I Landbouwtrekker werd machtiger m vijt jaar Samen groeien aan een handicap' „Groente- en Bloementelersorganisatie komt er dit jaar nog" Van alle markten thuis £3 NTS-VOORZITTER J. G. J. VAN DER HOEVEN: VAN^^UIS^UIT Pt Zomerse katoentjes voor de kleintjes Onder de voeten van de meest consciëntieuze ouders liggen soms valkuilen, zoals een doodgewone pokkenprik die van levenslustige baby Renée een afhankelijk wezentje maakt dat aanvankelijk niet kan leren praten en te kampen heeft met spiertrekkingen. In het boek „Mijn dochter Re née" van Jelle de Jong be schrijft een moeder eenvou digweg haar worsteling om de haar kind toegebrachte schade geestelijk en lichamelijk terug te dringen en haar door men selijk begrip gevoel van eigen waarde te geven. Ze wordt onder meer tegengewerkt door de buurt, die Renée niet aan vaardt en haar onnadenkend in een isolement duwt Het verhaal van Renée zou van toepassing kunnen zijn op elk mens dat niet aan standaard normen voldoet. Door het niet accepteren, het terzijde schui ven als nutteloos goed, blijven talenten ongebruikt, die mis schien tot verbetering zouden kunnen leiden door wat mede menselijkheid. De moeder ziet de opdonders die het kind krijgt machteloos aan, maar versaagt niet. Tenslotte is het een paard, dat Renée van haar kluisters bevrijdt, al blijft ze, wat men soms wreed noemt .imbeciel'. Na kennismaking met het paard van de schillenboer merkt de steeds alerte moeder dat hierin misschien verlich ting voor haar kleine dochter zit Renée krijgt rijles op ,Zil- verstaart' en het eerste woord dat zij uitbrengt is .paard'. „Waardoor het nu juist door een paard moest komen dat Renée uit die vreselijke impas se kwam? Ik weet het niet zeker, misschien was het een gevoel van vrijheid en hoog uitgetild zijn boven alles als ze op een paard reed, misschien kwam het door de onvoor waardelijke vriendschap die het paard bood en haar accep teerde zoals ze was. Misschien was het wel het gevoel iets te presteren, wellicht waren het al deze factoren samen die Renée hielpen zichzelf te wor den". Maar nog enkele trieste ervaringen staan Renée's voor uitgang in de weg, een erva ring met een man die haar uit de schoolbus lokt en een waar deloze opname in een observa tiekliniek, waar psychiaters en dokters, onbereikbaar blijvend voor de ouders, steriele rap porten laten opstellen, die nie mand leest terwijl ze het kind zelf nauwelijks kennen. Een schabloonachtige therapie zon der wezenlijke belangstelling, ondanks de vlekkeloze licha melijke behandeling. Het bureaucratisch gladlopend systeem, dat vruchteloos is. Thuis komt het kind weer op adem. Een eigen paard doet wonderen. Een boek, waarin ouders van gehandicapte kin deren zeer veel herkenbare si tuaties zullen aantreffen. (Lemniscaat, Rotterdam). MAASLAND Tuinder J. G. J. van der Hoeven is nu pak weg een half jaar voorzitter van de Nederlandse Vereni ging van Studieclubs (NTS). In die tijd is keihard doorge werkt om te komen tot de oprichting van de Nederland se Groente- en Bloementeler sorganisatie (NGBO). De werkgroep, die de fusie tussen de studiegroepen van de NTS, de vakbonden van de KNBTB en de tuinbouwcommissies van het KNLC plus de CBTB voorbereidt, heeft al zijn werk er op zitten en wacht alleen nog op de reacties naar aanleiding van de standpun ten die de standsorganisaties op tafel hebben gelegd. „Op het ogenblik ziet het er wel naar uit, dat we elkaar het - vertrouwen willen geven dat nodig is om met de NGBO van start te kunnen gaan", stelt Van der Hoeven. „Ik ben er van overtuigd dat de NGBO er toch eens komt, maar