„NL go home"
in de Ardèche
GEI
]RIVAS „De eersten die
ch hier in de Ardèche kwa-
en vestigen waren oud-In-
isch lieden, die de grijsheid
regen van Nederland wil-
eTif en ontvluchten. Zij waren
o jet onbemiddeld, kochten
uizen en landgoederen, res-
ur( ureerden die, onderhielden
'oo offelijke betrekkingen met
an e bewoners en vielen nauwe-
op. Dat was een jaar of
tatfrintig geleden en de Neder-
e finders hadden beslist geen
naam hier. Sinds een
lar of drie, vier zijn de zaken
kjeranderd, en wij hebben de
.Idruk dat de eerste Neder-
|Q||kndse „immigranten" dat ze-
er zo erg vinden als wijzelf."
||e man die het vertelt, is een
"Tber uit Orgnac-l'Aven. „De
pken zijn veranderd, totaal
eranderd." Enkele grote pro-
ïetontwikkelaars zijn uit Ne-
erland gekomen, hebben uit
gebieden opgekocht,
»A*ekken bungalowkampen,
ntspanningscentra en Neder
landse winkels op voor een
van 110 miljoen francs
bijna 65 miljoen gulden) naar
nen zegt. Drie Nederlandse
k lakeiaars hebben zich hier
gevestigd en schuimen heel de
•treek af. Er worden huizen,
Zandgoederen, boerderijen en
anderijen door Nederlanders
"igekocht, er wordt gespecu-
ird en er wordt een hotel
(ouwd, een vakantiedorp
1500 plaatsen, een bio-
•p, zwembaden enz.
trek van de Nederlanders
ïar de Ardèche is verklaar-
Het was tot voor kort en
»k nu nog grotendeels, een
[eschonden gebied zonder
lustrie, een bergachtig wat
ig land - de uitlopers van
Cevennen - dat langzaam
itvolkt raakt en waar de ka
le landbouw en veeteelt „ex-
;ief" zijn en waar een boer
in hectare per schaap nodig
ift. "Een droog en zonnig
tegenpool van het
lakke en drassige Nederland.
ïar de trek van de Nederlan
ds naar de Ardèche werpt
(1 problemen op. Waar men
voor enkele jaren voor een
1 en een ei een wat verval-
landgoed met enkele hecta-
grond kon kopen, zijn de
lerlanders in grotengetale
'9®Jergestreken en hebben ge-
•ht en gekocht, met als ge-
Lgblg dat de prijzen omhoog
'ngen en de boeren die ter
atse bleven en hun terrei-
lENÉn wilden uitbreiden niet
tegen de Nederlandse
v.djncurrentie opkonden. In
jaar zijn de grondprijzen
l zekere streken van de Ardè-
zes tot zeven keer zo hoog
êworden. De inkomsten van
landbevolking zijn evenwel
biel gebleven, terwijl aan
verwachtingen dat de toe-
ristenstroom een injectie voor
de economie zou betekenen
niet is voldaan. Het tegendeel
is veelal waar.
Niet alleen zijn de Nederlan
ders er inmiddels bekend om
geraakt dat zij meer dan zui
nig zijn, maar de zomertoe-
vloed van toeristen kost de
plaatselijke bevolking soms
handen vol geld. In het dal
van de rivier de Ardèche, met
name rond Vallon-Pont d'Arc,
waar normaliter tweeduizend
mensen wonen, verdringen
zich in de zomer rond zeven
tigduizend mensen. Voor al de
ze lieden moeten uiteraard
voorzieningen getroffen wor
den: watertoevoer, riolering,
enz. berekend op een bevol
king van tienduizenden. Daar
voor zijn onvoldoende kredie
ten beschikbaar, terwijl de
kosten deels middels gemeen
telijke belastingen door 2000
inwoners opgebracht moeten
worden, die uiteraard maar
anderhalf tot twee maanden
per jaar op volle capaciteit
werken.
