Jongeren willen koste wat kost een baan Houden van en werken tussen DIEREN Mensen helpen aan een fijne vakantie DE ZEE BLIJFT TREKKEN... zijn er nooit te veel (Van een onzer verslaggeefsters). De schoolverlaters weten goed wat hun te wachten kan staan: werkloosheid. Vooral bij de arbeidsbureaus rond de steden Den Haag en Leiden is dat duidelijk te merken. „Ze komen veel eerder dan in de voorafgaande jaren het geval was, naar ons toe. En duidelijk gemotiveerd. Ze willen koste wat het kost een baan hebben. Voor ze op vakantie gaan willen ze hun toekomst zeker stellen. In vori ge jaren kregen we de meeste in schrijvingen pas eind augustus en begin september, men hield eerst even rustig vakantie. Nu pakken ze alles wat ze pakken kunnen, ook als het werk niet aansluit bij de door hen gevolgde opleiding", aldus een woordvoerder van het arbeidsbu reau in Naaldwijk. „Ik heb het idee dat er op de scholen duidelijk op gewezen wordt dat het met de ar beidsmarkt niet zo gunstig is ge steld. Wij krijgen hier vooral leer lingen van de LEAO en LAVO." De directeur van de LEAO in Mon ster bevestigt deze mening. „Gedu rende het hele jaar hebben we erop aangedrongen dat ze zo vroeg moge lijk moesten beginnen met sollicite ren. In december en januari hebben we ze al op advertenties in de kran ten gewezen. Ook de voorlichting over doorstuderen en bijvoorbeeld partiële leerplicht hebben we zo vroeg mogelijk voor de klas ge bracht. Van de 96 eindexamenkandi daten hebben er 2 3 nog geen werk." De arbeidsbureaus in Den Haag, Leiden en Delft merken, in tegen stelling tot de kleinere gemeenten, nog niet veel van een grotere aan loop. De heer Van Dijk van de LEAO Beatrijs uit Den Haag vertelt ook op zijn school vroegtijdig met de voorlichting te zijn begonnen. Op vallend is, vindt, hij, dat de leerlin gen alles aanpakken wat ze krijgen kunnen, ook als het werk niet op het administratieve vlak ligt. Vijf tig procent van de leerlingen van deze school gaan verder leren, 25 procent heeft inmiddels werk ge vonden en 25 procent zoekt nog. (Van een onzer verslaggevers) Voor wie veel van dieren houdt en dit in zijn beroep tot uitdrukking wil brengen om zo dagelijks met zijn vriendjes om te kunnen gaan, zijn er helaas nog maar weinig opleidingen. Naast de reeds beken de studie voor dierenarts bestaan er slechts drie andere mogelijkheden: dierenarts-assistente; hon dentrimmer/ster en dierenverzorger/ster. Voor de opleiding tot dierenartsassistente en dierverzorger/s- ter bestaat er een schriftelijke cursus die wordt verzorgd- door het IMEVO te Amstelveen. Deze stichting is erkend door de Inspectie voor Schrifte lijk Onderwijs en krijgt medewerking van het Minis terie van Onderwijs en Wetenschappen. De kosten hiervoor bedragen 17,50 per maand bij een studie tempo van vier lestaken elke maand. De cursus dierenartsassistente duurt in dit tempo 14 maanden en de cursus dierenverzorger/ster in eenzelfde stu dietempo 12 maanden. Met een vooropleiding van drie of vier jaar mavo kan men, ongeacht de leeftijd, aan deze opleiding deelnemen. Tweemaal per jaar wordt er in Amste- ream een examen afgenomen; heeft men dit met goed gevolg afgelegd dan wordt een diploma uitge reikt. Deze opleiding kan gelijktijdig of naderhand worden aangevuld met een praktisch jaar als sta- geaire bij een dierenarts. Wil men echter een diplo ma met de toevoeging van de Koninklijke Neder landse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMVD) dan moet men vóór het examen stage hebben gelopen bij één of meer praktiserende diere nartsen. De mogelijkheden na het behalen van het diploma zijn: het assisteren van een dierenarts, verzorgster in een kennel of asiel of als houder of houdster van een cattery of kennel de medische kennis omtrent het dier uitbreiden. Voor inlichtingen kan men zich wenden tot IMEVO, Baljuwlaan 22, Amsterdam, telefoon