het is beter dit nu uit te voeren dan over tien jaar. Want dan is er weer zoveel tijd verloren ge gaan". Opboi missie van studieclubs behar tigde deze zaak. Het oprichten van de gewassencommissies maakten een hechter geheel noodzakelijk. Men moet ook niet vergeten dat ér ondertus sen verscheidene bloemenstu- diegroepen waren opgericht De tijd was nu aangebroken voor de Nederlandse Federatie van Tuinbouwstudieclubs. De ze is later omgezet in de Ne derlandse Vereniging van Stu dieclubs, ten einde de eenheid zowel intern als extern meer inhoud te geven. Op het moment telt de vereni ging twee secties: een voor groente en een voor bloemen. Bij de groentesectie onder scheiden we zeven gewassen- commissies en bij de bloemen zijn er twintig. Bovendien ken nen we een technische, een bedrijfseconomische en een public-relations commissie. Volop werk ►uw Samen met voorzitter Van der Hoeven even terug gaand in de tijd, wordt het duidelijk dat de studieclubs al vele jaren bestaan. Zo'n 25 jaar geleden begon die ontwikkeling. Een enkele gerenommeerde studie club, zoals die van Kwintsheul, telt weliswaar veel meer jaren, maar deze vormt met een paar andere een uitzondering. Toen er meer studiegroepen opgezet werden, kreeg men be hoefte aan het uitwisselen van ervaringen en ideeën. Dit re sulteerde in bijeenkomsten die een of twee keer per jaar be legd werden. De contactcom Waarom nu de stap naar een NGBO? De heer Van der Hoe ven: „Wij hebben altijd naar een landelijke vaktechnische organisatie voor de glastuin bouw gestreefd. Wanneer overigens de vollegronds- groentetelers zich bij ons wil len aansluiten, dan kan dat Eén vaktechnische organisatie, omdat ik er m'n twijfels over heb dat een enkele persoon of organisatie zich voor de volle honderd procent kan geven aan de vaktechnische, de so ciaal- economische, aan het politieke gebeurea.. Kortom kan instaan voor een volledige belangenbehartiging. Dit zou den super-mensen moeten zijn. „Over heel Nederland zijn maar 18.000 glastuinders. De ze tuinen op 8000 ha glas. Hiervan zijn 5500 tuinders via hun studieclub aangesloten bij de NTS. Ik schat de opper vlakte glas die deze groep ver tegenwoordigt echter wel op 75% van het totaal. Dus mo gen we als nationale vaktech nische organisatie optreden? Waarom krijgen we geen lan delijke erkenning?" Hierna zet Van der Hoeven uiteen dat er genoeg werk op het vaktechnische terrein ligt. Het gevaar dat de NGBO zich met andere zaken dan de teelt- problematiek bezighoudt is ni hil. „Er zouden na verloop van tijd dan toch weer groepen ontstaan die zich uitsluitend op de teelt richten", aldus Van der Hoeven. „Mensen die tegen de huidige ontwikkeling zijn, moeten maar eens aangeven wat de studieclubs fout hebben ge daan, ten nadele van de tuin der. We hebben goede contac ten opgebouwd met de proef stations, het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen de VBN, de Vereniging de Neder landse Bloemisterij en andere instanties. Ik zelf zit bijvoor beeld op een overlegzetel (aan gewezen door CBT en KNBTB, - red.) in de groen teafdeling van het landbouw schap Deze contacten verlopen allemaal zeer goed, toch is het woord ideaal niet op zijn plaats. Het gaat namelijk alle maal om vrijblijvende zaken". Dubbel lidmaatschap Hoe staat de heer Van de Hoe ven tegenover een gekoppeld lidmaatschap van de NGBO en een standsorganisatie naar eigen keuze? „Ik vind het een goede zaak dat de tuinder zijn produkten afzet via de veiling. Hij moet dan ook lid zijn van die veiling". Dat zelfde geldt voor de vak technische organisatie. Deze