LANGS OMWEGEN
Cor van den Burg was 15
schietende mannen te erg
Oegstgeestse jeugd betrokken
bij muziek van vreemde volken
jjïl Sikkens-artiesten
tonen hun werk
„CORRIE GET YOUR GUN"
INAK
UXiiN OUiT.>J O 1"C1 ie I
i^MJJüi^ COUKAiVi.
DOOR ^p mi'n omwe9en door stad en land kom 'k 9raag mensen tegen. Elke
- morgen tussen negen en tien uur kunt u mij telefonisch vertellen wie
TON u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn
PIETERS geduldige telefoon is 071 12 22 44; u kunt dan naar toestel 19 vragen.
In Noordwijkerhout woont een vrouw die minstens
15 mannen te sterk af was. Corrie Van den Burg-
Duivenvoorde (huisvrouw van 29 jaar en moeder
van twee zoons en een dochter) schoot onlangs op
baan 5 bij Van der Geest de illusies van een aantal
stevige kerels aan flarden. Cor is sinds de oprich
ting in 1970 lid van de schietvereniging „De Duin-
schutters" te Noord wijkerhout.
Tachtig leden, van wie vier
vrouwen. Ze tilt een vuurbuks
uit een foedraal op. Alsof het
een veertje is. Zes kilo, kaliber
22, een Anschütz, long rifle,
die - met of zonder vuurwa
penvergunning - 6 mm patro
nen wegdrukt. Ze kreeg alleen
een lamme arm, toen ze giste
ren moest poseren voor de fo
tograaf. Maar Corre heeft het
toch maar mooi gemaakt: in
het jaar van de vrouw, althans
vlak daarna, won zij een fer
me wisselbeker.
Haar man Ton van den Burg
(31) weet er natuurlijk alles
van. „Laat Cor nu maar voor
de koffie zorgen, dan vertel ik
u even het fijne van de zaak.
Als u het een beetje begrijpt
(anders moet u zelf maar eens
gaan schieten) dan zit het zó:
per seizoen schieten we zes
weken, met in elke van de vier
klassen D, C, B en A een
periodekampioen als resultaat.
Uiteindelijk blijven er 16 van
die kampioenen over. Nou en
daarbij was Cor de enige
vrpuw. Dat stel ging toen
schieten om de. wisselbeker.
Moet u nagaan: bij die 16 zat
ook Jos Hogervorst, die in het
hele seizoen het hoogste aantal
punten schoot en dus schutter-
koning werd. Geen paniek
voor Cor: ook Jos moest het
afleggen tegen Corrie, op die
laatste maandagavond 26 april
op de banen achter hotel Van
der Geest. Overigens:prachtige
banen, zeven stuks. Daar komt
waarschijnlijk volgend jaar
een pistoolbaan bij."
Ton van den Burg was ook al
vanaf de oprichting aktief lid,
maar hij moest nu tegen zijn
vrouw het loodje leggen. Ook
hij was bij die 16 periode-kam
pioenen. „Maar ik vind het
prachtig dat Cor 'm heeft, ze
ker als vrouwelijk lid zijnde.
Ze schiet de laatste twee
maanden als een gek. Heeft
ook de hoogste kaart van deze
seizoencompetitie: 49 punten,
50 punten is het maximum.
Dat was in deze periode nog
niet gebeurd."
Corrie van den Burg: „Alstu
blieft, koffie met alles d'r in.
Ga liggen (tegen de hond,
T.P.), ach ja, ik draaide wel
aardig mee. Ik ben zelfs naar
klasse A gegaan, maar al die
kerels kunnen het wel lijden,
hoor. Het kwam eigenlijk zó.
Ton hier ging na de oprichting
van de vereniging elke maan
dagavond schieten. Dat was
zijn enige vrije avond. Dan is
de snackbar gesloten. Hij was
nooit thuis 's avonds." Ton er
tussen door: „Nou ja, en dat
vond Cor natuurlijk maar
niets. Dan zat ze op ie avond
toch maar weer alleen". Cor
van den Burg: „Jazeker; toen
ben ik maar er mee gaan
schieten. Ik deed meer voor de
gezelligheid mee. Dat was in
het begin een hele toestand."
