Amerika groeide in 200 jaar tot wereldmacht Sir Francis West Wycombe GRIEZELEN IN SPOOKACHTIGE, KRONKELENDE TUNNELS EN DUISTERE SPELONKEN Hellevuur Grotten van lokken toeristen naar Het statige landhuis West Wycombe Park (Van onze correspondent Jonathan Steele) WASHINGTON Enkele weken geleden, met het tweede eeuwfeest voor de boeg, vroeg een Congres lid tijdens een openbare zitting aan Henry Kissin ger wat hem voor ogen had gestaan toen hij naar Washington kwam. De politicus Kissinger ant woordde vlug: om een einde te helpen maken aan de oorlog in Vietnam. Toen was er een korte pauze, waarna de historicus Kissinger het overnam. Zijn tweede doel was te proberen een basis te creëren voor het Amerikaanse buitenlands beleid, dat op een meer begripsmatige wijze zou kunnen worden gedefinieerd dan daarvoor het geval was, en tevens om het Amerikaanse volk ervan te overtuigen dat de Verenigde Staten vastzaten aan een permanent buitenlands beleid dat geen einddatum heeft. Voor Europeanen, die opgegroeid zijn op een conti nent dat de twee meest vernietigende stammenoor- logen van deze eeuw heeft doorgemaakt, lijkt het idee absurd dat een buitenlands beleid een vrijwilli ge keuze of een tijdelijke aangelegenheid zou kun nen zijn voor een volk. Het uitvoeren van een buitenlands beleid is niet alleen een essentieel on derdeel van de taak van iedere regering, maar waarschijnlijk zelfs het belangrijkste onderdeel, waarvan de meeste andere beleidsvormen afhangen. Voor Amerikanen ziet dat, zoals het antwoord van dr. Kissinger op die dag suggereerde, er niet zo vanzelfsprekend uit. Of dat nu ten voordele of ten nadele is, een van de meest verbazingwekkende prestaties van 200 jaar land-zijn is voor Amerika het feit geweest dat zij in staat gebleken is om zich te ontwikkelen tot de meest indrukwekkende we reldmacht, zonder dat het volk eeh echt beeld heeft van wat een buitenlands beleid is of waar het voor dient. De Verenigde Staten beschikken over een militair apparaat dat bestaat uit 2.100.000 mensen in uniform, waarvan een kwart in het buitenland gestationeerd is. En toch gelooft een groot deel van de kiezers nog steeds dat de Verenigde Staten een onafhankelijk land is. Die paradox wordt alleen maar sterker als men bedenkt dat de Amerikaanse onafhankelijkheid zelf twee eeuwen geleden tot stand kwam via subtiele diplomatie van de kant van Benjamin Franklin en Thomas Jefferson die het klaarspeelden om Frankrijk,Spanje en Pruisen erbij betrokken te krijgen om uiteindelijk Engeland te verslaan. Maar daarna kwam er een eeuw waarin de Verenig de Staten zich in toenemende mate op zichzelf konden richten. De mythe dat het land voorbij kon gaan aan de buitenwereld, groeide geweldig op vruchtbare bodem. Dit volk van immigranten was maar al te gelukkig om Europa de rug te kunnen toekeren en zich naar het Westen en Zuiden uit te breiden. Beschermd door twee oceanen, op gang gehouden met een overvloed aan eigen kapitaal en een constante stroom nieuwe, goedkope en betrek kelijk weinig klagende arbeiders, en gezegend met geweldige natuurlijke rijkdommen, ging het goed met het land en zijn mythologie. En alweer, zoals Kissinger de historicus het al in een rede eerder dit jaar stelde, „Wij hielden vol dat onze bijzondere situatie algemeen geldend was, ook nog terwijl andere landen met een smallere bestaansmarge zich ervan bewust waren dat hun keuzemogelijkheden veel beperkter warenWij accepteerden dat wij buiten de noodzaak van een traditioneel buitenlands beleid konden blijven". In de tweede eeuw van het bestaan van het land, nadat de grenzen met de Stille Oceaan en de Rio Grande bereikt waren, begon de Amerikaanse