„Stad is voor
modelbewuste
vrouw niet langer
alleen zaligmakend
Moderne
premiejager
Hercule Poirot
als filmheld
Cleopatra heeft een karate-tik
FRED LOHLE LEVERT BEWIJS
IN LEIDSCHENDAM EN VOORSCHOTEN:
19'
mei iy*o
LhiUSt C OL RANI
„Confectiekoning" Fred lohle voor zijn eigenhandig gerestaureerde vestiging in Voorschoten
„Je hoeft iri Den Haag tegenwoordig echt geen
zaak meer te beginnen. De hele middenstand
gaat daar zo langzamerhand naar de knoppen,
alleen al door de abominabel hoge huren. Iede-
re meter die je daar als middenstander zou
EE willen huren wordt door die belachelijk hoge
huren al bij voorbaat onaangenaam gemaakt.
EE Voorschotenaar Fred Lohle hoeft niet naar Den
EE Haag om zijn exclusieve confectie aan de
EE vrouw te brengen. De dames komen wel naar
=S hem toe. In de dorpse atmosferen van Leid-
schendam en Voorschoten heeft hij bewezen
EE dat je niet in de stad je tenten hoeft op te slaan
om succes in de damesconfectie te hebben. Uit
heel Zuid-Holland komen ze tegenwoordig naar
de beide „Pour Elle"-vestigingen toe. De stad
schijnt voor de vrouw van vandaag alleenzalig
makend meer maar te zijn. wanneer het op
kleding kopen aankomt. Met het geheim van
zijn succes loopt Fred Lohle graag te koop. „Je
moet je inleven in de behoeftes van een vrouw"
zegt hij, „Haar de aandacht geven die ze ver
dient. zodra ze je zaak binnenkomt. Haar des
kundig adviseren, ook al weet je dat ze niks
koopt. Niet het verkoopkanon uithangen, die zo
nodig z'n handel kwijt moet. Ik ben ervan dat
alleen al door de onpersoonlijke behandeling
zoveel boutiques vandaag de dag over de kop
gaan.
Uitgelachen
EE Toch mag het achteraf een
wonder genoemd worden dat
EE Fred Lohle doorzette. Ieder
EE ander had na alle tegenslagen
j= en tegenwerkingen die hij bij
EE de start van zijn bedrijf kreeg
EE te verwerken allang zijn col-
EE lecties met klerenhangers en
rekken tegelijk in de Vliet ge-
deponeerd. Je zou het geval
EE Fred Lohle trouwens met
EE evenveel gemak „de triomf
van het eigehwijze" kunnen
noemen. Want toen hij in 1970
EE de uitgebrande bakkerij op de
hoek van de Voorstraat en de
EE Koninklijke Marinelaan in
Voorschoten kocht om er een
exclusieve damesmodezaak te
EE beginnen werd hij min of
meer uitgelachen. Hij besloot
namelijk om het bouwvallige
pand met eigen handen steen
voor steen af te breken en het
met diezelfde handen ook
weer op te bouwen. Zijn
vrouw had op dat moment al
sinds 1969 een eigen zaak in
de Leidschendamse Damlaan.
I
Fred had toen nog geen enkele
ervaring als middenstander,
maar liep wel al sinds zijn
dertiende jaar rond in de con-
fectiewereld. Hij had daarin
alles gedaan, van knippen tot
inkopen en verkopen. „De
meeste doen het andersom"
zegt hij nu. „Die gaan eerst
een zaak beginnen en gaan
dan pas kijken wat er in de
confectie allemaal gebeurt.
Maar dat gaat dan ook mees
tal fout
Tot de club mensen die Fred
Lohle nauwelijks serieus na
men met zijn plan behoorde
vijf jaar geleden ook de Ne
derlandse Middenstandsbank.
Men vond het allemaal „heel
ontroerend", maar had toch
weinig trek om er geld in te
steken. Konden zij toen veel
weten, dat diezelfde Fred Loh
le nu vergevorderde plannen
heeft om elders in de Haagse
regio („Neen, niet in de stad!")
een miljoen te gaan investeren
m een derde „Pour Elle"-vesti
ging. „Moet je ze nou horen"
gniffelt hij. „Nu komen ze bij
me of ik soms nog krediet
nodig heb. Maar nou heb ik ze
toch echt met meer nodig.
Geen cent
Geld kon Fred Lohle vijf gele
den hard gebruiken. Monu
mentenzorg en gemeente had
den hem toegezegd, dat de ou
de bakkerij bij de juiste res
tauratie op de monumenten
lijst zou worden geplaatst. Vol
gens de monumentenregeling
zou hij uiteindelijk dan in to
taal zestig procent van de ge
maakte kosten van monumen
tenzorg en gemeente terugkrij
gen. Maar toen alles achter de
rug was, kreeg Fred Lohle
geen cent omdat de schatkist
leeg zou zijn.
