VIKINGEN
ZOEKEN TEKE
VAN LEVEN
OP MARS
Leveraanval
blijft
bij
r.o m
v V
rode planeet met zijn maan Phobos.
(Van onze redacteur ruimtevaart)
let verhaal gaat dat een jaar of vijftig
:leden de hoofdredacteur van een beken-
Amerikaanse krant het volgende tele-
am stuurde naar een beroemde astro-
Kim: „Zorg zo snel mogelijk voor een
ikel van vijfhonderd woorden over de
raag of er leven voorkomt op de planeet
ars". De astronoom deed prompt wat
;m gevraagd werd en antwoordde zeer
ichtsgetrouw maar liefst 250 maal: „No-
ody knows, nobody knows, nobody
tows, nobody knows, nobody (dat
eet niemand). Of de man voor dit wel
er eentonige verhaal ook nog een hono-
heeft opgestreken, vermeldt de
;orie niet.
if. Carl Sagan, directeur van het labora-
ium voor planetair onderzoek aan de
Universiteit in Amerika, kan zo'n
;cdote smakelijk vertellen, maar hij
:gt er wat serieuzer ook aan toe
it die plichtsgetrouwe astronoom tegen-
foordig niet veel medestanders meer zou
>bben. De wetenschappelijke wereld
zo langzamerhand duidelijk in twee
;n verdeeld. De ene categorie be-
dat er leven voorkomt op Mars, de
i zegt dat het uitgesloten is. Twijfe-
schijnen er nauwelijks meer te zijn.
behoort Carl Sagan zelf wel degelijk
die kleine groep van twijfelaars, al
waar het om de vraag gaat of^_*r
op Mars voorkomt of niet. En Sagan
ter niet de eerste de beste. Hij is
'gleraar in de astronomie en de ruimte-
;enschappen. maakt deel uit van het
:enschappehjk team achter het Viking-
iject dat dezer dagen zijn eerste climax
;ikt met de landing van een onbeman-
inaar met tal van uiterst ingenieuze
itrumenten uitgeruste robot op de pla-
ït Mars (de eerste landing is gepland
de nacht van 4 op 5 juli, de tweede 5
itember). Sagan ontving ook een aanta'l
geleden de NASA-medaille voor bui-
igewone wetenschappelijke verrichtin-
in het kader van de onderzoekingen
Amerika's Mariner-9 realiseerde in een
rond Mars. Ook speelde hij overi-
samen met zijn vrouw Linda een
langrijke rol bij de vervaardiging van de
iquettes op de ruimtesondes Pioneer-10
die te zijner tijd ons zonnestelsel
verlaten. Die plaquettes moeten
1*
Nog een deel van Mars. gereconstrueerd uit
Mariner-foto's.
eventuele andere intelligente wezens in het
heelal iets vertellen over de afzenders van
beide robots en hun plaats van vertrek.
Sagan maakt voorts deel uit van allerlei
«ASA-adviescommissies en leidde in 1971
•je Amerikaanse delegatie op een conferen
ce met Russische collega's, waar werd
gesproken over de mogelijkheid van com
municatie met buitenaardse beschavingen.
Voor Carl Sagan is 1976 een enorm belang
rijk jaar. Het is het jaar van Mars. Het
js trouwens ook bijna 100 jaar geleden dat
Mars eveneens op bijzondere wijze in de
belangstelling kwam. In 1877 nl. was het
«e Italiaanse astronoom Giovanni Schiapa
relli, die tijdens observaties met een nieu
we telescoop even buiten Milaan tot
hjn grote verrassing op het Marsiaanse
oppervlak een netwerk van lijnen ontdek
te. die kriskras over de planeet liepen.
Schiaparelli noemde het „canali", het Ita-
baanse woord voor „sleuven" of „groeven".
Maar toen hij zijn ontdekking wereldkun
dig maakte, werd het woord „canali"
prompt fout vertaald. En sindsdien werd
er alleen nog maar gesproken over „kana
len", d.w.z. kunstmatig tot stand gekomen
waterwegen. De aktiviteiten van de ameri-
kaanse astronoom Percival Lovell, die zelfs
een groot observatorium liet bouwen, uit
sluitend voor de bestudering van Mars,
deden er nog een schep bovenop. En dat
betekende het begin van een ware stort
vloed van verhalen over „leven op Mars".
