De mens
op de grens,
daar gaat
het om
'Arnrr.iiDfr
Burgemeesters
verdwijnen
in cachot
ALKMAAR Mr. Jan Abspoel is een
ouwe rot in het recht. Als de bezoeker aan
de zijde van een geüniformeerde man bij
hem wordt voorgeleid, neemt hij die met
stug-vorsende blik op. Het hoofd wat
schuin, de bruine kijkers bijna toegekne
pen. Alsof hij de mogelijkheden voor een
vervolging overweegt. Hij ontspant pas
wanneer in de zithoek van z'n werkkamer
de eerste vragen op hem afkomen.
De negenenvijftig woelige levensjaren is
hij lichamelijk bijna ongeschonden
doorgekomen. Een voorzichtig uitgespro
ken schatting van de leeftijd komt neer op
eind veertig en de pas benoemde Alkmaar-
se hoofdofficier van Justitie toont zich
uiterst vergenoegd over dit onbedoelde
compliment. Want Jan Abspoel is ook een
ijdel man. De natuur heeft hem een barse
kop meegegeven, waar het grijze haar
springerig en onwillig op groeit. Verder
een gedrongen, zwaar voorhoofd en daar
onder diepgemetselde, kleine oogjes. Jan
Abspoel is eigenlijk mooi van lelijkheid.
Dezelfde man is tevens een van de bekend
ste officieren van Justitie van Nederland.
In Amsterdam, waar hij bijna twintig jaar
werkte, heeft hij een indrukwekkende
staat van dienst opgebouwd. Geen man die
de hoogste sport van de ladder heeft be
reikt door z'n baas op het juiste moment
een sigaar te offreren, geen naar-de-mond-
jprater. Abspoel is een voortrekker, een
[eigenzinnig type, waar je niet om heen
kunt. Zijn afscheidszaak in Amsterdam
Iwas de gijzeling in het Indonesische onsu-
ilaat. In z'n requisitoir haalde hij nog eens
leven flink uit. Erkende, dat de Zuidmoluk-
Ikers geen gangsters waren, dat er een
politiek aspect aan de zaak zat
Een requisitoir, dat bij veel mensen, ook
de Molukse gemeenschap respect afdwong.
Zijn laatste Amsterdamse wapenfeit. „Ja,
ik beschouw deze mensen niet als gewone
criminelen. Zij offeren zich op voor het
ideaal van hun gemeenschap. De doorsnee-
misdadiger doet dat niet. Die is super-
egoïstisch. Handelt alleen omdat ie er zelf
beter van wil worden. Kijk, dat feit moet
je in zo'n zaak betrekken. Maar meer ook
niet. Als je die politieke motieven ook gaat
beoordelen, dan breng je de onpartijdige
rechtspraak in gevaar. Stel je voor, een
rechter die lid is van de stichting Door De
Eeuwen Trouw, die het Molukse ideaal
volop steunt. Zo'n man ziet de Molukkers
als de behoeders van God en Oranje,
waardoor hij tot een milder vonnis kan
komen dan die linkse rechter, die hen
beschouwt als huurlingen van een kolo
niaal regime. Dat mag niet gebeuren, vind
ik. Dat soort rechtspraak is er in het begin
van de jaren dertig in Duitsland geweest,
toen het rechtse politiek geweld de hand
boven het hoofd werd gehouden."
Jan Abspoels wieg stond in het hartje van
de Zuidhollandse Rijnpolder, in Hazers-
woude. Het nest Abspoel was rood, groot
vader een voorman van een der eerste
vakbonden in Nederland, vader een socia
listisch onderwijzer.
De invloed van die rode opvoeding is tot
vandaag gebleven. Maar Abspoel heeft de
rode draad van zijn voorvaderen niet opge
pakt. Op latere leeftijd is hij katholiek
geworden. Hij beschouwt zichzelf op het
ogenblik als een rechtse socialist. In ka
tholiek-politieke kring voelt hij zich meer
verwant met de groep van de uitgetreden
KVP-voorzitter De Zeeuw dan met de club
van Vergeer.