„Als ik er nog aan terugdenk
word ik misselijk. Ik zie het
nog voor me. Met twee taxi's
kwamen ze voorrijden, de he
ren van monumentenzorg. Of
het voegwerk wel zes milime-
ter was. Een en ander moest
ik nog wat veranderen, maar
dan kon ik rustig de subsidie
Het Voorschotense pand ten tijde van de metamorfose
van monumentenzorg aanvra
gen. De gemeente zou het
pand dan tevens opnemen in
zak te kloppen, en als puntje
bij paaltje komt zie je geen
cent terug. Het is toch eigen
lijk schandalig. Als ik Voor
schoten verlaat hebben d'r
hier gratis een schitterend
pand aan over gehouden.
Dat laatste zullen maar weini
gen Fred Lohle durven tegen
spreken. Want het fraai geres
taureerde pand vormt komend
uit de richting Leidschendam
een werkelijk schitter'ende en-
het beschermd dorpsgezicht.
Toen alles klaar was stapte ik
naar het kantoor van monu
mentenzorg, en daar kreeg ik
van de een of andere snotaap
doodleuk te horen dat de
schatkist leeg was. Honderd
vijfenzestigduizend gulden
was ik kwijt. Geen cent heb
ik ervan terug gezien. Die hele
monumentenzorg is één grote
farce. Op allerlei manieren
proberen ze je het geld uit je
tree van Voorschotens histori
sche dorpskern, monument of
geen monument.
Inbraak
Toch bleef het met bij deze
tegenslag. Nauwelijks een
paar maanden na de opening
kreeg de zaak 's nachts bezoek
van inbrekers. De complete
collectie damesconfectie ver
dween met de noorderzon.
Verkoopwaarde anderhalve
ton. „Drie maanden zat ik in
een leeg pand. Ik voelde me
net een museumdirecteur. Ik
had geen geld meer. en met de
verzekering moest ik eerst een
heel gevecht leveren voordat
ik m'n centen kreeg. Ook zo'n
fijne club. die verzekeraars.
Gouden bergen worden je
voorgespiegeld, maar als je ze
dan nodig hebt, zijn het ge
woon ellendelingen. Ik heb
m'n geld uiteindelijk wel ge
kregen, maar behalve dat ik er
duizenden gulden bij inschoot,
had ik ook drie maanden weer
niets kunnen verkopen.
Nu, vijf jaar verder, is „Pour
Elle" een begrip geworden in
de Haagse regio. Vrouwen, die
op koopjes uit zijn, hoeven er
niet te komen. Fred Lohle
mikt in zijn vestigingen in
Leidschendam en Voorscho
ten, waarin sinds kort ook een
kinderafdeling, duidelijk op
het „duurdere" publiek. Fred
Lohle zegt over zijn cliëntèle:
„De \touw in mijn zaak wil
geen doorsnee zijn. Ze varieert
in leeftijd van 21 tot 76 jaar.
Ik krijg veel vrouwen die zich
uit representatief oogpunt
goed moeten kleden, zoals
vrouwen van burgemeesters,
notaris\TOUwen en zo. En ge
zien mijn ervaringen van de
afgelopen paar jaar, geloof ik
dat er voor dit publiek m Den
Haag steeds minder te koop is. j
Ja, ik geloof dat er in Den
Haag op modegebied van een
enorme verarming sprake is.
Volgens Fred Lohle, die bijna
al zijn confectie uit Duitsland i
en vooral Frankrijk haalt, is j
de gemiddelde Nederlandse
vrouw zeer slecht gekleed: „De
Nederlandse vrouw is niet mo-
debewust genoeg. In Frankrijk
is de vrouw wel goed gekleed,
ook in Italië of in München en
Düsseldorf. Wil een rouw bij-
blijven op modegebied, dan
moet ze met twee keer per j
jaar in een zaak gaan kijken,
maar iedere maand. Gewoon
om zich te oriënteren. De ver-
koper moet haar dan voorlich- j
ten, zodat ze welbewust haar
kleding kan kopen. En dat ver-
eist van mij, dat ik voortdu- l
rend van de laatste ontwikke-
lingen op modegebied op de j
hoogte blijf. Je maakt in mijn
vak geen 40-urige, 60-urige of
80-urige werkweek, maar van
maandag tot en met zondag
moet je in dienst staan van je
beroep en daardoor van je
cliëntèle. Alleen dan heb je
een kans om in de confectie
te slagen. Maar daarbij is het
belangrijk dat je het menselijk
aspect niet uit het oog verliest.
Niet het verkoopkanon uithan
gen in je zaak, maar de vrouw
in haar waarde laten.
