BON „Ik heb een machtig leven op zee gehad ,,Het irriteert me mateloos als ze de Katwijker voor achterlijk verslijten' Gusta Paul-Ernst Hickmann gaat geen culinaire zee te hoog x- DEZE ZAND, ZEE, ZOMERVOORDEEL- BON EEN GRATIS GLAS ROSE-WIJN REDER KLAAS VAN DUYN: „Een echte Katwijker, de originele Ketteker dus, is van huisuit een zuinig mens. En conservatief is hij ook, dat brengt zijn geloof mee. Maar het irri teert me mateloos, als ze ons voor achterlijk verslij ten. Je moet Katwijk niet met Staphorst gaan verge lijken, want dan heb je een kwaaie aan me. Maar als ik een schip koop van twee miljoen zegt vader wel: „Klaas, jongetje, hoeveel is dat nou?", want dat gaat zijn verstand te boven. Het mijne trouwens ook, want ik heb ook nog nooit een miljoen in mijn handen ge had. Zulke zaken worden door anderen geregeld. Daar is de bank goed hij meestal het einde van de week. Pa heeft name lijk veel vrienden in Kat wijk en als die langs zijn huis komen tikt hij tegen het raam en roept hij ze binnen voor een borrel. Dorst Als moeder nou de volle fles op tafel zet is het ge lijk gedaan met de koop man, want vader heeft een gezonde dorst en blijft doorschenken. Daarom giet ze elke week een bo dempje in een andere fles en daarmee komt ze de kamer binnen. „Het is een merakel Maarten", zegt ze dan, „maar hij is temèt leeg. Je kunt er net nog eentje, tweetje uithalen". Als ik dat hoor lach ik me rot. Laatst zegt vader: „Klaas, de onderste plank van de schutting in mijn tuintje is temèt verrot. Als jouw jon gens toevallig eens een plankje op zee vissen, houd ik me van harte aan bevolen." „Nou vang je op de Noordzee makkelijker een witte haai dan een plank voor de schutting, maar alsof het een wonder was halen mijn jongens een paar weken later een prachtig stuk hout naar boven. Ik heb hem gelijk naar de ouwe Maarten ge bracht. Maar toen ik we ken later bij hem kwam zat ie nog niet in zijn schutting. Ik zeg dus: „Pa, wat heb je in vredesnaam met die plank gedaan". Hij zegt: „Die ligt in het schuurtje te drogen. Ik heb hem goed in de kcol- teer gezet en nou kan hij er v/eer vijftig jaar tegen. En dat komt uit de mond van een man van zeven entachtig. Nou moet ik er wel even bij vertellen, dat pa nog prima in de pekel zit. Ht borreltje loopt nog goed bij hem weg. D'r is niks verstopt en met Kath- nen geniet hij nog steeds volop van het leven. Moe der is nou vijfentachtig. Die is thuis de diplomaat. Ik zeg wel eens: „Die moe der van ons had advocaat moeten worden. Die is d'r roeping mooi misgelopen". Pa krijgt elke week van haaL zijn zakgeld en een fles jonge klare. Daar komt ie krap mee uit, maar dankzij moeder haalt Nellie Ik was elf. toen ik met va der naar zee ging. Dat was op 28 mei 1924. Ik zat in de vierde klas van de lage re school, ach ja, ik heb altijd alles op mijn gemak gedaan. In mijn geval moest de school trouwens wijken voor de Nellie, de zeillog- ger Katwijk 248. Ik was de oudste van elf kinderen en dan heb je wel wat anders te doen dan rekenen en taal te leren. De hele familie ging mee naar IJmuiden om ons uit geleide te doen. Ik weet niet eens, of ik ontroerd was, toen we door een sleepboot uit de haven werden getrokken. Mis schien dacht ik toen al leen. dat het zo hoorde. Als zoon van een visser man ging je automatisch naar zee. D'r was gewoon geen andere toekomst voor je weggelegd. Als ik nou mijn nefies zie. De één is