder
Jos Witteman. En serieus: „Op dit
moment kunnen we ons inderdaad
al tot de „ouderen" gaan rekenen.
Als alles dit seizoen loopt zoals het
moet gaan lopen heeft het eerste
een gemiddelde leeftijd van 21
jaar.
Een drastische verjongingskuur die twee jaar
terug werd ingezet. Talentvolle jeugd meldde
zich aan bij de nieuwbakken Oegstgeestse
derdeklasser en UDO profiteerde. „Terecht",
meent Jos nu. „De jeugd moet zo snel moge
lijk doorkomen. Natuurlijk mag je de zaken
nooit forceren, maar op tijd inzetten kan
alleen maar positief werken".
Snel resultaat bleef ook niet uit. Ondanks het
gebrek aan ervaring, werd het kampioenschap
van de vierde klasse behaald. „Onverwacht",
is de overheersende mening van de gebroe
ders. „We hoopten er zelfs niet op, totdat
duidelijk werd dat we met onze instelling, en
een verschrikkelijk sterke conditie toch hoog
konden komen". En Jos: .Voornamelijk het
werk van onze trainer, Henk Swaak. Hij heeft
ons steeds voorgehouden dat je met een
IJzersterke conditie overal kon komen. Nou,
dat klopte."
Trainer Swaak. een jaar eerder nog spelend
in UDO's eerste team, wordt door de drie
Wittemannen toch veel lof toegezwaaid. Jos:
„Toen ik hoorde dat hij ging trainen keek ik,
en ook andere spelers, er echt tegen op. Maar
qua capaciteiten en tactiek bleek hij zo goed
op de hoogte, dat we hem al heel snel als
trainer aanvaardden."
Toch. ondanks het succesvolle seizoen '75-76
en de goede sfeer van dit moment, verwacht
aanvoerder Jos Witteman dit seizoen geen
wonderen van UDO. „We kunnen een goede
middenmoter worden. Maar daar zullen we wel
elke wedstrijd voor tegen aan moeten gaan.
De verschillen in deze klasse zijn verschrikke
lijk klein".
Dick noemt de beginfase van de competitie
als doorslaggevend. „We hebben gewoon een
erg jong elftal. Als we nu de eerste wedstrij
den goed doorkomen, dan geloof ik er zeker
in. Anders wordt het misschien nog erg moei
lijk." En Jos. aanvullend: „Het is natuurlijk ook
de vraag hoe we als ploeg tegenslagen zullen
In ieder geval kan het Oegstgeestse
publiek ook dit seizoen weer sensa
tie verwachten. „We wisselen stom
me momenten af met verschrikkelijk
goede", stelt Dick. „En dat is hoe
je er ook over denkt, zonder meer
aantrekkelijk voor het publiek.
„Ik ben alleen nog geen doelman geweest".
LEIDEN „Waarom DOCOS nog
steeds derdeklasser is? Nou, we
zijn gepromoveerd uit de vierde
klasse en nog niet naar de tweede.
Nee, ik zou het echt niet weten. We
zouden wel kunnen meedraaien in
een tweede klasse. Tenminste als
je af zou gaan op de resultaten in
oefenwedstrijden tegen tweede
klassers".
Ruud van der Meel (24 jaar) gaat zijn zesde
jaar in als eerste-elftalspeler van DOCOS. Voor
de verandering als voorstopper dit maal. „Op
welke plaatsen ik allemaal gespeeld heb, hou
je niet voor mogelijk. Ik ben bijzonder lang
in de race om het kampioenschap van de
derde klasse. Vlak voor de ontknoping moest
de rood-witte brigade van trainer Ger Linker
hof echter afhaken. „De laatste vier thuiswed
strijden hebben we allemaal verloren. Dat
heeft ons de das omgedaan. Alleen van Sport
club Lisse wonnen we nog, maar toen was
de zaak al bekeken. Uit wonnen we overigens
vrij veel wedstrijden. Tegen lagere ploegen
spelen we echter te gretig en dan gaan we
de mist in. Het gaat in een bepaalde wedstrijd
goed en je speelt gewoon gemakkelijk, maar
dan ga je met teveel mensen naar voren en
boem, daar heb je een counter en je staat
met 1-0 achter".
DOCOS zal met praktisch dezelfde ploeg bin
nen de lijnen verschijnen. „Je hoort haast
nooit, dat een bekende speler naar DOCOS
komt Je hebt nog steeds de naam. dat je
een katholieke vereniging bent. Je hebt een
bepaald image. Ik dacht, dat wij een nette
vereniging zijn. Nou wil ik niet zeggen, dat
je die spelèrs van buitenaf nodig hebt, maar
ja, als je enkele spelers krijgt die een paar
klassen hoger gespeeld hebben, dan promo
veer je wel een stuk sneller".
