Fietsen op z'n Frans
„Het wordt een sleur"
Gezellig" naar kampioenschap...
-
Leidens nieuwste reclame:
Noordwijk-doelman Constant Smit stopt:
Heren-team Leidse Hout:
1 10 ivi.ua
.Aa
(Van onze sportredactie)
NOORDWIJK Dat kampioensjaar in 1973 was voor
mij een ideaal seizoen. Twee dagen in de week was
ik in Noordwijk, voetbalde ik m'n wedstrijden. En
vijf dagen zat ik in dienst. Buiten die twee Noord-
wijkse dagen had ik toen geen voetbal aan m'n
hoofd. Een ideale situatie voor mij persoonlijk."
Constant Smit, doelman van de zo succesvolle zater
dageersteklasser Noordwijk beleeft ook nu nog veel
plezier aan de voetbalsport. Toch heeft hij aangekon
digd aan het eind van dit jaar te stoppen met keepen
in Noordwijk-één.
uitgekeken. Niet omdat het
Noordwijk is - voor mij is dat
nog altijd een erg prettige ver
eniging, maar gewoon omdat
dat kringetje waar je in rond
draait me wat te eng wordt."
Daarom ook heeft Constant
Smit („Als ik wel had willen
blijven spelen, was die verhui
zing naar Schagen waarschijn
lijk geen onoverkomelijk be
zwaar geweest") besloten het
voorstel van trainer John Eel-
man, om jeugdig talent te gaan
coachen niet aan te nemen.
„Dan blijf je toch nog in dat
kringetje zitten. En daarbij hoor
je er dan toch maar half bij. En
dat is niet iets wat ik bewust
zou kiezen. De eerste jaren bij
Noordwijk, voordat ik een sei
zoen naar Ter Leede ging, hing
ik er als reseve-doelman ook
maar wat bij. Maar dan heb je
tenminste nog een toekomst
waar je aan werkt. Dat zou nu
natuurlijk niet zo zijn".
Bekendheid. Praten over voet
bal. Constant Smit kent het ge
geven. ontkent ook niet dat er
twee kanten aan die zaak zitten.
Smit: „Echt, dat voetballen vind
ik nog steeds erg leuk. Dat bal
letje stoppen, de trainingen.
Misschien dat ik daar nooit ge
noeg van krijg. Alleen die rand
verschijnselen hè. Dat praten
over voetbal, elke dag weer. Dat
wordt zo vervelend."
Vijf jaar voetballen met dezelf
de groep spelers, op het zelfde
niveau, tegen dezelfde tegen
standers. De nu zesentwintigja
rige Smit vindt het welletjes.
„Het gaat een sleur worden. Het
wordt gewoon vervelend. En op
het moment dat ik merk dat het
me allemaal gaat tegenstaan,
zeg ik: dan moet je maar stop
pen. Althans, stoppen bij
Noordwijk. Misschien dat ik vol
gend seizoen toch wel weer echt
ga voetballen. Misschien in
Schagen waar ik begin volgend
jaar ga wonen. Nieuwe mensen
ontmoeten, nieuwe relaties aan
knopen. Kijk, dat lijkt me nu
weer wel leuk".
„Hier in Noordwijk heb ik nu
alles wel zo'n beetje meege
maakt. Ben ik ook een beetje
„Spelen en trainen, nog steeds erg leuk".
Smit tijdens de training.
„Toen ik vijf jaar geleden van
Ter Leede naar Noordwijk te
rug kwam was het voor mij wel
belangrijk dat de mensen je
kenden. Toen was het een voor
deel. Maar met de jaren wordt
het steeds meer een nadeel.
Wordt het vervelend steeds weer
over dat voetbal te praten.
Want, al sta je dan in Noordwijk
te keepen, achter die buitenkant
van de keeper zit natuurlijk nog
wel wat meer. Andere interes
ses. andere nieuwe dingen. Alle
maal zaken waar je nu mede
door het voetbal en z'n randver
schijnselen niet aan toe komt.
