FELLOWSHIP: Geen gebraden duif. GIETHOORN: punteren is er bijna niet meer bij Onze eerste opgave is: vertrouwen wekken. De klant moet ons geloven. En we moeten bewijzen dat alles wat we zeggen, waar is, want een klant moet na vijf of tien jaar bij ons terugkomen. Doet hij dat niet, dan heeft het allemaal geen zin gehad. Daarom herhaal ik: geen steekpenningen. Ze zijn fnuikend voor je eigen geloofwaardigheid". Onderwerp van gesprek: zal de F 28 Fellowship voor Fokker een even groot verkoopsucces worden als de F 27 Friendship? Moeilijke vraag. Van de Friendship die momenteel (afhankelijk van de eisen van de klant) zo'n 7 miljoen gulden kost, zijn er sinds 1957 niet minder dan 649 stuks verkocht Daarmee heeft Fokker de 20 miljoen gulden, inder tijd in de ontwikkeling van het vliegtuig gestoken, al drie keer terugverdiend. Melchior: „En het einde is niet in zicht. In 1973 zaten we even met de vraag: moeten we doorgaan? We besloten de produktielijn levend te houden door 6 machines per jaar te bouwen. Het maximum, in de late zestiger jaren, was 36 geweest. Wel: nu bouwen we weer 24 Friendships per jaar en de levertijd is twee jaar". Geen vraagtekens dus bij de F 27. Zonder meer het meest succesvolle turboprop-vliegtuig (turbop rop straalmotoren die propellors aandrijven) uit de geschiedenis van de burgerluchtvaart. Anders het „milieuvriendelijk en streekeigen varen" er gauw vanaf. Het punteren is snel te leren. Hans en Reini Houke- ma hebben een instruktieboekje van slechts 25 pagina's gemaakt Dit jaar wordt op 22 mei de tweede punter-instruktiedag gehouden en door mid del van het streekeigen aardrijkskundeproject wil Hans Houkema de jeugd kennis laten maken met historie en heden van de kop van Overijssel. Het project voorziet in een vijftal lessen in de vorm van „doebladen". Geschiedenis, natuur en land schap van n.w. Overijssel, beroepen en het varen krijgen in de lessen de aandacht. Ook zit er een bouwplaat voor een punter in het pakket Het project heeft als hoogtepunt een excursiedag naar staat het met zijn grote broer, de volledig straal-aan- gedreven Fellowship. Deze F 28 kost (alweer afhan kelijk van de eisen van de klant) 14,5 tot 16 miljoen gulden. Er zijn er, inclusief aangekondigde verko pen, momenteel 109 aan de man gebracht De ontwikkelingskosten hebben (op basis van de gulden van 1966) 250 miljoen bedragen. Die zijn er bij lange na niet uit. Honderd Fellowships moet Fokker nog zien te verkopen voordat men over de rode streep is. Dat de F 28's er als gebraden duiven uitvliegen kan men dus, in tegenstelling tot de F 27's, moeilijk staande houden. Melchior: „Toch willen we de produktie opvoeren. Nu ligt de top bij 16 per jaar. Dat moeten er 24 worden. Helaas zijn we afhanke lijk van faktoren van buiten, zoals stakingsproble- Fokker had gehoopt al in 1977 uit de ontwikkelings kosten van de Fellowship te zijn. Een kaart die nooit gehaald kan worden. Zelfs als het bedrijf erin zou slagen de jaar-produktie op te voeren van 16 tot 24 machines, zal het nog minstens vier jaar duren voordat de honderd machines, nodig om quitte te spelen, gebouwd zijn. Dat wordt dus op z'n vroegst 1980. Mits en daar gaat het natuurlijk om zich klanten melden. Melchior, eerlijk: „Het is moeilijk denkbaar dat de F 28 een even groot succes zal worden als de F 27. Als we de produktielijn van de Fellowship levend willen houden, moeten we rekenen in termen van tientallen jaren. Maar dan zie ik geen reden waarom de F 28 ook niet een goed resultaat zou boeken. Een voordeel is zeker dat de machine in een relatief goedkope tijd ontwik keld is. Zaak zal zijn hem technisch up to date te houden. Onderhoudskosten omlaag te brengen. Le vensduur verhogen. Flexabiliteit op het punt van de wensen van de klant. Aanpassing aan geluidsei- Tevreden klanten komen terug dat geldt voor wasmachines en auto's, maar evenzeer voor vliegtui gen, aldus het commerciële credo van Fokker-verko per Melchior. Wat dat betreft, zit het bedrijf niet slecht De reputatie van de Friendship is legenda risch aan het worden, niet alleen omdat de afnemers ontdekt hebben er inderdaad geld mee te kunnen verdienen, maar ook omdat de levensduur eerbied waardige vormen aan gaat nemen. Er vliegen in de 55 landen waarheen de F 27 is verkocht al exempla ren rond met meer dan 50.000 werkuren in hun logboek, hetgeen vrij uitzonderlijk mag heten. Zelfs de oudste machine (F 2, 29 januari 1957 afgeleverd, bijna 20 