Van de oudere kern van DOCOS zijn nog
slechts enkele spelers over gebleven. De ver
jonging, die in feite begon met de komst van
Ruud van der Meel is nu volledig doorgezet.
Aanvoerder Van der Meel: „Er zijn een paar
jaar geweest, dat we minder in het talent
zaten, maar dat is nu veel beter. Het is
natuurlijk wel zo, dat als je veel goede jeugd
spelers hebt en je doet er niets mee, dan
wordt het nog niks. Maar ik dacht wel. dat
ik kon zeggen dat wij goede jeugdleiders
hebben. Die verjonging lijkt mij nu doorslag
gevend.
Het is de verdienste van Linkerhof, dat er
beter en feller gespeeld wordt. Linkerhof heeft
een Engelse opleiding gehad. Niet dat we nu
typisch Engels voetbal spelen, maar aan de
mentaliteit kun je het wel merken. De mentali
teit is duidelijk veranderd. De jongere spelers
hebben er veel meer voor over. Die houden
er 's zaterdags rekening mee, dat ze de ande
re dag nog moeten voetballen. Dat doe ik zelf
ook. Ik laat er echt een glaasje pórt („rode
voor de fans") voor staan. Ik ga niet vroeger
naar bed. want je kan tenslotte 's zondags
uitslapen. Kijk, als ik de hele avond rustig heb
zitten doordrinken en ik speel de andere dag
een rotwedstrijd, dan denk ik bij mijzelf: joh,
had dat nou maar niet gedaan".
„Ik vind ook, dat je als eerste elftalspeler
bepaalde verplichtingen hebt. Er is een trainer
aangetrokken, je krijgt op de trainingen altijd
goed materiaal om mee te werken en dan vind
ik wel, dat je je een beetje op zo'n wedstrijd
moet voorbereiden".
Noordwijkerhout „Wat Sportclub Lis
se mist blijft een mysterie. Tegen
sterke clubs pakken we de punten,
terwijl wij tegen lager geklasseerde
ploegen verliezen. Ik geloof niet dat
we even gemotiveerd naar elke
wedstrijd toegingen".
De tweeëntwintig-jarige Jos Faas is overtuigd
van de kwaliteiten van het team van trainer
Spiers, maar vraagt zich vertwijfeld af, waarom
die kwaliteit nooit wordt uitgedrukt in een
kampioenschap of promotie. Ook in het afge
lopen seizoen waren de verwachtingen hoog
gespannen. „We hadden ergens gerekend op
een plaats boven de middenmoot. We hebben
een sterke jeugdafdeling. Het tweede- en der
de team speelt in de reserveklasse KNVB.
Kwaliteit is er dus volop, maar het komt er
alleen nooit uit".
Sportclub Lisse maakte een alleszins redelijke
start, maar na verloop van tijd werden de
resultaten toch minder en moest uiteindelijk
wederom gestreden worden voor degradatie.
„Halverwege de competitie gaat misschien wel
eens het idee overheersen, dat je toch in een
kansloze positie staat ten opzichte van de
koplopers. Dat idee van volgend jaar zien we
wel weer".
„Een groot aantal spelers speelt al een be
hoorlijke tijd met elkaar samen of hebben in
de regionalen met elkaar gespeeld. Misschien,
dat je op het laatst dan toch een verzadigde
stemming krijgt. Er zit in ieder geval niet
voldoende spirit achter. Je kunt volgens mij
drie mogelijkheden aangeven, waarom wij zul
ke slechte resultaten boeken. Aan de ene kant
is het misschien gemakzucht of een gebrek
aanconcentratie, terwijl er aan de andere kant
te vaak wordt gespeeld op routine".
Het team van voorstopper Jos Faas legt een
opvallende produktiviteit aan de dag. „Vorig
seizoen speelde dat heel sterk. We sloten de
tegenstander op op zijn eigen helft en toch
wisten wij geen doelpunt te maken. Het ge
beurde, dat je door een counter met 1—0
achter kwam te staan, terwijl je vlak daan/oor
de kansen had gehad om met 2—0 de leiding
te nemen".
Sportclub Lisse miste duidelijk een organisa
tor op het middenveld, een spelbepalende
figuur. Die door het vertrek van Frans van der
Laan opengevallen plaats niet werd opgevuld.
