Secretaresse-cursus: hard aanpakken De geheime wereld van de automatisering CIOS OPENT VEEL (SPORT)- DEUREN agrarische vakken 1 Van LA0 tol in „Ik had weinig zin om te gaan werken, maar nog minder om nog eens drie of vier jaar te studeren". Een eerlijke mening van de achttienjarige artsen- dochter Anita van Meyel. Ze heeft vier jaar havo, onoverkomelijke moeilijkhe den met wiskunde, daarna eindexamen mavo en vervolgens volgde ze een een jarige dagcursus voor receptioniste-in- formatrice bij het instituut Schoevers. En toen moest ze beslissen: aan het werk of verder studeren. Ze koos voor de secretaressecursus, eveneens bij Schoevers. Eigenlijk is daarvoor een einddiploma havo, meao, atheneum of gymnasium nodig, maar haar eerdere opleiding voor receptionis- te-informatrice bleek als basis stevig genoeg. Wat lokt Anita nu in het beroep van secretaresse? Een moeilijke vraag. Heel belangrijk vindt ze dat ze dan veel met haar talen kan doen. En het lijkt haar erg leuk dat ze straks als secreta resse zeer zelfstandig kan werken. „Een secretaresse is de rechterhand van de baas", zegt ze. „Een sterke steun die vrijwel alles voor hem regelt". Dat klinkt wat slaafs, vooral door het beladen woord „baas". Tegenwoordig komt nog niet de helft van het aantal secretaresses dat Schoevers aflevert in het bedrijfsleven terecht. Er komen steeds meer mogelijkheden bij organi saties, verenigingen, instellingen, zie kenhuizen, scholen, universiteiten, poli tieke partijen, musea en noem maar op. Afwisselend werk lijkt voor secretares ses haast gegarandeerd. En het beroep, evenals dat van stewardess en script girl, lijkt omgeven met een waas van romantiek. Talloze moppen doen de ronde over fabrieksgeheime intieme re laties tussen een secretaresse en haar directeur. Hoe denkt Anita daarover? „Onzin", zegt ze zonder aarzeling. „We hebben natuurlijk alleen maar meisjes op school, maar over die moppen en zo hebben we het nooit". Over school ge sproken: Anita vindt dat ze op deze cursus veel harder moet aanpakken dan vroeger op school. En vakantie is er nauwelijks bij: geen herfst-, paas- of pinkstervakantie. Er moet doorgewerkt worden. Een jaar is kort. Daardoor is er geen tijd om een van de moeilijkste vaardigheden onder de knie te krijgen: het snel en goed notuleren van vergade ringen. Vergaderingetje spelen in de klas heeft weinig zin. „Dat is niet se rieus en echt genoeg. En klassikaal een echte vergadering bijwonen bij een be drijf is tijdrovend en welk bedrijf zal zeggen: kom maar?" Naast zakelijke vakken als bédrijfseco- nomie, handelstechniek en steno in vier talen, leren de toekomstige secretares ses ook de kneepjes van wat genoemd wordt kantooretikette: mag een secreta resse een sigaret aannemen van een min of meer toevallige bezoeker? En wie gaat er het eerst door de deur, de directeur of zijn secretaresse? Schoevers heeft verschillende vestigingen waar een secretaressecursus kan worden ge volgd. Onder andere in Den H2ag, Rijswijk, Rotterdam, Vlaardingen en Amsterdam. Ook kan hij verschillende instellingen een schrif telijke cursus worden gevolgd. Achter de woorden „kennis van informatie" en „automatise ring" ligt een wereld van deels bekende, deels nog onbekende mogelijkheden. Zoals de film in luttele jaren tijd de wereld ver overd heeft; zoals het vliegtuig bliksemsnel uitgroeide van een toestel van hout en doek tot maanraket; zoals ook de televi sie zich bijna zo