200
JAAR
op do aehtste
scheppingsdag"
he-
Thomas
Jefferson
AMERIKA
99
J in Guatemala hebben een legende", zegt Chato
I„de platneus" is bijgenaamdvanwege zijn
Jukkelijk Indiaanse fysionomie. Het is het uur
|de chicha (uit mais gestookte brandewijn) en
"komen de tongen van de Maya's los. Ze hebben
terlijke leefregel, de Indianen die 70 procent
1de Guatemalaanse bevolking uitmaken. Drin-
Jmag niet alleen drinken moet. Maar wel
pe beurt. Is het de tijd van vader om dronken
jn, dan blijft moeder nuchter. En wenst ma
I om te hebben, dan roert pa het glas niet aan.
Mn is het antwoord gelegen op de vraag waar-
[de kindertjes er in Guatemala altijd zo ver-
d bijlopen.
de legende. „God had zes dagen nodig",
Chato, „om de wereld te scheppen: de hemel
aarde, het licht en de duisternis, grasscheu-
zaaddragend gewas en vruchtbaar geboomte,
jevleugeld gevogelte naar zijn aard, het wild
>rte, het vee en het kruipend gedierte naar zijn
wilde de grote walvissen en alle wriemelende zielen
int^ di€jje wateren overvloedig voortbrengen. God zag
;n" het goed was en nam een rustdag. Maar zie:
is vakje achtste dag werd hij zo goedgemutst wakker
'n hethij tot zichzelf sprak: „Laat ik er nog iets bij
je nietppen, laat ik mijn creatieve kracht een uitroep-
hietenn meegeven. En hij schiep Guatemala".
als jeto, „de platneus", is zo door ontroering over-
hedenjd dat hij een glas chicha achterover moet
èn. „Ja", herneemt hij. „Toen schiep God Gua-
uur.iia. Alles wat hij tot dan toe geschapen had,
regel,je hij samen op een stukje aarde dat niet veel
ga j^er is dan drie maal uw land, als ik u goed
n" -epen heb. De bergen en de valleien. De harts-
i wor-jt van de rivieren en de zielerust van de meren,
il met vruchten der aarde en alle gedierte. Het groen-
gekoesterd door een eeuwige lente. Dat
e dagep God op de achtste dag en hij dacht dat het
uuri was".
schudt zijn kop die even getekend is als de
\en waarop de Maya's zijn trotse voorvaderen
eb ikjun nooit ontcijferde hiërogliefen hebben nagela-
r de. „De rest kunt u raden. We kregen de zondeval
voorGod was toornig van teleurstelling. Natuurlijk
;tolenj"de zijn toorn zich het eerst tegen wat hem in
vond i schepping het dierbaarst was geweest: Guate-
weeri. Daarom, senor, beeft hier altijd de aarde.
ge-rom blijven de vulkanen hun onvrede uitkotsen,
t ookrom is er maar één heerser over dit land:
pspoed".
pe legende en leeg de fles. Nu is het interessante
zowel legendes" als dronkemanswoorden dat
!e een diepe waarheidsgrond plegen te hebben,
k temala. De KLM is zo lief geweest een lijndienst
lit schokkende paradijs te openen (eenmaal per
p k, 22 uur vliegen, 3200 gulden in het laag
1640 gulden in het hoogseizoen, speciaal tarief
veertiendaags verblijf). Een hoop geld, maar
ht u het te missen hebben: vooral doen. Drie
inen. Ten eerste hebben onderzoeken uitgewezen
de Nederlandse vakantievierder primair de zon
!t. Nou, die is in Guatemala 365 dagen per jaar
wezig, zelfs in de half méi beginnende en tot
iber durende regentijd, zij het dan alleen 's och-
Kleurrijke markten tegen de achtergrond
van een roomwitte kerk.
tends. Waarbij het voordeel dat de mooiste stukken
van het land op een hoogte van 2000 meter liggen,
zodat het nooit te warm is (mijdt de tropische
laagvlaktes, maar daar zijn toch alleen maar de
plantages finco's van de grootgrondbezitters
en wie wil die zien?). Ten tweede: iedereen die een
reis naar Guatemala kan betalen, heeft op zijn buik
de camera en thuis de projector om in kleur terug
te kunnen kijken op zijn vakantie. En kleurig dat
het land is... Hiermee wordt'niet gedoeld op het
natuurschoon, ofschoon op zich al oogverblindend
genoeg. Nee, de kleuren waarin de Maya's zich
hullen. Rood, groen, geel, purper, turkoois, oranje,
kobalt, azuur, dit alles verweven tot de geometrische
en dierlijke figuren die regelrecht stammen uit de
oertijd van een der oudste culturen ter wereld
(geschatte begintijd 10.000 jaar voor Christus).