in vloedssfeer zich over zee uit te breiden. Maar de mythe bleef bestaan dat het land in eigen behoeften kon voorzien en dat zijn optreden in het buitenland uitsluitend motieven had van principiële aard en in geen enkel opzicht van eigenbelang. De vrede die gesloten werd na de Eerste Wereldoor log werd sterk beïnvloed door de idealistische ideeën van Woodrow Wilson. Autonomie en mondig heid voor de kleinere landen in Europa zou het gevaar verkleinen van een rivaliteit van grote mo gendheden in Europa. De vrede die gesloten werd na de Tweede Wereldoorlog was ideologisch - toen werden de landen groot en klein samengebracht in een gewapend economisch en politiek bondgenoot schap als tegenwicht tegen de opkomende Russische grootmacht Maar naarmate de koude oorlog voort schreed en de oude koloniale rijken van Engeland, Frankrijk, Nederland, België en tenslotte Portugal verdwenen, bleef toch de idee dat de Verenigde Staten zelf ook een nieuw soort imperium gevestigd hadden taboe in dat land zelf. De Amerikaanse .grootmacht uitte zich niet in vlaggen op de land kaart of hoeden met struisvogelveren, of theevisites van gouverneur-generaals op gladgeschoren gazon- Die macht was alleen zichtbaar in de bewegingen van de 5e en 6e en 7e Vloot, in de vergaderingen van de Kamers van Koophandel in de Latijns-Ame rikaanse hoofdsteden, en in het stelsel van voordeli ge leningen voor cliëntstaten voor de aankoop van Amerikaanse wapens. Dean Acheson heeft eens gezegd dat Engeland een imperium verloren heeft, maar nog geen nieuwe rol gevonden had. De Verenigde Staten hebben een imperium gevonden maar hebben een bepaalde illusie nog niet verloren. Die illusie was dat zij geen imperium hadden en dat zij op grond daarvan, in morele en materiële onschuld, het recht hadden om overal in het buitenland tussenbeide te komen en daarvoor in ruil niets dan dankbaarheid te verwach ten hadden. De oorlog in Vietnam bracht de realiteit wat dichter bij huis. Gewone Amerikanen werden ineens be schimpt en aangevallen over bijna de hele wereld. Zoals Lyndon Johnson, die er de voorkeur aan gaf het Witte Huis niet te verlaten, ontkwam een aantal Amerikanen eraan door niet in het buitenland te komen, of althans niet buiten hun clubs te komen. Sommigen vonden respijt op de vreemdste plaatsen, zoals de groep Amerikaanse huisvrouwen op weg naar Japan via de Trans-Siberische spoorweg in Irkoetsk verzuchtten: „Het is prettig om in een land te zijn waar de mensen je niet de hele tijd lastig vallen over Vietnam". En zelfs in de Verenigde Staten kon men niet meer ontsnappen aan de bitterheid van de Vietnam-kwestie toen de jongere generatie van intellectuelen in opstand begon te komen tegen de mythologie dat er geen imperium De mythe is echter diep geworteld. Hoewel hij het met het grootste gedeelte van de terminologie niet eens zou zijn heeft dr. Kissinger na acht jaar in zijn ambt nog de behoefte en de neiging om de oude spinnewebben van het isolationisme voor eens en voor altijd weg te vagen. En de uitspraak van Ronald Reagan dat Amerika niet meer de „nummer één" zou zijn getuigt toch ook van een bewustzijn dat het land een wereldrol heeft te vervullen ook al valt het tegelijkertijd terug op het oude isolatio nistische ongeduld met de noodzaak om subtiel, weloverwogen en vooruitziend te moeten zijn in buitenlandse aangelegenheden. Een groep van liberale leden van het Congres, die zichzelf de Congresleden voor Vrede via de Wet noemen, hebben vier keuzemogelijkheden voor de Verenigde Staten geformuleerd: 1. Pax Americana, waarbij de Verenigde Staten gezien worden als de „voornaamste handhavers van stabiliteit" in de wereld (politie-agent voor de we reld). De ontspanningspolitiek met de Sovjet-Unie heeft dan zeer beperkte mogelijkheden, en de Ver enigde Staten houden dan op grote schaal troepen op de been over heel de wereld en voeren geheime aktiviteiten uit ter verdediging van alle niet-commu- nistische staten. 