TEKST EN UITLEG:
#Camera: Moord in de
Orientexpress (140 met Al-
bert Finney en Ingrid Berg
man. Regie: Sidney Lumet.
Trianon: ,'alpagueur (18) met Jean Paul Belmondo en
Bruno Cremer. Regie Philippe Labro.
Van alle gerenommeerde detectives uit de wereld- Tony Randall een poging daartoe in „The ABC
literatuur is Agatha Christie's Hercule Poirot - met murders," maar het bleef bij die ene poging. Nu
Ellery Queen - wel het meest verwaarloosd door heeft Albert Finney de handschoen opgenomen en
de filmindustrie. Waarschijnlijk omdat men nooit „zijn" Poirot in Sidney Lumet's verfilming van
de juiste acteur heeft kunnen vinden om deze „Murder on the Orient Express" lijkt een langer
kleine, parmantige Belg met z'n Salvador Dali- leven beschoren,
snor gestalte te geven. Enkele jaren geleden deed
In de gloriedagen van het wilde westen kende men de „Boun. y-
hunter", de premiejager die het had voorzien op de beloningen,
uitgeloofd voor het dood of levend afleveren van misdadigers met
een prijs op hun hoofd. In Philippe Labro's „L'alpagueur" is Jean
Paul Belmondo daar 'n moderne versie van. Een man, die tegen
'n forse beloning de po|itie helpt in het bestrijden van de misdaad,
vaak op een wijze die officieel niet getolereerd kan worden.
Toch heeft de „mensenjager" Belmondo 'n soort erecode en hij
wil een echte grote slechterik best wel eens gratis op de koop
toe inrekenen.
„L'alpagnueur" begint in de Rotterdamse haven, waar Belmondo
een vrachtje verdovende middelen opspoort en dat braaf aflevert
voor een koffertje met bankbiljetten, dat door zijn opdrachtgevers
later weer gebruikt zal worden om allerlei illegale karweitjes van
te betalen. Een corrupte politiecommissaris is zijn volgende slach
toffer en dan beginnen we aan het grote werk: de jacht op een
als „De havik" bekend staande bankrover en moordenaar, die zich
van jeugdige delinquenten bedient om zich na het karwei weer
van deze medewerkers te ontdoen. Eén hunner overleeft de samen
werking en Belmondo wordt bij hem in de cel gestopt om zo het
vertrouwen van de jongen te winnen.
Samen weten ze te ontsnappen en dan volgt de jacht op „De havik".
Die steward bij een luchtvaartmaatschappij blijkt te zijn.
Erg oorspronkelijk is het verhaal van „L'alpagnueur niet - maar
Labro weet er tempo in te houden en een nu toch wel zichtbaar
ouder wordende Belmondo is altijd nog goed voor enig hardhandig
stuntwerk.
„L'alpagueur" is overigens wel een Belmondo-familieaangelegen-
heid geworden, want Alain Belmondo treedt als producent op
terwijl een van Belmondo's dochters een klein rolletje als stewar
dess mag spelen. Zolang Bebel zijn bewonderaars maar zelf niet
teleurstelt mag dat allemaal best.
MILO
Finney mag dan eigenlijk te
groot zijn voor de 1 meter 60
lange Belgische speurder, hij en
regisseur Lumet weten dat aar
dig te camoufleren met veel zit
tende scènes en veel opvulsel
rond Finney's taille.
„Murder on the Orient Express"
is beslist niet een van de beste
Poirot-avonturen - de intrige is
erg doorzichtig en het karakter
van Poirot moest nog „rijpen".
In de eerste boeken - maar het
verhaal van de moord in de
ingesneeuwde slaapwagen biedt
ruim een dozijn bekende ac
teurs volop gelegenheid 'n paar
prachtige typetjes te maken.
Op weg van Istanboel naar Ca
lais wordt 's nachts de rijke
zakenman-met-duister-verleden
Richard Widmark vermoord
met twaalf messteken. Onder de
passagiers in de betrokken
slaapwagen bevindt zich echter
meester-detective Hercule Poi
rot, die meteen in de gaten-
heeft, dat het slachtoffer nie
mand anders is dan 'n berucht
gangster, gezocht wegens ont
voering en moord op de Arm-
strong-baby vijf jaar daarvoor.
Op verzoek van de eigenaar van
de spoorlijn stelt Poirot vervol
gens 'n onderzoek in naar de
identiteit van de dader of da
ders en hij heeft al spoedig 'n
hele waslijst van verdachten
mèt een motief, maar ook mèt
een waterdicht schijnend alibi.
Finney als Poirot en Lumet als
regisseur spelen het waag- en
antwoordspelletje zo leuk dat je
- ondanks de vrij voor de hand
liggende ware toedracht - geen
moment verveelt.
