Voetballers bewonderen wielrenners BEN HOPPENBROUWER KRIJGT NOG STEEDS VERVELENDE TELEFOONTJES Voetbal en wielrennen zijn onge twijfeld de twee populairste spor ten in Nederland. Beide sporten kennen duizenden beoefenaars en supporters. Twee totaal verschillende groothe den. De eerste ondanks de ploegentaktiek gericht op indivi dualisme, de tweede op het col lectief, waarbij de virtuositeit van een enkeling van groot belang kan zijn. Met het oog op het voor de deur staande begin van de betaald- voetbal-competitie en de wereld kampioenschappen wielrennen bracht onze sportredactie twee voetballers (doelman Jan van Be- veren en zi|n ploeggenoot van PSV, René van de Kerkhof) en twee prominente wielrenners (we reldkampioen Hennie Kuiper en nationaal titelhouder Jan Raas) bij elkaar om te discussiëren over beide sporten. Een gesprek, dat zeer verhelde rend was voor de twee tandems, want hun nieuwsgierigheid naar het doen en laten in de sport en het privé-leven van de ander werd voor een groot deel bevredigd. Voor een groot gedeelte, want zoals Jan van Beveren het aan het eind van de interessante cau serie zei: „Hier zou |e uren over kunnen praten. Ik had nog wel honderd vragen voor die gasten." 'akkert ig en 1REDA Nog voordat het gesprek aar is legonnen is, heeft Jan van Beveren te 41 zijn grote bewondering uitgespro- fe in*ien voor de wielrenner in het alge- ,n gevj>een. „Het staat voor mij als een zaken laai boven water dat een wielren- ovenger over meer karakter moet be an netghikken dan een voetballer. Het is alle prQen raadsel voor mij dat die man- |s9fk Jen dagelijks zoveel uren op de C gebe|e,s kunnen zitten. Zij rijden zich iimstr#ven uur aan een stuk zo ongeveer lijkt heg en de volgende dag staan ze n een r weer. Dat is voor mij onbegrijpe-. tezijjk." ook in' ype vat je (na£né van de Kerkhof valt hem onmiddellijk jlden. »'k beb een keer aan 600 wedstrijdje jpvattirpegedaan. Het ging maar over achttien kilo- ioeg," P,er- 'k was echter kapot toen ik van de ,n n'iet ts stapte. Ik snap niet dat die renners dat iut te $9en v0' kunnen houden." an^'er n'e Ku'Per en dan Raas grinniken voldaan. Ik beni aPPrec'atie van bun gezwoeg onder vaak rja-irre omstandigheden kunnen zij wel waarde- als extf' Zi' wi'zen de voetballers erop dat zij gelijks werken aan oen geweldige conditie, - zo heeft vergelijkingsmateriaal van onder ïer de Bredase sportarts Hein van Opstal irt, berigewezen - een stuk beter is dan die van jegeeft®tballers. „Maar", slechts anderhalf uur een is een,timale prestatie te leveren, waarin hij boven- laker. ,2n nog een pauze heeft. Een wedstrijd voor iel, dafs Puurt veel langer. Daarom moeten wij ift gekn i, dat c gewoon wel veel meer trainen. Zeker met het oog op de grote rondes. Voor je daar aan begint, moet je enorm veel kilometers in de benen hebben." René van de Kerkhof: „Het is, dacht ik, moeilijk te vergelijken. Onze conditie is ook heel anders opgebouwd." Gemakkelijker Hennie Kuiper vindt dat een voetballer het met meerdere zaken gemakkelijker heeft. In de eerste plaats al doordat hij in een team speelt. Kuiper: „Een voetballer, die de hele wedstrijd slecht speelt, maar het winnende doelpunt maakt, is toch de gevierde man. Bovendien kan het slecht spelen van een voetballer opgevangen worden door zijn ploeggenoten. Het valt daardoor minder op." „Dat klopt", beaamt René van de Kerkhof, „als voetballer kun je je altijd wel wegsteken als het niet zo goed gaat. Je kunt je verschuilen. Als wielrenner kun je dat nauwelijks. Als je niet mee kunt moet je eraf." „Inderdaad", aldus Hennie Kuiper, „Bij ons is het niet te verdoezelen als we