HOOFDOFFICIER
VAN JUSTITIE
MR. J. ABSPOEL:
Officier van Justitie mr. J. Abspoel in de gijzelingszaak Indonesisch consulaat
Jantje Abspoel was twaalf jaar, toen z'n
belangstelling voor het strafrecht werd ge
wekt. Dat kwam door het herzieningspro
ces van de zaak Giessen-Nieuwkerk, waar
in de verdachte van moord na jaren on
schuldig bleek. Met rooie oortjes verslond
Janneman elke letter die er over in de
krant werd geschreven. Daarna stond zijn
besluit vast. Hij wilde advocaat worden.
Hij was er van overtuigd dat de Neder
landse gevangenissen boordevol onschuldi-
gen zaten, die zuchtend de komst van
advocaat Jan J. Abspoel afwachtten. In
gedachten bevrijdde hij deze stumperds
van hun ketenen via bikkelharde bewijzen
en briljante pleidooien. Later werd dat
idealisme wat getemperd. Jan Abspoel
kwam er achter, dat een advocaat in straf
zaken nog geen droog stuk brood kan
verdienen. En voor civiele zaken had hij
geen enkele interesse. Het werd na zijn
studie in Leiden de rechterlijke macht. Op
de eisende schaal van de balans van Vrou
we Justitia.
In zijn Amsterdamse periode heeft Ab
spoel heel wat faam verworven. Hij kreeg
spectaculaire zaken te doen, die hij soms
op spectaculaire wijze behandelde. De jon
gensdroom was toch uitgekomen. Een ze
kere populariteit werd zijn deel.
Met een accent dat ergens tussen Rotter
dam en Den Haag ligt, zegt hij: „Ik geef
onmiddellijk toe, dat ik in m'n carrière
vaak voor de tribune gespeeld heb
Maar ik heb mezelf altijd ondergeschikt
gemaakt aan de belangen van het recht.
Zoals ik dat zie, dat werk in de rechtszaal,
de spectaculaire dingen, dat is alleen maar
het topje van de ijsberg. De mensen, die
bij mij voorgeleid worden en die ik niet
ga vervolgen, die vind ik belangrijker. De
mens op de grens zeg ik altijd. Mij interes
seert de mens en zijn medemens. Hoe dat
juridisch in elkaar steekt houdt mij veel
minder bezig. Ik snuffel niet graag in
wetboeken. Gelukkig hoeft een officier van
Justitie in Nederland er de laatste "25 jaar
niet meer op uit te zijn, om mensen per
se in de gevangenis te stoppen."
„Mensen uit de gevangenis proberen te
houden vind ik veel leuker werk. Hoe dat
gaat? Gewoon, er wordt iemand bij me
voorgeleid en dan probeer ik een oplossing
te vinden, die de man of vrouw tegenover
me uit de cel houdt Je bekijkt of er gevaar
is voor herhaling van het misdrijf, je let
op milieu-omstandigheden en dat soort
dingen. Tegen een vent, die z'n vrouw
vermoord heeft kan ik natuurlijk niet zeg
gen: nou gevaar voor herhaling is er niet,
want je vrouw is al dood, dus ga maar
naar huis. Het gaat om die grensgevallen.
Ik heb wel eens tegen een knul gezegd, die
betrapt was bij zijn eerste inbraak: wees
blij jongen, dat je al zo snel gepakt bent.
Als je dertig inbraken had gepleegd, had
ik weinig meer voor je kunnen doen. Daar
gaat het om. Er wordt te weinig aan
preventie gedaan, ook door de politie."
