De mooiste
uren van
het hele jaar
434.000
sportvissers
kunnen een
vuist maken
Op de ochtend, dat ik voor
't eerst naar m'n stek ga
ben ik misselijk van spanning
Zoveel mogelijk
mensen laten
vissen in zoveel
mogelijk water
tegen redelijke
prijzen
m - -
Daar zit Ie. Daar ti|dt Ie: Eduard Frerichs, Hagenaar met de hengel geboren,
verteerd door een eeuwigdurend heimwee naar simmetje en stekkie. „Vissen",
zegt hij dromerig, „vissen jongen, dat Is de beste rieleks, die een mens zich
kan wensen. Als Ik eenmaal de Velsertunnel door ben kom ik in een andere
wereld. De spanning valt van je lijf en je hebt gelijk geen sores meer. Je denkt
niet meer aan je winkel, geld interesseert je niet langer. Je kijkt naar de dauw
op de weilanden. Je reinste engelenhaar. Voor een visser is het elke dag kerstmis.
Om vier uur 's morgens is Nederland nog een doodstil paradijs, dat een hoop
beloftes inhoudt. Een land om lyrisch van te worden. En als je voor Alkmaar
rechts af bent geslagen begin je al te vangen. Je informeert bij de maten, wat
voor lokaas ze bij zich hebben en hoe ze hun pennen hebben afgesteld.
Noord-Holland barst van de stekkies. En
stuk voor stuk liggen ze in een oase
van rust, in een weids land met een
horizon, die (link op hol is geslagen.
Noem ze maar op. Lutjewinkel, Lutje
broek, Oude Niedorp. In Nieuwe Nie-
dorp heb je het „Wapen van Neder
land", waar je 's morgens aan de baas
opgeeft, wat je 's avonds na het vissen
wilt eten. Dan zeg je bij voorbeeld: „Ik
heb vandaag trek in een lekker wild
konijn". En die gaat ie dan hoogstper
soonlijk in de polder voor je schieten.
Een pico bello-adresje. En in Enkhuizen
heb je de karperput van „Ons genoe
gen". Daar loopt een oude man rond,
die dagvergunningen afgeeft en als je
die hebt kun je je gang gaan.
De karper is een geduldvis. Die kan
heel treiterig sabbelen en zuigen aan
je aas. Maar als je denkt, dat je hem
te grazen hebt is ie al weg. Die jongen
weet alles van de hoed en de rand en
benadert je lokaas uiterst voorzichtig.
Een andere vis denkt: „ha, een vorstelij
ke hap" en bijt gelijk, maar een karper
legt zijn zachte buitenlippen heel rustig
om de lekkernij en zorgt, dat hij net
buiten de gevarenzóne blijft. Ik loer
soms een hele dag op één karper
zonder dat ik hem te pakken krijg. Je
begint om vier uur 's morgens en als
je 's middags om vier je spullen inpakt
heb je niks gevangen. Maar je hebt wel
een gelukzalige dag gehad. Dat is span
ning, die rieleksend werkt. Als ik vis
vergeet ik alles. Je staart naar die pen
in het water, je ziet het rode dopje
zacht heen en weer deinen. En je wacht
en je vergeet alles. Je vergeet een
shaggie te draaien, je vergeet te eten
en te drinken, want er zijn op dat
moment belangrijker zaien aan de or
de. Het gaat er om. wie het meeste
geduld heeft: de vis of jij. Dat is drama.
Hij vecht onder water voor zijn vrijheid,
jij probeert hem te vangen De jager
en zijn prooi. Man, ik kan je zeggen,
dat vissen me een geweldige kick geeft.
neutje
Ik heb die bezetenheid geërfd van mijn
grootvader. Die was ook niet meer te
houden, als de opening van het visset-
zoen naderde. Dan trok hij zich 's
avonds terug in de keuken en deed ie
de deur op slot. Niemand mocht er bij
zijn, als hij zijn voeraas maakte. Elke
sportvisser heeft zijn eigen recept en
dat geeft hij zelfs niet aan zijn beste
vriend. Als er 100.000 sportvissers zijn,
zijn er 100.000 eigenwijze specialisten,
die elkaar het licht in de ogen niet
gunnen. Ik heb ook nooit aan opa
gevraagd, waar hij zijn voertje van
maakte. Een halfje bruin brood neem
Ik aan. En wat custard, anijs, een beetje
bloedpoeder en reuzel. Ik heb wel van
hem geleerd om hele dunne plakken te
maken. „Zuinig strooien", zei hij altijd,
„want anders verwen je ze en vertikken
ze het om te bijten". Maar het recept
van zijn aas heeft ie met zich meegeno
men in het graf. Dat gunde hij zijn
kleinzoon niet.
ijsco van tien
Hij kon het ook niet hebben, als ik eens
op een dag wat ving-en hi) niks. Als
hij beet had gehad zat hij te glimlachen
op zijn fiets. Dan zong hij de longen
uit zijn lijf en kreeg ik op de terugweg
twee keer een ijsco van tien cent. Maar
als het hem tegen zat was hij niet te
genieten.
