JAN RUITER: ROB RENSENBRIN België meer voetballers, maar minder vedetten „Zoals Goethals spelers kan opjutten is ongelooflijk" RAYMOND GOETHALS: „Mijn defensie is van wereldklasse" België is gevaarlijk als het durft te voetballen COóivmi i ZATtKDAti 24 apni iK Plotseling stapte Raymond Goethals uit de rol van „coach van de underdog" en toonde hij een opmerkelijk optimisme. er weer iets was. En ik wil graag in het Nederlands elftal spelen, hoewel ik er toch al een stuk of vijfentwintig op heb zitten. En ondanks het feit dat je tegen België meer kunt verliezen dan win nen. Want dat gevoel leeft sterk bij mij. Mijn geluk is misschien wel dat ik niet tegen Van Binst, mijn clubgenoot, sta". Raymond Goethals moest schuiven. Omdat Van- dendaele als laatste man niet beschikbaar was, verhuisde Van Binst van zijn rechtsachterplaats naar die positie en werd Qerets (Standard) rechter- verdediger. Rensenbrink: „Hoewel Gerets in Standard enige tijd in de spits heeft gespeeld, is hij van origine een verdediger. Ik ken hem. Hij is fel, kruipt op je huid maar speelt fair. Maar ik moet ook zeggen dat sommigen hem „een schopper" noemen". Nogmaals benadrukken zowel Rensenbrink als Ruiter dat hetgeen Goethals ten beste geeft niet geheel de werkelijkheid is. „Van Gooi is in grote vorm, Lambert is een geroutineerde en sterke spits. En vergeet niet dat over het algemeen in België de laatste twee jaar beter wordt gevoetbald. Het is geen toeval dat Club Brugge en Anderlecht in de finale van resp. UEFA Cup en Europa Cup II zitten. Club Brugge is een Europese topclub, zonder meer. Kijk maar naar de ploegen die werden uitgeschakeld Met Anderlecht ligt dat iets minder. Dat lootte gunstig.v De ploeg mist enige spelers, onder anderen een spits van formaat, om tot de Europese top te worden gerekend. Een kern van Brugge-spelers kan het Belgisch elftal tot een gevaarlijke tegenstander maken. En vergeet dit vooral niet: zoals Goethals spelers kan opjutten, is ongelooflijk". HERMAN VAN BERGEM. I v 411 uiuc uurrc3{iuuucui; KNOKKE De dag voordat de Belgische selectie met begeleiders naar Nederland vertrok, wierp bondscoach Raymond Goethals ineens alle min der optimistische uitlatingen die hij tevoren had gedaan, van zich af. Vol zelfvertrouwen riep hij uit: „We komen zaterdagmiddag in Nederland aan. We eten wat, gaan slapen en leggen zondag de basis voor de stap verder in dit Europees toernooi. Op 22 mei zetten we die stap definitief door Nederland in Brussel te verslaan. Ik ben in Rotterdam tevreden met een gelijkspel maar re ken op een kleine zege, van 1—0 bijvoorbeeld". Tot het vertrek naar Nederland bracht de selectie tweeëneenhalve dag door in een trainingskamp in Knokke. Daar stroomde Goethals bijkans over van optimisme, een opmerkelijke wijziging in zijn standpunt om toch vooral als-underdog te worden beschouwd. Goethals: „Mijn defensie is van we reldklasse. Christian Piot, mijn doelman, was dan wel geruime tijd geblesseerd maar tijdens de trainingen is gebleken dat hij nog altijd tot de beste ter wereld behoort. Hij is beter dan alle andere doelmannen van België bij elkaar. Gille van Binst heeft de laatste weken laatste man gespeeld bij Anderlecht. Dat deed hij erg goed. Trouwens, Van Binst kan overal spelen. Dat houdt zijn klasse in". Ook over de aanval maakt Goethals zich geen zorgen. „Men denkt dat Raoul Lambert mijn sterk ste troef is, Maar hij sukkelt wat met de conditie en daarom moet ik hem tijdens de wedstrijd misschien wisselen. Van Gooi is mijn sterkste man in de aanval. Hij is een artiest, die zich voor geen geld van de bal laat zetten. Knobel zal er goed aan doen hem extra in de gaten te laten houden". Raymond Goethals, die