Theo Godyla, die weer terug gekeerd is naar
Lisse na een kort verblijf bij Teylingen, lijkt
de taak van Frans van der Laan over te
nemen. „In de oefenwedstrijden wordt Theo
bijzonder vaak aangespeeld en is hij ook wel
de dominerende figuur".
„Maar in aanvallend opzicht missen
wij nog heel wat. We hebben een
jaar gehad, dat Harrie van der Zwet
achttien doelpunten maakte. Een jaar
later scoorde hij slechts viermaal.
Dat gaat aan een team vreten, omdat
er verder geen schutters bijzitten.
Nee, we zullen weer vanuit een ver
sterkt middenveld de aanval moeten
zoeken. Maar laten we hopen, dat
Harrie weer een paar doelpunten
maakt, zodat we in het begin meteen
in de kopgroep meedraaien".
Albert Lamberts - „Niet de boot In....
Voorschoten „Zet er maar onder:
Laten we dit Jaar alsjeblieft de boot
niet ingaan". Albert Lamberts sug
gestie voor het foto-onderschrift
klinkt pessimistisch, maar zo be
doelt de 29-jarige speler van Rand
stad Sport het niet: „Het Is meer
een kwestie van reëel zien", is zijn
verklaring. „We hebben met Rand
stad Sport In korte tijd ontzettend
veel bereikt Vanuit de LVB direct
opgerukt naar de tweede klasse van
de KNVB. Dat Is gewoon grandioos.
Maar als er een ding is waar we
voor moeten uitkijken na de degra
datie van vorig seizoen, Is het wel
dat we nu Ineens weer terugzak
ken."
Een gevaar dat wel degelijk aanwezig is,
meent de Voorschotense politie-agent: „Je ziet
het bij meer verenigingen. Zo zijn ze er, zo
zijn ze weer helemaal weg. Dat mag ons niet
gebeuren".
Maar het wordt moeilijk. Albert: „Randstad
Sport zit nu al jaren met het probleem van
een te kleine selectie. Jaren kan het dan goed
gaan, maar als het fout gaat, loopt het goed
fout. Vorig jaar bijvoorbeeld: er vallen een
paar spelers weg en de ploeg zakt direct op
de ranglijst. Dit jaar ziet het er wel wat beter
uit met de komst van drie nieuwe spelers en
de mogelijkheid dat er twee junioren (Rudie
Verberne en Gerrit Baardwijk) doorbreken.
Maar het blijft oppassen".
Oppassen en in de breedte uitbouwen. Lam
berts: „We moeten bij Randstad gaan probe
ren in de breedte te werken. Zorgen dat het
tweede elftal wat hogerop komt, zorgen dat
er wat senioren-elftallen bijkomen. Voor de
vereniging is dat veel belangrijker dan bijvoor
beeld een kampioenschap van het eerste.
De jeugd. Een hoofdstuk apart voor Lamberts:
„Ik zou graag zien dat er veel talentvolle jeugd
naar de selectie overkomt. Nu moeten we het
als vereniging nog teveel hebben van spelers
van buitenaf die naar Randstad komen. Hou
me ten goede, ik ben blij dat ze komen, maar
een eerste elftal vol echte, jeugdige Voorscho
tenaren blijft natuurlijk ideaal...."
Voor zichzelf hoopt Albert Lamberts
op een „fijn" seizoen. „Het moet
mogelijk zijn dat Randstad Sport
zich goed handhaaft. Voor de spe
lers zou zo'n seizoen ook een vera
deming betekenen. Na een jaar vol
vier-puntenwedstrijden en zenuwen
toestanden, gewoon een seizoen
lekker voetballen
En tot slot: „Die boot hé, die gaan
we niet in...."
LEIDEN Melbi Raboen wil er
niet aan. De dit seizoen van
LDWS naar LFC overgekomen
enthousiaste 29-jarige trainer
past er voor „zijn" kanaries als
de favoriet in de derde klasse
van start te laten gaan. Stelt wel
„vanzelfsprekend" blij te zijn met
de terugkeer van potentiële eer-
steklassespelers als John Ver
schoor, Piet Gubler, Cockle van
Weerlee, Koos Bekooij en Teun
Hoek, maar heft direct waarschu
wend de hand. „Akkoord. Je mag
zonder meer zeggen dat LFC nu,
qua spelersmateriaal in de eerste
klasse zou kunnen meekomen.
Maar dat is de realiteit niet LFC
is derdeklasser. Die spelers ko
men dus ook in de derde klasse.
En in de derde klasse voetballen
is heel wat anders dan twee
klassen hoger. Ze zullen zich
eerst hier moeten waarmaken".
