need yoU
In reclame liggen verleiding en
misleiding heel dicht bij elkaar
VVatson
com©
I
here
100 jaar
telefoon
in beeld
.EN DE EERSTE VERBINDING WAS TOT STAND GEKOMEN
REKLAME
HARTEVELT
hu9.95
DEN HAAG Sedert enkele weken is
het in Finland verboden om reclame te
maken voor sterke drank, 's Lands vroe
de vaderen hebben zoveel ellende van
alcoholmisbruik gezien in de steeds lijvi
ger wordende opsommingen van politie
rapporten en begeleidende stukken van
sociale diensten, dat ze er op deae ma
nier een punt achter willen zetten. Wie
reclame maakt voor sterke drank is nu
in Finland strafbaar: hij doet iets onfat
soenlijks naar 's lands straffe normen.
Dat wil overigens niet zeggen, dat de
vervaardigers van Finse elixertjes hele
maal hun mond moeten houden. De be-
stuurderen in Helsinki weten heel goed
dat de export van het Finse vuurwater
een aardige cent in het laatje brengt en
wat in Finland zelf voor onfatsoenlijk
wordt gehouden, blijft in het buitenland
een gewone deugd: het aanprijzen van
Fins vuurwater in woord, beeld en over
drijving.
Ofschoon wij Nederlanders minstens zo
fatsoenlijk zijn als de Finnen, peinzen er
nog maar weinig bezorgde Nederlanders
over, om reclame voor alcohol naar de
ongewenste hoek te verwijzen, waarin
bijvoorbeeld voor een deel de (televisie-)
reclame voor tabak terecht gekomen is.
Ofschoon het alcoholprobleem in Neder
land met de dag groter wordt, blijft men
de lezer, luisteraar en kijker opwekken
tot het feestelijk gebruik, opdat de werk
gelegenheid niet verloren zal gaan (wat
niet onbelangrijk is) opdat er geen bron
droog zal vallen, waaruit de overheid, die
zo bezorgd is voor onze longen en voor
de door snoep bedreigde gebitjes var
onze kinderen, jaarlijks een flinke belas
tingduit put.
Terwijl in duizenden Nederlandse gezin
nen het alcoholmisbruik een ferm deel
van het menselijk geluk de deur heeft
uitgejaagd, kan mqn door de reclame nog
altijd geloven, dat drinken alleen maar
gezellig is en dat daar, waar de sherry
en de whisky cultureel vloeien, geen kou
aan de lucht wordt waargenomen.
Een reclame-tafereel: Een zorgelijke fi
guur wordt door de camera betrapt in
een situatie, waarin het leven allesbehal
ve prettig voor hem is: hij bevindt zich,'
laten we zeggen, met een kaduke auto
en twee linkse handen op een verlaten
weg. Hij kan vóór noch achteruit. Boven
dien valt de regen neer in stromen. Doch
zie: De redding is nabij, want vlakbij is
een praatpaal, waar hij een garage op
kan bellen. Hij belt, maar niet de garage.
Hij zoekt contact met zijn echtgenote en
V
In Finland is reclame voor sterke drank verboden. In ons land mogen
de „groten" in de drankwereld nog vrijelijk tegen elkaar opbieden.
gemakkelijkst maakt men het kennelijk
te bont in die sector, waar zakelijke
belangen geen rol spelen en waar geen
groot hedrijf in de knoei kan geraken
door een veroordeling.
Waar ligt het punt, waar de reclame-non-
sens gevaarlijk gaat worden en waar de
Code Commissie dus in zou moeten
grijpen? Het is een moeilijke grens. De
consument heeft zich in de afgelopen
dertig jaar door reclame-psychologen al
zodanig in laten pakken, dat hij het punt,
waar hij genept wordt, al lang niet meer
voelt en dat hij zelfs niet in de gaten
heeft, dat hij in wezen andere dingen
koopt dan de objecten, waar hij zijn geld
aan uitgeeft.
De man of vrouw die een auto
koopt, die juist iets mooier is dan die van
zijn buurman, koopt in wezen iets heel
anders dan het samenstelsel van gelakt
metaal op wielen, waarmee hij zich kan
voortbewegen: Hij koopt op de eerste
plaats aanzien, dat hij op een andere
manier niet of maar moeilijk verwerven
kan. En zo koopt de kleine werknemer,
die door niemand wordt benijd, met de
te dure auto de hem goeddoende jaloezie
van de buren.
Verleiding: Waar houdt ze op en waar
begint de misleiding? Op welk punt gaat
de mens, die een uitgave wil doen, die
hij zich niet kan permitteren op dat
ogenblik, geloven, dat hij het zich best
kan veroorloven bank- en andere schul
den aan te gaan? Op welk punt gaat de
verleiding zo ver, dat ze misleiding wordt
en dat moeders (letterlijk) een „slecht
geweten" gaan voelen, wanneer ze de was
niet behandelen met het chemische won
dermiddel, dat haar geluk garandeert?