Hij nam me altijd achterop zijn fiets
mee naar zijn vaste stekkie in de pol
der. Dat vond ik steeds weer een mach
tige gebeurtenis. Tussén ons in stond
de kanus, een rieten mand. waar opa
een thermosfles met thee in had ge
daan, een neutje voor zichze... 'rijd
vieux, het geheimzinnige wonderaas en
een handdoek om op te zitten. Hij viste
met een bamboehengel, een vijfdelige
Jap, waar hij wonderen mee verrichtte.
Tegenwoordig is het allemaal glasvezel,
wat de klok slaat. Dat werkt sneller en
strakker en je bereikt er betere resulta
ten mee. Maar opa kon met zijn bam
boestok toch ook aardig uit de voeten.
Aan het éihtfe'vdh het seizoeh ietfe hij
hem van top tot teen In de olie en drie
weken, voordat de zaak weer begon
nam hij het hele spul duchtig onder
handen Hij hield zijn hengels met een
ijzeren klauwtje boven de gasvlam en
boog net zo lang, totdat ze weer kaars
recht waren.
geen sport
Overigens vind ik vissen geen sport. Het
is een hobby, een stuk verrukkelijke
recreatie. Je kunt het onmogelijk verge
lijken met turnen of voetballen. In elke
andere tak van sport kun je door trai
ning en begaafdheid kampioen worden.
Maar in de visserij ben je het ene jaar
nummer één en het volgende jaar een
nul.
Ik heb het een paar jaar geleden mee
gemaakt tijdens de Nederlandse kam
pioenschappen voor zeevissers. Naast
me stond een man, die zich vol had
laten lopen met jonge jenever en gelijk
begon te knorren, nadat hij zijn hengel
tje overboord had gezet. Ik had mijn
spulletjes prima voor elkaar en stond
volledig op scherp, maar ik ving geen
donder. Ik moest wel mijn buurman op
een gegeven moment wakker maken,
omdat hij beet had. „Oh, is het zover",
zei hij, „bedankt". Hij haalt de vis eraf,
legt in en gaat weer onder zeil. Ik heb
hem daarna nog twee keer moeten
wekken, omdat hij opnieuw beet had.
Twee uur later was hij kampioen van
Nederland.
Bij het zeevissen is 85 procent goluk
en 15 procent kennis. Bij het vissen in
de binnenwateren ligt dat even anders,
want daar komt het meer aan op de
afstelling van je pen. en de samenstel
ling van je lokaas. Als je op zee vist
is het ins/püten en wachten, totdal er
wat aankomr
Als het visseizoen nadert word ik altijd
stinkend vervelend. Ik loop dan met
mijn knar in dromenland en ik hoor en
zie nauwelijks meer wat. Mijn vrouw
kan roepen, wat ze wil, het is aan
dovemansoren gericht. Ik ben op zo'n
moment met mijn gedachten alleen bij
het vissen. Je hebt je eerst op de beurs
goed gek laten maken en daarna begin
je met de voorbereidingen. Je slaapt
slecht en komt midden in de nacht je
bed uit om je spullen te controleren.
Op de ochtend, dat ik voor het eerst
weer naar mijn stek ga ben ik misselijk
van de spanning. Ik heb dan n~chts
gedrvc:..d van een wonderbao.:,;. - vis
vangst. Mijn leefnet zit boordevol. Ik
kom handen tekort om de vangst bin
nen te halen.
Dat jongen, dat zijn voor mij de mooiste
Uren Vêri het-héfe ja&r"'.
Eduard Frerichs: „Ik loer soms een hele
dag op één karper zonder dat ik hem
te pakken krijg".
