Thunderbolts" ontbreken
evenmin als bloed in
„Een brug te ver"
De eucharistie en de vormen
van honger van de mensheid
Kerk en
Wereld
MICHAEL-LEGIOEN
GESCHOKT DOOR
SCHORSING VAN
MGR. LEFEBRE
in de oorspronkelijke uitvoering, voordat handige knutselaars er
Geestelijke vaders Van Kemenade (voorgrond) en Thüring bij de omgebouwde Harvard. De tweede cockpit
is al weggewerkt: het schilderwerk nadert zijn voltooiing.
Een Republic P-47 „Thunderbolt" met onder de vleugels bommen en onder de romp een afwerpbare „baby-tank". De foto is in juni
1944 genomen en het toestel heeft dan ook zogenaamde „invasiestrepen" op de vleugels, om het duidelijk als een geallieerd vliegtuig
herkenbaar te maken en te voorkomen dat het door eigen eenheden zou worden aangevallen.
ver naar het oosten teruggetrokken, waar ze zich
veilig waanden voor vijandige jagers, zodat ze het
leger de nodige grondsteun konden geven. Maar de
Thunderbolts met hun ongekende actieradius sloe
gen verpletterend toe. Lees er het verslag op na
van luitenant-kolonel Robert S. Johnson, een van
de grote azen op de P-47. Mijn voortdurende
oproepen hadden 80 of 90 van onze Thunderbolts
erbij gehaald en het werd een complete luchtslag.
Er was geen plaats meer over in de lucht. U kunt
zich het kabaal en gegier van de machines wel
voorstellen waarschijnlijk 150 vijandelijke vlieg
tuigen en ongeveer 100 van de onze, alle motoren
vol gas, alle boordwapens schietend. En twee of drie
mijl zuidelijker een hele troep bommenwerpers,
zestig op een rij, vliegend in de richting van Berlijn.
Zodra je maar een klein stukje vrije lucht zag,
probeerde je daar op af te gaan omdat je anders
met elkaar in botsing zou komen. Er stonden je
zoveel vijandelijke vliegtuigen ter beschikking dat
je maar hoefde te schieten om er een te raken. Dat
was de dag dat ik er drie naar beneden haalde.
Ik weet niet of het er nog meer waren er waren
massa's vliegtuigen en we wisten absoluut niet
VALSE
BLIKSEMSCHICHT
BOVEN DEVENTER
hoeveel we er raakten. Ik zelf verloor maar één van
mijn jongens en ik weet nog niet hoe. Ik moest heel
wat capriolen maken om niet tegen een ander op
te botsen, maar ik kreeg geen schrammetje. Geen
van onze jongens werd getroffen behalve de ene
die we verloren
Een formidabel vliegtuig, kortom, de Thunderbolt,
schichtend als de bliksem waarnaar hij is ver
noemd, zweepte hij ook bij de slag om Arnhem
vernietigend uit naar de vijand en daarom mocht
hij in „Een brug te ver" niet ontbreken. Alleen: Er
waren geen Thunderbolts meer. Jack Thüring geeft
als verklaring: „Na de oorlog hebben ze dienst
gedaan in tropische streken als Bolivia, Chili, Mexi
co en Turkije. Of ze werden, zoals op Nieuw Guinea,
in de mottenballen gezet. Nu kende men indertijd
nog geen beschermingsmiddel tegen de zoute, voch
tige zeelucht van de tropen. Die mottenballenvloot
op Nieuw Guinea, die was binnen een jaar naar
de filistijnen".
Exit de Thunderbolt.- Maar van de 15.000 Harvards,
ooit als trainingsvliegtuigen gebouwd, zijn er ook
niet veel meer over. Onze Koninklijke Luchtmacht
had er zestig en dankte de laatste in 1967 af. Ze
giygen naar de schroothandel, echter niet allemaal,
althans niet meteen. Dat was de mazzel van de
Stichting Vliegsport Gilze-Rijen en, in een recenter
stadium, van meneer Levin, de man achter „Een
brug te ver". Jack Thüring: „Onze stichting is in
1969 opgericht met de doelstelling de vliegkunst in
Nederland te bevorderen en sportvliegers gerichte
steun te gev^n bij het vergaren van vliegervaring.