snel als het licht zelf heeft ontwikkeld; zo ook is de automatisering in nauwelijks enkele jaren tijd een van de belangrijkste hulp middelen voor de mens gewor den. Een hulpmiddel boven dien, waarmee men nog alle kanten uit kan. Zelfs de reeds bestaande automatiseringsdes kundigen weten nog bij lange na niet, waar en wanneer het einde van deze ontwikkeling gevonden zal worden. Het is daarom geen wonder, dat steeds meer jongeren zich in dit allermodernste vak willen ver diepen. Het is ook geen wonder, dat in vrij korte tijd zich een onderwijsmethode ontwikkeld heeft, die de kandidaten vrij snel dat hoort trouwens bij de automatisering de grond beginselen kan bijbrengen. Van uit deze grondbeginselen bouwt men in dit moderne onderwijs- vak dan verder. Bij wijze van spreken heeft men via diverse cursussen een trapsgewijze ont wikkeling ingebouwd. Een ont wikkeling, die voor wat de op bouw betreft iets weg heeft van kleuter-, basis-, voortgezet-, ho ger beroeps-, en wetenschappe lijk onderwijs. Men kan er, met andere woor den, zeer veel in bereiken. Tech nici met liefst minimaal mts an dere jongeren met minimaal mavo-4 kunnen al met deze cur sussen beginnen en zich geleide- li jkaan verder bekwamen. Een van de centra, die een reeks van informatica- en automatise ringscursussen geeft is de stich ting Het Nederlandse Studiecen trum voor Informatie (NOVI) te Amsterdam. Dit centrum geeft jaarlijks verschillende cursus sen in tien plaatsen onder meer in Den Haag, Noordwijkerhout, Rotterdam, Amsterdam. Deze cursussen lopen, ook wat de aanvang ervan betreft het gehe le jaar door. Men moet overigens niet al te gering denken over deze cursus sen, waarvan de diploma's door het rijk erkend zijn. Men moet zelfs voor de zogenaamde lagere studies minstens mavo-4 hebben om toegelaten te kunnen wor den. Maar de cursusleiders zelf spreken liever over havo en vwo met een terdege kennis van wis kunde. Men kan examen doen in maar liefst achttien richtin gen. Over al deze mogelijkheden kan men inlichtingen verkrijgen bij Studiecentrum Novi, Stadhou derskade 6 Amsterdam. „Je vindt de afgestudeerden van het CIOS als trainer van een eredivisie-club, maar ook op een camping, waar zij het sporten van de kampeerders in goede banen leiden. Wie een maal het diploma van het Cen traal Instituut voor de Oplei ding van Sportleiders in zijn zak heeft, kan kiezen uit een nagenoeg onbeperkt aantal mo gelijkheden", aldus de heer H. Groot Kormelink, docent aan een van de vier instituten in Nederland. „Je kunt sportleider worden bij verenigingen of voetbaltrainer; het is mogelijk dat je bij de gemeente terechtkomt als amb tenaar sportzaken. Andere ClOS-mensen zijn zelf een sportschool begonnen en weer anderen geven tennisles, een sport die vooral de laatste tijd sterk in opmars is". De opleiding is afgestemd op het onderwijs. Dat wil zeggen dat alle activiteiten iets te ma ken hebben met het onderwij zen in sport. Maar dat kan va riëren van een atletiekvereni ging tot een trimclub.. Eenderde van de ClOS-afgestu- deerden komt uiteindelijk in het onderwijs terecht, zo blijkt uit een onlangs gehouden enquete. „De sociale zekerheid van een vaste baan met een goed sala ris", aldus de heer Groot Kor melink. Weer een derde vindt men terug bij de verenigingen en de rest zit verspreid bij poli tiescholen, jeugdgevangenissen en vormingscentra. Het eerste jaar van de opleiding is algemeen. In het tweede