A\GS OMWEGEN
»e Bierkouwers „bliez
ie eerste tien jaar vol
BERICE
READING:
BEJAARDE KLOPGEEST WAS
SENSATIE VAN DIXIE DAYS
Adjudant B. Kenter
gaat heen als
„vader" van de
Leidse wijkagenten
JUIN i löiO
LhlL>5t C UUKAN I
DOOR Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke
morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertellen wie
TON u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn
PIETERS geduldige telefoon is 071 —12 22 44; u kunt dan naar toestel 18 vragen.
Blaaskapel „De Bier-
fcuwers" is een geluk-
Ireffer geweest, tien
geleden. In 1966
[erd in Noordwijk
Bonderd jaar bad-
laats" gevierd. Leuk
jee: laat die ouwe Duit-
„blaaspoepen" van de
grste wereldoorlog nog
gns herleven,
oordwij ker Arie Westgeest
lCeI3 z'n schoonzoon kwamen er
Blaaspoepen waren ei-
lijk „Buben", maar dat
trd vernederlandst tot „poe-
is zo gebleven. Ook
i gereconstrueerde blaaspoe-
fn zijn gebleven. We kennen
als De Bierkouwers uit
irmond. Arie Westgeest is
ig steeds hun onbetaalbare
rangeur, hij leve hoog. De
'en feen uitvoerders van de
aaspoepende muziek zijn ge-
iddeld twee avonden in de
ik in de weer om de niet
latende vraag naar hoempa,
iler scherts, het carnavals-
'eld, het Zuidamerikaanse
of de Dixielandmengel-
in te dammen.
sprak met Piet de Vetten,
gemeen muzikaal leider, af-
Hller. soort dirigent, die met
wor»g drie De Vetten-broers een
6 jtfnihe-hiërarchie in stand
lajudt. Er zijn nog twee Voor-
besfcuters, een Oegstgeestenaar.
elliipar de Warmonders vormen
e bj ruggegraat. „Ons repertoire
e bordt in hoofdzaak bepaald
1 Sfflor de Nederlandse markt:
fergreens. Duitse liedjes die
In blijven: die er „in" blijven
We zijn mensen van de
ige adem, die niet van één
afhankelijk zijn. Een
constant muziek maken zit
bijwijze van spreken.
Üce keer is het anders, je
moet bekijken wat er in een
zaal gebeurt; waar pak je ze
mee?, vragen we ons dan af.
En dan zit je er wel eens
naast".
Als het publiek niet met het
ene te pakken is, gooien De
Bierkouwers het over een an
dere boeg. Dat is bijna profes
sioneel: chachacha, een sam-
baatje, wat oude stijl. Maar De
Bierkouwers zijn nog steeds
amateurs. Binnen en buiten
het carnaval, waar de hoofd
moot ligt. Ze zijn de vaste
Boerenkapel van de Leidse
Hutspotten en de Alphense
Cascarviéten. Zo gaat het al
vanaf 1966, naweeén van
„Honderd jaar badplaats'".
„Eerst was het nog een avond
je voor de bejaarden, voor So
le Mio ook. De kapel was voor
een seizoentje gepland. Maar
de club bleef bijelkaar, omdat
er vraag naar kwam. Het is
een vaste crew gebleven, een
homogene groep een familie-
toestandje, wat gelijk gericht.
We hebben nu twee klarinettis
ten, een trompet, twee trombo
nes, een tenorsax, een bas,
twee slagwerkers. De laatste
drie jaar is daar geen verande
ring in gekomen", aldus Piet
de Vetten.
Er wordt bier „gekouwd" (niet
gekauwd) van Friesland tot
Leuven in België, maar in
hoofdzaak tussen Amsterdam,
Utrecht en Rotterdam; „we
proberen het binnen één uur
rijden te houden. Dat gaat dan
zo met carnaval, bruiloften,
feestavonden in zakelijk ver
band, winkelstraatfeesten
(straatmuziek), het opluisteren
van wielerwedstrijden, Kaag-
weekprogramma's, verjaarda
gen, tuinfeesten. Een en ander
begoten met bier, maar vooral
met cola, wat de favoriete
drank van De Bierkouwers
is". De Blaaskapel heeft een
tijdje een quasi Tirools „uni
form" gehad, maar dat kwam
niet helemaal uit de verf: „De
vraag daarnaar is niet al te
groot", vinden De Vetten,
„Meestal draaien we in boe
renkiel, rooie zakdoek en
zwarte pet, een uitmonstering
die nog niet achterhaald is".