Markten als die van Chichicastenango of Santiago
Atitlan waar de Maya's van heinde en verre samen
stromen, zijn huiveringwekkend van coloriet. Maar
dat niet alleen. De Maya's hebben (uit prehistorische
wijsheid? bij gebrek aan tembare dieren als het
paard, de ezel en de os?) wel een perfect sterrenkun
dig stelsel uitgevonden, maar nooit het wiel. En tot
op de dag van vandaag schuwen ze dit cirkelvormi
ge bedenksel waarop de moderne tijd voortrolt. De
Het Atitlanmeer, een onvergetelijk stuk natuurschoon.
moderne Maya's doen het precies als hun verre
voorvaderen: te voet.
Wat mag zoveel kilometervreters wel bewegen om
massaal naar deze uithoek van de wereld te tijgen?
Het sleutelwoord luidt Tikal, een archeologische
stad van de Maya's. Hij ligt weggestopt in het dichte
tropische oerwoud van Noord-Peten, maar is desge
wenst uit Guatemala Stad gemakkelijk per Dakota
te bereiken. Tikal vormt de grootste Maya-vestiging
die tot dusver ontdekt is. Men neemt aan dat de
ruines een lap jungle van 65 vierkante kilometer
beslaan en er zijn aanwijzingen dat zich er in zijn
bloeitijd ongeveer 10.000 gebouwen bevonden. Tot
dusver is een oppervlakte van 15 vierkante kilome
ter blootgelegd en met de oorspronkelijke materia
len teruggebracht tot de staat waaruit de vroegere
macht en grandeur van Tikal blijkt. Tempels, pyra-
miden, gaanderijen en plaza's, gedecoreerd met het
fraaiste schilder- en beeldhouwwerk, in grootsheid
en stoutmoedigheid van concept de evenknie van
de Karnak- en Luxorcomplexen in Egypte. „Hier",
zegt gids Sabino Quintuche met de deemoedige
eerbied die het onderwerp vergt, „hier brachten
mijn voorvaderen een cultuur tot ontwikkeling die
2000 jaar voor Christus een aanvang nam en zijn
top bereikte tussen 1000 en 1200 na Christus. U
denkt misschien dat hij culmineerde in de vijf grote
pyramiden waarvan er een niet minder dan 64
meter hoog is? Mis. Hun cultuur vond zijn hoogte
punt in verbijsterende prestaties van de geest waar
onder het wiskundige concept van de nul, een
afdaling in de wereld van het abstracte denken, zo
moeilijk en gewaagd dat gij westerlingen er pas in
de vroege middeleeuwen rijp voor waart. En zij
deden meer. Priester-astronomen bestudeerden dag
en nacht de stand van de hemellichamen. Op grond
van hun bevindingen schiepen ze een kalender die
veel nauwkeuriger is dan onze huidige Gregoriaanse
tijdrekening."
Een volk van saaie boekenwurmen? „Nee", zegt
Sabino Quintuce en wijst op een .metersgrote schil
dering die de muur van een tempel beslaat. „De
oude Maya's hebben ook een tijdverdrijf uitgevon
den dat merkwaardig lijkt op de manier waarop
(veelzeggende grijns) de moderne Latijns-Amerika
nen voetbal spelen. Het was een balspel dat pok-ta-
pok heette. De bal, zo groot als een volleybal, maar
dan van massief rubber, mocht met ellebogen,
polsen en heupen worden gespeeld. De arena had
ongeveer de afmetingen van ons basketbalveld. U
kunt zien dat het spel evenveel opwinding als
verwondingen moet hebben opgeleverd, want de
spelers beschermen hun ellebogen, knieën, borst en
rug met stootkussentjes.