Dat vind ik jammer. En voor
mij een reden om er een punt
achter te zetten".
Die laatste „punt" hoopt Con
stant Smit wel, als het even
mogelijk is, in een uitroepteken
te kunnen veranderen. Met de
wedstrijden tegen IJsselmeervo-
gels om het kampioenschap van
Nederland voor de boeg, stelt
hij dan ook: „Ik hoop dat we
het dit jaar weer redden. Dat we
IJsselmeervogels pakken en dan
daarna ook nog eens de zondag
kampioen. Maar het wordt wel
moeilijk. We hebben IJsselmeer
vogels. met Noordwijk nu al
twee keer op belangrijke mo
menten geklopt. Eerst in 1973,
toen we zaterdag-kampioen wer
den en vorig jaar ook nog. Toen
(Van een onzer verslaggevers)
LEIDEN Dankzij enkele lofwaardige ini
tiatieven van Leidse particulieren zal onze
sleutelstad in de naaste toekomst in het
brandpunt van de belangstelling staan. In
het najaar de opening van Menkens ijshal
en dan nog eens vijftien maanden later het
wielerspektakel Tour de France.
Opvallend is dat beide sportieve unica de
Leidse volksvertegenwoordigers nogal de
nodige hoofdbrekens heeft bezorgd. De be
swaren tegen de ijshal van Menken liggen
nog vers in het geheugen en ook de mede
werking aan de start van de Tour in Leiden
kwam niet zonder probbmen door de raad.
Voor wat de tour betreit vroegen met name
CDA en WD zich af of het arme Leiden
zich wel een ton aan subsidie kon permitte
ren.
Want ook al zegt wethouder Tesselaar nog
zo vaak dat hij probeert de schade voor de
stad tot een minimum te beperken, de ge
meente Leiden heeft gisteren haar handteke
ning gezet onder een contract, dat uitgaat
van een subsidie van ten hoogste een ton,
en een knappe jongen die daar onder weet
te blijven.
Leiden is namelijk niet de eerste Hollandse
stad die met het Tourbijltje gaat hakken.
•Den Haag beleefde de tour in 1973, zodat
enig vergelijkingsmateriaal wel voorhanden
Ook al konden alle cijfertjes niet meer voor
ons worden achterhaald, toch lijkt de con
clusie gewettigd dat een Tour de France
start niet de meest winstgevende onderne
ming genoemd kan worden. Dat was hij
althans niet drie jaar geleden in Den Haag.
Hier was een groep mensen met de organisa
tie belast die onder leiding van de sportwet
houder stond. De hele opzet van het Alge
meen Haags Comité was duidelijk semi-ge-
meentelijk. Evenals in Leiden had zich hier
echter een particulier voor een flink bedrag
garant gesteld. De frabrikant van Felix kat-
tebrood moest er later echter 50.000 gulden
op toe leggen. (Een strop die overigens
belasting aftrekbaar is) Dit ondanks het feit
dat de gemeente Den Haag een gelijk bedrag
aan subsidie verleende en, evenals in Leiden
in de bedoeling ligt, diensten tegen betaling
beschikbaar stelde.
Het financiële fiasco van de proloog in Den
Haag lag vooral aan de tamelijk wanordelij
ke organisatie. De Boulevard was weliswaar
met dranghekken afgezet en er moest en
treegeld betaald worden, maar er bleken
zoveel mazen in de afzetting te zitten dat
de opbrengst van de kaartverkoop uiteinde
lijk nauwelijks het vermelden waard bleek.
Verder ontbrak het in Den Haag aan extra
attracties, en de plaats van handeling (Sche-
veningen) was dermate ver van de Haagse
binnenstad verwijderd dat ook de Haagse
citywinkeliers nauwelijks wat van de toe
vloed van fietsmaniakken konden merken.