in de dagen tevoren voor zijn doen uiterst spraakzaam was, liet wel de deuren van het verblijf in Knokke hermetisch sluiten toen hij met zijn selectie de tegen het Oranjeteam te volgen taktiek besprak. „Geen mens erin", luidde zijn order. Maar er lekt toch altijd wel iets uit. Zo mag worden aangenomen dat België het accent op de verdediging zal leggen en de counter zal hanteren. Voornaamste taak van de ploeg die tot Witte Duivels is getransformeerd, zal zijn Oranje te beletten tot scoren te komen. Geen opzienbarende taktiek want dat wordt in het Europees voetbal sinds jaar en dag in uitwedstrijden gedaan. Goethals wilde wel kwijt: „Veel landen die in het toernooi om de wereldtitel 1974 tegen Nederland hebben gespeeld, verzuimden de opbouw van de aanvallen te verstoren. Die fout zullen wij niet maken. Ik zal niet zeggen dat wij Nederland aan banden zullen leggen maar wel dat we geducht op onze tellen zullen passen. Cruijff houden we natuurlijk in de gaten. Als hij er zin in heeft, kan hij brokken maken voor ons. Maar voor mij is de gevaarlijkste man in de Nederlandse aanval Rob Rensenbrink". Nogmaals onderstreepte Goethals zijn eensklaps grote optimisme: „We halen de finale van dit toernooi om de Europese landentitel. Dat staat voor mij als een paal boven water". Er zijn twee mogelijkheden: of Raymond Goethals wil met grootspraak de Nederlanders ontzag in boezemen en zijn eigen spelers stimuleren, of hij meent het werkelijk en is dan geheel en al afge stapt van zijn sombere voorspellingen kort tevo ren. Morgen zal blijken of Goethals heeft gebluft. JAN SCHILS Christian Piot Het zou kunnen gebeuren dat coach George Kno bel de ervaring van Jan Ruiter in het Belgische voetbal als zeer waardevol zou beschouwen. Rui ter: „Dat zie ik niet als een voordeel voor mij. Ik geef een voorbeeld. Raoul Lambert neemt strafschoppen altijd keihard. Ik sta in het doel en krijg hem tegenover me bij een strafschop. En wat gebeurt? Hij geeft een zacht tikje in de hoek en ik stond voor joker. Nee, die ervaring met het Belgische voetbal cijfer ik gewoon weg. Het is langzamerhand wel bekend dat Lambert snel is in de eerste tien meter, dat hij in beide benen een enorm schot heeft, redelijk kan koppen maar ook nogal bang is uitgevallen. Die Belgische erva ring zie ik niet als zo groot voordeel dat daarvoor Schrijvers moet 'wijken". Pikant detail. Schrijvers en Ruiter slapen op de zelfde kamer in het KNVB-sportcentrum dat de Op de training in Zeist werd Jan Ruiter ook stevig onder handen genomen. „Dat ik er bij ben, vind ik al geweldig", zei hij. Zeist Deielfde vraag aan twee Nederlandse voetballers, die in België tot vedetten zijn uitge groeid. Ze zitten in het KNVB-sportcentrum in Zeist enkele tientallen meters van elkaar, Rob Rensenbrink en Jan Ruiter, maar him antwoord verschilt nauwelijks. Ze zijn het erover eens dat het elftal dat zondag in het Feyenoordstadion uitkomt tegen Nederland in de eerste wedstrijd van de kwartfinales van het toernooi om het Europees landenkampioenschap sterker is dan waartegen Oranje in de kwalificatie voor het toernooi om de wereldtitel 1974 speelde. Rob Rensenbrink zegt het zo: „Dit elftal telt meer voetballers maar minder vedettes. Fysiek is het sterker dan het wk-team van destijds. Dit elftal is ook completer dan dat van de w.k.". Jan Ruiters mening, die slechts in nuances afwijkt: „Als België durft te voetballen, heeft het een kans om te winnen. Het middenveld Vandereijcken, Cools en Coeck is iets om wat te gaan onderne men en dat zal coach Goethals zeker doen. Dit elftal is gemiddeld jonger dan dat van de w.k. en het kan sterker zijn". De nuance: Rensenbrink stelde dat het sterker is, Ruiter dat