„Sabino Quintuce produceert een indrukwekkende
zucht. „Helaas moet er iets mis zijn gegaan met deze
schitterende beschaving. Wat het geweest is, weten
we niet. Misschien veranderde het klimaat of raakte
de bodem uitgeput.
Misschien hebben epidemieën een rol gespeeld. Hoe
het zij: de vredelievende Maya's raakten oorlogs
zuchtig. In hun godsdienst gingen ze de nadruk
leggen op mensenoffers. Bij hongersnood of droogte
werden levende slachtoffers, bij voorkeur kinderen,
in een veertig meter diepe put geworpen. Hun
Een van de pyramiden van Tikal; even
belangrijk als de Egyptische.
nieuwe religie meende dat de zon als bron van alle
energie na zijn nachtelijke slaap gevoederd moest
worden. Onophoudelijk trok men ten strijde om
krijgsgevangenen te maken en zo nieuw zonnevoed-
sel te vinden. Deze oorlogen braken de ruggegraat
van de oude Maya's. Toen conquistador Pedro de
Alvarado, die onverbiddelijke wreedaard en rok
kenjager, er dan ook in het voorjaar van 1524 vanuit
Mexico op uittrok om Guatemala aan de parels in
de Spaanse kroon toe te voegen, kostte hem dat
weinig moeite".
Waarmee we zijn beland bij een andere toeristieke
trekpleister van het land de stad Antigua, nauwe
lijks een uur rijden van Guatemala-Stad verwijderd.
Kerken, paleizen, plaza's, fonteinen nergens vindt
men de praal van het koloniale Spanje op zo luttele
vierkante kilometers samengebald. Nergens ook
hangt de schaduw van rampspoed zo dreigend over
het land als hier.
Gids Pablo Estanislao moet bijna fluisteren als hij
het vertelt. „Op gindse helling struikelde 4 juli 1541
een paard en stortte neer op don Pedro de Alvara
do. Hij kon niet ontkomen vanwege zijn zware
harnas en werd verbrijzeld. Een van zijn adjudan
ten vroeg bezorgd: „Waar voelt Uwe Genade de
meeste pijn?" De conquistator wist zijn einde nabij.
Nooit zou hij zijn grootste plannen kunnen volvoe
ren. Gekweld antwoordde hij: „In mijn ziel". Zo
stierf don Pedro de Alvarado, de eerste gouverneur
van Guatemala".
Na een gepaste pauze vervolgt Pablo Estanislao:
„Zijn jonge, eerzuchtige bruid dona Beatriz nam
onder de bijnaam „de ongelukkige" zijn funkties
over; „de enige vrouw op Eva Peron na die over
een Latijns-Amerikaans land zou heersen.
Maar hoe kort duurde haar bewind en hoe treffend
had zij haar bijnaam gekozen. Op 26 augustus van
dat jaar begon de machtige vulkaan Fuego te
werken die u ginds aan de horizon ziet. Zijn buur
man daar, de Agua, volgde zijn verschrikkelijke
voorbeeld. Zo tomeloos woedend ging de aarde te
keer dat dona Beatriz met haar elf hofdames naar
de huiskapel vluchtte. Kilometers verder is te terug
gevonden, haar armen nog om het kruisbeeld gesla
gen, toen een vloedgolf heel Antigua had wegge
vaagd".
De Spanjaarden herbouwden de stad en bleven.
Maar gelukkig voor de Maya's viel er in Guatemala,
arm aan delfstoffen (goud, zilver, edelgesteente) als
het is, weinig te plunderen. Zo ontsnapten ze aan
het lot van de Azteken in het buurland Mexico of
van de Inca's in de Andes die genadeloos werden
uitgeroeid en is het verklaarbaar dat tot op de dag
van vandaag 70 procent van de bevolking uit au
tochtone Indianen bestaat, een grote zeldzaamheid
op het Amerikaanse continent. Ze spreken nog hun
32 dialecten en houden, ofschoon ze oppervlakkig
gekerstend zijn, vast aan de eeuwenoud^ riten en
gebruiken die geboorte, huwelijk en dood plachten
te begeleiden. Ze weven nog, bewerken nog hout
en leer, ze vlechten nog en ze bakken nog op precies
dezelfde manier potten als hun voorouders tweedui
zend jaar geleden deden. En ze houden nog hun
traditionele markten.
