prins bernhard 65 jaar „De laatste eeuw is het Oranjehuis niet ongelukkig geweest met het kiezen van huwelijkskandidaten in Duitsland. Ze werden Duits af en volledig Nederlander. Koningin Emma werd door het volk op handen gedragen. Prins Hendrik leefde in de schaduw van zijn dominerende vrouw, maar zijn Nederlandse gezindheid stond buiten kijf. En met u, Koninklijke Hoogheid, hadden we het ook wel minder kunnen treffen. U was nog geen vier jaar in Nederland, toen moest u radicaal kiezen tussen uw oude en nieuwe vaderland. U hebt gekozen voor Nederland, en hoe". Dit werd gezegd in een bijeenkomst op het paleis Soestdijk. Het was in de dagen dat er veel actie was tegen de verloving van prinses Beatrix met de Duitser Claus von Amsberg. Bij gastheer prins Bernhard waren een stuk of veertien voormalige verzetsleiders uit het hele land, uitgenodigd door de landelijke kp (knokploeg) leider Lipke Scheepstra (Gjalt, later Bob). Prins Bernhard verontschuldigde zich: „Ik had het verzet tevoren op de hoogte willen brengen, maar door de ongelukkige publicatie van die foto, raakte alles in een stroomversnelling. Daardoor is ook dit overleg uitgesteld. Maar ik stel er alsnog prijs op uw oordeel te - vernemen, wetend dat dit onverbloemd zal worden gegeven. Alhoewel, ik moet er aan toevoegen dat mijn vrouw en ik in dit stadium, na overleg met het kabinet, hebben besloten onze toestemming tot dit huwelijk te geven. Doch nu gesteld wordt dat „de illegaliteit" hier tegen is, wil ik graag luisteren naar de bezwaren, om daaraan zoveel mogelijk tegemoet te komen." wel bezwaar De eerste spreker Lipke Scheepstra concludeerde, dat hij op zichzelf geen bezwaar maakte tegen een nieuwe Duitse huwelijkskandidaat. „Oranjehuis en Nederland zijn in staat geweest deze nieuw ingekomenen te assimileren en er is geen reden te denken dat dit nu anders is geworden". Er was echter een complicatie. De eerder genoemde personen kwamen naar ons land op een leeftijd, dat hun geest nog flexibel genoeg geacht kon worden om zich tot Nederlander te vormen. Maar Claus was 39 jaar. Zou hij niet zodanig gevestigde (duitse) overtuigingen hebben, dat het voor hem moeilijk, misschien onmogelijk zal zijn geestelijk Nederlander te worden? Het past niet in het kader van dit artikel het gesprek van toen te vervolgen. Ter afsluiting: er werd een gesprek met de verliefden gearrangeerd op Drakestein en het tekent prins Bernhard dat hij enkel gezegd had: „Er komen vijf diehards uit het verzet met jullie praten". Ze moesten zelf hun weg maar vinden. Dat gesprek duurde langer dan vier uur. Eerst zat de huwelijkskandidaat met bleke handen om zijn opgeheven rechterknie te luisteren. Toen brak de ergste spanning en werd het een vruchtbaar en geanimeerd onderhoud. Wie kan zich nu de agitatie, de rel die toen om prins Claus geschopt werd, nog voorstellen? de oorlog Toen de oorlog uitbrak, was prins Bernhard 28 jaar. Een begaafde jongeman die zijn dadendrang moest intomen omdat hij nog geen geëigend werkterrein had gevonden. Koningin Wilhelmina had verboden hem prins-gemaal te noemen, de uitdrukking waaronder haar man had geleden. Bij de opening van het gemaal te Tacozijl in Friesland zei prins Hendrik bitter: „Nu treedt de prinsgemaal in 't stoomgemaal". De koningin had de capaciteiten van haar schoonzoon goed voor ogen. Gezocht werd nog naar een taak om hem het best voor Nederland dienstbaar te maken. Het trieste is dat die capaciteiten pas overduidelijk naar voren kwamen in de oorlog die ons volk zoveel leed toebracht. Al meteen nam hij het initiatief om vrouw en kinderen in veiligheid te stellen. In Londen behartigde hij de belangen van de daar aangekomen Nederlandse militairen, in samenwerking met zijn schoonmoeder. Hoewel hij als prins Bernhard overal geaccepteerd en gerespecteerd werd, voelde hij zijn tekort aan militaire deskundigheid, vooral in de omgang met de geallieerden. Daarom ging hij eerst zijn vliegbrevet halen, niet als prins, maar als recruut. Na de zwaarste opleiding kreeg hij van de Engelsen de waardering „uitmuntend" maar met de aantekening: let op: teveel aan zelfvertrouwen. Ja, aan zelfvertrouwen ontbrak het prins