En dan de goede smaak, die bij dit alles
in het geding is en waarmee, aldus de
reclame-commissie, elke uiting van recla
me in overeenstemming moet zijn. Een
rekbare zaak. Is het in strijd met de
goede smaak, wanneer in lichaamsgeur-
advertenties juffrouwen met een riekend
lijfje rondlopen? Misschien niet eens: het
is hooguit een beetje vies en daarmee
basta. Maar wanneer die riekende juf
frouw, of een wei-geurende soortgenote,
met een jammerende baby wordt opge
voerd, die doodongelukkig is, omdat hij
niet de luier van merk X draagt, dan
komt de goede smaak wel degelijk in het
geding, omdat onnozel kinderverdriet
wordt gebruikt om de moeder tot een
bepaalde koop te verleiden. Misleid als
ze is door de gedachte, dat luiers van
merk X bijdragen tot het menselijk ge
luk.
Verleiding en misleiding liggen dicht bij
elkaar. Over smaak valt te twisten, en
een gewaarschuwd mens telt voor twee.
JO VEUGELERS
Wet op Misleidende Reclame, die welis
waar in opzet gereed is, maar die de
Kamer nog niet heeft gehaald.
In afwachting van de maatregelen die
komen, is de Nederlandse Reclame Code
Commissie aan de weg gaan timmeren.
Iedere consument kan de brochure „Watt
mag en niet mag in de reclame" bestel
len, waarin de fatsoenregels van het re-
clamespel zijn opgenomen. Er zit zelfs
een klachtenformulier bij, dat de consu
ment, die zich aan een reclame-uiting
stoot, kan invullen, opdat de Reclame
Code Commissie zich over het gewraakte
stuk kan buigen. Komt de commissie tot
de slotsom, dat de reclame in kwestie
onoirbaar is, dan kan ze de adverteerder
in kwestie dringend verzoeken, van de
dwalingen zijns weegs terug te keren. „In
nagenoeg alle gevallen geeft de adver
teerder gehoor aan dit verzoek", zegt de
commissie in haar brochure, „hij zal
immers willen vermijden om in het open
baar aan de kaak gesteld te worden. Die
openbaarheid is de volgende stap, die
gedaan wordt, wanneer de adverteerder
zich aan het oordeel van de commissie
niets gelegen laat liggen. Overheidsin
stanties, reclamevakbladen, tijdschriften
en kranten worden geïnformeerd over de
ontoelaatbaarheid van de bewuste recla
me en daarbij wordt het advies gegeven,
de gewraakte reclame voortaan te weige
ren. „Deze maatregel blijkt in de praktijk
afdoende", zo constateert de brochure
tevreden.
Het is al gezegd: Kracht van wet hebben
deze goede zaken nog (lang) niet, maar
ze kunnen er wel toe bijdragen, de adver
teerder voorzichtig te maken met zijn
beloften en toezeggingen en de consu
ment wat kritischer te laten staan tegen
over alles, wat hem in de reclame te
geloven wordt voorgehouden, opdat hij
het punt zal ontdekken, waar de verlei
ding (het goede recht van de goede recla
me) ophoudt en de misleiding (of de
aantasting van het algemeen behoren en
fatsoen) begint.
Men moet het in Nederland echter al
bijzonder bont maken, wil de Code Com
missie iets „onfatsoenlijk" vinden en het
als zodanig aan de kaak stellen. En het
J0K6E
JENEVER
Aimsprijs 13,£
Om. prils 11,25
derlijk dat Bell uiteindelijk aan
de wieg van de telefoon stond.
Van jongsaf aan toonde hij grote
belangstelling voor de menselijke
stem; hem met de paplepel inge
geven, want zowel zijn vader als
grootvader waren pioniers op het
gebied van spraakonderricht.
Ook de jonge Bell ging die kant
op. Als muziek- en spraakleraar
op een kostschool studeerde hij
geluidsleer en raakte hij in de
ban van de reeds ontwikkelde
telegraaf. Het idee, dat het ook
mogelijk zou moeten zijn een mu
zikale telegraaf te maken, liet
hem niet meer los.
Eenmaal in „de nieuwe wereld"
stichtte Bell met enkele van zijn
financiële begunstigers, die wel
brood in zijn ideeën zagen, een
vennootschap, waaruit de Bell
Patent Association ontstond, die
zou uitgroeien tot het enorme
Bell-concern.
Hij begon het menselijk oor te
bestuderen. Ervan uitgaande, dat
een membraan waar een elektri
sche stroom door heen gevoerd
wordt, zich op dezelfde wijze zou
gedragen als het oor, belandde
Bell uiteindelijk bij de telefoon,
en in de galerij der onsterflijken.
Zoals zo vaak, bestond er aanvan
kelijk weinig belangstelling voor
„de verrespreker", die uiteinde
lijk zo diep in de hele samenle
ving zou ingrijpen, en wiens ver
volmaking tot op de dag van van
daag (beeldtelefoon) nog door
gaat. De wereldtentoonstelling ir
Philadelphia, waarmee de Ver
enigde Staten in 1876 hun 100-ja
rige onafhankelijkheid vierden
bood Bell een unieke gelegenheid
om de telefoon bij het publiek
bekendheid te geven, maar hoe
wel een jury Bell's apparaat be
stempelde als „verreweg de be
langrijkste van alle tentoongestel
de uitvindingen" en de uitvinder
in één slag een beroemd man
werd, duurde het toch nog gerui
me tijd alvorens hij tot het we
reldnieuws doordrong.