Hier vindt men de ware charme van Guatemala:
toyacales (hoofddoeken) kan men er kopen, huipiles
(bloezen), refajos (rokken), fajas (gordels), perrajes
(omslagdoeken) en poncho's in de mooiste kleuren
combinaties, met schitterende motieven, van dorp
tot dorp verschillend. Wat lijken er, maar dan door
een ordelijke hand, een verfpotten leeggestort over
de pleinen voor de slagroomwitte kerken van San
Pedro Sacatepequez, Chichicastenango, Quetzalte-
nango of Huehuetenango.
En wat vallen er op alle gebied, van antieke mache
tes en heiligenbeelden via zilveren en koperen siera
den tot comfortabele sandalen en haridige manden,
een koopjes weg te halen. Want zo gaat dat van
's morgens zeven tot het middaguur wanneer de zon
te heet gaat branden. „Dit is mijn prijs, mister, wat
is de jouwe?" Waarbij men elkaar halverwege tege
moet pleegt te komen en iedereen tevreden is. Een
toeristiek dorado, deze markten. Moge Quetzalcoatl,
de oude godheid in de gedaante van een gevederde
slang die de Maya's in hun hart nog steeds aanroe
pen, verhoeden dat ze door te opdringerige, te
luidruchtige, te onbeschaamde of te hebberige toe
risten bedorven zullen worden. Want ook dat zou
een vorm van rampspoed zijn.
PIET SNOEREN
ch oi
iet la
de L
Wag<
00 lefl
aar.
duuil
voorl
val
an 2 I
opleil
:htin(!
ellen
viel
0 stu|
jaarl
idere
ouwi)
aan
Daai
oor
;n, h
SCHRIJVER VAN
DE DECLARATIE
In het voorjaar van 1775 begonnen de
gevechten tussen de troepen van het
„continentale congres", het congres van
de XIII koloniën en de Engelse soldaten.
En een jaar daarop, op de 4de juli 1776,
verklaarden deze XIII koloniën zich onaf
hankelijk in THE DECLARATION OF
INDEPENDENCE, de Onafhankelijk
heidsverklaring. Op die datum begint
dus, van Amerikaanse kant gezien, de
geschiedenis van de Verenigde Staten als
onafhankelijke staat. En Engelsen heb
ben die onafhankelijkheid zeven jaar la
ter erkend bij de vrede van Parijs.
De 4de juli is sedert die tijd de nationale
feestdag in de Verenigde Staten en vele
Amerikanen maken een soort pelgrims
tocht naar Philadelphia, de hoofdstad
van Pennsylvania om dc plaats te zien,
waar de declaratie werd getekend door
in totaal 56 afgevaardigden, waarvan
Pennsylvania het grootste aantal leverde,
nl. negen, terwijl voor Rhode Island
slechts twee man ter ondertekening aan
wezig waren. De zitting werd gepresi
deerd door John Hancock uit de staat
Massachusetts. De eigenlijke opsteller
van het document was Thomas Jefferson,
een van de afgevaardigden van Virginia.
Eigenlijk was de opstelling opgedragen
aan een commissie, waarin ook Benjamin
Franklin van Pennsylvania en John
Adams van Massachusetts zitting had
den, maar zij vonden het goed, dat Jef
ferson zich in de stilte terugtrok, om het
document te ontwerpen. Hij is dan ook
de geestelijke vader van het stuk. Het
gehele ontwerp en de formuleringen zijn
van hem.
Thomas Jefferson (1743-1826) heeft eigen
lijk zijn ganse leven gestudeerd. Hij was
geen man van het woord, maar van de
pen. Zijn vader vond, dat Thomas een
klassieke opleiding moest hebben, en hij
studeerde aan het William and Mary
College in Virginia, dat gesticht was in
1693 door de Stadhouder Koning Willem
III en koningin Mary Stuart. En tot op
hoge leeftijd hield hij zich bezig met
klassieke schrijver, met name met Plato.
Hij kende behalve zijn moedertaal Frans,
De schilder Howard Pyle bracht in beeld hoe hij zich voorstelde dat
Jefferson in nachtelijke uren in een gehuurde kamer in Philadelphia zich
had afgezonderd om de tekst van de Declaratie te ontwerpen.
Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn. Dat
er in het begin van de 19de eeuw zoveel
officiële gebouwen in Amerika zijn opge
trokken in klassieke stijl met een gevel,
door zuilen gemarkeerd, is met name aan
zijn invloed te danken. In religieuze zin
was hij een Déist. De natuurwetenschap
pen hadden zijn grote belangstelling en
op hoge leeftijd achtte hij het nog moge
lijk en gewenst, om het Nieuwe Testam
ent eens kritisch onder handen te nemen,
ten einde na te gaan, welke woorden
werkelijk van Jezus afkomstig waren en
welke alleen maar door de Evangelisten
aan hem werden toegeschreven. "Hij is de
stichter van de Universiteit van Virginia.
Niets is merkwaardiger dan wat Jeffer
son dacht over de nationale opvoeding.
Daarbij stonden hem twee dingen voor
ogen. De staat moet zorgen voor de oplei
ding van een elite, die in de republiek
met de regeringsverantwoordelijkheid is
belast. Alleen een elite kan die verant
woordelijkheid dragen. Het gewone volk
is daartoe niet in staat. Hier onderkent
men duidelijk de invloed van Plato, die
in zijn ideale staat drie standen onder
scheidde: de wijze machthebbers, de dap
pere strijders en de nijvere burgers en
boeren. Jefferson vond het evenwel vol
strekt noodzakelijk, dat die niet tot rege
ren bevoegde mensen, die burgers en
boeren, die voor de produktie en de
distributie moesten zorgen wel konden
lezen en schrijven. Zij moesten kunnen
lezen en begrijpen, wat het hen goedge
zinde bewind met hen voor had.
Jefferson oordeelde, dat het gewone volk
moest leren te volgen doordat het leerde
begrijpen, zonder bevoegd te zijn tot
kiezen of beslissen.
Ook daarin was Jefferson een typisch
verlicht Amerikaan van zijn tijd, dat hij
de slavernij aanvaardde. Zelf had hij op
zijn landgoederen ongeveer 150 slaven in
dienst. In een van zijn studies probeert
hij heel voorzichtig en onder voorbehoud
vast te stellen, waarin de negers anders
zijn dan de blanken. De negers, zo oor
deelde hij, moeten voor de blanken on
derdoen in lichamelijke schoonheid, zij
hebben minder het vermogen om vooruit
te zien dan de blanken, kunnen net zo
goed als de blanken onthouden, maar
moeten het tegen hen afleggen, wat be
treft redelijk inzicht en verbeeldings
kracht. Of die verschillen er altijd zo zijn
geweest, of dat ze zijn veroorzaakt door
de omstandigheden, dat laat Jefferson
nadrukkelijk in het midden. Dat is naar
zijn mening niet wetenschappelijk vast te
stellen. Bij dit alles moeten we wel be
denken, dat Jefferson, de ontwerper van
0p 4 juli viert de Verenigde Staten
het tweede eeuwfeest van de
onafhankelijkheid. De ontwikkelin
gen die tot deze gebeurtenis heb
ben geleid, stellen wij in een serie
korte artikelen aan de orde. Van
daag de opsteller van de onafhan
kelijkheidsverklaring, Thomas Jef
ferson. Eerdere artikelen in onze
edities van 1,8,15 en 22 mei.
de Onafhankelijkheidsverklaring, bij zijn
tijdgenoten gold als een van de meest
verlichte Amerikaanse geesten.
Jefferson mocht dan een typische Ameri
kaan zijn, hij stond sterk onder invloed
van Europa. In Frankrijk voelde hij zich
bijzonder thuis en evenals Benjamin
Franklin werd hij in verlichte kringen
graag ontvangen. Voor de Engelsen voel
de hij minder. Bovendien stelde hij zich
nog al kritisch op tegenover Europa en
hij heeft vele suggesties gedaan, om te
voorkomen, dat Amerika in de fouten
van Europa zou vervallen. Zo heeft hij
in een van zijn geschriften aan zijn mede
burgers het advies gegeven, nooit, zoals
de Europeanen deden, standbeelden of
andere gedenktekens op te richten voor
beroemd geworden landgenoten.
Dit advies is niet