Vrijheid in eigen blik gaat bovenal Na 87 jaar nieuwe liften in Eiffeltoren ,Het is mode tegen auto's te zijn en er vervolgens zelf in weg te rijden" mensen voor wie openbaar vervoer een medicijn is, die m bij voorkeur niet slikken met de „geanskaart", een kaart waarmee een aantal mensen tegen een belachelijk laag bedrag onbe perkt gebruik kan maken van het openbaar vervoer, treinen en bus sen, is mislukt, zoals de staatssecre taris van Verkeer en Waterstaat deemoedig heeft moeten toegeven. De vele vrijheidsbeperkin gen die het openbaar ver voer de mens oplegt, zijn veruit de belangrijkste re den dat het openbaar ver voer maar niet groeien wil. kent in het bijzonder dat die lagere inkomensklassen meer geld zullen krijgen. En waar zal men dat dan aan besteden? Wij kunnen het zien aan de verkoopcijfers van de RAI: aan het bezit van een auto. Hier komt n inconsequentie in het beleid naar voren. Met het beschikbaar maken van meer inkomen voor de lagere inko mensklassen wordt de groei van het autobezit bevorderd, dat wijzen alle onderzoeken uit. Die nieuwe autobezitters gaan de straat op. Zij kunnen dan beter hun levenswensen uiten: naar meer dingen toegaan en bezien, familie bezoeken, culturele ob jecten bereiken, maar ook zake lijke, meer dan zij daarvoor konden. Tegelijkertijd is er dan weer het overheidsstreven naar het drukken van die mobiliteit, dat wil zeggen, het terugdringen van hetzelfde gebruik van die zelfde auto. Het is duidelijk dat .hier een levensgrote politieke spanning wordt ingebouwd. Blijft natuurlijk het feit, dat er prognoses bestaan dat onze we gen 7,5 miljoen auto's zullen moeten verwerken in het jaar 2000. Een schrikbeeld inder daad. Maar gelukkig stijgt de bevolking langzamer dan toen werd voorspeld. En als we de vijf miljoen auto's halen in 2000, dan valt het mee. Nederland hoeft dus niet één grote asfalt- vlakte te worden. Voor drs. K. Mulder, hoofd van de afdeling marktonderzoek van Shell Nederland Verkoopmaat schappij, die laatstelijk een stu die publiceerde over de verdere ontwikkeling van het Neder landse autopark, deugen beide prognoses niet Hij komt tot ge heel andere cijfers. Het wagen park blijft voorlopig nog flink groeien, maar het verzadigings punt is bereikt rond 1990. Dan hebben we zo'n zes miljoen au to's. Nu is dat 3,7 miljoen. Op zich, zegt hij, is het een vreemde zaak dat er nu in Nederland meer nieuwe personenauto's verkocht worden dan ooit tevo ren. Immers, we leven in een tijd van economische recessie, met een relatief groot aantal werklozen. Bovendien is autorij den juist de laatste tijd veel duurder geworden. De wegenbe lasting en de verzekeringspre mies werden verhoogd, de ben zine en reparaties kosten steeds Vrijheid in eigen blik. Dat wil elke Nederlander, op een handjevol na, en daarom zal het niemand lukken de auto in zijn opmars te stuiten. De Nederlander is niet in het hem aangeprate openbaar vervoer te lok ken. Beste voorbeeld: zelfs de proef ARUS Weinig fabrieksmerken zijn jj lieden, die zich in wezen daarvoor ■et interesseren, zo bekend als die van fteo: terwijl men min of meer gedul- ig wacht tot men op de gewenste ver- ieping aangekomen is, blijkt het enige «zienswaardige" in de liftkooi (afge- ien van het gezelschap van een „aac- dckelijke persoon van andere kunne", >t alleen maar anderen overkomt) 6 naam van de fabrikant te zijn. In nnkrijk zijn derhalve de liftmerken oux-Combaluzier, Otis, Westinghouse Edoux-Samain bij vrijwel iedereen iktnd. Maar weinigen weten dat de foux van de combinatie Edoux-Sa- &in dc man was, die in 1889 voor zijn tiend Gustave Eiffel de liften bouwde °or diens hoge stalen toren, die se- trtdien min of meer het symbool van wijs geworden is. liften van de Eiffeltoren, die mon- fcur Edoux op geniale wijze con grueerde, hebben 87 jaren ononderbro ken dienst gedaan zonder praktisch tn'g incident. Maar langzamerhand be tonen zij tekenen van slijtage en ver moeidheid te vertonen. Vervangen door een moderne installatie is noodzakelijk, hetgeen een flinke dertig miljoen franks (ruim 17 miljoen gulden) kost. De tegen woordige oude liftinstallatie van mon sieur Edoux is van een zeer originele conceptie: de tweede en derde verdie ping van de toren worden over «en vertikale