Als in die maanden de toeris
ten dan normaal ter plaatse
zouden verteren en inkopen
doen, zou er, althans op den
duur, een compensatie bereikt
kunnen worden. Maar daar
wringt hem juist de schoen: de
Nederlanders die in de meer
derheid zijn en de streek
„Klein Holland" noemen, tas
ten zelden in hun beurs. Een
Amerikaanse krant heeft het
verhaal gepubliceerd van Ne
derlanders die niet een kilo
sinaasappelen kopen, maar er
één uitzoeken en die dan zorg
vuldig laten wegen. De Neder
landers in de Ardèche erken
nen dat ze geen interessante
cliëntèle zijn. De zuinigheid is
een nationale eigenschap die
moeilijk begrip kan opbrengen
voor de „verkwistende Fran
sen die hun hele inkomen aan
eten en drinken verbrassen."
Zelfs degenen die een en an
der willen bagatelliseren (zoals
de directeur van de Departe
mentale Organisatie voor
Vreemdelingenverkeer) geven
toe dat er een probleem is, dat
er door de ontwikkeling van
de streek een „ongunstig kli
maat" geschapen is. Zeker, er
zijn wat men noemt de „goe
de" en de „slechte" projectont
wikkelaars. Er zijn lieden die
ronduit „kolonisators" ge
noemd worden, maar anderen
die taktvol te werk gaan, zich
er bewust van zijn dat er een
ongunstig klimaat rond de
naam Nederland bestaat, en
die zo min mogelijk brokken
willen maken. Zij doen een
beroep op de plaatselijke ar
beidskrachten en gevem .bij
restauratie van oude gebou
wen blijk van een grote zorg
en goede smaak.
Dit neemt niet weg dat wan-
1 Bewoners van de Ardèche bij een demonstratie tegen de achterstelling en uitbuiting van hun gebied.
neer er in Grospierres een
groots toeristisch complex
wordt opgetrokken de harmo
nie van het landschap grof
verkracht wordt. Daarmee zou
men onder zekere omstandig
heden nog vrede kunnen heb
ben, als er van enige concrete
compensatie sprake zou zijn.
Maar de talrijke Nederlanders,
hun onderlinge saamhorigheid
die uitmondt in een gebrek
aan aanpassing en aan contact
met de bevoling, hun zo min
mogelijk uitgeven, hun super
ioriteitscomplex en het gebrek
aan begrip voor bepaalde ge
voeligheden van de plaatselij
ke bevolking hebben ertoe ge
leid dat er opschriften zijn
verschenen met de leuze „NL
go home".
„Elke keer wanneer ik hier
terugkom, doet me dat meer
pijn", verklaart een Ardèchois,
die sedert veertien jaar in Pa
rijs werkt. „Zeker, zonder toe
risme zou het hier vermoede
lijk nog armoediger zijn. Het
hele departement telt nauwe
lijks meer dan een kwart mil
joen inwoners en het werk
loosheidscijfer ligt nu meer
dan 35 procent boven het lan
delijk gemiddelde. Alle voor
uitgang is langs de Ardèche
gegaan, voor industrie is er
bijna geen mogelijkheid hier.
De bijzondere schoonheid van
ons gewest zou tot toeristische
ontwikkeling moeten leiden,
maar dan een ontwikkeling
die juist deze schoonheid eer
biedigt en geen toerisme dat
gestoeld is op het opkopen van
land om er recreatiegebieden
of buitenverblijven van te ma
ken. Men heeft mij gezegd dat
een Nederlander, die in zijn
land prestige wil genieten,
moet kunnen bogen op zijn
buiten in de Ardèche of de
Dordogne. Een soort snobisme
dus, waar ons gewest deels het
slachtoffer van is.