Wist Schiaparelli véél, toen hij voor het
eerst het woord „canali" hanteerde.
„Het beroerde is alleen", zegt Carl Sagan,
„dat die Marsiaanse kanalen helemaal niet
bestaan.De Mariner-9 fotografeerde
in de periode 1971-72 de planeet Mars van
pool tot pool en zeker honderdmaal gede
tailleerder dan de tijdgenoten van Schiapa
relli en Lovell ooit konden doen. Mariner-9
bleef slechts zo'n 1600 kilometer van het
Mars-oppervlak verwijderd in plaats van
de ongeveer 40 miljoen kilometer die aarde
en Mars onder de gunstigste omstandighe
den nog altijd scheiden en het toestel werd
bovendien op geen enkele wijze gehinderd
door een troebele dampkring, die het onze
aardse astronomen altijd zo moeilijk
maakt. De beelden die Mariner-9 naar de
aarde overseinde, waren in veel opzichten
bijzonder onthullend en van grote weten
schappelijke waarde. Alleen, kanalen ko
men er niet op voor. Wat Schiaparelli
zag, moet zijn veroorzaakt door gezichtsbe
drog.
Jammer voor Schiaparelli, jammer ook
voor Percival Lovell. Diezelfde Lovell en
sommigen van zijn vakgenoten uit diezelf
de periode meenden trouwens nog méér
aanwijzingen te hebben voor de aanwezig
heid van leven op de planeet Mars. Zij
bespeurden namelijk ook kleur- en tintver-
anderingen op het Marsiaanse oppervlak.
Als de poolkap begon in te krimpen, be
woog zich een donkere vlek langzaam in
de richting van het equatoriale gebied. Wat
zeiden Lovell en zijn collega's? Dat moet
plantengroei zijn, die tot ontwikkeling
komt door smeltwater, afkomstig van de
poolgebieden. Dat water zou dan worden
aangevoerd via de „kanalen". Een juweel
van een theorie daar niet van. Maar
wéér was het die koele robot, Mariner-9,
die ook dit verhaal uit de wereld hielp.
Mariner-9 bracht aan het licht dat die
kleurveranderingen het gevolg zijn van de
„herverdeling" van stof licht en donker
getint door enorm krachtige stormen,
die met de Marsiaanse jaargetijden varie
ren.
Kortom, het beeld van Mars is de laatste
jaren steeds levenlozer geworden, aanzien
lijk minder aantrekkelijk ook. Maar bete
kent dit ook dat er „dus" op Mars geen
vorm van leven voorkomt of kan voorko
men? „Dat zeker niét", zeet Drof. Saean.
„Zeker, Mars is kouder dan de aarde, heeft
een veel ijler atmosfeer, er is minder zuur
stof en minder ozon (het ultraviolette licht
van de zon bereikt het oppervlak van de
planeet gemakkelijk en zonder dat daar
spuitbussen voor nodig zijn.en er is
zeker geen overvloed aan vloeibaar water.
Met andere woorden, de omstandigheden
zijn er van dien aard dat ze een niet-be-
schermd menselijk wezen op Mars terstond
zouden doden.
„Maar", aldus Sagan, „het leven bestaat
niet uitsluitend uit menselijk leven. Er is
een grote verscheidenheid aan aardse mi
cro-organismen, die in staat zouden zijn de
Marsiaanse omstandigheden royaal te
overleven. Sterker nog als ze, al was
het maar heel even ook nog van water
zouden worden voorzien, dan zouden ze
zelfs in staat zijn zich te vermenigvuldigen,
te reproduceren. En men mag er van uit
gaan dat eventuele Marsiaanse micro-orga
nismen altijd nog beter aan de condities
op Mars zijn aangepast dan de taaiste
aardse exemplaren".
Sagan geeft overigens meteen toe dat er
nog wel heel gereserveerd en behoedzaam
wordt gesproken over de mogelijke aanwe
zigheid van levensvormen op Mars. „Over
het algemeen wil men nog wel enigszins
rekening houden met de aanwezigheid van
microben, maar de mogelijkheid dat er ook
macroben zouden zijn d.w.z. organis
men, groot genoeg om zonder vergrootglas
te worden gezien nee, die wordt eigen
lijk uitgesloten. En toch is er nog steeds
geen enkele aanwijzing, die dat negatieve
standpunt ondersteunt. In onze huidige
kennis omtrent Mars is werkelijk niets te
vinden, dat de aanwezigheid van grote
organismen verwerpt.