jaar oud) is bij de West Deutsche Luftwer- bung nog in vitaal gebruik. Waarom zouden klanten, zo tevreden over hun Friendship, te zijner tijd niet bij Fokker komen aankloppen voor een Fellowship? Waarbij het een misverstand is te menen dat de Friendship voornamelijk is verkocht naar ontwikke lingslanden (al mikte de fabriek indertijd wel op die markt met argumenten als: slechts korte start baan nodig; weinig onderhoud; een kind kan de was doen). Melchior: „Ook in Europa vliegen er zo'n 80 rond, al realiseert niemand het zich. Wat het succes van de Fellowship betreft, geloof ik dat Europa geweldig belangrijk zal zijn. Ook in Europa heb je, uit het oogpunt van de burgerluchtvaart bezien, ontwikkelingsgebieden. Nu concentreert het lucht verkeer zich hoofdzakelijk tussen de hoofdsteden. Als je van een minder belangrijke stad naar een andere minder belangrijke stad wilt reizen, moet Giethoorn met een 40-bruggetjes puzzelwandeling en zélf puntervaren. Een aantal scholen in noord west Overijssel neemt het project dit voorjaar op proef. Hans Houkema gelooft dat het voor de beide onder zoeken (economie toerisme Giethoorn en spreiding waterrecreatie kop vanOverijsselfzuidoost Friesland) in eerste instantie van belang is te inventariseren hoe er in Giethoorn zelf over het probleem gedacht wordt. „Bij veel Gietersen bestaat grote kennis over het eigen gebied. Het is nuttig die vast te leggen, voordat het zoals bijvoorbeeld in Kalenberg haast niet meer kan. Want daar wonen nauwelijks nog autochtonen. Zij zijn verdrongen door de import". 2 Van een onzer verslaggevers Giethoorn is vanouds een van de gTotere toeristi sche trekpleisters van ons land. Vorig jaar kwamen er 800.000 mensen. Het gebied lijdt duidelijk onder deze toeristische aandoening. Het adviesbureau Berenschot heeft thans van de provincie Overijssel opdracht gekregen een onderzoek in te stellen naar de economische aspecten van het toerisme in Giet hoorn. Vrijwel gelijktijdig verricht het Heeren- veense ingenieursbureau Oranjewoud een onder zoek naar uitbreiding en verbetering van de water- recreatieve mogelijkheden in het „stroomgebied" van de Fries/Overijsselse „Waterweg". Beide onder zoeken moeten medio volgend jaar gereed zijn en worden voor de helft door het rijk betaald. Giethoorn en wijde omgeving staat op de nominatie nationaal landschapspark te worden, jaar nam Staatsbosbeheer met enig feestelijk vertoon het bezoekerscentrum van het natuurgebied Weerribben (tussen Ossenzijl en Blokzijl) in gebruik. Zowel Giethoorn als de Weerribben flanke ren de Fries/Overijsselse Waterweg en staan 's zo-, mers onder hoge recreatieve druk. Kamper onderwijzer Hans Houkema en zijn Reini zijn los van de onderzoekbureaus in dezelfde materie gedoken. Hun werk heeft at opgeleverd in de vorm van instruktieve en Hans heeft een streekproject ge- zich volledig richt op de kop van aantal scholen in dat gebied beproeft projekt dit voorjaar. Hans Houkema heeft Giet- Neg honderd van dergelijke Fellowships zijn nodig om omstandigheden in het Himalaya-gebergte in Pakistan. over de rode Fokker-verkoper Melchior: „Geen steek penningen". je eerst van hoofdstad naar hoofdstad vliegen. Directe regionale verbindingen ontbreken. Maar de ontwikkeling gaat in die richting. Dat is duidelijk zichtbaar en daar zou onze markt kunnen liggen. In Frankrijk heb je het al. Je kunt er tussen bijna alle steden in één dag op en neer vliegen zonder via Parijs te hoeven. De klanten zijn voor 90 percent zakenmensen. De maatschappijen die de diensten onderhouden, concurreren met de trein. Volgens mij ligt daar de toekomst. De grote vliegbedrijven met hun jumbo's kunnen dit verkeer niet aan. Het zou on-economisch zijn. Maar kleine maatschappijen met kleinere straalvliegtuigen, eventueel gesteund door de Kamer van Koophandel en lokale ontwikke lingsbanken zoals bij de Franse Air Alsace gebeurt, kunnen het wel. Die ontwikkeling is volgens mij niet tegen te houden. Als de een er niet mee begint, doet de ander het wel. Er ligt een markt en daar zou de Fellowship schitterend in passen. De vraag is alleen: wanneer gebeurt het? PIET SNOEREN. SCHIPHOL Wie in dit tijdsgewricht het woord „vliegtuig" in de mond neemt, voelt ook het woord steekpenningen als een hete aardappel op de tong branden. Niet zo de heer J.G. Melchior, algemeen verkoopdirecteur van Fokker. Hij slijt zijn produk- ten veelvuldig in landen van de derde wereld landen waarover kopstukken