Stuk voor stuk fouten, waarvan men in
Leiden nog veel kan leren, en dat moeten
we de organisatoren dan maar toevertrou
wen. Gelukkig heeft Leiden het voordeel wat
kleiner te zijn, zodat hier de middenstand
misschien wel wat extra's kan meepikken
in 1978. In Den Haag bleef het drie jaar
geleden beperkt tot de fritestent en de ijs
kraam bij de boulevard.
Blijft overigens de vraag: waarom een Tour
in Leiden als het in Den Haag financieel
een fiasco werd?
„Leiden Promotion" wordt dan het tover
woord. Een wat vaag begrip, waar ieder zo
zijn eigen mening over heeft. Betekent het
extra veel touristen en zo ja, komen die door
een Tour dan soms meer en ook later in
hun leven naar Leiden om geld in het laatje
te brengen. Voor sommigen blijft dit voorop
staan. Anderen zijn gewoon blij als de naam
van de stad Leiden gedurende geruime tijd
weer eens positief in de (inter)nationale pers
verschijnt.
Ook in Den Haag legt men daar de nadruk
op. De 300.000 bezoekers die ter gelegenheid
van de proloog van de Tour in 1973 in de
residentie waren, zetten eigenlijk niet zo bar
veel zoden aan de dijk. „We hebben echter
duidelijk gemikt op het rendement op lange
re termijn. Promotie van een stad laat zich
erg moeilijk in cijfers uitdrukken, maar je
naam komt regelmatig op de tv, radio en
in de krant en daar gaat het om", aldus een
voorlichter van de gemeente Den Haag.
De residentie beleefde het onlangs nog met
het songfestivalspektakel, een zaak waar
voor de gemeente ook meer dan een ton op
tafel legde. „Dat betekende Den Haag in 500
miljoen huiskamers en wat dat oplevert kan
je alleen maar betrekken op toekomstige
activiteiten, waar zulke publiciteit natuurlijk
positief op werkt", zegt dezelfde voorlichter.
En zo ligt het in feit ook in Leiden. Alle
optimistische geluiden ten spijt: we moeten
nog maar afwachten hoe de exploitatie uit
valt. Feit is in elk geval wel dat de naam
van de stad naar mate de Tourkoorts in 1978
stijgt, regelmatig in binnen- en buitenland
te horen, te lezen en te zien zal zijn.
„Als teken dat er toch ook nog iets positiefs
in Leiden gebeurt", merkte onlangs iemand
op. Tja, de een zal daar wel een ton voor
over hebben, de ander niet. Het lijkt in elk
geval voordeliger dan een reclamespotje op
de televisie. Je kan je alleen wel blijven
afvragen of een eenmalig gebeuren als de
Tour nu wel bij uitstek geschikt is om het
andere gezicht van Leiden te presenteren.
Wie het weet mag het zeggen.
Arjen Broekhuizen
Constant Smit: „1973 was voor mij een ideaal seizoen"
we IJsselmeervogels uitschakel
den voor een plaatsje in de be-
kercompititie."
„Maar juist daarom wordt het
dit keer zo lastig. Als er één
ploeg gemotiveerd in het veld
komt is het IJsselmeervogels
wel. Die jongens willen zich niet
weer door ons laten inpakken."
Toch ziet Smit die twee wed
strijden niet zonder optimisme
tegemoet. „Als wij maar niet de
fout maken dat IJsselmeervo
gels te onderschatten. Je kunt
misschien stellen dat we iets
sterker zijn, persoonlijk geloof
ik dat Noordwijk inderdaad wat
meer klasse bezit, maar als
Noordwijk zich in gewonnen po
sitie weet, wordt het elftal ge
woon kwetsbaar. Dat zag je dit
seizoen ook weer. We stonden
riant aan kop en toen, juist toen
begonnen we slecht te spelen.
Onnodig punten te verliezen.