Bernhard niet. Vandaar ook zijn ongedwongen, hoewel doelbewuste, omgang met talloze mensen van de eenvoudigste soldaat af tot de hoogste Engelse officieren en ministers toe. Met zijn aangeboren charme maakte hij gemakkelijk Het was duidelijk dat de gebleken militaire bekwaamheid ook in het naoorlogse Nederland benut zou worden. Maar dit was deze dynamische prins niet genoeg. Hij werkte ook mee aan de economische heropbouw van ons land en de afzet van onze produkten in de wereld. Vooral in dit laatste toonde hij zich grootmeester. Aan leveringen van orders voor honderden miljoenen guldens aan het buitenland gaf hij vaak de laatste, beslissende stoot. Natuurlijk, hij had zijn status ais prins mee en daardoor toegang bij alle regeringen. Maar hij had dit nooit kunnen bereiken zonder zijn grote deskundigheid in de industriële wereld, zijn sportiviteit, charme, taalbeheersing. Leerde hij voor deze funktie niet de Spaanse taal te beheersen? Voorbeelden noemen heeft geen zin ze zijn algemeen bekend. Liever vermeld ik een mislukking die hij vertelde tijdens een boottocht over de Friese wateren. De stoffering van het landschap met vele Friese koeien bracht het hem weer in gedachten. „Jaren geleden was er in Mexico een invoerverbod van Nederlands vee, wegens mond- en klauwzeer. Ik denk, zou daar geen opening in te maken zijn? Als er één schaap over de dam is... dus kocht ik een Friese stamboekstier en zond die als cadeau naar de president van Mexico. Maar zelfs dit cadeau werd niet toegelaten. Ik heb het beest weer verkocht en had er een behoorlijke strop aan". Het lijkt mij ook onnodig te vertellen wat Prins Bernhard heeft gepresteerd voor het wereldnatuurfonds. De vele verdiensten van de prins voor Nederland schijnen allemaal vergeten door de Lockheed-affaire. De laatste twee keer dat hij met mij sprak liet hij duidelijk merken dat die zaak zelfs hem geen zware hoofdpijn bezorgde. Maar hij was erg gekrenkt en verontwaardigd over hetgeen daar omheen gefantaseerd en gëinsinueerd wordt. Het zijn niet in de eerste plaats de grove, onjuiste verzinsels uit het buitenland, maar vooral de gretigheid waarmee ze in Nederland worden overgenomen en de kwetsende toon die daarbij wordt gebruikt, welke hem ergeren. Gelukkig weet deze aimable persoonlijkheid heel veel te relativeren. ,,Als ik dat niet kon, deugde ik niet voor mijn positie". Maar hij is ook een gewoon mens, echtgenoot, vader. En vooral in de persoonlijke sfeer wordt het soms pijnlijk. Toen het huwelijk van prinses Irene aanstaande was zuchtte hij: „Och in elk gezin is wel eens wat. Het ellendige is dat van ons Persoonlijke impressie van vriend uit het verzet Oud-verzetsstrijder Pieter Wybenga, vriend door dik en dun van prins Bernhard, signaleert in bijgaand artikel dat er een schaduw valt over de 65ste verjaardag van de prins, die dinsdag wordt gevierd. De commissie-Donner is dan immers nog niet gereed met haar rapport over de mogelijke betrokkenheid van de prins bij de Lockheed-affaire. Niet dat de j heer Wybenga ooit heeft getwijfeld aan de woorden van de prins, maar een feit is dat 1 sommige Nederlanders door de steekpenningenzaak geneigd zijn prins Bernhard met andere ogen te bekijken. De meningen zijn enigszins verdeeld, ook over de wijze waarop de verjaardag van de prins gevierd moet worden. Er zijn akties gaande om anjers te dragen en verjaardagskaarten te sturen, maar de voorzitter van de Landelijke Bond van Christelijke Oranjeverenigingen, ds. C. H. Graafstal, heeft het juist verstandiger geoordeeld geen bijzondere manifestaties te organiseren, „om niet te provoceren". Voor prins Bernhard hoeft dat ongetwijfeld ook niet Hij wordt wel 65, maar dat is voor hem geen reden om het kalmer aan te gaan doen. Dat blijkt ook uit bijgaande persoonlijke impressie van Pieter Wybenga, op de foto linksboven met kapiteinssterren, die tijdens de oorlog provinciaal KP-leider in Friesland en na de bevrijding 25 jaar journalist is geweest vrienden en kon hij veel bereiken voor ons land, terwijl zijn volledige inzet voor de geallieerde zaak alom vertrouwen won. Daarnaast groeide zijn deskundigheid op allerlei terrein zeer snel, omdat