hoogleraar, de ander professor en er zit waarachtig ook een ban kier tussen. Allemaal jon gens met een helder ver stand en niet lui uitgeval len. Dan denk ik toch wel eens: „Als Klaas nu jong was geweest had er mis schien ook een bruikbare advocaat uit kunnen groeien." Van vader zei de reder al tijd: „Schipper Maarten heeft niet de hoogste be somming, maar ik houd OME KLAAS EN HET VUEGWEZEN „Ik heb altijd tegen mezelf gezegd: Klaas, een vogeltje vliegt en jij staat op de grond. Als je dat nou maar blijft volhouden, kan je niks gebeuren. Ik had ook nog nooit gevolgen, toen Jan de West een paar jaar terug vroeg, of ik zin had in een tripje naar Berlijn. Ja, zin wel, maar je zult altijd zien: ,Je zit je hele leven op de grond en net die ene keer, dat je de lucht in gaat la zert die kist naar bene ik zeg: „Jan, ik weet het goed gemaakt. Jij bent katholiek en daar om ben jij de aangewe zen figuur om aan de pastoor van Aalsmeer te vragen om alle kaar sen in zijn kerk aan te steken, als we vertrek ken. Dan kan ons temèt niks meer gebeuren. En als ik het goed heb, is er bij jou in de buurt ook nog een klooster met veertig nonnen. Als die nou tijdens de vlucht stug voor ons blijven doorbidden schieten we al aardig op." Nou Jan regelt die za ken piekfijn voor me en ik stap dus met een blij gemoed in dat toestel. Zitten we nauwelijks een half uur en ja hoor, schieten we een lucht zak binnen en donderen we honderden meters omlaag. „Verek", denk ik, „zijn die kaarsen nou al uitgebrandIk kreeg het vermoeden dat die pastoor de stompies had aangesto ken, omdat ik toch niet van zijn kerk ben. Be grijp je. Zo'n man had aan mij geen enkele bhjde boodschap. Op de terugweg hadden we in Hamburg ook nog een uur vertraging. „Jan", zeg ik „doe me eei) lol en bel effe naar die nonnen in Aals meer. want anders zul je zien, dat ze voor het verkeerde vliegtuig zit ten te bidden". 99 i originele Ketteker met snaakse kijk op het leven: „Man, ik heb OME KLAAS EN HET ROOKWEZEN „Acoord, als jij stug volhoudt, dat roken slecht is voor een mens, spreek ik dat niet te gen. Maar vader is wel 87 en die heeft zijn le ven lang gerookt als een ouwe logger. Zelfs in de oorlog had hij de godganselijke dag een brandend eind in zijn mond, dat stonk als de pest. Moeder zei wel eens: .Maarten, wat rook je daar tocji voor merkwaardig spul?" Maar daar gaf hij ge heel geen antwoord op. In 1945 hebben we pas kunnen achterhalen, waar hij zijn tabak van daan had gehaald. Op zolder stond een ouder wets bed met tijken, die gevuld waren met zeegras. Nou, die tijken waren er nog, maar de inhoud was goed ver dwenen. Zover ik het kan bekijken heeft Maarten er geen nadeli ge gevolgen aan overge houden". wel het meeste aan zijn schip over.De Nellie had 26 lasten van 17 kantjes onder de luiken en in elk kantje ging 46 kilo haring. En vader kwam niet aan de wal, als zijn schip niet Vol vis zat. Daar kon de reder blind op varen. Riemen spek Er waren in die tijd veer tien man aan boord. De schipper, de stuurman en de machinist achterop en de rest voorin. Ik was ze venentwintig, toen ik zelf schipper werd en naar achteren verhuisde. Dat was een formidabele pro motie, want een schipper was in die tijd een man van aanzien. Als ik door Katwijk wandelde nam ie dereen eerbiedig zijn pet Achteraf vraag je je af, hoe vissers in die dagen konden blijven leven. Op de zeillogger moest je al tijd wachten