Q20-431840, of tot het secretariaat van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde te Utrecht, Ju- lianalaan 10, telefoon 030-510111. Bij de'Stichting DIBEVO te Steenwijkerwold kan men het diploma „vakbekwaamheid voor het dierenverzorgingsbe- drijfbehalen, hetgeen de officiële benaming is voor het diploma hondentrimmen. Een bepaalde voorop leiding of leeftijd geldt voor deze opleiding niet en voor het theoretische gedeelte van de opleiding wordt er gedurende 11 maanden te Amersfoort elke maand één dag les gegeven. De kosten hiervan bedragen 200 gulden. Voor de praktijkopleiding die ook één jaar duurt kan men kiezen uit twee mogelijkheden. Men kan veertig lessen volgen, waarvan wekelijks één les, bij een van de drie door DIBEVO bij de opleiding ingeschakelde trimshops en wel in Den Haag, Am stelveen of Utrecht De kosten hiervoor bedragen 400 gulden. Ook kan men gedurende een jaar gaan werken bij een trimshop om zo de nodige praktij kervaring op te doen. De meeste trimshops vergoe den echter alleen de eventuele reiskosten. DIBEVO de organisatie van dierenspeciaalzaken bemiddelt bij het zoeken van een trimshop voor een nieuwe cursist in zijn of haar omgeving. Eenmaal per jaar worden er examens afgenomen waarbij zowel de praktijkkennis als theorie worden getoest De kosten hiervoor zijn 100 gulden. Verder moet men echter ook nog over een DIBEVO-vakdi- ploma èn een middenstandsdiploma beschikken. Dan pas kan men een eigen winkel beginnen of bij cliënten thuis het werk verrichten. Veel liefde voor dieren en een groot doorzettingsvermogen is zeker nodig wil men een goede honderntrimmer/ster wor den. Voor inlichtingen omtrent deze opleiding kan men terecht bij: Stichting DIVEBO, Oldemarktse- weg 120g, Steenwijk. Leerplichtige jongens en meisjes die na de lagere school nog twee jaar voortgezet onderwijs hebben gevolgd, kunnen nu ook een twee jaar durende beroepsopleiding voor dierenverzorger/ster volgen te Barneveld. Een dagopleiding met drie middagen per week praktijklessen. Naast de nodige vakkennis krijgt de leerling ook de verplichte vakken als rekenen en nederlandse taal. Het te behalen diplo ma staat gelijk aan vier jaar voortgezet lager onder wijs en biedt de volgende mogelijkheden: hulp in een dierenpafk of dierentuin, werken op een kinder boerderij als deskundige begeleider van de diverse dieren, in een dierenzaak of als assistente van een dierenarts. Voorts vervoeren luchtvaartmaatschap pijen geregeld dieren die om een deskundige bege leiding vragen. De aanmelding voor deze opleiding is echter overweldigend terwijl er helaas maar weinig plaatsingsmogelijkheden zijn. Inlichtingen kan men inwinnen bij de Christelijke Streekschool voor Algemeen Vormend en Agrarisch Onderwijs te Barneveld, Groen van Prinstererlaan 1. Telefoon 03420 - 2284. „Juffrouw, we wilden graag naar een land met zon. Maar we zijn nog nooit naar het buitenland op vakantie ge weest. Kunt u ons een beetje wegwijs maken". Reisgidsen komen te voorschijn. Tiental len vragen worden gesteld en moeten worden beantwoord. Vriendelijk en rustig. „Het bevalt me hier prima: Vakantiebestemmingen, ver voer, accommodatie verzor gen; mensen helpen zo goed mogelijk geïnformeerd hun vakantiekeus te maken, dat vihd ik buitengewoon". Aan het woord Joanna Severijns, 21 jaar, toeristisch medewerk ster. „Of ik op de glamourtoestan- den afkwam? Nee bepaald niet. Er zijn misschien men sen, die dit werk op een be paalde manier idealiseren. Ik vind echter dat je moet wer ken vanuit de gedachte: zo'n vakantie betekent voor de meeste mensen ontzettend veel en het kost ze een hoop geld. Dan is het jouw taak ze elke gewenste informatie te geven. Duidelijk de voor- en nadelen belichten. Daarnaast is het zo dat iedereen iets anders zoekt, gewoon een kwestie van smaak. Daarom moet je voor lichting echt objectief zijn". Joanna