hij een bijzondere gave had situaties te doorzien. Kortom, het was een gerijpte prins Bernhard, die zich onbewust had voorbereid op de taak die hij in 1944 kreeg. het verzet In bezet Nederland had het verzet zich op vaderlandse wijze ontwikkeld. Dat betekende vooral ongewapend verzet. Men trachtte de wrede, overmachtige vijand zo weinig mogelijk te prikkelen, door geruisloos het gezin te schuiven tussen de vervolgde en de verdrukker. Slechts kleine groepjes beschikten over wapens, welke meest voor verzorging en bescherming werden gebruikt. Het waren de aangeslotenen bij de KP en de RW (Raad van Verzet) en dan nog de Militaire OD (Ordedienst). Met de meeste leden op papier, maar nu, na zware verliezen in 1941 en '42 met een voorzichtige koers en met weinig wapens, die ook nog ongebruikt bleven. De geallieerden waren bereid het verzet voor de bevrijdingsstrijd van wapens te voorzien, maar elke groep achtte zichzelf uitnemender dan de ander. Hier moest eenheid en samenwerking komen. Op 3 september '44 werd prins Bernhard tot commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten benoemd. Een complete verrassing, maar een schot in de roos. Tegelijk een onmogelijke taak, gezien de onderlinge rivaliteit in het verzet. Het werd manoeuvreren met een kruiwagen vol kikkers, voorzien van afstandsbediening. Dat er nog zoveel van terecht is gekomen, was te danken aan het persoonlijk gezag, de tact en de bekwaamheid van prins Bernhard. En de moed. Ik hoor het mijn Limburgse vriend Stefke Feijen nog zeggen: „We durfden ons hoofd nauwelijks boven de loopgraaf te steken, zo werd er geschoten. De prins ging boven op de rivierdijk staan om de vijandelijke stellingen op te nemen. Na een kwartier kwam hij terug. Als hij toen gezegd had: aanvallen, waren we, geloof ik, allemaal in de rivier gesprongen, of we konden zwemmen of niet". En dan de manier waarop hij benodigdheden voor zijn mannen „organiseerde". Generaal Montgomery moet eens gezegd hebben: „Was hij maar geen prins, dan zou ik hem (daarvoor) een daverende schop onder zijn generaalsbroek geven". nu 65 jaar Op 29 juni wordt prins God het wil, 65 jaar. Geen Dreesmannetje, maar nog kwiek, scherp, actief, al schijnt wel eens last van zijn rug te waarover hijzelf het hardste Er valt een schaduw over omdat de commissie-Donner maand nog niet klaar komt met rapport en het kabinet het, ministeriële vakanties, pas herfst wil publiceren. En van de] koningin wordt nu ook al zij via een geheim nummer Lockheed ontving... Dit alles is niet toevallig. De (derde) grote ideologische is, vooral in Nederland, stomp gelopen op de in ons volk diep gewortelde waarden: huwelijk, kerk, school, oranjehuis, vrijhe asylrecht enz. enz. Het fiasco nazisme heeft geleerd dat hier dictatuur kan tenzij eerst deze ondermijnd, liever nog Vandaar de stormloop op wat scheldend „het establishment" genoemd. Aan ons en onze de taak deze taktiek van de ideologie te onderkennen en te weerstaan, zoals veertig jaar gele "ev De prins is jarig. Het is mijn en bede dat hij nog vele jaren zijn rijpe kracht de belangen Oranjehuis en ons land zal dienen. En ik ben er van dat velen met mij op 29 juli vlaggen, omdat zij zich de onnavolgbare prestaties van de herinneren en hem daarvoor willen eren. P. onder vrienden alles met grote letters in de krai komt, vaak tendentieus en insinuerend". Zijn enige zorg wj ff dat zijn dochter niet zou vervreemden van het ouderlijk It Dat gebeurde gelukkig niet. Moet dat nu zo, vragen ook zijn talloze vrienden zich af. Elk var beschouwt prins Bernhard als e vriend voor het leven: hij blijft solidair, loyaal, amicaal. Ook da wordt hem verweten. Te weinig kritisch? Ook dan zou het nog slechte eigenschap zijn. Voor mijn gevoel zit er iets mee achter. Deze energieke man vol dadendrang heeft ook een sterk verlangen in zich om naast zijn officiële positie tevens gewoon zichzelf, te zijn. Behalve in zijn kan hij dat onder vrienden zijn. legt hij ontspannen het prins-zij en wordt de vlotte causeur, de meelevende luisteraar, de openhartige verteller en de gee opmerker. Totdat de plicht hem roept.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 14