2. Het huidige beleid waarbij de Verenigde Staten optreden als voornaamste handhavers van de stabi liteit maar het feit accepteren dat de betrekkingen met de Sovjet-Unie een mengeling kunnen zijn van samenwerking en conflicten; er blijven Amerikaan se troepen in delen van het Stille Oceaangebied. 3. Terugtrekking uit het Stille Oceaangebied, zodat de meeste Amerikaanse troepen uit Azië worden teruggetrokken. De Verenigde Staten zijn minder snel geneigd tussenbeide te komen in Azië en Afrika. Geheime operaties en militair machtsver toon worden verminderd. De Verenigde Staten gaan zich in verhouding meer bezighouden met de we reldproblemen op het gebied van de ontwikkeling, de bevolkingsvraagstukken en de energievoorzie ning. 4. Een algehele terugtrekking, waarbij de rol van politie-agent voor de wereld wordt opgegeven. Met de simpele strijdkreet „Van imperium naar democratie" stellen weer andere critici voor dat de Verenigde Staten zich meer zouden moeten bezig houden met de ongelijkheid in eigen land, met het misbruik van de machtsconcentraties en met het zoeken naar een oplossing voor de problemen van de grote steden. Zij hebben geen duidelijke sugge sties voor een buitenlands beleid behalve de opmer king dat dat de laatste tijd de aandacht heeft afgeleid van de andere prioriteiten in Amerika. De mensen die dit soort kritiek uiten behoren ongetwij feld tot de categorie van Amerikanen die Kissinger LONDEN Op de toren van de St. Lawrence-kerk In West Wycombe, een eeuwenoud dorp je nabij de grote industriële stad High Wycombe, in het En gelse graafschap Buckinghams hire, rust een enorme vergulde bol. In de eerste helft van de 18de eeuw was dat hoge punt een vergaderplaats. De beruch te „ridders" van de „Heil Fire Club" (de Hellevuur Club) kwa men er samen. Die club werd geleid door Sir Francis Dash- wood, de tweede „baronet" van een illustere Engelse familie, die momenteel aan haar elfde „baronet" toe is. De St Lawrence-kerk staat op een heuvel tegenover een statig landhuis dat West Wycombe Park genoemd wordt, 4 1/2 km ten westen van High Wycombe. Ruim 200 jaar geleden genoot die woning een bijzonder slech te reputatie. Wilde verhalen de den de ronde over schandelijke orgieën die zich daar afspeel den. Er werd ook zwarte magie bedreven. Sir Francis Dashwood, de eige naar van het huis en het uitge strekte park, had omstreeks 1755 een privé-sociëteit gesticht, die hij devoot „De Ridders van St. Franciscus" noemde. De 24 leden van zijn geheime loge ver tegenwoordigden de hoogste rangen van de Britse maat schappij. Er waren vier Lager huisleden bij, de zoon van de aartsbisschop van Canterbury, de gouverneur van Bengalen en de lijfarts van de prins van Wales. Op zomeravonden kwamen deze „ridders" samen in de naburige abdij van Medmenham, waar zij „zwarte missen" celebreerden en andere kerkelijke diensten nabootsten. Het duurde dan ook niet lang of Dashwood en zijn vrienden werden „de monniken van Medmenham" genoemd. Zij dronken veel wijn en nodigden meisjes van lichte zeden uit op hun bijeenkomsten. Om nog wat meer leven in de brouwerij te brengen, liet Sir Francis Dashwood 90 meter diep in de krijtheuvel van het dorp spookachtige, kronkelende De St. Lawrencekerk in West Wycombe met de vergulde bol en het mausoleum van Dashwood. tunnels en duistere spelonken graven. Dit kunstmatige laby rint was