Maar allengs werden oog en
hand steeds vaster. Eerst woog
Cor haar kansen met een
luchtbuks, maar het tweede
jaar schafte „De Duinschut-
ters" zich een paar vuurbuk-
sen aan, geweren van zo'n
1000 gulden per stuk. Zes
exemplaren, voor elk een ver
gunning. Vuurwapens, waar
mee je iemand om zeep kunt
helpen. Daar is nu eenmaal
een vergunning voor nodig. Ik
zag het wapen gisteren, de
grendel was eruit: „De Duin-
schutters" gaan uiterst konse-
kwent met de kostbare wa
pens om. Geen stroperij, geen
flauwekuk, een vergunning is
zó verspeeld. Helemaal gecon
centreerd won Cor haar beker,
knielend, de linker elleboog
steunend op de rechterknie,
vurend op de kaart op 12 me
ter afstand, meestal recht in
de roos. Harde ernst, niet
meer denkend aan de stamp
pot of de dwarsheden van
zoontje Ton. Cor vuurde en
dat was voldoende om een
mannenmaatschappij het
schaamrood naar de kaken te
doen stijgen.
Elk nieuw seizoen moet je er
weer in komen. Ook Cor van
den Burg. De tweede maandag
van september begint het op
nieuw. Iedereen heeft dan
weer dezelfde kansen. „Dan ga
ik die beker verdedigen." zo is
Cor vast van plan. Met een
schone lei beginnen in de
A-groep, waar je weer net zo
vlug uit kunt tuimelen, als je
niet oppast. Ton van den
Burg: „Het is een goeie vereni
ging, die Duinschutters van
ons. Allemaal prettige, gezelli
ge mensen. Een heel jonge
club ook, vergeleken bij ande
re, zoals die verenigingen van
Leiderdorp en Noordwijk.
Daaraan gemeten zijn onze
prestaties maar matig. Die lui
hebben een speciaal jassie, een
speciale pet, een speciale
„koptelefoon" (geluiddem
pers), dat ze die andere maar
niet zullen horen." Dat hoeft
voor Ton van den Burg niet:
„Als het goed gaat, gaat het
goed, als het slecht gaat, gaat
het slecht" Die lui lopen om
49 punten als gemiddelde al
ontevreden te mopperen, om
dat ze per se 50 willen halen.
Ik vind 39 al best. Dan ben ik
best in m'n sas. Daarom vind
ik dat van Cor een prestatie.
Hou me ten goede; ook lande
lijk gezien kan het er mee
door."
Corrie van den Burg: „Nee, ik
heb er geen spijt van dat ik
er ooit aan begonnen ben,
vooral als je leuk begint mee
te draaien."
De volkskunst benadert de industriële
aanmaak van verven en lakken in de
kantoorhal van Sikkens b.v. te Sas-
senheim. Tot en met zaterdagmiddag
12 uur kan iedereen die belangstelling
heeft voor het artistiek werk van vele
handen en harten daar terecht.
Sinds 1972 is daar telkenjare een expositievan
leden van de Kreatieve Werkgroep Sikkens,
ongeveer 80 mannen en vrouwen in totaal,
die een werkzaam en gëinspireerd seizoen
afsluiten met een tentoonstelling. Maandag
middag werd de show van werkstukken, ont
staan uit pottenbakken, wandkleden maken,
batikken, stof drukken (blockprint), poppen in
„oude" stijl maken en plastische vormgeving
met klei, geopend door de C. Zaal, president
van Sikkens b.v. Kunst ondergebracht bij
industrie. Het is niet zo vreemd meer. De
mens leeft niet van brood alleen. Dat was
eigenlijk ook, wat de heer Zaal bij zijn
inleidend woord maar wilde zeggen. Ook
Sikkens biedt mogelijkheden om buiten de
dagelijkse werkzaamheden om behulpzaam
te zijn bij het beoefenen van creativiteit.
Dit jaar geen sieraden. De lerares - elk cursus-
onderdeel van de Sikkens-werkgroep wordt
begeleid door leraressen - die normaliter
voorgaat in de kunst van het sieraden maken,
maakt op het ogenblik een wereldreis. Zo
doende kon deze tak van kunstnijverheid in
de hal niet in het volle daglicht geplaatst
worden. Volgend jaar beter. Creatief bezig
zijn is ook van belang bij het „zaken doen",
het werkt blikverruimend en verfrissend. Op
die manier kun je erweer elke dag egenaan.
Ik zag gisteren bij Sikkens de beste doeken,-
geknoopt of gestikt, en pottenbakspullen bij
een. Werkgroep-voorzitter Rien Mussert te
vens organisator, lichtte me voor. „Verschil
lende dames, vrouwen van personeelsleden,
l zijn hier met hun vaardigheden begonnen en
kregen „het" in de vingers. Ze gingen niet
zelden verder voor zichzelf en exposeren nu
ook elders. We stimuleren hier geen kunstver
koop, maar toch raken onze amateur-kunste
naars via deze tentoonstelling hier nog we
ieens wat kwijt Het gaat ons er alleen maar
om wat je kunt doen buiten de normale
werktjden bij Sikkehs om".