jaar vindt dan de zogenaamde „dif ferentiatie" plaats. De student kiest uit tennis, voetbal, zwem men, judo en gymnastiek. In een van deze keuzevakken wordt vijf uur per week lesgegeven. Dan blijven voor de zogenaam de B-vakken volleybal, handbal, atletiek, badminton en kanova ren over. In deze vakken wordt drie uur per week onderwezen. „Maar in principe is bij voldoen de deelname alles mogelijk". Na de twee jaar dagopleiding volgt een half jaarstagelopen. De stu die kan daarna worden afge rond met het behalen van het diploma algemeen sportleider. Hierna is nog een vrijwillige specialisatie van een half jaar mogelijk. Overigens is het de bedoeling dat het CIOS met in gang van volgend jaar driejarig wordt. De studie is vrij pittig. Lichame lijk, maar ook geestelijk. Over dag lessen, sporten en 's avonds studeren. „Maar", zo zegt een van de afgestudeerden, „ik moet zeggen dat de opleiding goed is afgestemd op de praktijk. En een bijzonder voordeel vind ik dat je na de studie uit veel richtingen kunt kiezen". CIOS Arnhem, Julianalaan 15, 085- 613670 CIOS Sittard, Sportcentrumlaan 2, 04490-9944 CIOS Overveen, Duinlustweg 16, 023-249161 CIOS Heerenveen, Falkenaweg 58, 05130-24025 „Niets is me tegengevallen in dit werk. Het is precies wat ik ervan verwacht had en alles is me meegevallen". Agent Bert Toorenburgh, 21 jaar, komt uit een politiege- slacht. „Mijn vader was het, mijn oom was het en allerlei familie was het. En het trok mij ook wel aan". Na de mavo, en de niet afge maakte havo solliciteerde Bert, 19 jaar oud, bij de ge meentepolitie. „De zelfstan digheid trok me aan. En de vrijheid. Je moet zelf proble men oplossen". Hij volgde de politie-opleidingsschool, een cursus van een jaar. „Je moet minimaal zeventien zijn. Ben je ouder dan 21 dan heb je een kleine voortgezet te opleiding nodig, minimaal mavo of lts. Ik begon met één streep, as pirant. Na dat eerste jaar werd ik agent en kreeg ik twee strepen. Als je niet ver der studeert, word je na vijf jaar automatisch hoofdagent. Volg je de brigadierscursus, dan kun je uiteindelijk adju dant worden. Voordat Bert werd aangeno men, werd hij streng getest op geestelijke en lichamelij ke conditie en ook zijn men taliteit werd doorgelicht. „Toen kwam ik op de school. Ik moet wel zeggen dat ik de opleiding behoorlijk zwaar vond. Want behalve de lessen waar je een complete dag taak aan had, kreeg je nog eens voor minimaal ander half uur huiswerk mee. De lessen duurden van half ne gen tot vijf uur. We hadden een lunchpauze van een uur en kregen 's morgens en 's middags 20 minuten- voor koffie en thee". Na die cur sus van een jaar volgde Bert drie maanden een opleiding voor de Mobiele Eenheid „waar je in groepsverband ieert werken". En daarna kwam het grote moment. Onder begeleiding van een oudere en ervaren agent mocht hij „de straat op". Op het moment dat wij met Bert spraken was zijn opleiding op een week na voltooid. Te rugblikkend op de opleiding en de nog korte praktijk is Bert zeer tevreden. „Zo'n mentor is meer dan een col lega. Hij is ook een vriend. Hij kijkt hoe je reageert en brengt daarvan tweemaal in die drie maanden dat hij bij je blijft, verslag uit. Maar hij is ook een vertrouwensman naar wie je toe kunt gaan met je moeilijkheden". De eerste confrontatie met de harde werkelijkheid kreeg Bert toen hij als een der eersten arriveerde bij een vermoorde man. „Dat was het eerste lijk dat ik zag en ik vond het niet plezierig". Je mag niet constateren of hij inderdaad dood is dat doet een arts van de GGD maar je moet wel kijken of er levenstekenen zijn. Toen _rte, ik daarvoor zijn pols wilde), de voelen, schrok ik. Want diefle v pols was kapotgeschoten", het „De collegialiteit in ons vakje ac lijkt mij beter dan in hetzij 1 bedrijfsleven. Al kun je nietppei met een collega opschietend m< toch zul je hem helpen als jqó, ziet dat hij in moeilijkhedend' d In. De werkdag telt acht uur.