Nee, het doet waarachtig geen
plezier als ik in het najaar
enkele dagen op jacht wil
gaan en op nieuwe afrasterin
gen stuit, daar waar men gene
raties lang vrij kon gaan en
staan. En dan spreek ik nog
niet van het feit dat ik hier en
daar huizen heb gezien waar
een Nederlandse vlag gehesen
U zult zeggen dat als een
man uit Lyon of Marseille hier
een stuk grond koopt, hetzelf
de gebeurt. Neen, monsieur,
iemand uit Lyon of Marseille
belet geen jager, geen verza
melaar van champignons of
sprokkelhout zijn gebied te be
treden.
Van.de andere kant geef ik
grif toe dat het me evenzeer
pijn doet in ons dorp de zoge
naamde moderne pui te zien
van onze oude bakkerswinkel
in schreeuwerig plastic, neon
en formica. Maar begrijpt u,
verdraagt dit soort din
gen beter van zijn eigen dorps-
en gewestgenoten dan van „in
dringers". Het probleem is
voor een groot deel psycholo
gisch, en uw landgenoten, al»
thans de meesten die hier ko
men, geven - met permissie -
weinig blijk van psychologie.
Als onze voetbalsupporters
naar Engeland gaan, geven ze
daar ook niet bepaald een
stichtend voorbeeld. Maar dat
duurt een dag. Alleen kan ik
zeggen dat Franse toeristen in
Nederland, ondanks de mid
delmatige kwaliteit van de Ne
derlandse keuken, na het eten
van het voorgerecht niet zou
den durven zeggen dat het ge
noeg is en om de rekening
vragen. Wij, Ardèchois, zijn ze
ker arm en op menig punt
lopen wij achter bij Neder
land," „Mais, monsieur, on sait
vivre...."
Er moet mij nog iets van het
hart Als ik hier een of twee
keer per jaar terugkom en in
het dorpskroegje op zondag
morgen mijn oude vrienden
wil ontmoeten, doet het me
bepaald geen plezier als ik er
gewoon niet binnen kan, om
dat het vol staat met luidkeels
pratende en lachende Hollan
ders. Zeker zij drinken een
wijn (zelden twee), maar
zij zouden moeten begrijpen
dat het'niet mogelijk is een
café, hoe klein ook, helemaal
te bezetten: zij zouden moeten
voelen dat dat niet door de
beugel kan, dat ze de bewo
ners hier de indruk geven hen
te verdringen. En nog iets: zij
zijn tenslotte in het buiten
land, min of meer als iemand
die bij een ander in diens huis
op bezoek is en het doet waar
achtig geen plezier dan van de
bezoeker te horen hoe alles in
Nederland beter is, dat de
elektriciteit hier duurder is,
dat er steeds weer stakingen
zijn, dat op de allermeeste au
tosnelwegen tolgelden betaald
moeten worden, dat de Fran
sen onbetrouwbaar en „slechte
Europeanen zijn. Ik zeg daar
meteen bij, dat er niet gegene
raliseerd mag worden, dat er
ook discrete en taktvolle land
genoten van u zijn, maar he
laas vallen de anderen, die
luidruchtigen, de nudisten en
de kritikasters veel meer op.
Een Nederlander die hier al
lang woont (een jaar of twin
tig, meen ik) heeft eens uitge
legd dat het vaak het gevolg
is van een complex dat ze bij
u „petit mais vaillant" („klein
maar dapper") noemen. Hij
kijkt uit over het heuvelachti-
ge land, waar in het westen de
zon achter de blauwe ho
rizon van de Cevennen onder
is gegaan. „Ik heb mijn vakan
tie nu in april genomen", zegt
hij, „In de zomer wil ik niet
meer naar mijn geboorte
streek komen. Ik hoef er u
geen schets bij te maken om
het te begrijpen, nietwaar?"
Jan Drummen
i watersportcentrum (kano en kajak-sport) waar luidsprekers met Amsterdams accent de waterspor-
waarschuwen dat het „tijd is.
Bunaalow-vakantiedorp „Le Pommier - Force Male" bij Villeneuve-de-Berg. Een harmonische i
in het landschap laat te wensen over.