uit politiek, bankwe zen en industrie de laatste tijd hebben onthuld: „De inkomens van de machtshebbers zijn er zo marginaal en het belastingsysteem is er zo wijdma- zig dat smeergeld er wel tot de ordë van de dag moet behoren". Melchior daarover zeer pertinent: „Steekpenningen geven heeft geen zin, want je ondermijnt er je eigen geloofwaardigheid mee. Kijk: verkopen is een merkwaardige bussiness. Je mikt op klanten die tientallen miljoenen guldens willen investeren. Als ze ja zeggen, is dat leuk voor ons, maar het gaat primair om die klant. Hij moet ervan overtuigd zijn dat hij met het produkt dat hij koopt, tien, twintig jaar lang geld kan verdienen. Hij staat voor een geweldig moeilijke beslissing. Ons eerste vereiste is dus hem zonne klaar in te doen zien dat er met onze vliegtuigen geld te verdienen valt. Daarvoor is een vertrouwens basis nodig, want er blijven onzekere factoren die je niet op papier of in woorden uit kunt drukken. Hpn streep te vliegen. Op de foto een demonstratie-vlucht onder moeilijke hoorn net als miljoenen anderen pas onlangs leren kennen. Van „ontspanning in" is het bij hem al vrij spoedig „inspanning voor" het gebied geworden. Hij kon niet langer aanzien dat Giethoorn niet alleen miljoenen mensen van over de hele wereld, maar langzamerhand ook zichzelf in de boot (punter) Het punteren is al tientallen jaren behalve noodzaak voor de autochtone bevolking, ook toeristisch evene ment voor Giethoorn. Het Venetië van het noorden. Maar helaas lijkt het met het punteren gedaan. Want 's zomers is de gracht van Giethoorn een lawaaierige sloot vol met blauwe-walm-en-olie-uit- stotende „botsbootjes". De buitenboordmotor heeft de taak van de punterstok en het zeil overgenomen, tot groot ongenoegen van vele Gietersen zelf en van een aantal mensen dat punteren toch eigenlijk een goede en gezonde manier van „milieuvriendelijk en streekeigen varen" vindt. De wallekanten van de Giethoornse gracht moesten voor het eerst in de geschiedenis van beschoeiing worden voorzien, om dat ze te snel afkalfden door golfslag, die de motorpunters veroorzaken. Bovendien betekende het massale gebruik van de motor het einde van de rust in dit rustieke gebied. De gemeente probeerde tien jaar geleden al een uitsterfsysteem voor de motorbootjes, maar dat mislukte, hoewel het vergunningenstelsel nog wel bestaat. Op zeker moment werd vastgesteld dat er 281 motorpunters met vergunning mogen varen. Valt er een punter af, dan vervalt ook de vergun ning. Particuliere eigenaren kunnen voor hun mo torpunter ontheffing krijgen. Want een verbod voor motorboten in bepaalde wateren is er aL Maar er zijn meer ontheffingen dan verboden. Volgens Hans Houkema ligt de oplossing misschien voor de hand. „Net als de voetgangersgebieden in de steden en natuurgebieden in bos- en heidestre ken, zou het kwetsbare Giethoorn en directe omge ving voor gemotoriseerd verkeer afgesloten moeten worden en nog slechts per punter bezocht mogen worden". Iedereen die het gebied per schip aandoet, kan ergens aan de rand zijn eigen schip afmeren („parkeren") en een huurpunter zonder motor ne men. Punterverhuurders zouden originele en histo risch verantwoorde punters met subsidie bij de twee Giethoornse punterwerven moeten kunnen kopen. De subsidiëring zou de verplichting met zich mee brengen dat de punter dan ook op de oorspronkelij ke manier voortbewogen wordt: zeilen,, punteren, jagen, roeien, etc. De grote rondvaartpunters zou den nog wel met motor blijven varen. Hoewel Hans Houkema en met hem anderen, meent dat een „kleine rondvaart" uitgezet zou kunnen worden die gepunterd wordt „Voor buitenstaanders lijkt het punteren een vermoeiende bezigheid. Voor wie de kunst beheerst, is het dat niet". Op deze manier zou de rust in Giethoorn terugke ren, ondanks een drukke recreatie en ook zouden de verhuurbedrijven er geen boterham minder om hoeven te eten. „Waarschijnlijk zal de belangstelling voor het punteren zelfs toenemen. Want omdat er thans in het hoogseizoen zoveel gemotoriseerde botsbootjes varen, durven weinig toeristen het nog aan te zeilen of te punteren. Beginnelingen staan uiteraard altijd een beetje te schutteren en als dan ook nog links en rechts de motorboten om je heen vliegen en golfslag veroorzaken, is het plezier van Hans Houkema met vrouw en kinderen: de motorboot uit de gracht van Giethoorn de punter weer terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 17