De Sikkens-werkgroep viert zo'n beetje haar
eerste lustrum. Rien Mussert en secretaresse
Marian Du Prie vinden, dat de kwaliteit van
het geëxposeerde steeds beter wordt. Elk jaar
komen zeker 100 mensen van buiten het
bedrijf naar de resultaten kijken. Rien Mus
sert: „Het meest frappante vind ik altjd, dat
men graag hier een cursus komt volgen op
het complex, ondanks het feit, dat het bedrijf
buiten de „leefgemeenschap" en buiten de
woonkernen ligt Tenslotte kan men in de
naaste omgeving net zo goed dergelijke lessen
volgen. Maar hier blijft men de voorkeur
geven aan demogelijkheden die Sikkens
biedt Ook voor mensen die willen schilderen,
fotograferen, modelbouwen - zaken die feite
lijk buiten ons kader liggen - bestaat de
gelegenheid om in de windermaanden 14
dagen hun werk bloot te stellen aan de
belangstelling. Dat zijn dan eigenlijk een
mans-tentoonstellinkjes in de kantine".
In bonte verscheidenheid zijn bakprodukten
produkten opgesteld, geflankeerd door jakjes
in blockprint kleine kinderjurkjes die even
eens een „bedrukte" indruk maken. De ver
ven zijn van Talens, maar dat blijft helemaal
in de Sikkens-familie. Ook zijn er eigen tech
nieken toegepast (polyester rond borduur
werk op „veredeld" kippegaas). Zeker de
wandkleden acht Rien Mussert op een hoger
niveau dan vorige jaren. En dan zijn er nog
een paar „oude" poppen. Die romantiek is
ook weer helemaal in de mode. U moet maar
eens gaan kijken, deze week; dagelijks van
9 tot 4 uur en zaterdag van 9 tot 12 uur staat
de hal tot uw beschikking.
Het Rijksmuseum voor Vol
kenkunde aan de Leidse
Steenstraat volgt getrouw zijn
roeping: het laat zien aan ie
der die maar wil, dat er meer
bestaat op deze aarde dan
windmolens, klompen, dure
zakjes met frites, bloembollen,
sloten, spijkerbroeken,
T-shirts en slaggitaren. Vol
kenkunde is de drager van
stukjes cultuur van alle volken
zo'n beetje, die onze aarde met
elkaar delen. Het museum
toont rijk en arm in een gecon
serveerde toestand. Maar het
doet meer.
Het is een instelling die steeds meer
doordringt tot de jeugd. Onze kinde
ren weten al meer af van Indianen
dan ik in mijn jeugd, toen ik niet veel
verder kwam dan Old Shatterhand en
Hobble Frank. Mijn zoon van 11 weet
inmiddels meer af van het intieme
leven der Navajo's dan ik ooit heb
kunnen dromen. Dat komt dan door
Volkenkunde, het museum dat spelen
derwijs heel andere leefmilieus intro
duceert bij het jonge volkje.
Dat komt dan voor een groot deel
door de activiteiten van de Educatieve
Afdeling van het Rijksmuseum, waar
dr. Ger D. van Wengen als hoofd een
soort duizendpoot lijkt die tracht alle
touwtjes in handen te houden: het
opvoeden van kinderen is toch al een
opgave, maar hij geeft er nog een heel
apart aspect aan. Als je Van Wengen
ziet, verwondert het je niet dat hij het
jonge grut weet te boeien. Hij is een
man, die zich elke dag zo te zien
nog verwondert over hetgeen de
menselijke soort aan boeiends weet op
te brengen. Van Wengen staat met
beide benen in alle werelddelen. Je
kunt hem midden in het Amazonege
bied zetten en hij komt er breedla-
chend weer heelhuids uit Met even
veel gemak peddelt hij in een kajak
door de Noordelijke IJszee, eventueel
met assistentie van conservator Gert
Nooter die nu eenmaal in Groenlandse
aangelegenheden de expert is.
Maar meestel bevindt Ger van Wengen
zich in Leidse dreven. Hij heeft daar
de handen vol aan de ethnologische
opvoeding. Er is geen schoolvakantie,
of de Educatieve Dienst van Volken
kunde houdt zich bezig met horden
van bezoekertjes die het museum als
een soort rovershol bevolken, want je
kunt er heerlijk grasduinen; je ziet
fantastische zaken en je steekt er
vooral veel van op. Als Van Wengen
thuis, in Oegstgeest, niet achter de
eetpot zit, kun je hem zeker drie keer
per week 's avonds in het museum
vinden omdat hij weer het een en
ander heeft voor te bereiden: „Het is
is, vroeg een tijd geleden alweer: kun
je nog wat voor ons doen? Nou, in
overleg met het schoolhoofdenconvent
hebben we voor dit jaar als onderwij
sproject gekozen de niet-westerse mu
ziek".