houdt zich bezig met onder zoek, voorlichting en met alles wat de teelt betreft. Daar pro fiteert iedere tuinder van. Ook degenen die geen lid zijn, die niet mee betalen. Daarom zeg ik dat iedere tuinder lid be hoort te zijn van een vaktech nische organisatie". En hoeveel heeft het de tuin der niet opgebracht dat de standsorganisaties voor de ac cijnsrestitutie gevochten heb ben. Stel je eens voor dat we vandaag de dag de energie prijs moesten betalen, op we reldhandelsniveau. Deze be langenbehartiging is mogelijk omdat er tuinders lid zijn van de standsorganisaties. Als je geen lid bent, dan profiteer je vin het geld en de tijd van de collega's die wel wat voor hun standsorganisatie over heb ben. „In principe vind ik een dub bel lidmaatschap dus een goe de zaak, maar of het er komt weet ik nog niet. De standsor ganisaties zullen dit echter niet als breekpunt zien bij de totstandkoming van de NG BO". We hebben wel geluiden ge hoord als zou de NGBO wéér een organisatie te veel zijn. Men ziet ook tegen de kosten op die het NGBO-apparaat met zich mee zou brengen. Van der Hoeven: „Er ontstaat helemaal geen nieuwe organi satie. Het vaktechnische werk dat nu vanuit diverse organi saties gedaan wordt, zal ge bundeld worden. We rekenen erop dat de gelden die alle fusiepartners voor dit werk aanwenden in de fusiepot te recht komt. En wanneer we geen nieuwe activiteiten aan pakken, dan zullen de kosten ook niet stijgen. Dit hangt vol komen van de wensen van de leden af'. Den Haag Tussen 1970 en 1975 is het aantal land- en tuinbouw trekkers in Nederland met 13 procent gestegen tot 177.000 maar het aantal paardekrachten waar ze allemaal met elkaar de zaken mee aanpakken ging met wel 37 procent omhoog tot 6.744.000. Het centraal bureau voor de statistiek heeft dit in zijn voorlopige cijfers van de landbouwtelling mei 1975 meegedeeld. Het aantal trekkers dat volledig in eigendom was bij een land- of tuinbouw bedrijf steeg met 14 procent tot 159.000, het gezamenlijk motor vermogen hiervan met 38 procent tot 5.739.000 pk. Bij combina ties van boeren of tuinders steeg het aantal trekkers met 48 procent tot 4.500, het aantal paardekrachten met 88 procent tot 174.000. Coöperaties zagen hun aantal trekkers met 16 procent teruglopen tot 640, maar het motorvermogen steeg met 6 procent tot 41.000 pk. Het aantal trekkers bij loonbedrijven steeg met 3 procent tot 14.000, het motorvermogen van 27 procent tot 819.000 pk. Het aantal trekkers met een of twee wielen verminderde met 10 procent tot 19.000, het aantal met drie of vier wielen nam met 17 procent toe tot 158.000, het aantal rupstrekkers daalde met 28 procent tot 540. Het aantal maaidorsers in Nederland, zo heeft het cbs verder bij de meitelling 1975 geconstateerd, is tussen 1970 en 1975 met 9 procent gedaald tot ongeveer 6.800. Van de 880 maaidorsers met een werkbreedte van meer dan vier meter waren er 550 in bezit van loonbedrijven. Aan aardappelrooimachines waren er in mei vorig jaar 7.800 verzamelrooiers, 8 procent meer dan vijf jaar tevoren, en 1.900 voor aardrooiers, zijnde 39 procent tot 3.300. Het aantal presisiezaaimachines is in tien jaar tijds, tussen 1965 en 1975, verdrievoudigd tot 4.700 het aantal automatische aard- appelpootmachines verdubbelde in die tien jaar tot 8.600. In die tien jaar steeg het aantal kunstmeststrooiers met 20 procent tot 102.000. In de vijf jaren tussen 1970 en 1975 verminderde bij de melkveehouderij het aantal melkmachine-installaties met 9 pro cent tot 78.000. Het aantal diepkoeltanks voor melk bedroeg in mei vorig jaar ruim 