Donderdag 1 juli voelen de
Bierkouwers zich echt feeste
ling: opening van de Kaag-
week, door hen verzorgd met
een concert-happening bij de
Warmondse pomp, gevolgd
door een receptie in de gym
zaal, waar alle foto's, knipsels
en ander tien jaar verzameld
materiaal een kleine terugblik
op de blaasgeschiedenis geven.
Vrijdagavond wordt de Har-
bour-jazzband (met Dixieland)
verzorgd in het park. Zater
dagmiddag is in 't Trefpunt de
gezelligheid voor de bejaarden
(als men weg dreigt te smelten
wordt de muziek buiten ten
gehore gebracht): melodieën
van vroeger. Zaterdagavond is
in de tent in het park een echt
„Warmonds" feest en zondag
avond worden de grote prijzen
van een loterij (gul geschon
ken door de Warmondse mid
denstand) aan de man ge
bracht. De opbrengst daarvan
gaat naar het comité Bejaar
denhulp. „Dat is het sociale
aspect van onze blaaspoepe-
rij", onthult Piet de Vetten.
Opnieuw: weinig vrije tijd
voor De Bierkouwers, die nog
lang niet aan het herkauwen
toe zijn.
Adjudant B. Kenter; er had geen
wijkchef kunnen zijn.
De „vader" van de Leidse politië
le wijkdienst heeft vanavond zijn
uniform uitgetrokken. Een recep
tie deed voor hem de deur dicht.
Adjudant B. Kenter heeft op z'n
60-ste jaar functioneel leeftijds
ontslag bereikt. Hij is nu over
compleet en buiten de sterkte
beland. De wijkdienst verwacht
een nieuwe heer: brigadier H. de
Beer.
Ik zeg: „Nou, dan bent u de langste tijd
brigadier geweest". „Nou, dat kan nog
wel even duren", lacht Leidens nieuwste
opper-wijkpolitieman. Er is een tijd van
komen, een tijd van gaan. Groninger
Kenter herhaalt die wijsheid kalm voor
zich heen. Dat was gisteren, nog op zijn
kamer aan de Zonneveldstraat. Door de
pijltjes „Wijkdienst" te volgen ben ik
binnen het politiebureau daar gekomen.
Ik dacht, na 5 minuten praten: „Kenter
had geen betere wijkschef kunnen zijn".
Misschien kwam dat, omdat het begrip
„politie" bij deze man niet bespeurbaar
is. Of misschien ook wel. Maar juist
daarom.
Op 2 juli '45 begon B. Kenter als reserve-
politieman in Leiden, met de MP-band
om de mouw van zijn blauwe battle-
dress. „We waren met ons 35-en en van
lieverlee vielen er af. Daar zijn nu nog
7 man van over. Ons korps groeide van
121 man destijds naar ruim 190 thans.
Ik ben de oudste van die groep geweest
en gebleven. Zoals iedereen draaide ik de
éérste tijd, 5 jaar, met de surveillance
dienst mee. Te voet. Toen kwam de
afdeling Verkeer, waar ik 15 jaar bij ben
geweest. Ik werd bevorderd tot brigadier
en werd wachtcommandant. In 1972
vroeg de commissaris me of ik de wijk
dienst op poten wilde zetfen. Dat was iets
nieuws. Zoiets als sociaal werker in poli-
tie-uniform. Het is gebleken, dat je veel
geduld moet hebben om dit werk te
kunnen doen. Op het ogenblik hebben we
10 man in totaal, maar daar is ook de
meldtafel bij. Als de wijkdienst over
enige tijd daarvan is losgekoppeld, zullen
we drie full-time wijkagenten hebben,
waarbij er nog drie moeten komen. Te
gen die tijd zullen zowel de Merenwijk,
Zuid-West, Noord, binnenstad, Juwelen-
buurt en Professoren wijk hun vaste men
sen hebben".