afstand van 161 meter verbon den door twee liftkooien die elkanders contra-gewicht zijn. Terwijl de ene kooi van de tweede naar de derde verdieping stijgt, daalt de andere met gelijke snel heid. Het systeem is hydraulisch. Op de top van de Eiffeltoren bevindt zich een reservoir dat 20.000 liter water bevat. Op de tussenverdieping is eenzelfde re servoir. Het water van dit reservoir wordt door pompen in de zuid-pilaar naar het top-reservoir gepompt. Dit zeer eenvoudige en verrassend betrouwbare systeem heeft het sedert het bestaan van de toren mogelijk gemaakt om tijdens de grote drukteperiode per uur 750 personen te vervoeren. De eerste liften tot de eerste verdieping (waar overgestapt moet worden) bewegen zich als gevolg van de stand van de „poten" van de toren niet vertikaal maar onder een hoek van ongeveer 30 graden. Het systeem heeft uiteraard het nadeel dat het niet meer werkt als het vriest, maar de toevoeging van moderne anti-vries middelen heeft daaraan een einde ge maakt. De vervanging van de liften van mon sieur Edoux zal nu op het totale sys teem betrekking hebben en de hydrauli sche installatie zal afgebroken worden. Zoals elke moderne liftinstallatie zal de nieuwe, die door Creusot-Loire ge bouwd wordt, elektrisch werken. De nieuwe installatie zal ook sneller func tioneren dan de oorspronkelijke. Mo menteel wordt berekend hoeveel tijd met de afbraak van de oude en de installatie van de nieuwe liften gepaard zal gaan. Gezien het pendelsysteem kan men niet eerst één kant van de toren van een nieuwe installatie voorzien en zolang met de tweede niet begonnen is, het oude systeem in bedrijf houden. Er moet op gerekend worden dat de Eiffel toren, als eenmaal een begin met de liftenmodernisering begonnen is, maan den en maanden niet bezocht kan wor den. De afbraak van het bestaande liftensys- teem en de installatie van het nieuwe zal vooral door de technici van de Franse televisie gevoeld worden: zij zul len gedurende de hele tijd van de werk zaamheden de ruim 300 meter hoge trappen moeten opklimmen om de con trolekamer te bereiken van de diverse antennes van de drie tv-kanalen die op de top van de Eiffeltoren staan en het gebied van Parijs bestrijken. Jan Drummen meer en de auto zelf is er ook niet goedkoper op geworden. Verder klinkt voortdurend de stem van hen die erop wijzen dat autorijden niet goed is voor de samenleving en dat het daar om beperkt moet worden. Er is een massa-motorisering aan de gang, maar wat is daar de oorzaak van? Massamotorise- ring is een welvaartssymptoom. In de arme landen komt ze niet voor. De rijke landen hebben zonder uitzondering met het probleem te maken. Er is niet één welvarend land in de wereld te noemen waarin de massamo- torisering niet voorkomt en waarin deze geen aanleiding tot problemen geeft Wetenschappe lijke onderzoekers hebben een nauwe relatie gevonden tussen de omvang van het autobezit en het reële nationale inkomen per hoofd van de bevolking. Massa- motorisering is een gevolg van het gestegen welvaartspeil. Als we de oorzaak willen weg nemen zouden we dus de voor consumptie beschikbare inko mens zover moeten verlagen, dat de mensen geen geld meer hebben om auto's te kopen. We zouden dan bijvoorbeeld ont wikkelingshulp moeten gaan be drijven met bedragen in de orde van dertig procent of meer van ons nationaal inkomen, in plaats van de twee procent waar we nu al zoveel pijn in de buik van hebben. We zouden onze wel vaart moeten weggeven en zelf sober gaan leven: zonder auto's, zegt drs. Mulder. En dat is na tuurlijk nooit een haalbare kaart. Maakt dan het openbaar ver voer werkelijk zo weinig kans? De mens wil vrij en onafhanke lijk zijn. Als hij de keuze heeft tussen eigen vervoer of open baar vervoer zal hij altijd voor het eigen vervoer kiezen. Al was het alleen maar omdat het eigen vervoer zijn vrijheid minder aantast dan het openbaar ver voer. Voor het openbaar ver voer moet de gebruiker zich naar de halte begeven, zich on derwerpen aan de dienstrege ling, accepteren dat onderweg gestopt wordt op plaatsen waar dat voor hem niet hoeft, hij moet in gezelschap verkeren dat hij niet zelf heeft uitgezocht, een oplossing voor zijn bagagepro blemen zien te vinden, enzo voorts. Deze