In 1970 vonden we precies wat we zochten. In een
boerenschuur in het Brabantse gehucht Veen stond
een complete Harvard. Nog in goede staat. We
konden hem voor de schrootprijs, een paar duizend
gulden, overnemen. Op dezelfde manier tikten we
twee jaar later nog een Harvard op de kop. We
hebben de machines weer luchtwaardig gemaakt en
we hebben er opnieuw examen voor gedaan. Nu
vliegen we er met zes man op. We geven er een
voortgezette opleiding mee loopings, rollen, onge
wone toestanden. We vliegen de helft van de tijd
op onze rug. En blindvlieglessen geven we waarbij
de leerling onder een kap komt te zitten zodat hij
alleen zijn instrumenten ziet. Dat kan allemaal
omdat de Harvard als voormalige trainer twee
cockpits achter elkaar heeft, één voor de leerling
en één voor de instructeur".
Maar hoe kwam de Stichting Vliegsport in contact
met de producenten van „Een brug te ver" en hoe
werden de Harvards Thunderbolts? Jack Thüring:
„Een van onze leden is de KLM-piloot Leo van den
Broek. Hij las in New York in een krant het
berichtje dat meneer Levin in Nederland het boek
van Cornelius Ryan wilde komen verfilmen. Dat
vertelde hij terloops tijdens zo'n kletsavond aan de
bar en we zeiden: Verrek, wij hebben die oude
kisten, die zien er precies uit als de Thunderbolts
van toen als we er een beetje aan knutselen. Het
was allemaal niet serieus, maar we vonden het een
lollige gedachte voor de club en we besloten naar
iemand uit te kijken die contact kon leggen. Zo
kwamen we terecht bij Jules Farber in Amsterdam,
een man die beroepshalve Amerika aan de man
brengt in Nederland en vice versa. We hebben hem
een brief geschreven, zo van: we presenteren u twee
Harvards, hebt u er wat aan? En een maand later
worden we vanuit Londen opgebeld door een zekere
John Palmer die voor „Een brug te ver" alle nodige
spullen moest verzamelen, tanks, pantserwagens,
kanonnen, noem maar op. Of we in Den Haag met
hem wilden praten. Wij modelletjes gemaakt van
de Harvards en wat we er allemaal mee konden
doen: Thunderbolts, Mustangs, Spitfires, Typhoons,
Focke Wulfs 190 a alle jagers die in het boek
van Cornelius Ryan voorkomen. „Da's leuk", zei
Palmer, „maar aan twee vliegtuigen heb ik niet
genoeg, het moeten er minstens vier zijn. Nou, toen
is de luchtmacht, met wie we verschrikkelijk prettig
samenwerken, gaan zoeken en die vond nog twee
oude Harvards, een op de vliegbasis Gilze en een
op Deelen".
Einde eerste fase. Begin van het eigenlijke karwei.
Om een Harvard te veranderen in een Thunderbolt,
moet er nogal wat gemodificeerd worden. Met name
de tweede cockpit dient te verdwijnen. Meubelfabri
kant Jan Thüring verzon een rugvulstuk van polyes
ter dat zich geheel voegde naar de romp van de
machine. Ondertussen zat Jan van Kemenade te
rekenen. Hoe zouden de veranderingen de weer
stand van het vliegtuig beïnvloeden, de aërodynami
sche eigenschappen, het stijgvermogen, het gewicht,
de ligging van het zwaartepunt? Belangrijke vragen,
want ook in omgebouwde vorm moesten de Har
vards voldoen aan de luchtvaardigheidseisen van de
Rijks Luchtvaart Dienst. Na iedere modificatie
de mitrailleurs, de bommenrekken, de buiktank, het
rugvulstuk ging hij de lucht in om te kijken hoe
de Harvards zich gedroegen. Ondertussen kreeg
Thüring het bij de RLD „de samenwerking
eveneens prima" voor elkaar dat de machines
in de Amerikaanse oorlogsbeschildering mochten
vliegen zonder Nederlandse registratie dus. Het
geen eigenlijk verboden is. Alles lukte op de vliegba
sis Gilze-Rijen waar de Stichting Vliegsport in een
afgelegen hangaartje 's rijks gastvrijheid geniet.