In het begin was het „inwerken". Tegen
woordig vraagt iedere buurtbewoner zo'n
beetje naar de wijkagent. Vooral Noord
en politieman (die iedereen als Jan kent)
zijn één geworden. Op de fiets. Niet op
de bromfiets: „We willen geen witte mo
tormensen zijn, want dan krijg je geen
contact", aldus adjudant Kenter. Veel
van de agressiviteit, de criminaliteit, de
narigheden van voorheen zijn door die
wijkagent bedwongen. „Je moet het wel
aankunnen, er karakter voor hebben en
erg lang en goed kunnen luisteren. Je
moet je kunnen inleven in de problemen
van de mensen die te klagen hebben. Per
maand hebben we onze wijkdienstbespre
king, waarbij problemen en ervaringen
worden uitgewisseld".
Qua opleiding staat de wijkagent nog in
de mkinderschoenen. Psychologisch valt
er heel wat te verhapstukken. In Leiden
staan een stel enthousiaste agenten voor
hun taak, maar niet iedereen is ertegen
opgewassen. Adjudant Kenter: „Proces
sen-verbaal worden door ons praktisch
niet gemaakt. De mensen om wie het gaat
worden zo lang mogelijk ontzien. De
parkeerproblemen zijn nog het kleinste.
Uitzettingen, om welke reden ook, hak
ken er veel meer in. Dat vergt heel wat
praten en overleg". Brigadier De Beer
valt de scheidende adjudant met cijfers
bij: „In 1975 is een uitzetting 45 keer
voorgekomen in Leiden, waarvan 41 keer
een pand vrijwillig werd verlaten. In dat
jaar werden 2751 „gerechtelijke stukken
uitgereikt, in welke gevallen het eigen
lijke contact, de begeleiding, pas kon
beginnen. In 591 klachten werd door de
wijkdienst bemiddelend opgetreden. Dat
ging in hoofdzaak om burenruzies, hon
debeten, huwelijks- en gezinsproblemen,
geluidsoverlast. In ongeveer 20 gevallen
werd in maatschappelijke en psychische
moeilijkheden de helpende hand gebo
den, voornamelijk betreffende hulpbe
hoevenden en bejaarden. Daar ben je
vaak dagenlang zoet mee, voor de juiste
hulpbiedende instantie is gevonden", al
dus brigadier De Beer.
Adjudant Kenter: „De wijkdienst heeft
natuurlijk niet steeds een pasklaar ant
woord op elk probleem. We kleunen er
wel eens naast. Maar het is, geloof ik.
wel het juiste gezicht van de politie:
iedereen een beetje dienen. Wijkagenten
worden vaak op vergaderingen van wijk-
comité's uitgenodigd. Het is erg mooi
werk. Niet gemakkelijk. Het contact met
de mensen, de „burgers", is de laatste tijd
veel beter geworden. Je moet deel uitma
ken van de maatschappij en er niet bo
ven gaan staan. En wat ik ook nog wilde
zeggen: het corrigerend optreden wordt
tegenwoordig nog wel eens een beetje
vergeten. Iets zien en gewoon doorrijden
is je taak niet. Het is vaak praten. Na
druk leggen op de begeleiding. Zo, dat
de mensen kunnen zeggen: nou, het is
toch wel een aardige vent, die politiema-
Ier aanzwellend trom-
oflel is hij de dansvloer
gestruikeld: Freddie
imp uit Richmond-Vir-
ia U.S.A. Taaie domi-
szoon met een klein
frommeld lijf, rond.
nmend hoofd, dat moei-
——Dos de ene voorgebak-
D big smile na de ande-
produceert. Fluoresce-
id overhemd met lubben
ruches, blauwe, afzak-
ide broek, die hij tel
os als een weerspannig
ld tot de orde moet roe-
azy Freddie is terug in
O er land. Voor de Vierde
binnen zes maanden
aide Ted Easton hem uit
ji nieuwe vaderland De-
arken om zijn duivels
'echt met een drumstel
1erom in reprise te la-
gaan. .Man man",
ra reeuwde Freddie net
met hoge falsetstem.
iterfederland is great. Ik
p hier alleen maar
?edjenden. Ze houden van
lit ifeddie en daarom krijgen
r0jvan mij de beste show.