op gunstige wind en als die wegbleef duurde het vaak weken, voordat je weer thuis was. En al die tijd moest je te ren op groene en grauwe erwten, bruine bonen en ranzig spek, dat door het zout je bek uitbrandde. We namen ook altijd 150 ton nen vers water mee en als die een maandje aan boord stonden dreven er bruine sjerpen in. Uit voorzorg zeefden we het water door een laken, dat we van het bed van de schipper hadden afgetrok ken. En als de reis erg lang duurde stopten we een gloeiende pook in de ton om de bacteriën te do den. Dat hielp natuurlijk geen fluit, maar je had tenminste het gevoel, dat je alles deed om gezond te blijven. Te water Ik herinner me een reis, die we maakten naar de 58e breedtegraad. We la gen net aan de vleet, toen er een storm opstak, waar je driemaal U" tegen zei. We hadden net het jatzeil- tje achterop gehesen en opeens zie ik voor mijn ei gen ogen vader te water plompen. Mijn hemel, ik zag me al als een halve wees verder door het leven gaan. Maar gelukkig kon hij het touw grijpen, dat we hem toewierpen en met de hele bemanning hebben we hem aan boord kunnen trekken. Onder redaktie van Leo Thuriïig En dat deed je allemaal voor een grijpstuiver. Als jongen werd ik door moe der altijd om kwart vóór negen 's morgens naar de bakker gestuurd om oud brood voor de halve prijs te kopen. Het verse brood mocht toen pas vanaf ne gen uur worden verkocht. En later was ik blij, als we aan het einde van het jaar een besomming hadden ge had van 23.000 gulden. Daarvoor had je je dan wel twaalf maanden rot gewerkt Nou zeg je: „We OME KLAAS EN HET ZEEWEZEN „Kijk jongen, met vis sen is het krèk hetzelf de als met jagen. Je kunt rustig alle vogels uit de lucht paffen, als je de eieren maar met rust laat. En dat is nou net het grote probleem. Die Noordzee stelt in feite weinig voor. Dat is niet meer dan een plas je. Maar m de tijd, dat er nog met de vleet werd gevist hadden we allemaal een goed be staan in dat meertje. Wij durfden vroeger ook nooit bewesten Noordwest te vissen, want dat was de kwaai- grond. Daar zat de du vel je op de hielen. Maar tegenwoordig met de moderne vistechnie ken en schepen met een machtig motorvermogen draaien ze er hun hand niet voor om. Vroeger kon de jonge haring ook altijd ontsnappen, maar nu met die stalen sleepnetten scheppen ze de hele tobbe leeg. En dat scheelt natuurlijk een aardige slok op een borrel. Nou hoor je mij niet beweren, dat we de klok moeten terug draaien. Ofschoon het wel een zegen voor de visserij zou zijn, als de vleet weer in ere werd hersteld. Wat ik wél wil zeggen is, dat er zo gauw mogelijk binden de afspraken moeten worden gemaakt. We zullen ons vrijwillig of desnoods onder dwang beperkingen moeten op leggen. Tot hier en niet verder. Want wat er nou gebeurt is gekken werk. Als je nou weet, dat er op de Noordzee een Russisch schip ligt, dat in feite een drijven de visverwerkende fa briek is. Russische ja gers brengen daar hun vangst heen en aan boord wordt de troep ingevroren en ingeblikt en vervolgens met con tainerschepen naar Rus land gebracht. Kijk. dat is natuurlijk foute boel. En in Engeland hebben ze een enorme stofzui ger gebouwd, waarmee ze straks al het leven uit de zee opslorpen. Als je dat hoort, hou je als visserman wel even je hart vast." hebben een bar slechte week gehad", als je in ze ven dagen voor 23 mille hebt gevangen. Fluwelen broek Ik weet, wat