Sinds ruim een jaar bestaat de NWS de
Nederlandse vereniging van sportvissersfedera
ties. Binnen die. pak weg. veertien maanden is
zij uitgegroeid tot een machtige organisatie waar
mee de overheden in ons land duidelijk rekening
zijn gaan houden. Het ledental schommelt intus
sen rond de 434.000 en het is helemaal niet
ondenkbaar dat al dit jaar het half miljoen wordt
bereikt. De NWS kent nog een zeer hoog getal,
namelijk de 285.000 hectare water waarin alle
leden mogen hengelen. En dan te bedenken dat
Nederland 350.000 ha viswater kan „leveren"
Aanvankelijk bestond er bij enkele van de 21
sportvissersfederaties lichte weerstand. Men
vreesde dat het „eigen" hengelwater te druk
bezocht zou worden, maar die eerste vrees bleek
al spoedig volstrekt ongegrond te zijn. Een fede
ratie heeft nog niet willen meedoen, namelijk die
van de Maas. Ook enkele kleine clubs wensen
niet in federatief verband mee te doen. maar dit
aantal is te verwaarlozen.
De man die vrijwel_ alles weet van de NWS is
haar voorzitter Joop Arentsen (58) uit het Gronin
ger Leek. Op 4 januari 1975 (een historische dag)
werd hij in Utrecht tot voorzitter van de NWS,
gekozen. Op die dag werd de AHB de Algeme
ne Hengelaars Bond opgeheven. Arentsen nam
toen de voorzittershamer over van Kees Vrijling,
tot dan toe voorzitter van de stichting ter voorbe
reiding van de landelijke hengelsportorganisatie.
Moet de NWS een, wat |e noemt, machtsappa
raat worden?
Joop Arentsen: „Laten we nu eens uit de wereld
helpen dat wij er op uit zijn om een machtsappa
raat voor de sportvisser te worden. Wij handhaven
nog steeds onze uitgangsstelling, namelijk zoveel
mogelijk sportvissers laten vissen in zoveel moge
lijk water tegen redelijke kosten. Daar gaat het
om."
„Maar, vind ik, je moet naar de overheid toe wel
een machtsapparaat hebben, want waarvoor de
overheid opzij gaat is het getal. Onze opzet is
niet dat we in de richting moeten van een
organisatiedwang. Ik zou de sportvisser deson
danks willen adviseren zich aan te sluiten. Drin
gend zelfs.
Als je bedenkt dat er in ons land een miljoen
en meer sportvissers rondlopen en dat de NWS
daarvan de helft als leden bezitIk hoop dat
we ooit die miljoen leden nog eens bereiken."
Sportvissen In ons land Is niet zo bar duur of
wel?
Arentsen: „Ach nee. wat kost dat nou? De grote
vergunning kost in feite niks; let wel, daar zit
het IJsselmeer en alles verder bij in. en als je
nou'es een keer een rijksdaalder per lid aan de
NWS afdraagt, die samen met de verenigingscon
tributie wordt betaald en de kosten van de
officiële papieren erbij rekent, wat kost het de
sportvisser dan in z'n geheel? Ach, dat valt best
mee."
Houden de overheden en andere Instanties
(waterschappen bt'voorbeeld) nu al rekening
met de NWS?
Arentsen: „Ja. heel duidelijk. Misschien dat het
op gemeentelijk niveau nog wel eens wat moeilijk
gaat. maar dat is dan een gevolg van de onbe
kendheid met de sportvisserij. Maar verder
„Sinds de invoering van de grote vergunning is
het aantal daarin opgenomen hectares gegroeid.
Nu kan men op die vergunning in 285.000 hectare
water vissen en we hopen van harte dat de rest
!ot 350.000 ha er in de toekomst ook in voorkomt.
Dat zal „die rest" ook moeten Inzien, want het
sportvissen wordt er alleen maar goedkoper door.
We begonnen met 45.000 ha. daarna werd het
75.000 ha en nu zitten we op 285.000 ha. Dat
gaat snel. Natuurlijk, daar zit het IJsselmeer bij,
met zijn 200.000 ha.
„Nu gaat het niet zo gemakkelijk ook de rest
van het water in de grote vergunning te krijgen.
Niet elke federatie kan haar hengelwater aanmel
den. omdat zij afhankelijk is van huurovereen
komsten met derden. Soms staat er zelfs in dat
het helemaal niet mag."
De NWS heeft In de korte tijd van haar bestaan
al heel veel zaken bij de desbetreffende rl|ksln-
stanties en andere aangekaart. Worden al deze
zaken ook gëhonoVëerd Ih die zlri, dat de'ver-
NVVS-VOORZITTER ARENTSEN:
één dokument wordt in plaats van twee. Of we
ooit die vier gulden belasting kwijtraken, hangt
af van de minister van Financiën.
Wij zijn bezig om al het rijkswater voor een
gulden te „ontvangen". Maar luister nou even.
wij van de NWS zijn geen wonderolie om al dit
soort zaken in een handomdraai te regelen. Wat
ik wel verwacht is. dat er een verandering komt
in de Visserijwet."