Maar die zal onmiddellijk tegenwerpen,
dat ze een tekort aan mensen heeft. Ab
spoel kortaf: „Dan zeg ik, dat ze de be
schikbare mankracht maar wat beter moe
ten gebruiken. Dat kan best. Er kunnen
heel wat dingen beter georganiseerd wor
den. Dat verwijt van die preventie geldt
trouwens ook voor ons, voor justitie. Wij
moeten nog veel meer samenwerken met
instanties, die de sociale problemen van
wetsovertreders kunnen begeleiden."
Ongeveer een maand terug hield de altijd
bezige Abspoel een lezing voor een club
juristen in Twente. Daar verdedigde hij de
stelling, dat langgestraften eerder op vrije
voeten moeten worden gesteld, dan nu het
geval is. Hij koppelde er de voorwaarde
aan, dat de reclassering dan een strakker
toezicht gaat houden op de terugkeer in
de maatschappij van de ex-gevangenen.
„Je kunt mensen jarenlang opsluiten, om
ze onschadelijk te maken voor de maat
schappij, je kunt ze in de gevangenis doen
om andere burgers af te schrikken, maar
opsluiten om ze te verbeteren, nou, dat kun
je wel vergeten. Ga maar na, iemand die
een misdaad pleegt heeft moeilijkheden
met de samenleving. En om hem wel te
laten functioneren in die samenleving haal
je hem er jarenlang uit. Nou, dat lukt niet,
dat snap je zelf wel."
Sommige reclasseerders zijn niet zo dol op
dat idee van Abspoel. Die zeggen geen zin
te hebben om sociaal politieagent te spelen.
„Daar heb je het weer. De reclassering
denkt altijd iets te doen ten behoeve van
de justitie. Die strakkere controle zou al
leen maar hun cliënt ten goede komen. Ze
mogen zelf kiezen: iemand vijf jaar of een
jaar opsluiten."
De verlichte gerechtsdienaar dus, die niet
uit naam van de samenleving om wraak
en vergelding roept, maar „Nee", in
terrumpeert Abspoel, „een van de doelstel
lingen van het strafrecht is wel degelijk
de vergelding. Dat is ook algemeen geac
cepteerd. Je steekt je kop in het zand, als
je dat niet ziet. We vergelden allemaal, ook
in het dagelijks leven."
Toch hoor je in kroegen en bij de familie-
borrel klagen, dat ons strafrecht te week
Mr. J. Abspoel: mij interesseert de
mens en zijn medemens
is. Sinds de gijzelingen wordt het woord
„doodstraf" weer in de mond genomen.
De hoofdofficier staat op en ijsbeert door
z'n kamer. Stopt zo nu en dan even, gaat
zitten en verschuift een pakje sigaretten.
Dan volgt een korte lezing. „Het strafrecht
heeft meer doelen dan de vergelding al
leen. Soms geef je iemand gevangenisstraf,
om andere burgers af te schrikken, een
andere keer om iemand, die gevaarlijk is
voor de maatschappij onschadelijk te ma
ken. Tenslotte moet de celstraf ook nog
verbeterend werken. Nou, over dat laatste
heb ik al wat gezegd. Maar je snapt wel,
dat die doelen soms met elkaar in strijd
zijn."
„Als je iemand, die een zedendelict heeft
gepleegd, in de gevangenis stopt, vergeld
je wel, maar aan zijn verbetering wordt
niets gedaan. In de gevangenis komt die
man echt niet van zijn sexuele problemen
af. Of neem de celstraf, die afschrikkend
moet werken. Die helpt alleen maar bij
lichte delikten, zoals het rijden onder in
vloed. Door voor zo'n misdrijf een hogere
straf te geven houd je andere mensen
tegen om met een borrel achter het stuur
te kruipen. Die worden bang voor de gevol
gen en laten hun borrel staan als zij
moeten rijden. Maar een neurotische moor
denaar houd je heus niet tegen, ook niet
als hij weet dat hij ettelijke jaren de cel
in gaat. Bij het geven van straf moet je
een keuze doen uit mogelijkheden. En wat
die verontrusting bij de burger betreft,
daar moeten we rekening mee houden als
rechterlijke macht. Als het rechtsbewust
zijn van de mensen en de dagelijkse prak
tijk van de rechtspraak te ver uit elkaar
gaan lopen, dan ontstaat het gevaar, dat
de mensen voor eigen rechter gaan spelen.