„Waarmaken". „Overschakelen". „Aanpas
sen".
Melbi Raboen blijft er op hameren. Vanuit
eigen ervaring weet hij hoe groot het
verschil wel is. „Ik heb zelf jaren in RVC
gespeeld. Twee jaar terug kwam ik als
speler/trainer bij WSB in de vierde klasse
terecht. En ik kan je eerlijk vertellen dat
dat me bar slecht is bevallen. Maar ik heb
er wel van geleerd. Hoe lager je komt, hoe
harder er moet worden gewerkt. Hoe meer
er moet worden geïncasseerd door de
spelers. En dat is voor mij nu het grootste
vraagteken. Kunnen die jongens, die aan
top-voetbal gewend zijn. dat ook".
Het wil allemaal niet zeggen dat Melbi
Raboen niet gelooft in een hoger spelend
LFC. „Maar we hebben wel tijd nodig: Tijd
om ons te kunnen aanpassen. Tijd om de
klappen die LFC de laatste twee seizoenen,
heeft gehad te kunnen opvangen. Tijd om
het moreel van alle spelers weer op het
vereiste peil te krijgen. Als we zover zijn
dan is de mogelijkheid daar om het begrip
LFC als topclub weer nieuw leven in te
blazen. Eerder niet".
De eerste drie wedstrijden van het komen
de seizoen worden door Raboen als uiterst
belangrijk ervaren: „In die wedstrijden kun
nen we zien hoe ver het „nieuwe" LFC
is. Eerst krijgen we Randstad Sport, ook
een degradant van vorig seizoen, dan te
gen VCS, al jaren een topper in de derde
klasse en dan een kampioen van vorig jaar.
Hillegom. Pas dan kunnen we zeggen waar
we ongeveer staan".
En dan, eerlijk besluitend: „Het Is geen
voetbaltactiek. Niet het bewust naar de
outsiders-positie toewerken. Maar het Is
gewoon zo dat goed spelersmaterlaal niet
direct een kampioenschap maakt Zeker
niet In een derde klasse...".
De Zilk Van Nispen, dat in het afgelopen
seizoen als nieuwbakken derdeklasser ver
raste met een derde plaats, heeft een
succesvolle oefenperiode achter de rug.
Opvallend was zelfs de produktiviteit, die
de ploeg van trainer Van der Gevel aan
de dag legde.
Secretaris Floris: „Tegen Fortuna Vlaardin-
gen speelden wij met 2-2 gelijk en van Ter
Leede wonnen wij met 3-0. Vijf doelpunten
in twee wedstrijden.-Dat hebben we vorig
jaar nog niet meegemaakt". Het moeilijk
tot scoren komen deed aan het eind van
het vorige seizoen de florissante positie
van Van Nispen op de ranglijst teniet. Op
de cruciale momenten moest de equipe
van Van der Gevel, die Van Nispen nu voor
het derde jaar -onder zijn hoede heeft, te
veel gelijke spelen toestaan.
Floris: „We hebben lang meegedongen
naar het kampioenschap, maar de vele
gelijke spelen aan het slot van de competi
tie hebben ons gewoon gebroken. We
maakten te weinig doelpunten en verspeel
den op ongelukkige wijze de winstpunten".
Aan een voorspelling durft de heer Floris
zich niet te wagen. „De krachtsverschillen
in de derde klasse zijn bijzonder klein. Je
kunt je halverwege de competitie geen rare
bokkesprongen veroorloven, want dan be
land je onmiddellijk in de staartgroep. Je
zult je best moeten doen om in de eerste
helft van de competitie zoveel mogelijk
punten te verzamelen, want als je eenmaal
in die staartgroep beland bent, dan is het
bijzonder moeilijk om je omhoog te wer
ken. Desondanks prefereren wij een inde
ling in West 2 boven die in West 1. Voor
ons is die competitie gewoon interessanter,
zeker nu er zo'n groot aantal verenigingen
uit Leiden en omstreken in uitkomen".
Trainer Van der Gevel zal met dezelfde
ploeg de competitie ingaan als waarmee
hij de vorige afsloot. De selectie van 34
spelers kent geen nieuwe gezichten, behal
ve dan enkele van de junioren overgeko
men jeugdspelers. Floris: „Het is de bedoe
ling, dat wij sterk aanvallend gaan spelen.
We hebben vorig jaar weinig doelpunten
gemaakt en daarom zullen wij dus nog
meer het accent op de aanval moeten
leggen".
Dick (liggend), Jos (met baard) en Wilbert Witteman: goed voor vierentwintig jaar UDO 1.