'oeitn, man, wat heb ik er
ea 4i zin in".
^ees-trekker
plaij F
al I h
hiil la
Rot
luid(
Freddie houdt woord.
hij de samengestroom-
hij ladies en gentlemen
tul&thuld heeft, dat hij 74
plafcr is („geloof het of het
ngefoof het niet, maar ik
sterfevveer jullie, dat ik zo
a aid ben") pakt hij zijn
ee Ikken en zet hij er gelijk
ten beuk in. Hij ranselt de
ag Vkkens en slaat met drif-
■aaa? oerkracht op de trom-
hij tl vellen. Daartussendoor
tw^Jct hij kleine tussen-
kaatintjes, geeft hij achte-
aij Os een perfect nummer-
I tapdansen weg en zingt
met het gepatenteerde
inkoolgeluid van zijn
t >rvaderen Armstrongs
„On the sunny side
destree*" Het tempo,
Win hij werkt ligt zo
'.staanjagend hoog, dat
afgetrainde bodybuil-
van pakweg twintig
gegarandeerd op een
icard zou moeten wor-
afgevoerd, als hij het-
fde deed. Maar de stui-
id vitale aow-er Freddie
tc'tiP ^et schijnbaar moeite-
Hij danst langs de ta-
geeft een snelle drum-
Crazy drummer Freddie Crump zet
beuk in eigen legende
solo weg op de brilleglazen
van een langzaam verstij
vende heer, roffelt op ie-
manads pijp, jat en pas
sant een glas whisky en
gaat tenslotte een schijn-
duel aan met het drumstel
van Ted Easton.
Legende
Zo bouwt crazy Freddie
vlijtig aan zijn eigen legen
de. „Dit is mijn leven
boy", zegt hij na afloop,
als hij drijfnat, maar zeer
ontspannen een dubbele
whisky met een heffing
ineens naar binnen werpt,
„ik heb over de hele we
reld gereisd en overal ben
ik toegjuicht. Weet je wat
dat voor mij betekent? Als
mensen voor me klappen?
Als ze op stoelen gaan
staan en me twee, drie
keer terug halen voor een
toegift. Oh boy, dat zijn
voor mij de mooiste mo
menten. Ik heb twee doch
ters en ben al vier keer
grootvader geworden. Nie
mand zou het me dus
kwalijk mogen nemen, als
ik de hele dag in mijn luie
stoel voor het raam ging
zitten. Maar dat zou me
niet eens lukken, wat ik
kan dit werk niet missen.
Mijn leven zou geen waar
de meer hebben als ik niet
meer kon optreden. Daar
om ga ik door. Voorlopig
tot mijn honderste verjaar
dag. Wat ik daarna ga
doen zie ik tegen die tijd
wel"
Sendatie
Op het daverende Dixie-
festival, dat drie dagen
achtereen over de Sche-
veningse Pier kronkelt is
crazy Freddie de grote
sensatie. Hij treedt drie
keer per avond op en trekt
steeds bomvolle zalen. Hij
zingt, danst, slaat alles met
stukken, goochelt met zes
trommelstokken en lest
zijn dorst met het vuurwa
ter, dat hij van de tafels
grist. Na zijn laatste rond
gang langs het murwge-
beukte drumstel roept het
publiek gesondeerd zijn
naam: „Freddie, Freddie".
En opnieuw verschijnt hij
op de dansvloer en sol
deert hij een extra num
mer in zijn show. De klop
geest weet niet van wijken.