het sterker kan zijn. Ze staven hun mening met dezelfde uitleg en wijken daarmee af van hetgeen Raymond Goet hals over zijn ploeg heeft gezegd. Goethals is echter een coach die vóór interlands, en speciaal als het tegen Nederland gaat, graag de rol van underdog opeist Hij wees erop dat er sterren zijn weggevallen, spelers als Van Himst en Van Moer, maar wijdde geen woord aan hetgeen zowel Rob Rensenbrink als Jan Ruiter als een sterk positief punt zien. „De jongere spelers die de plaats van de vedetten hebben ingenomen, zijn eerzuchtig. Ze willen zich in het internationale voetbal bewijzen. Bovendien komen ze uit clubs - Anderlecht, Club Brugge, RWDM en Standard Luik, hoewel de laatste iets minder - die ervaring hebben opgedaan in het Europees voetbal. Ze staan bepaald niet vreemd tegenover internationaal voetbal. En Goet hals vergeet ook - en waarom zou hij dat vande daken schreeuwen? - dat hij in staat is een ploeg enorm te stimuleren, op te peppen tot een peü dat boven het verwachte stijgt". Ze zitten in Zeist met verschillende achtergronden, Rensenbrink en Ruiter. De gelouterde Rensen brink laat zich niets ontfutselen dat hij niet kwijt wiL Jan Ruiter is de rondborstige ex-speler van Volendam die zich voor de-interland geen illusies maakt Ruiter: „Ik ben ervan overtuigd dat Piet Schrijvers in het doel staat. Dat vind ik niet erg. Ik ben dolblij dat ik erbij ben hoewel ik besef dat het ook komt omddt Jan van Beveren niet beschikbaar is. Om welke reden ook, dat gaat mij niet aan. De erkenning geldt voor mij als het voornaamste. Ze kunnen mij altijd oproepen en ik kom direct Ik weet wel dat er spelers zijn die niet meer zo nodig hoeven. Ach, die hebben dan misschien wat teleurstellende ervaringen opge daan. Bij mij zal dat nooit voorkomen. Het is mijn mentaliteit niet". Rob Rensenbrink selectie donderdagavond om zes uur mocht verla ten om er vrijdags om drie uur in de middag weer terug te keren. Er waren trouwens toch uitgekien de duo's: Thijssen en Peters, Rijsbergen en Van Kraay, Willy v.d. Kerkhof en Meutstege, Cruijff en Neeskens, Rep en Geels, Suurbier en Krol, Wim Jansen en-Rensenbrink, die met angst in het hart naar Zeist kwam maar daar door KNVB-arts Kessel geheel gerustgesteld werd. Rensenbrink: „De banden in mijn linkerknie zijn een beetje verrekt. Vier weken geleden gebeurde het bij de training. Ik wilde een bal aannemen van Peter Ressel en voelde het. Ik heb doorge speeld maar twee weken later, tegen Beerschot, kreeg ik er een tik tegen. Vorige week heb ik toch tegen Zwickau gespeeld voor de Europa Cup. Ik had last van die blessure. Na de wedstrijd heb ik een injectie gekregen en afgelopen zondag heb ik niet gespeeld. Het ging niet. Als ik het wel had gedaan, zou ik wellicht de interland hebben ge mist. Want ik speel zondag. Ik was bang voor een meniscus. In België hadden de artsen al gezegd dat het de kniebanden waren maar ik was pas gerustgesteld toen de KNVB-arts Frits Kessel het ook zei. Ik ben vier tot vijfmaal per dag in Zeist behandeld. Geweldig. Er wordt hier intensiever aandacht aan besteed dan in België en de arts beschikt hier ook over de modernste apparatuur. Het is tachtig procent zeker dat ik speel, al is het misschien met verdovende middelen". Rensenbrink wil dolgraag. Dat het toevallig tegen België is, speelt geen rol voor hem. „Tegen Italië, die 3—1, speelde ik voor het laatst in Oranje. Er kwam steeds iets tussen. De ene keer kon ik niet omdat Anderlecht speelde, de andere keer omdat Gilbert van Binst die in de wandeling de naam Gille draagt, maakt deel uit van een defensie die van wereldklasse is, alweer volgens Goethals.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 8