„Het is voor mij een hobby waar je beter van wordt" TOINE VAN DE BUNDER: M0NTREAL76 HERMAN PONSTEEN HOOPT IN MONTREAL AD TAK: „NIET KANSLOOS VOOR OLYMPISCHE TITEL" EEN PROFCONTRACT TE VERDIENEN PAPENDAL Toine van de BI Bunder is al jarenlang een opvallende (Iguur in de va- ^ÊÊÊBSm derlandse wielersport. En dat niet alleen door zijn bepaald niet geringe prestaties. Vorig seizoen mocht de coureur uit het Zeeuws-Vlaamse IJzendijke 38 maal het zoet 'der overwinning smaken (dit heeft nog nooit een coureur gepresteerd) en ondanks veel pech in het voorseizoen was Van der Bunder dit jaar reeds tien maal de overige concur renten te snel af in een amateurkoers. Pres taties die er mogen zijn dus en daarvan is Van de Bunder, hoe bescheiden hij ook is, eigenlijk zelf ook wel overtuigd. Een opmer kelijke zaak is echter dat de beleidsbepalen de figuren binnen de KNWU nooit zoveel aandacht aan de zegereeksen van de IJzen- dijkse coureur hebben besteed. Iets dat door Van de Bunder aanvankelijk met verwondering en later zelfs met gepast wan trouwen werd gadegeslagen. „Wanneer je net als vorig jaar 38 koersen wint en dan niet eens in aanmerking komt voor uitzending, naar de wereldkampioenschappen dan geloof ik wel dat er redenen aanwezig kunnen zijn om wantrouwig te zijn", aldus Van de Bunder, die tot zijn eigen verwondering toch in de selec- tie-ploeg voor de Olympische Spelen is geko zen. ..Ik had er eigenlijk niet op gerekend", bekend de als een typische Zeeuw bedacht zaam formulerende Van de Bunder. „Gezien mijn prestaties in het voorseizoen zou ik van mezelf zeggen. „Ik heb het verdiend". Daarna kreeg ik echter last van een blessure die er de oorzaak van is dat ik mijn grote vorm nog steeds niet heb teruggevonden. En toch heeft meneer Middelink me gekozen. Dat heeft er natuurlijk wel voor gezorgd dat er een veel betere verhouding tussen ons is ontstaan We hebben in de afgelopen weken al enkele gesprekken gevoerd die verhelderend hebben gewerkt Ik ben daar erg gelukkig mee want ik beschouw uitzending naar de Olympische spelen toch altijd nog als een grote eer". Oorzaken Wanneer Toine van de Bunder de zaken nog eens op een rijtje zet, dan kan hij de oorzaken die tot de conflicten met de Wiele- runie hebben geleid, eigenlijk wel aangeven. De wielrenners komen op de volgende dagen in actie. De tijden hebben betrekking op de Nederlandse berekening. 18 juli: Start ploe- genwedstrijd over 100 kilometer (15.00) 20 juli: Kwalificatie individuele achtervolging (15.00), finale 100 meter tijdrit (20.00). 21 juli: Achtste en kwartfinales individuele achtervol ging, series sprint (20.00). 22 juli: Halve finales individuele achtervolging, achtste finales sprint, herkansing sprint, kwartfinales sprint, finale individuele achtervolging en de strijd om de derde en vierde plaats (20.00). 23 juli: Kwalificatie ploegenachtervolging, halve fina les sprint en kwartfinales ploegenachtervol ging (19.00). 24 juli: Halve finales ploegenach tervolging, finale sprint en strijd om de derde en vierde plaats, finale ploegenachtervolging en strijd om de derde en vierde plaats. (20.00). 26 juli: Start individuele wegwedstrijd (15.00). Overigens niet vreemd als men weet dat Van de Bunder in het aannemersbedrijf van zijn vader een goedbelegde boterham verdient en dat hij, mede door het financiële gewin in de afgelopen amateurjaren, in zijn geboor tedorp een meer dan riante bungalow heeft neergezet. Het voornaamste wrijvingspunt zit in het gege ven dat Van de Bunder een nogal zelfstandig type is. die het liefst zijn eigen koers bepaalt. Deze koers liep lang niet altijd parallel met die welke Joop Middelink voor zijn geselec teerden had uitgezet. „Ik heb nogal eens dingen geweigerd die ik in opdracht van de KNWU had moeten doen. Grote wegwedstrijden bijvoorbeeld waarvan ik vond dat ze niet in mijn schema pasten. Dit jaar ben ik enigszins van mijn standpunt afgeweken en heb ik de Ronde van Marokko gereden. Ik vond het eigenlijk maar niks. Ik ben er trouwens zonder vertrouwen heen gegaan en ik heb er ook niet best gereden. Ik heb daar met Middelink goed over kunnen praten. Hij had er wel begrip voor dat mijn voorkeur naar andere koersen uitging". Die andere koersen