Alles kon. Tomatenketchup kopen is eenvoudiger,
maar evenmin als het bloed zullen de Thunderbolts
ontbreken in „Een brug te ver". Gaat dat dus zien.
Temeer omdat deze Harvards, hoe vinnig ook in
vermomde vorm, op hun laatste vleugels vliegen.
Drie tot vijf jaar hebben ze misschien nog te gaan.
Dan zijn ze toe aan een grote onderhoudsbeurt,
tienduizenden guldens duur die de Stichting Vlieg
sport niet kan opbrengen. Een museum hier of daajr
zal hun graf zijn, zo niet de schroothoop. Dat ze
in hun late nabloei ooit nog voor Thunderbolt
mochten spelen, zal slechts opgetekend staan in het
meest nutteloze logboek van de luchtvaart: de verge
telheid.
PIET SNOEREN
eeft
lilaat
at hi
VRIJDAG 30 JULI 1976 LEIDSE COURANT/ PAGINA 6 KIJI
ttJI
Zondag om 12 uur begint in het 200-jarige
Amerika het 41e Internationale Eucharistische
Congres rond het thema: „De eucharistie en
de vormen van honger van de mensheid".
Congresstad is Philadelphia, waar 200 jaar
geleden de afgevaardigden uit 13 Amerikaanse
koloniën bijeenkwamen om te bidden voor
gerechtigheid en vrijheid. Vanaf de opening
in de kathedraal tot de slotplechtigheid op 8
augustus in het Jojin F. Kennedystadion met
500 priesters, een koor van 1200 personen en
een 200 man sterk orkest, waar 250.000 mensen
worden verwacht, zijn er ruim 50 liturgische
bijeenkomsten, naast vele conferenties, voor
stellingen en tentoonstellingen van religieuze
kunst.
De organisatoren rekenen op een miljoen be
zoekers uit 100 landen, het aantal dat het
laatste eucharistische congres in 1973 in Mel
bourne bezocht had. Het eerste congres, in
Rijsel, telde 800 bezoekers. In 1924 vond het
congres plaats in Amsterdam. Het vorige Eu-
charisüsche Congres in de V.S., in 1926 in
Chicago, trok een half miljoen gasten. Van de
ruim 200 bisschoppen, die zich hebben aange
meld, zijn er 19 afkomstig uit Polen. Nederland
wordt vertegenwoordigd door mgr. A. Simonis,
bisschop van Rotterdam, en door kardinaal J.
Willebrands, aartsbisschop van Utrecht en
voorzitter van het Sekretariaat voor de Een
heid, die zal spreken op de oecumenische dag
van het congres.
Tot teleurstelling van de Amerikanen, zal paus
Paulus, die in 1968 op het congres van Bogota
wel aanwezig was, niet komen. Hij laat zich
vertegenwoordigen door de Australische kardi
naal Robert Knox, hoofd van de Romeinse
congregatie voor de sacramenten en de ere
dienst. Om zich toch geestelijk met het congres
te verenigen, gaat de paus op de sluitingsdag
naar Bolsena, 100 km ten noorden van Rome,
waar in 1263 een priester bloed zag stromen
uit een hostie.
Ook in Philadelphia wordt de nieuwe stijl
doorgezet, die het congres kreeg in München
in 1960. Daar beperkte men zich niet langer
tot de massale viering en verering van de
eucharistie, maar werd het congres ook benut
voor allerlei werkbijeenkomsten. In Philadelp
hia komt iedere dag een een ander aspect van
de honger aan bod: honger naar God, naar
brood, naar vrijheid en gerechtigheid, naar de
geest, naar waarheid, naar onderling begrip
tussen volken, rassen, klassen, kerken en gene
raties, naar vrede. De laatste dag staat in het
teken van „Honger naar Jezus, het brood des
levens". Er zijn dagen gewijd aan het gezin,
de zieken, priesters en religieuzen, oecumene
•en jongeren. 2 augstus is vastendag.