Veel la er op het ogenblik te doen om de
zogenaamde gesloten seizoenen. Vindt de NWS
ook dat die afgeschaft moeten worden?
Arentsen: „Als je hengelsportbestuurders vraagt'
wat ze er van vinden, dan zul je horen dat ze
voor een aantal vissoorten de gesloten tijd wel
willen opheffen. Maardan willen ze wel de
mogelijkheid blijven behouden dit plaatselijk te
regelen.
Ik heb de indruk dat de tegenstand om de
gesloten seizoenen op te heffen komt van de kant
van natuurbeschermers. De nieuwe stichting Kri
tisch Faunabeheer wil helemaal van het vissen
en ook van de jacht af."
Je trapt als hengelaar ook zoveel nestjes kapot
hé
Arentsen: „Nouik ben het zat dat men mij
ziet als een barbaar die met zijn boerepoten door
de porceleinkast loopt. Met andere woorden: dat
ze de sportvisser alleen maar zien als de vent
die met een paar grote laarzen aan overal maar
door heenbaggert. Dat ben ik zat, ja.
Het is net alsof een bepaalde groep Nederland
voor zichzelf wenst te reserveren. De sportvisser
kun je in het algemeen gesproken best los
laten lopen. Natuurlijk, er gaat wel eens iets
verkeerd, maar dat gebeurt bij het voetballen ook,
nietwaar?"
„Een typisch verschijnsel is. dat er aan oevers,
die voor iedereen verboden gebied zijn, plezier
jachten aanleggen. Zij hebben blijkbaar carte
blanche de sportvisser niet. die moet voor zijn
looprechten betalen en hij krijgt de schuld van
vernielingen
U heeft bepaalde Ideeën om de zogenaamde
vri|e hengel te laten verdwenen
Arentsen: „Nou moeten we voorzichtig zijn. Kijk.
als je de georganiseerde sportvissers hoort, dan
verzetten zij zich er niet tegen. Een moeilijk
probleem, dat wel. Ik wil er niet te veel van
zeggen."
Met dit probleem hangt de kweatfe van de
„zwartvlsaera" nauw aamen. Dat zl|n er nogal
veel, nietwaar?
Arentsen: „De laatste cijfers zijn nogal verontrus
tend. Het zijn er vierhonderdduizend. De controle
daarop wordt steeds scherper. De algemene in
spectiedienst maakt er veel werk van. Die dienst
pakt nogal veel zwartvissers."
„Voor de sportvissers is er een zeer complexe
visserijwetgeving. Wil je eventjes iemand, die zo
nu en dan vist, uitleggen wat mag en niet mag.
dan lukt je dat niet. Velen vissen zwart uit
onwetendheid- Dat komt omdat de wetgeving erg
ondoorzichtig is voor, laten we zeggen, de gewo-
ne-man-aan-de-waterkant
NWS-voorzltter J. Arentsen: een miljoen leden Is mogelijk".
houding tussen de sportvissers en de water
sporters recht wordt getrokken?
Arentsen: „Ja, er liggen vele zaken bij de ministe
ries van Landbouw en Visserij en Financiën op
tafel. Daar wordt heus wel de nodige aandacht
aan besteed. Begin maar eens over de officiële
dokumenten
Ik zie er wel een redelijke kans in zitten, dat dit
Heeft de NWS nog meer wensen voor de
toekomst?
Arentsen: „We hebben een nota over de OVB,
de organisatie ter verbetering van de binnenvisse
rij, uitgebracht. Die sloeg in als een bom. De
sportvisserij houdt een compleet bedrijf in stand
en we kunnen rustig zeggen dat dat bedrijf voor
vijfennegentig procent door de sport wordt be
taald. Ik bedoel dus al die kweekvijvers enzovoort.
Maar qua bestuurskracht hebben de sportvissers
nog te weinig in de melk te brokkelen. Daar moet
iets aan gedaan worden."
Velen hun aantal wordt geschat op 400.000 vissen zwart uit onwetendheid. Dewetgeving
iS te cbmplèx.'te'óhdóorii'chtig'.
Wat doet de NWS Intern gezien, aan kadervor
ming?
Arentsen: „Daar starten we binnenkort mee. Eerst
is een cursus gemaakt voor het bestuur van de
NWS- en als het allemaal aanslaat breiden we
de zaak uit tot de federaties De belangstelling
daarvoor is erg groot. Ook via deze weg willen
we de zaak van en voor de sportvissers goed
opbouwen. Er is nog veel werk aan de hengelwm-
kel." 1