uitstekend geschikt voor orgieën. Halfdronken „rid ders van St Franciscus" renden er achter gillende vrouwtjes van West Wycombe, die volgens de plaatselijke overlevering in de donkere gangen en grotten de laatste herinnering aan hun on schuld kwijtraakten. Dashwoods loge werd nu de „Heil Fire Club" genoemd. Haar motto was: „Do what you will" (Doe wat je wil). Het enthousias me van de leden nam evenwel sterk af toen Sir Francis tijdens een van de „erediensten" met een baviaan voor de dag kwam. De ridders dachten, dat het krij sende beest de duivel was en vluchten verschrikt weg. Daarna stortte de Hellevuur Club geleidelijk in elkaar. Dash wood stierf in 1781. Hij ligt be graven m een zonderling, zes hoekige mausoleum dat hij voor 500 pond had laten böUwen te genover de St. Lawrence-kerk. Het is een van de eerste neo- Griekse bouwwerken in Groot- Brittannië. De Hellevuur Club was slechts een van de vele passies van de tweede „baronet" Dashwood. Hij reisde veel en speelde 20 jaar lang een prominente rol in het Lagerhuis. Dank zij zijn gro te belangstelling voor de archi tectuur werd in West Wycombe druk gebouwd. Sir Francis liet er de vergulde bol pp de kerkto ren plaatsen. Hij is ruim genoeg voor tien man. Onder Dash woods leiding werd West Wy combe Park kompleet her bouwd. Het huis staat in een prachtig, heuvelachtig park vol beuken. Dashwood was goed bevriend met de Amerikaanse staatsman en natuurkundige Benjamin Franklin, die vaak in West Wy combe op bezoek kwam. Samen beraamden zij een plan om de naderende Amerikaanse j hankelijkheidsoorlog te men. Hun relatie wordt teel herdacht in een F ranklin-Dashwood-tentoo ling, op touw gezet naar i ding van 200 jaar Amerika De huidige Sir Francis wood, elfde drager van adellijke titel en eerste J net" van Groot-Brittannië, de „Heil Fire Caves" (Hell Grotten), waarvan hij de naar is, grondig gerestaui Zij staan open voor bezo en zijn nu elektrisch ve (vroeger kon men ze allef kaarslicht verkennen). In i koven en spelonken 18de eeuwse wassen beeldt plaatst, die de geschiedei de excentrieke familie wood vertellen. Via doolgangen, die samei meter lang zijn, bereikt mi griezelige „Inner Temple" van de belangrijkste pla van de vroegere orgieën, daag de dag zien de bezo* er kleurrijke, maar niet bej schokkende taferelen (kol met passende geluiden), beeld door middel van poppen, met het gelaat kleren van mensen uit wooas tijd. De bezoeken van Benjl Franklin aan West Wyc< zijn op dezelfde gebracht Wie lekker wil gi len moet even verpozen tehead's Cave, een spelonl naamd naar Paul White! die letterlijk zijn hart scl aan zijn goede vriend Sir f cis en vandaag de dag nog geld komt spoken in het Andere bezienswaardigh zijn de Hal der Standbeelde de Schatkamer. In laat noemde grot werden drie geleden nog verschillende eeuwse geldstukken ontdekt Het schilderachtige dorpje Wycombe in de Chiltren-heu ligt ongeveer 45 km van Londen. Het heeft ook fijn tuincentrum nente gras-skibaan. Het li huis van Sir Francis Dashw is heel de zomer toegankelijk ROGER SIMC Dr. Henry Kissinger: minister van buiter landse zaken, soms historicus. impliciet aanvalt als ouderwets en onvolwa; omdat zij het buitenlands beleid naar het twe plan willen schuiven. Nu Amerika zijn derde eeuw ingaat lijkt het w schijnlijk dat de debatten over het buitenlands' beleid eerder heviger dan minder zullen worden. Men begint zich steeds meer bewust te worden van; het feit dat de hulpbronnen van Amerika beperkt zijn. (Copyright The Guardian)' Deze op een kerk gelijkende ruïne vormt de ingang tot de in de krijtheuvels uitgehakte spelonken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 16