Gesteund door Ingrid Bergman
- prachtig als 'n gefrustreerde
Zweedse zendelinge - Sean Con-
nery als Brits kolonel, Lauren
Bacall als praatzieke weduwe,
Anthony Perkins als secretaris
met 'n moeder-complex. Sir
John Gielgud als nimmer uit de
plooi vallende butler. Jean Pier
re Cassel als wagon-lits conduc
teur en Wendy Hiller als bijna
afgeleefde douarière kunnen we
genieten van acteerprestaties
van de bovenste plank.
En dan hebben we Martin Bal
sam als spoorwegdirekteui;,
George Couloris als Griekse
dokter, Rachel Roberts als ge
zelschapsdame, Colin Blakely
als privé-detective, Vanessa
Redgrave als secretaresse, Mi
chael York en Jacqueline Bisset
als grafelijk eehtpaar nog niet
eens genoemd.
Allen goed voor ruim twee uur
echt ouderwets kijkplezier. Voor
ons mag Poirot-Finney door
gaan. Er zijn nog genoeg en
betere Poirot-verhalen.
MILO
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Luxor: Cleopatra Jones and the
Casino of Gold (18) met Stella Ste
vens en Tamarah Dobson. Regie:
Chuck Bail
Cleopatra Jones is een wat langgerekt
uitgevallen dame die in opdracht van een
onduidelijke afdeling van de Amerikaan
se geheime dienst het boevenpak op di
verse fronten te lijf mag gaan. Een soort
vrouwelijke James Bond, perfect in kle
ren en cosmetica gestoken, die de hand
jes laat wapperen op de modegolven van
de karate. Ze deed iets dergelijks al
eerder per film met zoveel succes, dat
slimme producers haar nu in Hongkong
hebben neergepoot om daar zowat de
hele stad aan haar voeten en de halve
in de grond te krijgen.
Tamarah Dobson speelt Cleopatra en ze
krijgt medewerking en tegenstand van
nog twee dames die het alleszins duide
lijk maken dat niemand na deze „Cleopa
tra Jones and the Casino of gold" nog
hoeft te spreken over „het zwakke ge
slacht". Haar medestrijdster is een Chi
nees meisje dat in het dagelijks leven niet
meer dan Tanny heet, haar opponente is
een wat ouder geworden Stella Stevens
die behalve het verderfelijke casino uit
de titel een superbende van messetrek
kers, karatekillers en heroïneproducen-
ten beheert.
Regisseur Chuck Bail smijt met grove
hand effecten uit de grabbelton van het
geweld: Een wilde achtervolging met au
to's door Hongkong, een idem dito race
per motorfiets van een bekend Japans
merk, een aantal, van die laagvliegend
uitgevoerde karategevechten die lijkt
me iedereen zo langzamerhand wel de
keel moeten uitkomen en een schietpartij
waarbij zoveel Oosters interieur sneuvelt
dat een goede voddenbaas er nog wel de
complete uitrusting van een kleine twin
tig Chinese restaurants uit zou kunnen
fourneren. Dat alles zegt niet m het minst
dat er een spannende film uit is geko
men. De makers moeten daar al doende
ook aan getwijfeld hebben en hebben
met wat humor getracht de boel op te
lappen. Tevergeefs. Maar goed, de rolti-
tels vermelden trots en groots dat Tama
rah Dobson haar eigen make-up heeft
verzorgd. En dat is tegenwoordig ook al
heel wat moet je maar denken.
BERT JANSMA
llllllll
llllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllflllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Onont
koombare
beklemming
LIDO: One flew over the
cuckoo's nest (18) met Jack
Nicholson en Louise Flet
cher. Regie Milos Forman.
„One flew over the cuckoo's
nest" is de- verfilming van de
gelijknamige bestseller van
Ken Kesey, die vijftien jaar
geleden verscheen. Forman
heeft er een afgerond drama
van gemaakt. De titel kan in
het Nederlands worden ver
taald met „Een klap van de
molen" Het gaat dan ook om
een patiënt in een psychiatri
sche inrichting die er met zijn
verzet onder doorgaat.
De hoofdrol wordt gespeeld
door Jack Nicholson. Hij heeft
alles op alles gezet om in de
inrichting te komen teneinde
een werkkamp te ontlopen. In
plaats van gemakkelijker krijgt
hij het echter moeilijker. In te
genstelling tot de andere patiën
ten weigert hij zich aan het
regiem van de hoofdverpleeg
ster (Louise Fletcher) te confor
meren, maar trekt uiteindelijk
aan het kortste eind.
Het gegeven van de film zou
regisseurs kunnen verleiden tot
net maken van een luchtige
film, waarin het „gekken-kij-
ken" voorop staat Dit is niet het
geval bij Forman. Hij heeft in
de film een onontkoombare be
klemming weten te leggen, door
dat hij boven het anecdotische
van het gegeven is uitgestegen.