slecht rijden. Dan verliezen we minuten en zijn we afgebrand." Jan van Beveren: „Jij hebt natuurlijk wel een ploeg om je heen. maar als het erop aankomt moet je het toch alleen doen als wielrenner." „Maar laat het voor een wielrenner dan niet te verdoezelen zijn", verklaart René van de Kerkhof, „voor ons is het een nadeel dat we een verloren wedstrijd niet meer goed kunnen maken. Het betekent geen winstpunt en dat blijft zo. Als wielrenner kun je. in een ronde dan, de volgende dag verlies wegwerken. Dat zal in de praktijk wel niet zo gemakkelijk zijn, maar de kans dat je een paar plaatsen om hoog klimt is toch altijd aanwezig. Je hebt het in ieder geval meer in eigen hand." Jan Reas: „Het is voor eeFFrenner die kans loos is voor het algemeen klassement gemak kelijker terrein te veroveren - hoewel hij daar voor dan natuurlijk wel de klasse en durf moet hebben - dan voor een favoriet. Een kansheb ber krijgt praktisch geen gelegenheid uit het peloton weg te komen." De spanning voor wedstrijden is voor ervaren wielrenners en voetballers ongeveer hetzelf de, al moet er bij de coureurs wat dat betreft wel onderscheid worden gemaakt tussen echt grote, belangrijke koersen en criteriums, want voor een voetballer is In de competitie natuurlijk elke wedstrijd van grote Importan tie „Toch is er bij ons ook wel een piek", aldus Jan van Beveren. „Zoals de afgelopen compe titie bij ons. Je hebt 32 wedstrijden gespeeld en dan wordt de strijd om de titel tegen Feyenoord beslist. Die wedstrijd bepaalt of je een goed seizoen maakt of niet. De week voor zo'n belangrijke wedstrijd denk je constant na. En dat levert die enorme spanning op. In de wedstrijd valt die spanning evenwel van je af. Je moet dan op zoveel dingen letten. Je moet alles volgen, zodat je geen tijd meer hebt om te prakkizeren. Ik weet niet hoe dat bij het wielrennen is. maar ik kan me goed voorstel len dat een coureur ook tijdens de koersen nog aan het denken is. Je moet natuurlijk wel in de gaten houden wat er gebeurt, maar vooral in het begin van een wedstrijd wordt pen koi René van de Kerkhof heeft plaats genomen op een fiets, waarop Jan Raas (links) en Hennie Kuiper hun brood moeten verdienen. Jan van Beveren kijkt toe. er meestal nog niet zoveel gedaan. En ik kan me voorstellen dat je je bij een solo opvreet." Hennie Kuiper, die zijn grootste triomfen, Olympische en wereldtitel na een solo behaal de: „Je hebt dan momenten dat je gaat twijfelen, zeker als je voorsprong terugloopt. Maar je praat jezelf dan weer moed in, want geef je eenmaal toe aan die twijfel, blijf je er constant aan denken dat het mis kan gaan, dan gaat het volgens mij ook onherroepelijk fout." Vrije tijd Als het onderwerp vrije tijd ter sprake komt, staan Jan van Beveren en René van de Kerkhof perplex als Jan Raas mededeelt hoe zijn dagindeling eruit ziet als er geen koers is, in het seizoen dan: Raas: „Na het ontbijt lees ik de krant, waarna ik ga trainen op de fiets. Ik kom daarvan thuis, eet, ga naar de masseur en daarna naar bed. Dan Is de dag om" René van de Kerkhof: „Als voetballer hebben we veel meer vrije tijd. We hoeven tenslotte veel minder te trainen. Ik vind het nuttig dat je er wat bij doet. Ik heb een zaak. Dat is een goede afleiding." Hennie Kuiper: „Voet ballers kunnen naar een climax toeleven en daarna de teugels wat laten vieren. Als ze ons achter een glas bier zien, wordt er meteen gezegd dat we dronken zijn. Wij zijn natuurlijk aktief veel meer met onze sport, die naar mijn mening de zwaarste is met boksen en roeien, bezig en daardoor is er weinig tijd voor ontspanning. Daar komen we eigenlijk alleen