Sprekers zijn moeder Teresa uit India, bisschop
Helder Camara uit Brazilië en de generale
overste van de Jezuïeten, pater Pedro Arrupe.
Kardinaal Suenens, voorman van de charisma
tische beweging, zal spreken over de honger
naar de geest. De befaamde blues-zangeres Ella
Fitzgerald is een van de optredende artiesten.
Prins Reinier en prinses Grace van Monaco,
afkomstig uit Philadelphia, zullen aanwezig
zijn.
In een brief aan kardinaal Knox noemt de paus
de naam Philedelphia, die betekent „broederlij
ke liefde" op speciale wijze in overeenstemming
met de eucharistie, „bron en voedsel van liefde
en eenheid in het hart van de kerk". Hij sprak
de hoop uit dat de Amerikanen, trouw aan hun
grote religieuze en maatschappelijke tradities,
hun welvaart en hun inspanningen aanwenden
voor de wereldvrede.
Het congres is in de V.S. voorbereid door een
jaar van geestelijke vernieuwing en een aantal
liturgische, katechetische, apostolische en socia
le projecten, zoals de actie Rijstkom, die voor
de Derde Wereld 12 miljoen gulden extra heeft
opgebracht.
Juist vanwege de honger, het congresthema, is
er de nodige kritiek geuit op de glanzende
reclamefolder voor het congres, die slechts de
toeristische kanten toont van de stad en uitslui
tend goed gevoede mensen. Ook zijn er bezwa
ren tegen de kosten. Dat het kolossale altaar
in het stadion ruim 2,5 ton gekost zou hebben,
is echter ontkend, maar over het totaal van de
uitgaven blijven de organisatoren uiterst vaag:
tussen een half en één miljoen dollar.
Het Michael-legioen heeft verklaard „ernstig geschokt" te zijn
door de schorsing van de traditionalistische Franse aartsbis
schop mgr. Lefebre. In een telegram aan de pauselijke nuntius
in Nederland zegt het Michael-legioen, dat „zeer veel geloofsge-
trouwe katholieken" geschokt zijn door de maatregel tegen mgr.
Lefebre. Het legioen vraagt de nuntiatuur dringend om bemidde
ling, zodat mgr. Lefebre zijn werk kan voortzetten. Het telegram
is ondertekend door de algemene secretaris van het Michael-le
gioen, Louis Knuvelder.
Mgr. Lefebre, die vorige week door het Vatikaan werd geschorst
als bisschop en als priester, heeft zich teruggetrokken in de
omgeving van Parijs. Een priester uit zijn omgeving heeft
verklaard, dat mgr. Lefebre het bericht van het Vatikaan „rustig
en opgewekt" heeft ontvangen. Enige dagen voordat het bericht
van de schorsing kwam heeft mgr. Lefebre reeds gezegt, dat
hij een dergelijke mededeling verwachtte.
Van het traditionalistische seminarie van Econe, waarover mgr.
Lefebre de leiding heeft, hebben vier seminaristen laten weten
het komende studiejaar niet te zullen terugkeren. Zij zijn naar
Rome gegaan en zullen hun studie voltooien aan het Angelicum.
Een Harvard van de vliegbasis Gilze-Rijen,
uiterlijk een Thunderbolt van maakten.
GILZE RIJEN Zo goed als het vele bloed dat
vloeit in „Een brug te ver", geen bloed is, maar
tomatenketchup, zo goed zijn de Thunderbolts die
in de film als apocalyptische engelen neerduiken
op Duitse tanks, geen Thunderbolts. Verlakkerij is
troef in Deventer anders had het wel aan de
Rijn in plaats van aan de IJssel gelegen en Arnhem
geheten. Maar er is één verschil. Tomatenketchup
kun je in literflessen tegen voordeelprijzen betrek
ken van de kruidenier om de hoek. Met Thunder
bolts ligt dat anders. Achtduizend toestellen van
dit type heeft de Amerikaanse vliegtuigfabriek
Republic Aviation Corporation in de oorlogsjaren
onder de serie-aanduiding P-47 gebouwd. Er is er
zegge en schrijve één van over, trots bezit van een
veteranenclub ergens in het hartje van de Verenig
de Staten. En toch waren er voor de opnamen van
„Een brug te ver" Thunderbolts nodig, broodnodig.