je wil zeggen: andere tijden, andere ze den. Man. je hebt gelijk, maar toch kijk ik nog steeds vreemd op. als ik nou een reepschieter of een jongste aan boord zie stappen in een keurig klof fie met een koket strop dasje en een hagelwit overhemd. Dan zie ik me zelf weer lopen in mijn schipperstrui en mijn flu welen broek. Toch hoorde je mij niet klagen. Ik heb wel degelijk een machtig leven op zee gehad. Man. man. wat was ik bhj, toen ik dat baantje aan de wal vaarwel kon zeggen. Ik was terwille van Analeida huisschilder geworden, omdat haar va der zijn jongste dochter met met een visser wilde laten trouwen. Hij was zelf een boer en had weinig op met vissers.' „Analeida". zei hij bezorgd. .Jk twijfel niet aan je hefde voor Klaas, maar ik zeg je toch: „bezin eer ge begint". Als je met hem trouwt wacht je een hard en medogen- loos leven." Die boodschap kreeg ik door van Analeida en voor haar ben ik toen een baan tje op de wal gaan zoeken. Ik heb het precies vijf jaar volgehouden. Toen dacht ik: „Ons huwelijk is nu hecht genoeg om de sprong naar zee weer te wagen. En zo is het ge beurd. Want jongen, weet één ding goed: echte liefde is tegen de hoogste golven opgewassen. KNAAPJE ZAG ROSEETJE STAAN Het klinkt hoogst onwaarschijnlijk, we zijn ons er van bewust, maar het is wel degelijk een feit: op het Sche- veningse Gevers Deynootplem, het knekelcircuit vol spookachtige skeletten van vergane en halfvergane glorie is zojuist een nieuwe bar geopend. Er zit dus kennelijk nog een bewijs van leven op deze gigantische dodenak ker. En om de komst van deze Clipper-bar te vieren (u vindt hem bóven de ingang van 'de bowling, even naar binnen, gelijk rechts de trap op) staat er voor u een koe le. opwekkende dorstlesser op de tap. In deze tropische dagen is een rosé-wijn de aangewezen drank en daarom werpt uitbater Herman van der Dussen, zwager van de bekende van der Broek uit Rotterdam, er een gratis glas met tintelende inhoud tegenaan, als u zelf inmiddels het eerste glas besteld en betaald hebt. Op dus naar de Clip per-bar. geeft recht op voor elke gast, die tevoren al een bestelling geplaatst had tussen zaterdag 3 juli en zondag 8 juli 1976. Deze bon te overhandigen aan het personeel van de Clipper-bar in de bowling op het Gevers Deynootplein i Scheveningen. G us tav Paul-Ernst Hick mann komt er indrukwek kend rond voor uit, dat hij een gulzige afnemer is van zijn eigen spijzen en dranken. Als hij in zijn witte keukenschort eh ge tooid met een tintelverse kokmuts in zijn restaurant Marina aan de Katwijkse Boulevard 69 verschijnt, gaat er van zijn lijfelijke aanwezigheid een grotere wervingskrachtuit dan van een pagina-grote ad vertentie in vier kleuren druk. Je ziet de gasten op zo'n moment uiterst tevre den glimlachen en samen zweerderig naar elkaar kijken. En je hoort ze bij na denken: ,JMct zo'n kok achter het fornuis zitten we op het duurste flu weel. Als later de schotels op ta fel komen blijkt, dat hun gedachten-associatie volko men terecht is geweest. Want Hickmann kan er wat van. Deze zoon van een boertige Beier en een lustige Weense heeft zich in de loop der jaren opge werkt tot de keukenprins van Katwijk, dat hij met verve omschrijft als „een dorp zonder kapsones, dat de lekkerste en gezondste lucht van Nederland heeft. Zijn restaurant Marina - sober aan de buitenkant, wat Ifaal aan de binnen kant - wordt van harte aanbevolen