De telefoon is overigens niet de
enige uitvinding die Bell op zijn
naam heeft staan. Zo ontwierp hij
onder andere een constructie die
als voorloper van de ijzeren long
kan worden beschouwd; ook een
vliegwiel met drie bladen, verge
lijkbaar met de rotorbladen van
een helikopter, alsmede een was-
rol voor geluidsopnamen. Voorts
ontwikkelde hij een methode voor
het opsporen van ijsbergen door
middel van echoloding en een
vleugelboot, die met circa 114
km/uur een wereldrecord voor ra-
ceboten vestigde. Zelfs op lucht
vaartkundig gebied leverde hij
prestaties. Hij stichtte in 1907 een
maatschappij die enige experi
mentele vliegtuigen bouwde.
Nog eenmaal herhaalde Bell de
historische woorden „Watson co-
me here, I need you". Dat was
na de officiële ingebruikstelling
van de eerste transcontinentale
telefoonlijn tussen Washington en
San Francisco. De beide reeds
grijzende vrienden bevonden zich
toen echter meer dan 4.000 km
van elkaar verwijderd.
Bell stierf op 2 augustus 1922.
Tijdens zijn begrafenis werd de
telefoondienst in geheel Noord
Amerika één minuut stilgelegd.
Ter gelegenheid van „100 jaar
telefoon" is in het Nederlands
Postmuseum aan de Zeestraat in
Den Haag een overzichtstentoon
stelling ingericht van het ontstaan
en de ontwikkeling van de tele
foon (tot en met 15 augustus,
dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur,
zon- en feestdagen van 13.00 tot
17.00 uur).
Han Heezius
hij heeft maar één vraag: „Schat, staat
de borrel al koud?" Het zal leuk bedoeld
zijn, maar een man, die in zo'n situatie
alles vergeet om naar de koude borrel
te informeren kan niet anders zijn dan
een alcoholist, die een heel eind op weg
is om zijn leven en dat van zijn huisgeno
ten te ruïneren. Het mag blijkbaar. En
toch staat in de Nederlandse code voor
het reclamewezen (een soort twaalf gebo
den) als eerste gebod: „Elke reclame-ui
ting behoort te zijn in overeenstemming
met de wet, de waarheid en met de eisen
van goede smaak en fatsoen". Over de
goede smaak valt blijkbaar te twisten,
wanneer zakelijke belangen een rol spe
len.
Die Nederlandse code voor het reclame
wezen wordt gehanteerd door de Reclame
Code Commissie, een instituut, waarin
alle belanghebbenden in de wereld van
gedrukte reclame vertegenwoordigd zijn:
de adverteerders zelf, de verschillende
persorganen, de reclame-adviesbureaus,
maar ook de consument, die zonder zo'n
code min of meer weerloos overgeleverd
zou zijn aan wat de reclamemakers hem
te geloven voorhouden. De codecommis
sie wil daarbij naar twee kanten werken:
Ze wil de consument beschermen tegen
misleiding en aan de andere kant de
adverteerder en reclamemaker normen
bieden, zodat het peil en de goede smaak
van de reclame in Nederland wordt be
vorderd. Het klinkt allemaal veel mooier,
dan het in de praktijk in Nederland
voorlopig kan zijn. Want men kan fraaie
regels opstellen voor onderling gebruik,
kracht van wet hebben die niet Wat dat
betreft is het wachten nog altijd op de
DEN HAAG „Watson coroe
here, I need you". Historische
woorden die honderd jaar gele
den werden uitgesproken en die
de inleiding vormden van een
ontwikkeling, die het wereld
beeld totaal zou veranderen. De
Amerikaan van Schotse afkomst
Alexander Graham Bell, gefasci
neerd door het fenomeen „tele
grafie" werkte op dat moment
met zijn trouwe medewerker
Watson aan een zaak, die zeer tot
de verbeelding van verschillende
uitvinders sprak: het overbren
gen van het gesproken woord
langs elektrische weg. Bell had
een bijtende vloeistof op zijn kle
ren gemorst en riep, zonder ei
genlijk te beseffen dat zijn mede
werker Watson hem in het ande
re vertrek zo niet kon horen,
Watson te hulp. Toen deze plotse
ling toch naast hem stond, besef
te Bell dat zijn uitvinding werk
te: de telefoon was geboren.
Zoals dat meestal het geval is,
was de realisering van de tele
foon de logische volgende stap in
een eenmaal op gang gebrachte
ontwikkeling. De Duitser Phillipp
Reis komt de eer toe de eerste
tonen langs elektrische weg te
hebben overgebracht, maar het
zou weer te veel eer zijn, om deze
in 1863 geleverde prestatie te zien
als de geboorte van onze huidige
telefonie.
6RAANJENEVER
Mïfcsprlfi 14.35
Ora prijs 1225
Het is eigenlijk niet zo verwon-