|ia. Overwerk is geen regel,e hi „maar met zo'n moord ga jeer i: natuurlijk wel de mist in", -epei „Met dit vak kun je oud wor-it va den. Met 60 gaan we al met vru pensioen en dat wordt straksgroe misschien wel 55. Iedere dagep C gaan we steeds twee uurj wa naar buiten en daartussen-ito s door blijf je een uur binnenben Van dat papierwerk heb ikuin i wel eens balen, maar de. „Di straat is leuk. Ik hou voor God mezelf een lijst met gestolenrde wagens bij. Vanmorgen vond schi ik er drie. Dan heb ik weer» E drie mensen gelukkig ge-rom maakt. En zo kun je het ookjrom bekijken". pspc de 1< Tussen de vijftig- en zestif zend jonge Nederlanders m deel aan het agrarisch oi wijs. Dit loopt van het la onderwijs tot en met de L j bouwhogeschool in Wag< gen. De tien scholen voor hl agrarisch onderwijs tellen! en nabij drieduizend stud^ den. Deze studie duurt viel Dan is er nog de Landbouv geschool met ruim 4000 stu( ten. Deze L. H. levert jaar| gemiddeld zo'n vierhondere gestudeerde landbouwil nieurs af. Verder kent het agrarisch derwijs nog cursussen aan verse vakscholen. Daal wordt door gemiddeld 7000 sisten deelgenomen, voor voorbeeld bloemschikken, h nier, fruitteelt, tuinbouw enz agrarische sector kent ook leerlingwezen voor landbö tuinbouw, bosbouw en dej vensmiddelensector. Ruim 2: jongeren vallen onder dit 1 lingstelsel. Tenslotte kent men ook de p tijkscholen. Het zijn gespec seerde instituten met part-t onderwijs in tal van vakken, met de agrarische sector te ken hebben. Aan het lager agrarische or wijs (l.a.o.) nemen 20.000 les gen op 134 scholen deel aar opleiding, die vier jaar duuil Men krijgt er onderrichj landbouw, tuinbouw, bosbj levensmiddelentechnologie. j Aan de vijftig scholen voor I delbaar agrarisch onden 1 dat door zo'n 80001eerlinger volgd wordt, krijgt men 0 eens bovengenoemde valt met een cursusduur van 2j B-opleiding, 3 jaar A-opleil en 4 jaar voor de richting vensmiddelentechnologie In een handige brochure heeft het ministerie van Onderwijs het schriftelijk onderwijs samenge vat. Daarin zijn van A. t/m Z. alle mogelijkheden samengevat, met een keuze uit maar liefst meer dan vijftienhonderd studie richtingen. Bovendien is er een lijst in opgenomen van de door het ministerie erkende instituten voor schriftelijk onderwijs. Dit betekent tegelijk, dat de diplo ma's die men via deze studies haalt, erkend zijn. Men kan de brochure „Schrifte lijk onderwijs waar en hoe" ver krijgen bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen," Nieuwe Uitleg Den Haag. Een toenemend aantal Nederlan ders, die al werken, vindt, dat zij nog niet genoeg weten. Zij heb ben geen gelegenheid of tijd meer, om zich volledig op de studie te werpen. Zij hebben daarom de weg naar het schrifte lijk onderwijs gevonden, waar zij nieuwe mogelijkheden voor uit gebreider kennis - meestal ook op eigen vakgebied - hebben ge vonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 14