vrijheidsbeperking is een psychologisch getinte handicap van het openbaar ver voer, die blijft, ook als de kwali teit van dat vervoer verbeterd wordt. Deze handicap is veruit de belangrijkste reden dat het openbaar vervoer maar niet groeien wil. Er bestaan ook plaatsen en om standigheden waarin het niet praktisch meer is de auto te gebruiken. Maar het is onjuist te beweren, dat openbaar ver voer een oplossing voor „de ver keersproblemen" zou opleveren. Er zijn te veel mensen voor wie het openbaar vervoer een medi cijn is die ze bij voorkeur niet slikken, mensen die het eigen vervoer sterk prefereren. De mensen willen niet alleen graag auto's hebben en ermee rijden, door de ontwikkelingen in onze samenleving zoals de suburbanisatie het wegtrek ken uit de grote steden naar voorsteden en omliggende plaat sen hebben ze die auto's ook steeds meer nodig. Het open baar vervoer wordt voor hen steeds minder van belang. De vrijheid in het eigen blik gaat bovenal/ GERARD CRONt et bezit en het gebruik van een ito betekent een stuk welzijns- irgroting voor steeds bredere gen van de bevolking. Dat is e mening van de heer W. van Kmlringa de Kempenaer, voor- Ète van de Koninklijke Neder- andehe Automobiel Club, de HAC. De cijfers liegen er niet bijna 85 procent van het tale aantal reizigers-kilome- ■s wordt met particuliere ver ermiddelen, exclusief de fiets, gelegd en slechts 15 procent et openbaar vervoer. Het par- lulier verbruik van de auto is laatste tien jaar sterk toege- imen. In 1967 ging het nog om gen miljard kilometer, in 1973 iren het er al zevenentwintig iljard. larbij komt nog een toene- ïng van het autogebruik in de kantie, namelijk van 2,4 mil- rd tot 6 miljard kilometer. Het kelijk verkeer is in die perio- nauwelijks toegenomen, van rtien naar zestien miljard ki neter, maar het woon-werk- rkeer per auto heeft zich eer dan verdubbeld: van 4,2 iljard naar 10 miljard kilome- r. Door het bezit van een eigen irvoermiddel kan men verder m het werk wonen en ook het ngekeerde is het geval. Door- it namelijk zoveel mensen bui- n zijn gaan wonen zijn ze eer op een eigen vervoermid- ïl aangewezen. e KNAC, zegt de heer Van ndringa de Kempenaer heeft in ook de stellige indruk dat het overheidsbeleid de accen- n te veel liggen op de, onget- ijfeld aanwezige, negatieve as- icten van het autogebruik en it te voel aandacht wordt ge- honken aan in omvang uiterst ringe groeperingen die de au- afschilderen als een soort liversele vijand. i dat verband passen dan ook 5 subsidietoekenning aan een stiegroep als „Stop de kinder oord" (alsof er sprake van' loord zou zijn op ae weg) en ok de overdreven verwachtin- Hi die men in sommige krin- en pleegt toe te kennen aan het •enbaar vervoer. Het is mode Ben auto's te zijn en er onafhankelijk van sociale klasse en wat dan ook, vindt dat die auto hem het gemakkelijkst er gens brengt. Om het in formele taal te zeggen: naar zijn mening is het offer, de moeite die hij moet opbrengen om ergens naar toe te gaan, het minste als hij dat met de auto doet. En er zijn er maar weinigen die zomaar voor de aardigheid in de auto zitten. Dat men soms nog geen auto vervolgens zelf in weg te rijden. Professor ir. J. Volmuller, hoog leraar in de verkeerswetenschap aan de Technische Hogeschool in Delft, zegt het zo:" „Uit alle on derzoeken blijkt in het bin nenland en in het buitenland dat de auto voor „the man in the street" het meest geavan ceerde vervoermiddel is, de meest begeerde vervoerswijze". Dit is een keihard gegeven. Het betekent dat hij individueel, heeft op dit moment is meestal afgezien van enkele hobbyis ten of mensen die op een be paalde manier zijn gemotiveerd voornamelijk een kwestie van inkomen en daar zit onmiddel lijk weer een dualiteit in. Het is natuurlijk duidelijk, dat iemand met een laag inkomen toch min der gauw een auto zal kopen dan iemand met een hoger inko men. Zet daartegenover dat het streven van deze en mogelijk ook volgende regeringen is ver der te gaan in een meer of minder sterk tempo van nivelle ring van inkomens. Dat bete- De auto wordt steeds va ker als vakantievervoers middel gebruikt: een stij ging van 2,4 tot 6 miljard kilometer in de afgelopen tien jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 17