Het is toen wel ons geluk ge-
:ele
een
Hoe dan ook zal Smit ho%t
procent geconcentreerd é^n r
motiveerd in beide hp«;li«
duels aantreden. „Als ik
bal doe ik dat met
honderd procent. In
ben ik er gewoon
dat betreft is er de laatste jat i
niets veranderd....' »n t
GERT-JAN
n
■ton,
bals
ppel
„Toen ik negen jaar terug ii een
team kwam was ik blij da
mocht meespelen. Dat ligt rej(
wel wat anders, maai- als ,rS|
nodig is wil ik in de beslissf j^.
partij best mijn plaats in,
vierde single aan een ster
speler overdoen. We moeten ~t"a
kampioenschap eens halen".|
De Leidse Hout-heren lij ken g+
jaar sterker dan in vorige
zoenen. Toen strandde het ti
tweemaal in de halve fin
(Wolvega en Toeg waren T'
„boosdoeners") en tween
miste het in de eindstrijd]
zege: tegen Brunssum en,
jaar, Venlo. Nu lijken de
uitzichten gunstiger. Joop
de Berg: „Met Gerald van
Sluys (een goede B-speler) u:.
Rik Hins (als tweedejaars-
nisser verrassend snel doo
komen) hebben we dacht ik
aan kwaliteit gewonnen,
daarbij een Jan Hasenoot
de eerste single en Frank Bo
als vijfde man, geloof ik wel
we aardig hoge ogen kun
gaan gooien. Maar ja, je v
het natuurlijk nooit".
Met andere woorden, knikt
Hins, „ook een tennisbal blf$$
rond".
Uniek
Het eerste heren-team van
Leidse Hout heeft overigensE
z'n tienjarig bestaan een v j
het „westen" unieke presta M
lijst opgebouwd. Binnen
jaar opgerukt naar de hoo|
klasse, slechts een seizoen v
niet gepromoveerd, pakte
daar viermaal al een e<
plaats in de poule. „Er is g
enkel vergelijkbaar team dat
heeft gedraaid als wij
Van de Berg; „zo vaak
bij een landskampioen
maar ook zo vaak net
haald...."
Daar nu willen de heren
seizoen iets aan gaan
Zonder trainer —alleen
leraar Jan Hasenoot kreeg
professionele „opleiding"
doorstoten naar het kampi
schap van Nederland.
Maar gezellig. Dat wel.
GERT-JAN O
(Van onze sportredactie)
LEIDEN Over tennis wordt
nauwelijks gepraat.
De aanwezige spelers van het
eerste (heren)team van de
„Leidse Hout" laten geen gele
genheid voorbij gaan om te kun
nen stellen dat „gezelligheid
voorop staat". „Op onze auto",
vermeldt „vader-figuur" Joop
van de Berg dan ook, „stapt met
grote letters nooit ruzie. Pas
daarna komt, wel winnen...."
Het is een opmerking die de
sfeer uitstekend weergeeft. Niet
temin stoomt datzelfde heren
team voor de zoveelste maal in
successie op naar het kampioen
schap van een van de vier lan
delijke poules. Kan het zich
morgen, bij winst op Toeg-Hille-
gersberg gaan opmaken voor de
strijd om het Nederlands kam
pioenschap. Een titelstrijd die
overigens nog nooit met een eer
ste plaats werd besloten.
„Dat is het enige wat ik nu toch
echt wel een keer wil bereiken",
blikt Joop van de Berg vooruit.
„Voor dat kampioenschap van
Nederland zou ik bijna alles wil
len doen".
Ook niet spelen. Van de Berg:
Gerald van
Sluys
Rik Hins en
Joop van de
„gezellig
poserend.
Verzorger
Dennis
der Water
Tennissen
kan ik niet
verzorgen
lukt me wel
op de voor
grond
neer
gevlijd
Jan
Hasenoot en
Frank Bonte
ontbreken op
deze foto.
i
De tourcaravan op weg
naar Leiden.