in de winter echt aan toe", aldus de wereld kampioen, die belangstellend bij Jan van Be veren die naast het voetballen niets doet, informeert naar het begin van de dag. „Kom je niet steeds later uit je nest als je toch niets te doen hebt?". Jan van Beveren antwoordt ontkennend. „Als ik me nu elke dag stierlijk zou vervelen, zou ik misschien wel later op staan. Maar daar heb ik geen last van. Ik heb altijd wel zoveel omhanden dat ik de dag toch vlot doorkom." Verdiensten Onvermijdelijk belanden de vier topsporters tijdens het gesprek ook bij de verdiensten. Jan van Beveren: „In de voetballerij wordt over het algemeen beter verdiend. Dat komt wellicht doordat wij vaak voor volle stadions spelen. Naar de meeste profkoersen komen veel minder mensen kijken. Als het publiek bij ons wegblijft, wordt het ook moelll|ker, al zijn er natuurlijk clubs die gesteund wor den." „Voor een groot gedeelte zijn we echter afhankelijk van de opkomst van het publiek. Overigens moet je je niet verkijken op het inkomen van de profvoetballer. In de kranten worden soms bedragen genoemd, die schro melijk overdreven zijn." René van de Kerkhof, zonder bedragen te noemen: „Ik denk dat een topwielrenner ongeveer net zoveel verdient als een topvoetballer. Het verschil zit aan de basis. Een amateur, die overstapt naar de profs krijgt in het voetbal meteen een goed salaris. Bij het wielrennen incasseert een jon ge prof zelfs soms minder dan bij de ama teurs. Die moet oewoon aan carriere-investe- ring doen. Hij moet zich eerst helemaal waar maken om financieel goed te zitten." „Goede amateurs in het voetbal", haakt Jan van Beveren in. „zijn ontzettend gewild. Die krijgen zomaar 70.000 gulden handgeld." Hennie Kuiper: „Laat ik voorop stellen dat ik er geen idee van heb wat er omgaat in het voetbal. Het is me echter wel duidelijk dat er procentueel veel meer voetballers een echt goed salaris hebben dan wielrenners. Er zijn in Nederland slechts een stuk of tien profs, die louter met wielrennen in Nederland een stuk brood kunnen verdienen. Jan Janssen heeft met het wielrennen goed zijn brood kunnen verdienen. Jan Janssen heeft het wiel rennen in Nederland een enorme dienst bewe zen. Door hem, met zijn wereldkampioen en tourzege is de populariteit van onze sport enorm toegenomen. En die vergrote belang stelling mondt dan uit in meer goede renners en een betere honorering. Het is eigenlijk precies hetzelfde als wat Ajax en Feyenoord voor het voetbal hebben betekend. Dat het gros van de voetballers het financieel beter heeft dan het merendeel van de wielerenners heeft inderdaad natuurlijk te maken met het feit dat de club geld incasseert voor de wedstrijden. Als clubs aan de top staan en volle stadions trekken, kan men de meerdere premies ook gemakkelijk betalen. Bij onze werkgever ligt het heel anders. Directe inkom sten zijn er niet en de waarde van de reclame is niet te m6ten. Een voetballer heeft bij een club ook veel meer zekerheid, want een spon sor kan zomaar een ploeg opdoeken, terwijl een club altijd blijft bestaan, zolang de toe stand financieel tenminste gezond is". ing van e die organii den ges C Utrecl roor de a ik oo ning nel 'vatamtf" HAAG Ben Hoppenbrouwer ie gaarfeN 2'ch vast voorgenomen de •if wei irstkomende maanden de schouw- daar grg weer eens aan de binnenkant bekijken. Zoals er ook al plannen s 'Staan om zelf weer eens een i'ngen) elke Portie werk in de tuin te ov zuiieitzetten. Het zijn zaken waar Ben 3ren vanppenbrouwer binnenkort weer tijd Ooedeor hoopt en denkt te vinden. Na las, heeft jaar betaald voetbal gefloten te iet1 zat rben' valt z'in naam het