betreffen dan voornamelijk Belgische criteria waarover het algemeen voor een erg goed prijzenschema wordt gereden. Die voorkeur van Van de Bunder past weer een beetje in de visie die de IJzendijker zich ten opzichte van zijn wielertoekomst heeft ontwikkeld. Van de Bunder wil namelijk best profwielrenner worden, maar niet eerder dan wanneer hij de bijna-garantie krijgt dat hij een goed salaris kan verdienen. Hongerlijden als profwielrenner is een beeld dat hij volledig verafschuwd. Herman Ponsteen heeft het geloof in zichzelf teruggevonden. Vandaar ook dat hij zichzelf in Montreal niet kansloos acht. Programma wielrennen Capabel PAPENDAL Pas vorige week zaterdag wist Ad Tak HNr definitief dat hij met de BI Olympische wielerploeg naar Montreal zal gaan, waar hij overigens al is gearriveerd omdat de wegren ners maandag zijn vertrokken om deel te nemen aan de voor-Olympische ronde van Quebec. Het verlossende ja-woord werd dit maal echter niet door wegcoach Joop Midde link maar door dokter De Jongste gesproken. De nationale kampioen van vorig jaar, die dit seizoen al tweemaal met een sleutelbeen breuk werd geconfronteerd, ging vorige week bij een trainingsrit in de omgeving van sport centrum Papendal lelijk onderuit. Zwaarbloedend werd Tak afgevoerd waarna bij onderzoek bleek dat hij over zijn hele lichaam snij- en schaafwonden had opgelo pen. Het medische team verrichtte het nodi ge lapwerk en een dag later zat Ad/Tak weer op de fiets om dertig moeizame kilometers te trainen. „Dat viel me toch nog mee", aldus de nog met een pijnlijk gezicht rondlopende Tak, tijdens de voorstelling van de Olympi sche ploeg. „Ik had het niet verwacht. Mijn eerste gedach te toen ik onderuit ging was, daar gaat •Montreal. Heb ik daarvoor nu zoveel pijn 'verbeten om te herstellen van mijn vele bles- sures dit seizoen?" Want dat het doorzettings- vermogen dat Tak dit seizoen gedemonstreerd heeft een van de voornaamste redenen is •geweest dat Middelink hem bij de selectie heeft gehandhaafd, is iets wat als een paal boven water staat. „De eerste keer dat ik mijn sleutelbeen brak was in de Ronde van Marok ko. Dat was iets om nooit te vergeten. En dan heb ik het nog niet eens over mijn sleutel beenbreuk maar over de toestanden in het ziekenhuis waar ik toen naar toe werd ge bracht. Er heerste een onbeschrijflijke troep. De vrouwen kwamen er 's nachts nog bij hun mannen slapen die in het ziekenhuis lagen en de etensresten werden zo over de grond gesmeten. Ik was zo blij als een kind dat ik naar huis mocht. Toen zag ik de Olympische Spelen nog wel zitten. Pessimistisch Maar na mijn tweede sieutelbeenbreuk in de omloop van Zeeuws Vlaanderen begon ik toch wel enigszins pessimistisch te worden. Wonder boven wonder genas ik echter snel. Toen bleek dat ook meneer Middelink zijn vertrouwen in mij niet had verloren zag ik het echt weer helemaal zitten. Tot die trainingsrit waarbij ik onderuit ging. Ge lukkig is dat ook weer goed afgelopen. Maar het is het hele seizoen door met de deelname aan de Olympische Spelen een dubbeltje op z'n kant geweest". Het is uiteraard niet alleen het doorzettingsver mogen geweest wat Joop Middelink deed besluiten om Tak in zijn selectie te hand haven. Het parcours in Montreal is uiter mate zwaar. Het is een geaccidenteerd terrein, waarin veel kleine maar krachten- slopende klimmetjes voorkomen. Ad Tak, die al eerder heeft bewezen goed in de bergen mee te kunnen, heeft een voorkeur voor een dergelijk parcours, wat hij tijdens het onlangs verreden nationaal kampioen schap in Simpelveld beweest door een ijzersterke koers te rijden. „Meneer Midde link weet dat ik graag op een zwaar par cours fiets. Daar voel ik me thuis. Het is daarom dat ik me in Montreal niet kan sloos acht. Het is uiteraard altijd moeilijk om van te voren te stellen dat je een kans op een Olympische titel maakt, maar dat ik me tot het uiterste zal verdedigen is iets wat zeker is. Droom Ik heb er steeds van gedroomd om ooit nog eens naar de Olympische Spelen te mogen gaan. Ik heb dit seizoen veel af moeten zien om mijn selectie uiteindelijk toch af te dwingen. Nu het dan eenmaal zo ver is, zal ik mijn uiterste best doen om er wat van te maken. Ik heb er