Zo'n honderdduizend jaar geleden was er
al volop leven aanwezig op aarde, in een
rijker verscheidenheid aan organismen
zelfs dan nu het geval is. „Goed", het
aantal menselijke wezens was nog betrek
kelijk klein", aldus Sagan, „maar leven
was er toch in overvloed. Maar wanneer
Mariner-9 nu eens honderdduizend jaar
geleden in een baan om de aarde was
gebracht, dan zouden de foto's toch geen
enkel duidelijk teken van' leven hebben
opgeleverd. Nu ligt die situatie uiteraard
heel anders". Zowel op stedelijk als op
landbouwkundig gebied is het landschap
van de planeet aarde vrijwel compleet
herschapen, zij het niet altijd in de meest
positieve zin.
Carl Sagan houdt het voor mogelijk dat
Mars beschikt over een dichte bevolking
van organismen, zowel microben als ma
croben. „Waar die op zouden lijken?". Die
vraag valt erg moeilijk te beantwoorden,
maar men mag haast wel aannemen dat
ze bijzonder weinig overeenkomst zouden
vertonen met aardse levensvormen, omdat
De Viking-lander, waarvan men hoopt dat hij
niet in een gebied met rotsblokken terecht zal
komen. Links vooraan de uitschuifbare arm,
waaraan magneten en een schepje voor het
nemen van monsters. Rechts boven de scho-
telvormige antenne voor het contact met de
aarde. Op de bolvormige brandstoftank,
rechts, zitten twee stuurraketten, in de flesvor-
mige apparaten zitten camera's. Daartussenin
een compact biologisch laboratorium en een
inlaattrechter voor röntgenonderzoek.
ze al zo lang thuishoren in een omgeving
die volkomen afwijkt van die van de aarde.
„De omstandigheden op Mars doen ijstijd
achtig aan en dus zou het mogelijk zijn
dat er organismen voorkomen die een
soort winterslaap doen, wachtend op de
terugkeer van meer aardse (en dus aange
namer) condities. Het is ook mogelijk dat
er helemaal geen leven is, hooguit nog wat
fossielen en andere bewijzen van een uitge
storven biologische aktiviteit. En het is
zelfs mogelijk dat Mars volkomen leven
loos is en altijd is geweest, We weten het
gewoon niet".
Toch zijn al deze mogelijkheden van het
grootste belang, meent prof. Sagan. „Als
Een van de meest opzienbarende geologische
formaties op Mars is dit reusachtige canyon,
gefotografeerd door en genoemd naar Mari
ner-9 Aan de monding van dit enorme ravijn
moet de instrumentencapsule van Viking-1
neerstrijken.
er op Mars leven is of m het verleden is
geweest", zegt hij, „zullen we straks voor
het eerst in de geschiedenis van de mens
heid in de gelegenheid zijn de algemeen
heid van het proces dat wij opaarde
„leven" noemen, te beproeven. We zullen
via de ingenieuze instrumenten van de
Viking-1 en -2 in staat zijn na te gaan
hoe verschillend het leven kan zijn in
vergelijking tot aardse organismen. Hoe
eventueel leven op Mars er ook zou uitzien,
de betekenis ervan voor de biologie en
ook voor onze ideeën over onszelf zou
adembenemend zijn. Immers, als er
volkomen onafhankelijk en zelfstarfdig
op twee zeer verschillende planeten leven
bestaat, dan kan er haast niet meer aan
getwijfeld worden dat „leven" in ons hele
Melkwegstelsel een normale zaak is..."
Sagan: „Daar staat natuurlijk dan weer
tegenover dat we er ook rekening mee
moeten houden, dat Mars een volkomen
levenloze planeet blijkt te zijn. Enfin, dan
zullen we ons zeker bezighouden met de
vraag, waarom er wel leven op de aarde
ontstond en niet op Mars. En die onderzoe
kingen zullen onze kennis over het leven,
zoals het op de aarde aanwezig is, onge
twijfeld bijzonder verrijken'1.