We kunnen die roep om zware straffen niet
volgen, maar we moeten er rekening mee
houden. Kijk, het is juist de reden waarom
ik zoveel lezingen geef, artikelen schrijf.
Er spelen bij dat strafrecht dingen een rol,
waar het publiek geen weet van heeft En
hogere straffen? Nou, kijk maar naar
Amerika. Daar wordt zwaarder gestraft,
en het aantal misdaden is er groter dan
ooit. Dat de misdaad in Nederland toe
neemt, daar geloof ik niet zo in. De mensen
vergeten snel, in de periode '45 en '50 was
er ook een flinke golf van misdaden. Je
hebt tegenwoordig alleen meer te doen met
georganiseerde benden, dat was vroeger
niet zo
„Waarom het arrondissement Alkmaar?
Hier was het hoofdofficierschap vrij. En
dat hoofdofficierschap is toch wel de
kroon op de carrière. Een functie waarin
je een grote zelfstandigheid hebt. Je be
paalt het beleid met de andere officieren
van Justitie en je onderhoudt het contact
met de overheid."
Het grote werk komt in noordelijk Noord-
Holland toch nauwelijks voor?
„Ik zat hier pas en toen hadden we al die
moord op het Chinese meisje bij Akersloot.
Ze zeiden al, jij neemt je klantjes zeker
meeha ha Maar zonder geldieid. Die
grote zaken heb ik allemaal gehad. Ik ga
nu een andere fase in. Meer het werk
achter de schermen. Niet freewheelend
naar mijn pensioen, maar een nieuwe fa
se."
GERRIT MOLLEMA
(Van onze correspondent Jan Drummen)
PARIJS Het dorpje Pietralba bij Bastia
op het eiland Corsica lijdt sedert geruime
tijd aan een merkwaardige kwaal; het kan
geen burgemeester houden. Nadat in het
verleden de meest onwaarschijnlijke wis
selvalligheden de gemeente van haar bur
gemeesters beroofd hebben (waarbij ver
kiezingsfraude de meest voorkomende en
de onschuldigse was) heeft het noodlot
ofwel de justitie andermaal toegeslagen.
Sinds enige tijd zit de burgemeester in de
i gevangenis. Wat op het eerste gezicht tot
verwondering aanleiding kan geven, is
jvoor iedere Fransman en zeker voor elke
Corsicaan een bijna natuurlijk verschijn
sel, zodra hij verneemt dat de opgesloten
burgervader naar de naam Giudicelli luis
tert. Het aantal Giudicelli's dat de Franse
huizen van bewaring in de loop der tijden
bevolkt heeft is verbluffend. Burgemeester
Jean-Thomas Giudicelli heeft nu op zijn
beurt de familietraditie voortgezet, hoewel
daar geen grote haast bij was want zijn
broer Dominique heeft nog een aantal
jaren uit te zitten wegens handel in verdo
vende middelen. Andere leden van de
roemruchte familie zwaaien de scepter
over het koningkrijk der prostitutie in
Marseille, Toulon en Nice en de meest
vermaarde onder hen Jean, die jarenlang
de onbetwiste leider van de Corsicaanse
mafia aan de Cote d'Azur was, werd in
1960 in zijn beroemde Hollywood-achtige
villa van Cap d'Antibes door sluipmoorde
naars van een rivaliserende bende neerge
schoten.