Om half drie 's nachts is
hij dan toch eindelijk uit-
geranseld. Hij verdwijnt
richting bar en bestelt
whisky. „Oh boy", roept
hij smakkend, „wat heb ik
fijn gewerkt vanavond. Ik
heb het weer helemaal ge
maakt Ik maak het trou
wens overal. Ik kwam vo
rige week doodmoe terug
van een tournee: Singapo
re, Hongkong, Bangkok,
Frankfort: overal hebben
ze de kleine Freddie toege
juicht. Ik kwam met de
ton op mijn schoenen te
rug in Kopenhagen en wil
de eindelijk eens Reldxen.
Nou, dat kon ik mooi ver
geten, want er lag een tele
gram uit Amerika op me
te wachten: optreden in
het Witte Huis in Washing
ton. Voor de president en
zijn vrienden. Ik heb het
gedaan. Natuurlijk doe ik
het want ik ben een trou
we Amerikaan. Ik ben in
de plane gestapt en twee
dagen later trommelde ik
voor meneer Ford. Razend
enthousiast was ie".
Gouden pen
„Oké, ik zie aan je ogen,
dat je me niet gelooft. Je
denkt nu „die gekke
Freddie heeft de kolder in
zijn kop gekregen. Die
liegt, dat het gedrukt
staat". Misschien kan dit
je dan wél overtuigen". Hij
diept uit zijn binnenzak
twee ballpoints op. „Die
zilveren" zegt hij, „kreeg
ik van de secretaris van
de president „Voor Fred
die", zei hij er nog bij. En
deze werd me persoonlijk
door meneer Ford over
handigd. Van puur goud is
hij gemaakt en op de zij
kant staat de handteke
ning van de president. Zul
ke pennen geeft hij alleen
maar weg aan mensen, die
het bereikt hebben in hun
leven. En goddamned boy,
ik heb het bereikt".
Hij Iaat de pennen circule
ren langs de barvrienden.
Dampt nu van zoete zalig
heid. „Oh boy" zegt hij
bijna fluisterend, „als
Louis dit had mogen bele
ven. Wat zou hij trots zijn
geweest op zijn oude
vriend Freddie. Ik heb ja
ren lang met Armstrong
samengewerkt Samen zijn
we door de wereld getrok
ken en samen hebben we
beroemde films gemaakt
Hello Dolly, de Glen Mil-
lerstory. Na zijn dood
moest ik het werk verder
alleen doen.
Lariekoek
Als Freddie om drie uur is
afgereisd naar zijn hotel-
Hollanders
zijn toch wel
schatten"
Met haar machtige king-size verschijning beheerst Bertice
Reading moeiteloos elk podium op deze wereldbol. Ook in
Scheveningen kwam ze. zong ze en overwon ze.
Met vaste, made-in-HoUand
vriend Fred en twee feest
jurken in de kleuren geel
en groen (waarde 8000 gul
den) is zangeres Bertice
Reading naar Schevenin
gen gekomen om de Dixie
Days oorverdovende luis
ter bij te zetten. Bertice
uit Philadelphia, die eigen
lijk arts had willen wor
den, maar door ziekte van
haar moeder de studie me
dicijnen moest opgeven.
Die nu bezig is aan een
boek, waarin ze haar tur
bulente leven haarfijn uit
de doeken zal doen. Die
als vijfjarige raison van
twee dollar vijftig de vaste
schaduw was van de fa
meuze dansmeester Bill
Bojangles Robinson, die
ondemeer Shirley Temple
de eerste schuchtere bal
letpasjes instrueerde. ,Als
Bill optrad deed ik bij het
achterdoek al zijn bewe
gingen na. Het publiek
trapte er altijd in en
dacht, dat die donkere fi
guur achter hem zijn scha
duw was. Pas op het einde
hadden ze door, dat er nog
iemand op het toneel
stond. Dan hield Bill op en
ging ik nog even door".
Minkjasjes
Via een talenntenjacht
kwam amateur-danseres
Bertice indertijd als zange
res aan de bak. Ze werkte
toen als verkoopster in een
warenhuis in Philadelphia.
Verkocht daar ondèr ande
re minkjasjes aan de kin
deren van miljonairs in
Philadelphia. „Geeft u er
maar drie", zeiden die
moeders dan. Ik werd er
op het laatst goed misse
lijk van".