De oplossing bleek te liggen in het hartje van
Brabant, in het dorpje dat Gilze-Rijen heet.
Daar zetelt de uit een zestigtal geestdriftelingen
bestaande Stichting Vliegsport Gilze-Rijen. Thun
derbolts had dit clubje niet, wel echter Harvards,
zijnde de oefenmachines waarmee de Koninklijke
Luchtmacht in de vijftiger jaren zijn piloten trainde
om de toestellen vervolgens in de jaren zestig af
te danken. Wel als je van ketchup bloed kunt
maken, moet je Harvards ook kunnen veranderen
in Thunderbolts. En dat is precies wat ze in Gilze-
Rijen gedaan hebben. Toen de toestellen deze week
naar Deelen werden overgevlogen voor de eerste
opnamen, zou Alexander Kartveli, de geniale ont
werper van de Thunderbolt, hebben kunnen zweren
dat hij het silhouet van zijn eigenste geesteskind
afgetekend zag tegen een bezwadderd zwerk. Mis.
Het waren Harvards, maar met behulp van kunst
stof, het optische bedrog van een kwastje verf,
nep-mitrailleurs, nep-bommenrekken en een nep-
buiktank herschapen in Thunderbolts, die nog ui
terst luchtwaardig bleken ook.
Noch zal dit de laatste metamorfose van de Har
vards zijn geweest. Het ziet er naar uit dat ze
volgend voorjaar weer dienst gaan doen bij de
verfilming van „Een soldaat van Oranje", maar dan
vermomd als Fokkers D 21, compleet met de ouder
wetse wielkappen van vóór de oorlog en alweer zo
luchtwaardig als mogelijk. Hier is een eervolle
vermelding op zijn plaats voor de drie mannen die
dit wonder van vliegtuigvermenigvuldiging wisten
te wrochten. Het zijn Jack Thüring, oud-luchtmach
tofficier, nu directeur van een schoolmeubelfabriek,
Jan van Kemenade, oud-luchtmachtofficier, nu tech
nisch adjunctdirecteur op dezelfde fabriek en Jan
Verhoeven, technisch burgerbeambte bij de lucht
macht. Thüring, voorzitter van de Stichting Vlieg
sport, is het brein en de coördinator achter de
onderneming waarin zo'n 60.000 manuren zijn gaan
zitten (een medewerker: „hij heeft zich blaren op
zijn tong getelefoneerd"). Van Kemenade heeft het
vliegtechnische gedeelte voor zijn rekening genomen
en de testvluchten gemaakt. Verhoeven met zijn staf
tenslotte was de sleutelaar, de man die het prakti
sche gedeelte van de ombouw verwezenlijkte.
Een gouden ploeg die geen enkele beloning voor
zijn inspanning wenste. Alleen een vergoeding van
de reële kosten. Zijnde 15.000 gulden per vliegtuig
dit ondanks de astronomische bedragen die de
filmindustrie bereid is neer te tellen om iets buite
nissigs gedaan te krijgen. Thüring: „Onze duidelijke
opzet is geweest er niets aan te verdienen. Het was
ons te doen om het laten herleven van een stukje
historie. En om onze dankbaarheid te tonen voor
de vrijheid die we dank zij de geallieerden herwor-
ven hebben. Bovendien: hoeveel mensen zijn er uit
de slag om Arnhem niet blijvend verminkt tevoor
schijn gekomen? Hoeveel leed is er niet achtergeble
ven? Daar wilden we geen cent aan verdienen".
Terug naar de Thunderbolt. Alexander Kartveli had
het toestel ontworpen als gronddoelaanvaller, maar
ook als een begeleider die de vliegende forten bij
hun bombardementsvluchten naar het hart van
Duitsland moest beschermen. Zijn grote taktische
wapen was zijn vliegbereik. Daar hebben de Duit
sers zich op verkeken. Ze hadden hun luchtvloot