18.000. In 1975 maakten 8.900 bedrijven in de winterpenode gebruik van een doorloopmelksysteem. Landbouwtrekkers marcheren op. INSDAG 25 MEI 1976 MEI LEIDSE COURANT lerlan- Katoen is 's zomers practisch dragen. De vezel is opgebouwd uit verschillende ringen (vergelijkbaar met de jaarringen van een boomstam), waartussen kleine ruimten zitten. Daarom heeft katoen zo'n vocht-absorberend vermogen. Prettig als het erg warm is, want dan scheidt een mens bijna 1 liter vocht per etmaal door de huid af. Een deel hiervan verdampt ongemerkt, de rest kan katoen als een spons opzuigen. De eigenschap van het materiaal dat het glad gesponnen en tot stof geweven, warmte snel afvoert, zodat het koel draagt Wasbaarheid, strijk- baarheid en grote slijtweerstand maken katoen geschikt voor ravottende kleuters. Romantisch schortjurkje gemaakt van Katoenen tuinbroek met handige rits streep- met bloemkatoen. en verstelbare galgen. Een echte feestjurk. De rok is van Rembrandt met een gestreept T-shirt gebloemde plisséstof, het lijfje van dat is doorgestikt op de schouders, glanskatoen. llllllllllllllllllllllllllllllllllillllllll iderij', illllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Peirre Robert, het bekende Zweedse cosmeti- ca-concern heeft zich voor de nieuwe make-up laten inspireren door de oude Chinese cultuur. De twee hoofdkleuren zijn blauw en groen, de huid moet donzig blijven. Mingblauw en -groen op de oogleden, geleidelijk dunner aangebracht richting slapen. Daarna wordt poeder Shadow in Kohlgrey gebruikt als eyeliner langs boven- en onderwimpers. Lippenstift Hot Brown bij Minggroen en Golden Cherry voor Mingblauw. In maart werd bij de kappers en parfumerie zaken het nieuwe parfum „Suggestion" gelan ceerd. Prijs tussen dure en goedkope parfums in: (50 cc: ƒ11,95). Mogen we de fabrikant geloven dan heeft het een verleidelijk geurtje. Nieuwe type groente- en uien hakker, gepre senteerd op de Internationale Huishoudbeurs, Amsterdam. Brabantia maakt hem en geeft 5 jaar garantie. (Zie foto). De roestvrije messen van staal roteren automatisch bij elke druk op de knop, zodat alle groente- en uidelen een beurt krijgen. De reiniging van het apparaat is makkelijk en de metalen onderdelen kunnen in de vaatwasmachine 14,95). In speciaalza ken en warenhuizen. Nieuw type groentehakker ?00 mv= aastnc |<|ejne naaibox op de markt idaal. Tijdens de wintersport genoten velen van het gesmolten-kaasgerecht „raclette", alleen te be stellen in dure restaurants. Tefal brengt een apparaat voor eigen keuken, dat gasten zal lokken. De naaibox van Curver is nu ook in het klein verkrijgbaar in ivoor/oranje en ivoor/- bruin. Geschikt voor borduurwerk, voor de vacantie (zie foto). Door listigheidj es van bin nen ruimte voor alle naaispullen, ook de grote schaar. In de zomerschoen zal veel touwwerk te zien zijn, in combinatie met linnen, kurk, jute, bam boe en hout. Een inwoner uit Borculo heeft een afstan- dapparatuur ontwikkeld om met een magneetje aan een touwtje te ontdekken of er post in de buitenbus zit. Aan het deksel van de bus zit het magneetje, in het midden wordt een gaatje geboord, waaraan het touwtje wordt vastge maakt. Aan dit verklikkertje hangt een felge kleurd ijzeren plaatje, dat normaliter aan het magneetje kleeft Komt tante Pos, dan moet het deksel open om de brieven in de bus te laten glijden. Resultaat het plaatje laat het magnee tje los en het spiedend oog achter het raam ziet 't onder aan de bus bengelen. Tegen balda dige jongelui is dit systeem niet bestand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 11