Hij was degene, die dertig jaar geleden de
opzienbarende overval organiseerde op de
Aga Khan en de Begum, waarbij deze
laatste van haar juwelen, die miljoenen
waard waren, beroofd werd. Jean Giudi
celli was ook de man die de historische
schilderijenroof in La Colombe d'Or en St.
KWAAL VAN
CORSICAANS DORP;
Paul-de-Vence op 1 april 1960 op touw
zette en uitvoerde. Hij was het ook die de
stoot gaf tot de affaire met de Nederlandse
kustvaarder „Combinatie" die voor de Cor
sicaanse kust geënterd werd en waarbij
heel wat gangsters het tijdelijke met het
eeuwige verwisselden in een enorme smok-
kelaffaire met Amerikaanse sigaretten en
vermoedelijk ook andere smokkelwaar.
Jean Giudicelli is ook burgemeester van
Pietralba geweest en bij zijn voortijdige
dood werd zijn oom, de 69-jarige Jean-Tho
mas tot zijn opvolger gekozen. De bevol
king van Pietralba schijnt altijd bepaalde
redenen gehad te hebben om een Giudicelli
in het gemeentehuis te hebben, hetgeen
„aanzienlijk veiliger" zou zijn, naar het
heet. Met Jean-Thomas meende men bo
vendien niet veel te vrezen te hebben,
aangezien hij een gepensioneerde gendar
me en „dus" eerlijk was.
Maar het hoofd van de anti-narcoticabriga
de uit Marseille en de rechter van instruc
tie hebben de burgemeester in zijn luxueu
ze villa op een heuvel boven het dorp
gearresteerd, omdat zij een telefoontje uit
New York hadden gekregen. In New York
had een door de ambtenaren van het „nar
cotica bureau" gearresteerde drugsmokke
laar bekend een koffer vol met dollarbiljet
ten in ontvangst genomen te hebben van
de burgemeester van een klein Corsicaans
dorp nabij Bastia. En het kleine Corsicaan
se dorp bleek bijzonder eenvoudig te iden
tificeren. Het schijnt bewezen te zijn dat
burgemeester Giudicelli zijn burgervader-
salaris afrondde met handel in heroine.
Bovendien wordt hem ten laste gelegd
valse identiteitspapieren en een vervalst
paspoort verstrekt te hebben aan zijn
broer Dominique, waarmee deze een aan
tal reizen tussen Marseille en New York
kon maken, die niet uitsluitend voor het
plezier zouden zijn gemaakt Tenslotte
wordt de burgemeester ten laste gelegd,
het half miljoen franks geleverd te hebben
voor de borgsom, die de Amerikaanse
politie geëist had voor het op vrije voeten-
stellen van Laurent Fuoconi, een van de
inwoners van zijn gemeente, die gearres
teerd was wegens het op de klandestiene
markt in Amerika afzetten van 700 tot 800
kilo heroïne.
De Pietralbaanse burger Fuoconi kreeg
tenslotte toch nog dertig jaar gevangenis
straf, maar wist merkwaardigerwijze uit
zijn cel te ontvluchten en zou momenteel
een niet onbemiddeld bestaan leiden op
een zeker eiland in de Middellandse Zee.
De burgers van Pietralba zitten met het
probleem zwaar in hun maag: de traditie
van een Giudicelli tot burgervader kiezen
zou voortgezet moeten worden; dat vrij
waart de bevolking bovendien voor „zeke
re problemen". Maar aan de andere kant
wil de traditie, dat de burgemeesters luiste
rend naar deze naam geen lange ambtspe
riode beschoren is. Een van de wethouders
zou een Salomonsoplossing voorgesteld
hebben, namelijk een vrouwelijke Giudi
celli tot burgemeester kiezen die de traditie
kan voortzetten.
Het Corsicaanse woeste berglandschap noodt tot praktijken die het daglicht niet kunnen velen. De natuur biedt
behalve een grandioos aanzicht tevens de mogelijkheid tot bandeloos smokkelen en nog duistere zaken.