„Op het ogenblik is de rode planeet duide
lijk aan ijstijd-omstandigheden onderwor
pen", zegt Sagan. „Maar het staat vrijwel
vast dat er in het verleden zeker eenmaal
en mogelijks zelfs méér dan eens
andere tijden zijn geweest, waarin de at
mosferische druk aanzienlijk hoger was en
de temperatuur aangenamer. Er moet toen
ook een overvloed aan vloeibaar water zijn
geweest. Dat mag ons eraan herinneren
dat zo'n twee miljoen jaar geleden de
plaats waar zich nu Chicago bevindt, over
dekt was door gletschers van enkele kilo
meters hoogte en dat het bepaald niet
uitgesloten is dat we op aarde opnieuw met
zo'n ijstijd kunnen worden geconfronteerd.
En wat Mars zélf betreft nogmaals, het
zou mogelijk zijn dat er slapend leven
wordt aangetroffen, dat wacht op de terug
keer van milder omstandigheden, aan het
eind van een barre en eeuwenlange win
ter..."
Misschien zullen de Viking-instrumenten
ontdekken dat de „rivieren" op Mars in
een grijs verleden gevuld zijn geweest met
water. En als dat het geval is aldus
Sagen waarom zou een dergelijke situa
tie zich dan in de toekomst niet kunnen
herhalen? „Misschien zal het zelfs mogelijk
zijn dat we in een verre toekomst
ook zelf een bijdrage kunnen leveren tot
het herstel van Mars in een planeet, waar
de omstandigheden zó goed zijn dat ze (een
deel van) de taak van de aarde kan overne
men. Met andere woorden dat de mens
er zich blijvend gaat vestigen", meent Sa
gan.
De Viking-landingsprocedure in beeld ge
bracht. Links boven de complete combinatie
van moederschip en landingscapsule in een
baan rond Mars. vervolgens de scheiding van
beide delen, het afstoten van beschermende
schilden, het ontplooien en afstoten van de
grote parachute, het ontsteken van de remra-
ketten en tenslotte de definitieve landing.
PARIJS Toen de echtgenote van een
vooraanstaande Nederlandse diplomaat
in Parijs enkele jaren geleden door een
goedbedoelende relatie op een cocktail
party aangesproken werd met: .Bent u
niet bang voor uw lever als u dete
'canapé-met-ei-en-mayonaise' eet?', ant
woordde zij lakoniek: .Monsieur, buiten
landers hebben geen lever.'
De dame had gelijk, in zoverre, dat de
niet-Fransen zich nimmer om hun lever
bekommeren en de .crise de foie' (de
leveraanval) bij hen onbekend is. Welke
Finse, Nederlandse of Peruviaanse moe
der waarschuwt haar kind: .Denk om je
lever?'. Welke employé of arbeider in
Nieuw-Zeeland, Polen of Korea die niet
op zijn werk verschijnt, kan er zich vanaf
maken met een boodschap te zenden dat
hij ,een lever-aanval heeft'?
In Frankrijk is de eerste verklaring voor
hoofdpijnen, misselijkheid, moeilijke
spijsvertering, tè vlotte spijsvertering,
verstopping of het tegendeel, voor uit
slag, voor braken, voor wat vage pijn
onder de ribben Ja crise de foie'.
Chocolade is hele generaties Franse kin
deren konsekwent geweigerd, omdat deze
,une crise de foie' zou veroorzaken. Eie
ren, garnalen en kreeft, banket en vet
worden in talloze Franse gezinnen ge
weerd als dodelijke microben, omdat zij
,une crise de foie' ten gevolge heten te
hebben. Men moet oppassen iemand aan
het schrikken te maken, want ook dat
kan een leveraanval ontketenen. Kortom
meer dan vijftig miljoen rationalisten
worden, al eeuwenlang, geplaagd door
het spookbeeld van ,1a crise de foie'. De
artsen hebben aan deze diepgewortelde
overtuiging niet weten te ontkomen en
professor Jean-Pierre Benhamou. de
meest vooraanstaande Franse leverspe
cialist, verklaart dat, terwijl de medische
handboeken in binnen- en buitenland de
ziekte niet vermelden, zijn laatstejaars
medische studenten voor het grootste
deel ervan overtuigd zijn, dat Ja crise de
foie' wel degelijk bestaat en dat hij niet
in staat is gebleken hen van het tegendeel
te overtuigen.