door de culi naire scherpslijpers van de Guide Michelin. En te recht, zoals wij persoonlijk konden vaststellen tijdens een opwindende zwerf tocht door zijn rijk gestof feerde specialiteiten. Eerst i de vrienden. Zij beloven u bij kwam de Sole Picasso aan de beurt, een geraffineerd opgemaakte schotel, die oogde als een klefirrijk stilleven. In het midden de grootste tong, die wij ooit hebben gezien. Voortreffe lijk bereid en koninklijk van smaak. En daarom heen vruchten, mini-do perwten, guirlandes van In de zonzalige momenten, die toen volgden kwam steeds dat zelfde kinder lied in onze gedachten. „Gustav Paul-Ernst, hij is niet gierig, hij is niet ka rig, hij is verschrikkelijk royaal. Later blijkt dat nog eens ten overvloede, als Hick mann zijn keukengeheim onthult „De mensen, die in mijn zaak komen moeten zich volledig thuis voelen. Als ze een lekkere trek hebben kunnen ze van mij rustig een extra schaaltje gebakken aardappelen krijgen. En een Engelsman geef ik veel sla en frites, want dat is hij thuis ook gewend. En de Fransman geef ik lekker knapperig brood en voor mijn Duitse gasten bak ik wat spek mee in de aardappelen. Zo krijg je tenminste tevreden klanten. Je kunt natuurlijk eigenwijs zijn en redene ren: wat heb ik met de smaak van het Amerikaan se volk te maken, maar als een Amerikaan geen liters ijswater en een jerry-can met tomaten-ketchup bij zijn warme eten krijgt heeft hij gelijk de pest in." In de keuken van Marma KUST EN TE KEUR ISSsc- Ji N Nog even snel wat vrijetijd-tips voor zondag 4 juli: op het wandelhoofd van de jubilerende Pier begint om ne gen uur 's morgens een rommel- en curiosamarkt. Een gouden kans voor liefhebbers van grootvaders nachtspie gel en de wormstekige penantkast van ridder Gozewijn. Op de Pier staat ook een schandblok, waar u vanaf tien uur gratis een kleurenfoto mag maken van een dierbare, die u al-jaren met het hoofd in dat blok wenst. De ma ker van de mooiste foto krijgt een camera. Om één uur 's middags speelt Tony Berk bij Nautica „prijsbewust". Om twee uur in de Pirate kindermatinee met poppen theater, clowns, kinderspelletjes, goochelaars en andere potsenmakers. In de Nautice 's avonds om acht uur Ver onica's drive-in-show. In Katwijk op maandag 5 juli groot concert door drie Amerikaanse jeugdbands in de sporthal Cleyn Duin aar. de Stadhoudersdreef. zijn ze trouwens met al leen berekend op de fijn proevers, maar ook op de hap-snap-toerist. De culi nair onderlegde gast krijgt desgewenst een chateau Briand Henry IV extra speciale met superbe sauce béarnaise voorgeschoteld. Of een vurige Stroganoff. een kreeftencocktail, kip in het pannetje of een hal ve haan met kerrysaus, ananas, doperwten en rijst. Maar ook de gast, die min der culinaire behoeften heeft komt in Marina voortreffelijk aan zijn trek. Voor hem zijn er de gebruikelijke schotels, va riërend van kroketten met brood tot snee Marma, ommelet. kip met frites, schnitzel en gekookte ka beljauw. Dit alles in een plezierige prijsklas tussen 2 en 10 gulden. Voor Gustav Paul Ernst Hickmann maakt het to taal geen verschil, hoeveel men bij hem besteedt. Hij stelt het alleen op prijs, dat u als tevreden klant na gedane eetzaken weer opstapt De liefhebbers van de duurdere schotels raadt hij wel aan om hem tevoren telefonisch van hun komst op de hoogte te stellen: 01718-12816.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 5