mijn hele seizoen op afgestemd. Ik heb er speciale trainingsschema's door mijn eigen trainer voor laten opstellen". Net als alle topamateurs speelt Tak na tuurlijk met de gedachte dat een goede Olympische prestatie borg staat voor een gunstig profcontract, iets waartegenover de donkerharige coureur uit het Westbra bantse Oud Gastel niet afkerig staat". Vo rig jaar al na het behalen van het Neder lands kampioenschap, heb ik kansen ge had om prof te worden. Ik denk daar echter niet te licht over. Ik heb teveel voorbeelden in mijn naaste omgeving ge had van uitstekende amateurs, die het bij de profs totaal niet gemaakt hebben. Ik kan als timmerman overal terecht, daar hoef ik het niet voor te doen. Maar nog maals, ik wil wel graag prof worden maar dan moet het op een redelijke contractba sis gebeuren". NIJVERDAL Drie jaar nadat hij de wielerwereld versteld deed staan door als debutant achter de Noor Knud Knud- sen beslag te leggen op de tweede plaats tijdens de wereldkampioen schappen individuele achtervolging, lijkt Nij- verdaller Herman Ponsteen in staat weer een klapper van een dergelijk formaat te maken. Twee seizoenen achtereen waren de verwach tingen bij wereldtiteltoernooien erg hoog ge spannen. Beide malen ook kon hij de beloftes niet inlossen. In 1974 maakte hij zowel licha melijk als geestelijk een enorme crisis door, die hij pas anderhalf jaar na het begin defini tief te boven was. En in het volgende jaar hield een lekke band hem van een sterk toernooi af. Tegen de latere wereldkampioen Huschke uit Oost-Duitsland reed Ponsteen lek in de laatste kilometer van de vier. Reglemen ten schrijven voor dat dan de man als winnaar wordt genoteerd die op het moment van lekrijden een voorsprong heeft. Dat was, met een verschil van 3/10 seconde, Huschke. Pon steen kwam niet bij de laatste vier. Maar nu, met een schitterende reeks prestatie- s,tijdens de nationale kampioenschappen nog vers in het geheugen, heeft Herman Ponsteen weer uitzichten om zijn beste seizoen ruim schoots te overtreffen. Herman Ponsteen, 23 jaar toch nog maar, is duidelijk evenwichtiger dan voorheen. Het feit dat hij opnieuw als favoriet over de banen moet, legt hem geen extra druk op. Integendeel. Ponsteen voelt zich er alleen maar sterker door. Hetgeen hem natuurlijk in dit Olympische jaar, waarin hij de basis wil leggen voor een rijke profcarrière, alleen maar uitstekend van pas kan komen. Hoewel hij ook op de kilometer tijdrit en de ploegachtervolging kansen heeft op het Olym pisch eremetaal, richt de aandacht van Her man Ponsteen, zich vanzelfsprekend op de vier kilometer achtervolging. Op dat onderdeel van de wielersport liet hij onlangs op het wielerbaantje van Sloten de chrono's stilstaan op 4.44.2, een tijd die des te meer reliëf krijgt als wordt ingecalculeerd dat Gerrit Möhlman, zijn tegenstander in de finale van de nationale titelstrijd, al zes ronden voor het einde door de ontketende Nijverdaller werd voorbijge- raasd. De vier minuten, 44 en tweetiende seconde werd niet eerder op een laaglandbaan gereali seerd. Nog maar elf keer was iemand sneller, maar dat gebeurde steeds op de wielerbaan van Mexico Stad, de uitgelezen accommodatie om wereldtijden te fietsen. Evenals die elf prestaties zal ook die van Ponsteen niet in de boeken verdwijnen als officieel wereldre cord. Ponsteen: „Logisch ook, want bij een recordpoging moeten speciale waarnemers van de UCI aanwezig zijn. Dat kost een hele hoop moeite en een hap geld terwijl de kans op een record minimaal is. Ik heb er daarom wel vrede mee dat deze tijd, tweetiende onder het officiële wereldrecord, niet wordt erkend". Ponsteen zelf weet nog niet waar de grens ligt, dat werd in Sloten voor hem duidelijk. Uiteraard had hij, drie weken na een longont- stekening nota bene, niet op een dergelijk resultaat gerekend. Mede daarom heeft hij het gevoel dat hij nog meer kan. „Als Möhlman tot de laatste ronde voor me blijft fietsen, dus zich wat meer verzet, dan rijd ik misschien 4.40. Ik kwam, hoe gek dat ook mag klinken, helemaal niet leeg van de fiets. Twijfelaar Aan dit soort uitspraken is te merken dat elfvoudig nationaal kampioen Herman Pon steen niet langer de twijfelaar is van bijvoor beeld twee jaar geleden. „Alles wijst erop dat het dit seizoen beter gaat De formidabele tijd van Sloten, het feit dat ik mijn diploma MTS bouwkunde heb gehaald, alles samen geeft het mij een grote zekerheid. Op de weg koers ik makkelijk en op de baan zijn de tijden goed, wat wil ik op dit moment nog meer? Bang dat ik onder de druk zal bewzijken ben ik niet. Waarom? Zo'n tijd van 4.44 sterkt enorm. Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik geloof dat er dit jaar nog niemand onder de 4.50 heeft gefietst. Toch, waarom moeten ze mij als favoriet beschou wen? Ik heb twee jaar lang internationaal niets gepresteerd. Ach, ik sta er gewo9n nuchterder tegenover. Denk altijd maar: „Als ik hetzelfde kan presteren als op de baan van Sloten, dan kom ik een heel eind". De zelfverzekerde indruk die Ponsteen wekt laat echter weinig te raden over. Wanneer hij ooit het volste vertrouwen in de goede afloop heeft gehad, dan is het nu'wel. Daarbij kent de Nijverdaller het voordeel dat hij niet meer hoeft te schrik ken van de ambiance. Olympische Spelen eigen. „Ik weet nu wat het is. want ik heb het in 1972 in München als lid van de ploe gachtervolging al een keer meegemaakt. Ik had nooit verwacht dat alles zo imposant zou zijn. De betrokkenheid met de Spelen is nu groter, omdat ik vier jaar geleden eigenlijk wel kon aanvoelen dat ik er weer bij kon zijn in Canada. Voor mij wordt in Montreal eigenlijk een periode tussen twee Olympische Spelen afgesloten". Ponsteen zal over vier jaar in Moskou in elk geval op het appèl ontbreken. In Montreal wil hij een profcontract afdwingen. Hij heeft daarbij drie ijzers in het vuur. Hij kan zich uiteraard allereerst waarmaken op de individuele poursuite, maar kan zich mogelijk ook op de kilometer tijdrit en de ploegachter volging in de kijker rijden. Ook wanneer hij onverhoopt niet mocht sla gen in Montreal eremetaal te oogsten hoopt Herman Ponsteen het volgend jaar als be roepsrenner aan de slag te kunnen. Daarover: „Als er een goed contract komt stap ik over, zonder meer. Als ik bij de beroepsrenners nog wat wil bereiken dan moet ik toch dit jaar of volgend seizoen de stap wagen. Als er geen werkgever voor me opdaagt, dan zal ik vol gend jaar aan mijn maatschappelijke carrière moeten gaan denken". „Kijk", zegt Van de Bunder, „ik heb me een levensstijl aangemeten waarvan ik niet graag afstand zou doen. Bovendien en daar til ik wel het zwaarst aan, ik heb een vrouw en een kind. Dat betekent dat ik verplichtingen heb ten opzichte van mijn gezin. Ik kan me gewoon geen experiment als slechtbetaalde prof veroorloven. En je bent al een gunstige uitzondering wanneer je goed wordt betaald. Veel profs fietsen voor mijn idee voor een droge boterham. Daar past Toine van de Bunder voor. Laat mij dan de wielrennerij maar als een hobby uitoefenen en er tussen de bedrijven door ook nog beter van worden ook". Hoewel de uitverkiezing voor Montreal voor Toine van de Bunder eigenlijk als een verras sing is gekomen, voelt de Zeeuwse spurter zich uiteraard best capabel om Nederland wéardig te vertegenwoordigen. „Je kunt er natuurlijk van tevoren nooit al te veel van zeggen. Bij een koers spelen ook veel toevalligheden een rol. Maar het kan niet zo toevallig zijn dat er een slecht coureur Olympische kampioen wordt. Daarvoor is het parcours te zwaar en worden er teveel eisen aan de coureurs gesteld. Het enige wat ik kan zeggen is dat ik keihard zal trainen om het er goed van af te brengen. Wanneer ik de Olympische titel zou pakken, geloof ik wel dat ik de overstap naar de profs zou wagen. Maar niet alleen daarvoor zal ik mijn best doen. Ik heb in Zeeuws-Vlaanderen ontzettend veel supporters zitten. In IJzendijke is er zelfs een supportersvereniging van meer dan 200 leden. Deze mensen vinden het zo geweldig dat ik naar de Olympische Spelen mag dat ik alleen al voor die supporters die me steeds goed steunen, verplicht ben om alles te geven". Een van de keren dat Ad Tak als eerste over de finish ging. In Canada hoopt hij hetzelfde te doen. Een overstap naar de profs zou Toine van de Bunder eventueel nog wel willen maken, mits een goedbele boterham zeker is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 11