Professor Claude Beraud zoekt een ver
klaring voor het verschijnsel als hij zegt:
,Ook de arts leeft in een maatschappelij
ke struktuur, waarin een archaïsche pre-
wetenschappelijke mentaliteit voortleeft
en waar tal van medische fabels, sprook
jes en mythen bestaan. De arts heeft
echter een wetenschappelijke kuituur tij
dens zijn studie ontvangen en probeert
nu deze mythen uit een donker verleden
-aan zijn tijd aap te passen door ze een
modern-medische kleur of klank te ge
ven. En zo hebben zij „biliaire dyskine
sia" uitgevonden of gevolgen van .virale
i hepatitis'.
'Volgens een andere lezing is de .crise de
foie' in de tweede helft van de vorige
eeuw .verklaard' als een relatief geringe
tekortkoming van de leverfunkties. De
lever zou nl. te weinig gal afscheiden.
Modern medisch onderzoek heeft uitge
wezen, dat dit nimmer het geval is zolang
niet minstens de helft tot 80 procent van
het leverweefsel weggevreten, weggeno
men of anderszins verdwenen is. En in
dat geval kan men moeilijk van een
.relatief geringe tekortkoming' spreken.
De .crise de foie' is in verregaande mate
een nationaal verschijnsel in Frankrijk.
Zoals de hartziekte Amerikaans is en de
maagaandoeningen typisch Brits en
Noordafrikaans. Dit belet de .crise de
foie' allerminst een ware ravage in Fran
krijk aan te richten en jaarlijks kost deze
grotendeels ingebeelde ziekte het land
een miljard franks aan medicamenten,
chirurgische ingrepen of anderszins. En
deze som wordt nagenoeg totaal over de
balk gegooid.
Een kongres van vooraanstaande specia
listen dat zich dezer dagen met het ver
schijnsel heeft beziggehouden, is nl. tot
de slptsom gekomen, dat hoewel uite
raard bepaalde leveraandoeningen niet
ontkend kunnen worden, de roemruchte
.crise de foie' een legende is. En dat het
hoog tijd is dat de Fransen deze legende
overboord gooien. .Want', aldus prof.
Dhumeaux, .het voortbestaan van de le
gende is niet zo onschuldig als men aan
neemt.' Om te beginnen is het aanvaar
den van de lever-aanval ,een intellektuele
oneerlijkheid', verder een gemakkelijke
diagnose voor de arts waarover de pa
tiënt doorgaans verrukt is (omdat zij aan
diens diepste overtuiging beantwoordt en
hem verder de zekerheid geeft dat hij een
uitstekende dokter heeft). En verder kan
de standaard-diagnose de arts beletten te
konstateren waaraan de patiënt werke
lijk lijdt
Daar komt bij dat de overtuiging dat
legio kwalen, ziekten en ongemakken aan
de vermaarde .crise de foie' toe te schrij
ven zijn, tot het innemen van kolossale
hoeveelheden geneesmiddelen leidt. In
Frankrijk staan rond driehonderd ge
neesmiddelen in de officiële codex inge
schreven, die leverziekten zeggen te be
strijden. De allermeeste daarvan zijn on
schadelijk, maar ook ondoeltreffend. Zij
vormden in 1970 bijna 5 procent van de
totale omzet van geneesmiddelen en er
worden elk jaar miljoenen aan besteed.
Voorlopig zullen de meeste Fransen, klei
ne kinderen, zowel als volwassenen en
bejaarden, op een gegeven opgenblik
(doorgaans bij het ontwaken), verbleken,
slikken, hun hand tegen de rechterzijde
drukken en verklaren, dat zij weer een
.crise de foie' hebben. Op de scholen is
het verschijnsel sedert jaar en dag uiter
mate afdoend gebleken voor leerlingen
die m zekere moeilijkheden dreigden te
raken. De onderwijzers, eveneens getrou
we lijders aan .crises de foie', zouden het
nooit durven daar geen rekening mee te
houden.
JAN DRUMMEN