komend ||M eCht>2oen slechts op door zijn afwe- lag wonlheid. Enkele maanden geleden ïer lengtam het moment waarop Ben Hop- een gevflbrocwer bekend maakte zijn car- 'd in a'^e als afgesloten te beschouwen. ienweVrkirfoewel hii volgens de reglemen- lenootpf van de KNVB nog „vier jaar e zou kunnen" oordeelde Ben ppenbrouwer het verstandiger T^eTwi'voor 9ezien 'e houden. supportChte ervaringen gedurende vooral het laat- seizoen, zijn sterk gekritiseerde optreden grensrechter in het inmiddels roemruchte zaak. li°Pa Cupduel tussen Borussia 'Monchen- vaak veHbach en Real Madrid en last but not least t niet or besluit van de KNVB om hem van de its een fA-lijst af te voeren waren voor hem de dan anPte benodigde argumenten om er definitief n van he* te stoppen. „Mensen die mij kennen weet nofn bat ik nooit tot mijn zevenenveertigste Een din<£t zou zijn gebleven. Maar los daarvan, ik je nooflbe bat het de laatste maanden al minder het effeler ging- Je stond nog wel gemotiveerd in en is het .veld, maar het was toch allemaal een met ze'je anders dan het behoorde te zijn. En denkbei a' gezien de grote belangen die op het ujt staan, is het dan beter om gr een punt :er te zetten." Ba^HMdaarmee was Ben Hoppenbrouwer één van kwartet scheidsrechters, dat verder ge- nd wordt door Leo van der Kroft, Theo ijmeegsegten en Henk Pijper, die het komend "l. üenrt niet meer 'n actie zul|en komen. „Ik skende vcty er echter niet aan", stelt Ben Hoppen- t seizoen iWer dje n0g wej de voorzittershamer van 9 e[®dl)?s*SBV hanteert en dit ook zal blijven doen. an dat dof djt gat zonder moejt0 opgevuld kan iet zo gOjen. in het verleden is al verschillende dat ze flin bewezen dat er altijd wel een aanvulling en onderaf is. De jongens die nu naar voren »n komen, zijn nog nooit opgevallen, om- Z'i de kans niet kregen om zo hoog te »n. Nu er plaatsen vrij korpen, liggen die t te hebb^f" er wel" En m®n zal zien- het '«W I in het o 331 zonder al te veel moeilijkheden." i NEC da^hjl ieder gevi^"" je menset van zijn beslissing heeft Ben Hoppen- jaar voonjwer niet gehad. „Ik merk nu al het sen prog' egen vold^ toekomst, nderen v» of je wordt geconfronteerd met gespreksgroe pen. ondernemingsraad en dergelijke. Overal is overleg, alleen de scheidsrechter staat er helemaal alleen voor. Ik heb altijd gezegd dat als in het veld de situatie uit de hand loopt dat voor tachtig procent de schuld van de scheidsrechter is. Maar er zijn ook oorzaken van buitenaf waar je volkomen machteloos tegenover staat. Als de agressie van het pu bliek overslaat kun je niets doen." Slachtoffer Agressie en sport vormen voor Ben Hoppen brouwer toch een heel hoofdstuk apart Hij kan zich hooglijk verbazen als na afloop van een rustige wedstrijd toch nog tientallen meters omheining zijn weggeknipt ernstiger ligt het als hl) zelf als slachtoffer moet fungeren. Plotseling opstaand loopt hij naar een prullen bak in de hoek van zijn werkkamer en komt terug met een verfomfaaid briefje. Het is een korte mededeling van zijn secretaresse dat zijn vrouw de telefoon uit het stopcontact heeft getrokken omdat er weer heel de dag verve lende telefoontjes binnenkwamen. „En dat terwijl je al een paar maanden niet meer fluit. Het is onbegrijpelijk. Eens hebben ze mijn tweede zoon een aframmeling gegeven, omdat ik het had gewaagd iemand uit het veld te sturen. Een andere keer kreeg mijn vrouw een telefoontje dat ze mij voor het laatst had gezien, omdat ik niet levend terug zou komen. Het is te gek om los te lopen met wat voor dwazen je wordt geconfronteerd." Dat er desondanks in vijfentwintig jaar dat hij actief was („ik meldde me