Als winnares van de talen
tenjacht („Ik deed mijn
mond wijd open en zorg
de, dat er zoveel mogelijk
geluid uit kwam") kreeg ze
500 dollar en een contract
van drie maanden bij de
band van Lionel Hampton.
Het werden er acht Met
Hampton maakte ze een
Europese tournee, waarbij
ook Nederland werd be
zocht. In Amsterdam zakte
ze spontaan door de po
dium vloer van de Apollo-
hal. Een ingelaste gebeur
tenis, waarvan het waar
heidsgehalte na jaren nog
steeds geïllustreerd wordt
door haar machtige ver
schijning.
Ze is inmiddels een veelge
vraagde jazzzzangeres.
„Maar ik heb niet de in
tentie om een superstar te
worden. Als je echt be
roemd bent heb je geen ei
gen leven meer. Dan zeg
gen anderen, wat je moet
zeggen, hoe je moet lopen,
huilen en lachen. En hoe
het met je kinderen gaat
kun je alleen maar lezen
in de vrouwenbladen. Ik
pas daarvoor. Ik blijf lie
ver dikke Bertice, die het
in d'r eentje opknapt"
glimlach
Over Nederland zegt ze
met een vergêvingsgezinde
glimlach: „Nederland is de
enige staat waar een ar
tiest vogelvrij is.
Je kunt hier door een
nachtclubeigenaar de
straat op worden gegooid
en als je daarna bij de po
litie je beklag doet zegt de
dienstdoende agent alleen:
„Kom maar terug, als ze
je doodgeknuppeld heb
ben. Misschien kunnen we
dan wat voor je doen".
,£r is in heel Nederland
trouwens niet één eerste
klas nachtclub. Er zijn al
leen maar griezeltenten,
waar ze ouwe heren cham
pagne van 100 gulden per
fles laten drinken. En als
er ongevraagd een fletse
juffrouw bij hem komt zit
ten krijgt hij een rekening
van 200 gulden gepresen
teerd. En in dat soort don
kere azijnfabrieken wordt
een zangeres als ik dan
geacht om op te treden. Ik
vind dat een afknapper.
Daarom moet ik altijd
glimlachen, als ik Neder
landers bezorgd hoor pra
ten over Chili en Pakistan
en Vietnam en Bangla
Desh. Hollanders maken
zich overal druk over,
maar niet over hun eigen
verkreukelde image".
En als ik in Nederland
wandel komt er altijd wel
iemand op me af, die zegt
.JCunt u het hier nou wel
uithouden als Surinaamse''
Bij u thuis is het toch veel
warmer en gezelliger".
„Op zulke momenten denk
ik vertederd: ,JHet zijn
toch wel schatten, die Hol
landers. Naief, maar lief'.
kamer komt één van de
musici informeren, wat
Crump ons heeft verteld.
„Zat die ouwe weer op te
snijden over zijn vriend
schap met Armstrong? En
hij heeft je zeker ook ver
teld, dat hij in allerlei
films is opgetreden. Weet
dan bij dezen, dat het alle
maal lariekoek is. Pure
verzinsels. De jongens uit
het vak weten het alle
maal, maar ze laten het
maar zo. Wij gunnen de
oude Freddie zijn zelf ver
zonnen successen. Als ie
mand zo oud is geworden
heeft hij het recht om te
liegen. Hij heeft persoon
lijk al zijn dromen uit la
ten komen. Als hij daar
nou gelukkig mee is, moet
je het zo laten".
De volgende avond staat
Freddie opnieuw stralend
in zijn eerlijk werkmans-
zweet te baden. Als hij ons
ontdekt roept hij: „Oh
boy, ik ga het weer hele
maal maken. Ik voel het.
Heb ik je die gouden ball
point al laten zien, die ik
van president Ford heb
gehad?"
Wij schudden het hoofd,
waarop hij haastig de pen
uit zijn zak haalt „Die is
voor jou Freddie, zei de
president er nog bij. Hoe
vind je dat?"
„Geweldig Freddie. Als ie
mand zo n cadeautje had
verdiend ben jij het wel.