kwam in het reisvak terecht door zomaar op een advertentie af te stappen, zon der gespecialiseerde vooroplei ding. Dat kan. Maar er zijn verschillende mogelijkheden om zich goed voor te bereiden op het toch niet eenvoudige werk van toeristisch informa- trice of informateur. Het LOI geeft (in samenwerk ing met de Stichting Vakoplei dingen voor Toerisme en Re creatie) twee schriftelijke cur sussen: toeristisch medewerk- (st)er voor binnenlands en in komend toerisme, en voor uit gaand toerisme. Over een paar maanden start een derde cur sus „Reisbegeleider buiten land" (host of hostess). Deze cursussen kosten ongeveer 400 gulden en de gemiddelde leer ling heeft 10 maanden nodig om zich door de leerstof heen te worstelen. (Inl. LOI, tel. 071- 899255). Een wat zwaardere dagoplei ding is te volgen in Leiderdorp bij het opleidingsinstituut van de ANVR, een overkoepelende organisatie van een groot aan tal erkende reisbureaus. De cursus duurt 10 maanden en is vrij intensief. De oplei ding beoogt de leerling klaar te stomen voor de functie van reisbureau-employé die zowel in staat moet zijn een kant-en klaar reispakket naar Mallor- ca te verkopen als een inge wikkeld reisschema voor een drukbezet zakenman samen te stellen. Voor deze cursus is vwo, havo, meao of eventueel mbo als vooropleiding vereist. De cursus kost alles inclusief (boeken, examengeld e.d.) 2850 gulden. Voor het komende stu diejaar is de school volge boekt Ondanks dat zijn infor maties in te winnen bij de ANVR-vakschoöl in Leider dorp, teL 071-893848. De VW in Den Haag geeft eveneens een toeristische in formatieopleiding. Deze duurt een jaar. De zwaarste cursus op toeris tisch gebied wordt verzorgd door het NWIT in Breda. Ook hiervoor is minimaal havo als vooropleiding vereist. Daar naast echter verdient het aan beveling einige jaren praktij kervaring in het reiswezen op te doen, alvorens aan deze driejarige dagopleiding te be ginnen. Een groot aantal jongeren voelt zich nog steeds aangetrokken door het avontuur, dat Neder land eeuwenlang op zee gezocht en gevonden heeft. H.T.S.-ers bijvoorbeeld lopen stage op tankers waar ook ter wereld. Zij worden er zelfs, met andere zeelui-aflossers, naartoe ge vlogen. De zeevaartscholen tellen elk jaar weer een groot aantal aanmeldingen en ook voor de lagere rangen vóór de mast zou men vroeger zeggen is nog steeds een behoorlijke belang stelling. Dit blijft opvallend, vooral omdat het al geruime tijd in de wereld van de Nederland se scheepvaart niet zo best gaat. Een neven voordeel van de opleidingen op de diverse zeevaartinstituten is wel, dat men met de ken nis ervan ook in een aantal andere bedrijfssec toren terecht kan. „Het zijn niet altijd koks, lange messen dragen", is een Nè derlands spreekwoord, dat met de belangrijkheid aangeeft va) de kok. Een moderner gezegq uit de horeca-sector zelf: „Goedij koks zijn er nooit teveel", wijl erop, dat een goed vakman alti een baan zal vinden. Om met dj J. van Dijke, secretaris van x stichting Vakonderwijs Horec i bedrijven te spreken: „het pt spectief voor de horeca is ze gunstig". •Het gaat er alleen maar om, d degenen, die in de horecasectf willen werken, er goed op voorb reid worden, meent drs. Van Di ke. Maar dan moeten de opl< dingsinstituten er ook voor zo gen, dat zij opleiden voor „mo gen", zelfs voor „overmorgen aldus deze expert. Dit geldt dan voor de: horecadagvakscholen vo< koks en kelners, het leerlingstelsel voor koks kelners, de middelbare hotelschole opleidend voor het ondernemc 4 schap, de opleidingen voor de horet vestigingsdiploma's café- en tauranthouders, de hogere hotelscholen. Met deze vernieuwingen blijft horeca vol perspectieven, voor die koks, die nog ste lange messen willen dragen, het dan, dat de moderne scholiï deze lange messen iets korter maakt heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 16