„Dat kwam goed uit, want in de Paas
vakantie hadden we in het museum
ook een muziekproject. Het was een
drukte van jewelste. Uit het dia-klank
beeld hebben we 34 dia's gehaald,
waarvan nu al 5 series op de Oegst
geestse scholen in omloop zijn. Daar
is men nu al volop mee bezig. Het
project dat zich afspeelt tussen 10
en 15 mei in de raadzaal van Oegst
geest wordt goed voorbereid. Erg
goed, vind ik zelf, want het moet niet
„eventjes" zijn, zo'n beleving. Ook de
leerkrachten voelen zich er duidelijk
bij betrokken".
Volgende week komen de klassen om
beurten naar de raadzaal, waar muzie
kinstrumenten uit verschillende delen
van de wereld aanwezig zullen zijn. De
kinderen gaan zelf die instrumenten
(uit Indonesië, van Ceylon, Suriname
en zo) bespelen. De kinderen hebben
al een Surinaams verjaardagslied in
gestudeerd: Neger-Engels, aardig ver
staanbaar met herkenbare punten als
„koek" en „zopie". Ook de trommen
en schudblikjes zijn reeds beproefd.
„We gaan ook nog iets met een In
diaanse dans doen", belooft Ger van
Wengen me en hij vertelt verder, dat
even zo vrolijk aandacht wordt be
steed aan het zelf maken van muzie
kinstrumenten,
„Op 13 mei, 's avonds, komen de
kinderen met hun ouders naar de
raadzaal. Dan kan de jeugd voor de
ouders zelf spelen. Dat hebben we al
eerder gedaan en daar was meestal
veel belangstelling voor. Ook die zelf
gemaakte instrumenten kunnen dan
bespeelt worden. Het leuke van dit
alles is eigenlijk vind ik tenminste
de relatie tot het museum, waar we
een muziekspeurtocht hebben gehou
den. Daarvan zijn nu hele sets met
kopieën in de toekomst beschikbaar
voor individuele scholen ter introduc
tie van een dergelijke speurtocht, als
daar belangstelling voor mocht be
staan. Het materiaal is dan volop be
schikbaar.
Dr. Ger van Wengen werkt vanuit de
basis. Dat is „zijn" museum (dat op
het ogenblik voor een goed deel over
hoop ligt vanwege renovatiewerk
zaamheden, waar de bezoekers overi
gens weinig van merken). „Dit mu
seum blijft het hele jaar door levend;
het is niet een „uitje" rond de school
vakanties. Het is een museum, dat ook
in het onderwijssysteem past, een cri
terium dat voor alle musea zou moe
ten gelden. Inderdaad, zoals Van Wen
gen het zegt: „er komen hier zo veel
dingen op je af. Volkenkunde is
tot nog toe hét gonzende museum van
Leiden.
Werkgroep-secretaresse Marian Du Prie en voorzitter Rien Mussert bij de Sikkens-
expositie.
vrij pittig werk, hoor, buiten al die
rondleidingen om. Er komen zo veel
dingen op je af, in dit museum", zo
motiveert dr. Van Wengen zijn „over
werk".
Van Wengen, die bij zijn jeugdige
bezoekertjes bekend staat als „Oom
Ger", is bezeten van zijn werk. Dat
houdt hem ook jong. Zijn beginnende
grijze haren kleuren weer blond bij
als hij onderduikt in de Mexicaanse
folklore. Ik noem nou maar wat Ik
bedoel echter: Van Wengen zóékt de
moeilijkheden, hij werkt zich bijkans
in de nesten als het gaat om de jeugd
de rijkdommen van andere culturen
te laten beleven. Wat doet hij nou
bijvoorbeeld al een paar jaar in Oegst
geest, waar hij, zoals ik even aanroer
de, woont Hij zet daar steeds weer
projecten op. Voor de basisschool-
jeugd; ongeveer 16 klassen, samen
goed voor rond 400 kinderen. „Het
begon destijds met Suriname. Dat
sloeg meteen goed aan, dacht ik. Vorig
jaar kozen we als project „Wonen en
werken in de andere wereld (Eskimo's
laat Nooter het niet horen, want
Eskimo's bestaan niet, wél Groenlan-
ders in Groenland, de noordelijke
Sahara en Thailand). Wethouder Tem
ming, die nu burgemeester van Rhoon
Ger van Wengen roert in het Rijksmuseum voor Volkenkunde de
trom.