destijds voor een jaar aan. Dat is dus enigszins uit de hand gelopen") ook veel plezierigs viel te beleven spreekt voor zich. In vlot tempo volgen talloze anecdotes met op het eind de verzuchting „en als ik dat bekijk zal ik wel altijd bij de scheidsrechterij betrokken blijven. Al is het maar als grensrechter bij het jeugdteam van RKAW. „Als ik de jeugdleider hoor roepen, „jongens, waar de bal is, zijn we alle elf" realiseer ik me ineens weer wat spelvreugde is". verschil met voorgaande Jaren. Tijdens mijn vakantie kreeg Ik een krant met daarin het programma onder ogen. In voorgaande Jaren ploos je dat dan helemaal na en dacht |e al bij jezelf van „dat zal wel een leuke wedstrijd zijn". Op dit moment sta je er veel onafhankelijker tegenover. Niet dat dat in het verleden niet het geval was, maar het is toch anders. Ik ben nooit iemand geweest die alleen voor het voetbal leefde. Je ontzegde je wel dingen voor je sport, maar daarnaast zijn er nog zoveel andere dingen. Ik heb nooit de ambitie gehad om altijd maar beter te willen, desnoods ten koste van andere zaken. Daarom ben ik ook nooit een topper geworden. Ik geloof dat je bij alles moet afvragen wat het je waard is. Betaald voetbal is fantastisch. Het is met de ingezonden stukken in de krant, daar lach ik altijd vreselijk om. één van de twee dingen in de wereld die je nooit moet afschaffen. Voetbal is een groot stuk passieve recreatie Maar men moet zich wel bezinnen waar men mee bezig is. Het betaald voetbal mag best gesubsidieerd worden. Graag zelfs. Maar tot welke hoogte? Waar ligt de grens van wat je met gemeenschapsgelden mag doen? Ik erger me verschrikkelijk als ik een voetballer in Nederland hoor zeggen dat hij een salaris van 75.000 beneden zijn stand vindt. De man vergeet dat dat geld toch opgebracht moet worde door wat men dan tegenwoordig de modale werknemer noemt die in de haven loopt te sjouwen. Wat is betaald voetbal je waard. Het is zo'n relatief begrip. Die tekening aan de wand daar is voor mij erg veel waard. Rotterdam een maand voor het bombarde ment. Een ander zal zijn schouders erover ophalen." „Maar ergens klopt er iets niet. Wie heb je gehoord toen SW en Excelsior degradeerden. Het zijn gezonde verenigingen en ze moeten zich maar zien te redden. Maar in Maastricht dacht men haast tot in het onbeperkte door te kunnen gaan. En iets anders, de voetballer is in het algemeen gesproken geen goede vakman. In die zin dat men geen reclame voor zijn beroep maakt, ledereen scheldt op elkaar en probeert de ander het leven zuur te maken. Maar ik heb nooit Toon Hermans op het toneel een lelijk woord over Wim Kan horen zeggen. Een van de eerste dingen die een vertegen woordiger leert, is dat hij nooit moet afgeven op het produkt van een ander. Zet je niet af. maar toon hoe sterk je zelf benL" Onderzoek „Er zou binnen de KNVB zo veel kunnen en moeten veranderen. Maar men probeert het niet Als wij In het zakenleven praten over een onderzoekje dan Is een bedrag van honderdduizend gulden niet veel." „Een dergelijk onderzoek binnen de KNVB zou tonnen kosten. Bovendien moet je er dan niet na een keer mee ophoudeh, maar het proces continu voort laten gaan. Misschien zou er zelfs gezocht moeten worden naar een andere vorm van rechtspreken op het veld. Op zich is het natuurlijk een volstrekt unieke zaak binnen de grenzen van deze maatschappij dat één man alle beslissingen neemt voor een grote groep. Je kan het zo gek niet maken, Ben Hoppenbrouwer kan er zijn gemak van nemen. Van nu af aan kijkt hij slechts vanaf de kant toe als voorzitter van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 3